GEENE NIEUWE KLASSEN Het oordeel der Pers Vrijdag' liep bet gerucht, dat nog verscheidene nieuwe klassen zonden binnengeroepen worden. Wij kunnen verzekeren, dat daar niets van waar is en er voor het oogenblik in het ministerie van geene nieuwe klassen gesproken wordt. Luik was Vrijdag middag nog niet ingenomen Een brief uit Frankrijk NOG STEEDS SPIOENEN Nog aanhoudingen Het ultimatum aan ItaKë te Antwerpen Italië antwoordt ontkennend Duiiscliland zoo een wapenstilstand hebben aangevraagd Be staat van beleg ingetrokken 03 forten rond Luik zijn onneembaar Mededeeling van het Ministerie van Oorlog Bericht aan Je Landbouwers. Sterkende looneclen DE V01BSSTEM Vrijdag middag waren de Belgen nog steeds meester van Luik. De Duitsckers waren dan nog niet binnen. OVER ONZEN WEERSTAND I>« Fransche pers weidt uit in geestdriftige Jolde aan de dappere houding van'ons leger. ExcelsiorzegtBelgië zal in de ge- fehiedeivis de onvergankelijke eer dragen zich dapper gestold te hebben tegenover do moordende pandoers, de Duitsohe leugenaars die gelogen hebben om een voorwendsel te vindon ten einde den Belgischen grond te kunnen overrompelen. Met bewonderens waardige» moed is gansch 't Belgischvolk' peebtgesprongen. zijne leus getrouw pondracht baart Macht. Wij zullen nooit zijn heldhaftig godrag noch den bowonderens- vaardigen moed van zijn koning vergeten. Le Petit Parisian zegt dat België door rijnen en-wankelbaren moed en zijn onver schrokken weerstand die de Diritschers heeft verbaasd, een onschatbaron dienst bewees iaat) de zaakder Europeesche vryheid. Frankrijk zal-het nooit vergeten. Le Figaro Het Belgisch leger heeft, iöo eerste botsing met de barbaren doorstaan De voorzitter van do Fransche Kamer van Volksvertegenwoordigers, M. Paul Deseha- nel heeft volgend telegram gezonden naar M. Schollaert, voorzitter dor Kamer Waarde Heer Voorzitter, Ik ben zonder twijfel de tolk van al ■mijne kollegas met aan Uwe Excellencie de hulde van onze bewondering uit te drukken voor den heldhaftigen weerstand door het ^noedig Belgisch leger aan den invaller. Bolgie verdedigt niet enkel de Euro peesche onafhankelijkheid, zij is de kam pioen van do eer en indien or, op liet oogenblik dat de harten van alle Franschen met hetuwo kloppen, onder ons lieden zijn die voor uwe Natie eene bijzondere genegen heid hebben, zijn liet voorzeker zonen van diegenen die in 1851 uit Frankrijk verban nen, van het vrije België en zijn koning Leopold I de gulhars tigs te gastvrijheid ge noten. Uit uw bloed, op uwen bodem geboren, en voor uw land bezield met eene echte te musing mei ue Uiii uaiou uwi.Man --- ------ loet, een wilde karaktervastheid, met liet be- j kinderliefde, gelief waarde heer voorzitter, [sluir te overwin non of to sterven. Het zal 1de verzokering mijner bijzondere hcogaeh- «©fi eeuw ige-eer zyn voor België door het lot -te zijn aangewezen om eerst-zijn bloed te ver gieten in don strijd dien lietrecht en de recht vaardigheid gaan aanvangen tegen verbolgen ïiuaoioozen. a De Matin» zegt flat de Duitschers lang genoeg den spot gedreven hebben met liet Belsisch leger. Nu hebben wij gevoold wat dit leger van dapperen vermag. Do Lanteme schrijft dat de Belgen wol lis waar niet in getal zijn tegen de overmaebt, doch zij zich sterk gevoelen om door hunnen loeuwenmoed to overwinnen. Zij hebben den overweldiger toegeroepen Halt Tot hier, en niet verder Dat isschoon.dat is mootlig! De Belgen nemen nu mi de geschiedenis de plaatsen van een groot