De Staatsgreep in Duiischland - - Rechterlijke Eerherstelling - 17 ANDRIES, DE SAVOYAARO Woensdag üfaarl 1920 XXVI' JAARGANG NUMMER 63 13 -A- <3- "E3 IZ> 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Nuffel-Db Gendt Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 Publiciteit buiten h.l Arrondissement Aalst, zich i8 wendoa tol het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel; 8. Place de la Bonn», Parijs en 105, Cheapside, Londen. H. Gertrude Zon op6,09, onder 0,06 Nieuwe Maan den 20 Het beroepshof zetelende te Brussel eerste Kamer, heeft het rolgende arrest uitgespro ken In zake van i°) M. C. VAN HAUWAERT, uitgever der Nieuwe Gazet, gevestigd te Antwerpen Meetingstraaf, 27; 2°) DeNaarnlooze Maatschappij Flor. Bur ton, Drukkerij, gevestigd te Antwerpen Korte Nieuwstraat, 28, benaarstiging en ver volging van haren beheerraad, Consoorten hebbende hetzelfde belang, beroepers tegen hc! vonnis, geveld döor de eerste Kamer der Rechtbank van Eersten Aanleg te Antwerpen in date 26 Juni 919, vertegenwoordigd door Meester Bruylant, pleitbezorger pleiter Meester Devèze, advokaat. tegen den Heer Charles Woeste, Staatsminister, Volksvertegenwoordiger, Advokaat bij hel Verbrekingshof, gehuisvest te Elsene, bij Brussel, NapclstrDat, N° 15, vertegenwoor digd door Meester Demeuse, pleitbezorger, pleiter Meester Duysters, Advokaat. Aangezien het aangeklaagde artikel, ver schenen in het dagblad De Nieuwe Gazet waarvan de beroepers wederzijds uitgever en dn.klter zijn, aan het adres van den ge daagde in beroep, bepaalde feiten ten laste li ggen, op ondervragende wijze, nadat de vraag gesteld weid, of er geen Geval Woeste - bestaat, zooals er gevallen bestaan betrekkelijk andere personen, wier namen aangehaald worden door het blad. Aangezien het blijkt uit de gegevens der zaak, dal het dagblad de beroepers bij den persveldtocht na den wapenstilstand aange vat, er zich enkel om bekommerd heeft de personen op te zoeken waarover het volgens zijne Opvatting, vrij en onpartijdig oordeelde, dai zij zich tijdens de Bezet'ing niet gedragen hadden zooals het behoorde C dal het blad op dit terrein geen onderscheid maakte tus- schen de partijen waartoe die personen be hoorden en zich niet liet weerhouden door vroegere vriendschap of genegenheid dat men dus niet aannemen mag dat dc vergelij king die hij daarsiell en waarbij hij den ge daagde in be;oep bedoelt, mag aangezien worden als uit zieii zelf een boos inzicht uit makende en dat men oiet zeg^eu mag dat het zich enkel liet geleiden door hel vei lan gen eeuen polilieken tegenstrever te treffen, om wille van zijnen persoon. Aangezien de vragen in het eerste deel van het artikel na de inleiding gesteld, betrek hebben op de reis naar Antwerpen door den gedaagde in beroep, in September 1914 on dernomen dat liet dagblad vraagt of die rois niet voor doel heeft uehad met het Staatsb' - stuur te onderhandelen over de voorwaarden van den Wapenstilstand of d«n Vrede met Duiischland waarom die zaak werd uitge doofd en of de Belgen niet mo.en weten welke schikkingen genomen werden in het Hotel St. Antoine dat het tweede deel van het artikel een middagmaal bedoeld waaraan d gedaagde in beroep zou deel genomen hehben te Ukkel op het kasteel Greindl tij dens de Bezetting