volk. In Franlcrbk brengt men algemeene liuldo aan het heldhaftig optreden van ons dapper leger, en over den hardnekkige)) tegenstand, nioot Verrast heb ben. Het oordeel van een groot Neêrlandsch dagblad. Het Handelsblad van Amsterdam groet met den edelen geestdrift die Vlamingen en Walen bezield, welke door een machtigen nabuu gedwongen worden hot zweavd uit desclieede te trekken voor de verdediging van hun goed en hun bloed. Overal, schrijft hot blad, geeft do verkleefd beid aan dezen jongen koning zich lucht, die een zoo fier antwoord op de voorstellen van Duitsohland gegeven heeft, dat oen vrij volk beleedigt. Daaruit zal voortspruiten dat de duitschers voor lien mannen zullen vindon in den waren zin van het woord. Gansch België, als door een elektrieken schok getroffen, is opgestaan en den lande door wappert de drie kleur. Al de Belgen, zonder onderscheid van partij of van taal, zijn veroenigd in het/elfde gedacht en voor hetzelfde doelhet Vader land. Deze eendracht maakt van het klein belgiscli volk een machtigen tegenstrever die met eene bovenmenschelbko poginR en niet eene ontembare hardnekkigheid en taai beid vechten zal voor de vryheid. ting te aanvoerden.» C33T" gnEKiajils: st DE MAAGD DER WOESTIJN 43 8 VERVOLG. Denkt gij dan dat wij moeten- sterven vroeg Cesar met verwondering. Dacht gij dan dal de wilden ons bier als I es'gangers hielden Laat u niet misleiden. Zij hebben ons acht dagen zoo goed behan deld. om ons des te beter te maken tot hun voedsel. O vader vader snikte Liongel, slerven zonder u nog eenmaal te zien »Hetishard, luitenant, vooral op zijn eersten veldtocht. Maar wat kan mon er aan doen 1 dat brengt onze stand zoo mede, en als men zijne ouders wil zien voor dat mer sterft, dan moet men geen soldaat worden.» »Laat ons gebruik maken van do oogen- blikke» die ons nog overblijven, Ralk, om ons voor te bereiden tot den dood.» «Maar ik ben kant en klaar, luiionant Ik vrees zijn bleek en uitgemergeld gelaat niet. Ik heb hein dikwijls van nabij gezien. Hij is om de weerga niet mooi maar als bij dezen keer bij het appel mijn naam af roept, dan antwoord ik even als voor den majoor Present 1 »De doou is de ingang tot de eeuwigheid» zeide de jonge offioi -r op pleclitigen toon. »0 ja, dat weetik. zeide Ruik nu-l eene onwillekeurige huivering, maar wat zal mon er aan doen »Öods barmhartigheid inroepen, en aan onze vijanden vergiffenis schenken. Vergiffenis schonken 1 en dat aan die vervloekte Abrow Kors, die over een paar P. Deschanel. In de Luxemburgstatie te Brussel De statieoverste der Leopoldswijk werd door liet Fransche tolbe3tuur gewaarschuwd dat drie Duitsche reizigers die als spioenen bekend slaan, de wijk naar België hebben genomen. De politie van Elsene op de hoogte dezer zaak gebracht, wachtte de aankomst van den trein af om deze reizigers op te pikken. Zij hadden zich verdoken onder de banken van wagon, doch werden er uit gehaald. Op een hunner, die zich Pouden noemde, vond men een geladen browning, sommen. Ondervraagd, verklaarden zij Duitsche handelsreizigers le zijn en naar hun vaderland weer te keereti. Pouden mag ais drager van een verboden wapen op 't grondgebied van een land in oorlogstaat door den kop geschoten worden. Hij zal voor een krijgsraad verschijnen. De wee anderen zijn ter beschikking der veilig- heidspolicie gesteld. Heldhaftige vrouwen. Woensdag avond boorden vier vrouwen uit de volkswijk van Brussel driemannen in de do Lignestraal, bij liet policio-commissa- riaat, Duitseh spreken. Terwijl een der vrou wen naar de policie liep, versperden do drie andere den weg. De agenten vonden revol- «rs en kardoezen op de verdachte personen deze bekenden Duilschers te zijn welke kon den teruggeroepen worden. Men heeft ze ais krijgsgevangenen opgesloten zij worden verdacht spioenen te zijn en zullen voor den krijgsraad verschijnen. Dienzelfden avond heeft op aanwijzing van het volk, de burgerwacht drie Duit- ochers naar het policiebureel der 4® wijk ge bracht. Die Duitschers dienstplichtig zijnde orden als krijgsgevangenen besdiouwd als spioenen aangehouden. Ook te Woluwe St-Pieters en Woluwe St- Lambert, zijn talrijke aanhoudingen gedaan. Men heeft verscheidene toestellen van draad- looze telegraaf aangeslagen. Alles word naar Brussel overgebracht. Te Uklcol werd een Duitscli marine-officier geknipt, dio zicli als Amerikaan had doen inschrijven. Hij had ook een toestel van draadloozen telegraaf in zijn bezit. Huiszoekingen werden gedaan op de Brug- mannlei en do Louis Lepourelaan waar gere- gold Duitschers vergaderden. Verscheidene aanhoudingen werden gedaan. Te Antwerpen bemerkte (lo patroon dor Taveerne Greenwich, dat een persoon van verdacht uiterlijk, trachtte oen gesprek af to luisteren tusschen M. Terwagne en een drietal zijner vrienden. Do kerel vertrok weldra doch de patroon der Taveerne volgde hem op en deed hem aanhouden. Manschappen van de burgerwacht hebben in een huis der Waterloostraat te Antwerpen een leeraar in de Fransche taal van de Duit sche school, zekere T., en de handelsbediende H. C., aangehouden. Do politie heeft schetsen en lichtteekeningen in beslag genomen. De vrouw van den Duitschen leeraar T., en de van C., werden insgelijks aangehou den. Het viertal is tor beschikking van den prokureur des konings opgesloten. In een koffiehuis nabii do Middenstatie beeft men insgelijks een spion aangehouden. Nog aanhouding van Duitsche spioenen te Oostende Ziehier in welke omstandigheden drie spioenen te Oostende werden aangehouden Eenheerschap.de zakken vol goud, was bij een hotelhouder gekomen die oen hoog terras boven zijn hotel bezit en had vleiende voorstellen gedaan om daar een post van draadloozen telegraaf te mogen oprichten. De hotelhouder gebaarde toe te stemmen doch deed inmiddels de polioio waarschuwen Wanneer het heerschap terugkwam werd hij opgepikt,en afgetast. Meii vond op hem drie duizend mark in goud on een handboek voor vonken telegraphic. Daar hij in gezelschap van twee verdachte kerels gezien werd spande men een valstrik. Men kon ze insgelijks aanhouden, doch een wist te ontsnappen... Ilij word evenwel aan de kaai terug gevat. De drie spioenen zullen iiun vuige daad niet lang overleven. Gisteren hebben burgerwachten drie man nen aangehouden, waartosschen een Oosten rijker; zij zouden getracht hebben door middel van kardoezen de bruggè» der l'yn BrussM- Antwerpen tn doen springen. Men zou ook een autogeleider hebben! aangehouden, die een niet offleioeie armband van het Rood Kruis droeg én zjju rijtuig vol mondvoorraad had. 8 AUGUSTUS 1B14 Donderdag namiddag bad te Ant werpen eene roerende betooging plaats. Voorafgegaan door Belgische, Fransche en Engelsche vlaggen, be gaven eene overgroote menigte han delaars, scbeepsreeders, enz., in het kort bijna heel de Beurs, zich naar de Fransche en Engolscho konsulnten, waar M, Grozier, algemeene consul van Frankrijk, bedankt werd voor de hulp welke Frankrijk aan België bracht. M. Grozier antwoordde in eenige geestdriftige woorden en de menigte juichte langdurig Frankrijk toe. Onder het zingen van de Marseil laise trok men dan naar het Engelsch koilsulaat. Sir Cecil Hertsiet, konsul van Engeland, vergezeld van zijne dame verscheen op het balkon en wer den geestdriftig toegejuicht. De menigte zong het God Save the King, gevolgd door de Marseillaise en de Braban<jonne. Daarna nam M. Duquesne het woord en bedankte sir Herlslet, voor hetgeen het groote Engeland nu voor het kleine Belgie doet. Sir Hertsiet,zeer ontroerd bedankte voor de gonegenheidsbetooging en verzekerde de betoogers, dat die be tuigingen bet hart van iederen Engelschman zouden treffen. Reeds lang, vervolgde bij, weet ij hoe zoer ik aan u gehecht hen. Nu vooral hen ik tevreden en fier uw schoon land te bewonen. Leve Antwerpen en Leve het Vrije Onaf hankelijk België De menigte was als in vervoering bij die woorden. Wederom werd hei God save the King gezongen. Daarna nam M. Jof Danco bot woord en in naam der Aiitwerpsche bande laars, de stem door snikken verdoofd, bedankte hij sir Hertsiet voor de be langrijke diensten welke bij aan Bel gië en bijzonderlijk aan Antwerpen bewezen bad. Eene nieuwe luidruchtige ovatie weerklonk en M. Hertsiet, diep ont- ■oerd. kon eulcaL antwoorden,LP^nk Men verzekert dat Italië reeds ge antwoord heeft op het Duitseh aanb od of bevel, dat Italië moest optreden met Duitscbland en Oostenrijk. Men verzekert ook dat Italië zou geantwoord hebben, dat het niets in de zaak te zien bad, en hier dus geen verplichting kon bestaan, zijne bond- genooten, Duitscbland en Oostenrijk te helpen. Vrijdag namiddag werd ons gemeld, dat de Duitschers reeds meer dan 25 duizend man buiten strijd hebben. Ook zouden zij eeji wapenstilstand van 24 uren hebben aangevraagd wellicht om ben toe te laten hunne dooden te begraven. aren mijn vleesch zullen eten als buffel- of geitenvleesch Dal zou wat te erg wezon. Jongens, zoo vredelievend ben ik niet.» «Zijt gij dan geen Christen «Dat bon ik geweest, luitenant maar om u de waarheid te zeggen, ik heb er to wei nig aan gedacht om hot te blijven.» »I)es le grooiero reden bolit gij dan, om den zwaarsten plicht van het christendom le vervullen, namelijk aan zijne vijanden ver giffenis schenken. «Zoo iets, luitenant, kan onze lieve Heer niet verlangen van eon oud soldaat.» «Hij hoeft liet tol wet gesteld voor alle monschen, en Hij heeft zicli verwaardigd,om hij het voorschrift levens het vóorbeold le voegen, omdat Hij biddend voorzijne beulen gestorven is »Gij bezit veel braafheid, mijnheer Lion gel; maar ik, ziet gij... en ovenwel... ja kom aan vergeef'. Op dit oogenblik trad de verraderlijke Indiaan, die Liongel aan do Abrow Kor's had overgeleverd, de hut binnen en zeide »De dageraad van liet feest is verschenen, de zon verguld den top van don b»rg en liet wordt tijd, dat de bleeke gezichten zich gereed maken voor het offer.» "Welke plagerij bereidt bij ons nu weerl» zeide de sergeant, wiens vlaag van goeder tierenheid reeds vervlogen was, en met gramschap de veeren kransen, welke de Indiaan in zijne handen hield, aanschouwde. Do dappere, de onversaagde zal dezen krans van roode veeren dragon, z>-ide de Indiaan, terwijl hij zich naar Liongel wende, zonder zicli te verwaardigen Ruik te ant woorden dat is het zinnebeeld van moed. Dit zeggende maakte bij den krans van roode veeren aan het voorhoofd van Gesar Liongel vast. Wat den man met de vlugge tong be treft, deze zal omkransd Worden met de voe ren van den groenen vogol, die altijd bab belt." De krans, die vootf-Ralk bestemd was. bestond uit papegaaien veeren. Hij zal geen ander tooisel dragen, zeide de Indiaan, toen bij de rijat van den sergeant naderde. Ik zal hoegenaamd niets dragen, satans kind, riep Ralk woedend uit. Welnu, kom aan liet zal mooi staan voor een oud soldaat, zondereer, k ra rib, van veeren. Do Indiaan naderde Ralk, maar draaide zijn hoofd in de ronde met eene vlug heid welke den besien gèlt op eenen schoor steen bad kunnen beschamen, en gebruik makende van een oogenbiik, waarin de kr aan zijnen mond ruaklo.'Tiok bij er met zijne tanden een aantal veeren uit. Werk nu maar vooct, zeide hij, lompe kapper van het hof Beelzébub. Op dit oogenblik hoorde mon een gedruisch den toegang der hut n intéren men kwam do gevangene afhalen, 'h- ACHT-EN-DERT1GSTE HOOFDSTUK. De lijkzangen. Eene ontelbare menigte vormde eenen halven kring om do ruimte, waarin de ge vangenen bewaard werden. De wilden had den zich op de fraaiste wijze versierd men kon zien, dat het feestddg voor hen was. In het midden van don kring stonden bet opperhoofd en twee mannen in scharlaken kioederen. De laatslenrwaren de priesters der barbaarsche ^odsdioust vau deu stam van Abrow Kor. De staat van beleg die gister namiddag door de regeering was uitgevaardigd, is rond mid. dernacht voor do vijf provincies niet in dén strijd betrokken, tegen bevolen. Door dit feit gaat de burgerlijke overheid voort zijne gewone machten te steunen. Het alarm dat op het eerste telegram gevolgd was, heeft een heilzame» invloed gehad het hooft bewezen dat in Oost-Vlaanderen de militaire en burgerlijke overheden de maatregelen die zouden moeten genomen worden, in geval van het uitroepen van den staat van beleg in onze provincie, in volledig akkoord zijn. Wij berinneren aan al onze medeburgers dat de Duitsche gekwetsten en krygsgevan- genon recht hebben op de oorlogsrechten vanwege do bevolking. De generaal-majoor Lauwcrs. Vrijdagmiddag stonden ondanks de voorldurendeaan vallen der Duitschers, al de forten rond Luik nog ongedeerd. Zij zenden voortdurend goed gerichte ladingen houwitsers, kogels, enz. aan de Duitschors. Met het inzicht de gevaren van brand te verminderen en het behouden van den natten oogst te verzekeren, is het de landbouwers ten hoogste aanbovolen, in plaats van grooto, slechts kleine en uiteenverspreide hoopen le maken. Acht strijders traden de hut binnen en de den de twee gevangenen naar buiten gaan. Bij het zien van de gevangenen weergalmde de lucht van vreugdekreten. En aan deze schepsels zal men nog ver giftenis schenken,» riep Ralk verontwaar digd uit. Maar dat is hun toch toe te geven, zeide hij bij zich zalven immers wanneer in onze beschaafde landen een ongelukkige wordt ter dood gebracht, dan komt de menig te naar de strafoefening geloopen, en hier zijn de aanscliouwors slechts wilden. Kom, laat ik onzen dapperen luitenant maar na volgen, ondortusschen vergiffenis schenken aan menschen, diou weldra zullen opeten, is toch eeiiigzins hard. Terwijl de sergeant deze treurige overden kingen hield, was de menigte in beweging geraakt, en kwam men op 't groote plein aan alwaar vijf palen in den grond geplant wa ren. Op dit plein liepen drie straten uituit eene dezer zag men een troep vrouwen mot hangende haren onder het uiten van wilde kreten, aankomen. Zij geleidden de vrouwe lijke gevangenen die door haar, met donker blauwe bomden omhangen waren. Een smartelijke kreet ontsnapte den on- felukkigen Liongel. Hij had mevrouw 'hompson en de zachtmoedige Lelia met hare zuster herkend. «Welaan, luitenant zeide Ralk, vergeef nu aan die brandstichters, die schakers, die menschenvleescheters, die helhonden.» Liongel antwoordde niet, maar hij dacht aan den berg van Galvarie on hij vergaf hun. Mevrouw Thompson en hare dochters had don insgelijks Liongel en den dapperen ser geant herkend. De slacht offers wisselden on derling eenen droevigon blik. Wy lezen in La Meuse In de gasthuizen van Luik betoonen de ge kwetsten en de zieken een bovénmonsche- lijlten moeden eene roerende vaderlandsliofde. Een geneesheer verklaarde, dat hij 48 uren lang de gekwetsten en zieken verzorgd had en dat allen liloegen, nu voor eenige dagen werkloos te moeten blijven. Geneest mij spoedig doktor zegden zij, want de gezellen wachten mij. En dogenen, die, na een of twee dagen in het hospitaal geweest te zijn. komen lachend hun briefje halen, terzelfder tijd de genees- heeren bedankende, omdat zij hen zoo spoedig genezen hebben. Donderdag morgond bracht men een reser vist binnen in het gasthuis te Luik, die door het wiel van een kanon deu voet gepletterd werd. De man weende bitter. De geneesheer vroeg hom of hij veel .leed, waarop do man antwoordde Wij waren met eenige oude gezellen, die terug binnen geroepen zijn en hadden onder eon gezworen voor ons Vaderland te strijden tot ter dood. En nu zullen zij misschien hun loven geven, terwijl ik hier werkloos, in een hospitaal moet liggen. Wie weet voor hoelang. Dat zyn slechts eenige staalkens van den heldenmoed onzer dappere Belgen, doch wij 'ijn zeker, dat eene gansche gazet niet zou volstaan om ze allen op to sommen en daar bij, vele onzer soldaten verrichten ware hel- dondaden, welke zy zelf als eene doodgewone zaak aanzion. Voor de herkenning der slachtoffers. Al de soldaten dragen een plaatje in alumi nium aan den hals en op dit plaatje staan ingedrukt de naam van den soldaatde titel en het nummer van zijn regiment, en do datum zijner geboorte. Daarop schaarden de wilden zich rondom het groote plein en begonnen eenen lijkdans, met woeste kreten doormengd. Het opper hoofd naderde de eersten der palen, waaraan de slaohtoffers vastgebonden waren, en zong don lof zijner medeburgers. De stam van Abrow Kor is dapper on der de dapperen. Zijne vijanden vluchten bij zijne nadering, gelijk de eland van het ge bergte voor den jager. Do kinderen van Abrow Kor hebben nooit gesidderd zij trotsceren den dood en lachen voor de folteringen. De hoofdharen dor vijanden versieren de wigwams der kinderen van Abrow Kor, en hunne graven zjjn gekleurd met het bloed van hunne tegenstanders. Alles siddert voor de kinderen van don grooten stam, en hunne vermaardheid strekt zich uit over de groote zoute meren aan gene zijde der bossciien. «Europeanen onze arm heeft u versla gen gij zeidet met verachting zij zullen ons niet durven wnderstaan on gij zijt on der onze slagen gevallen. »Roopt uwe volken, roept hun toe dat zij u komen verlossen, opdat zij eveneens val len onder de slagen van onze strijders, en mot hunne dooden onzen grond bedekken. «Kinderen maakt uwe pijlen gereed spant uwe bogen. Do bleeke gezichten gaan sterven. Na dit gezang kwamen de priesters op hunne beurt de gevangenen toespreken zij trokken in groote kringen rondom de palen, terwijl de wilden hunne bogon op ben richt ten. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1914 | | pagina 2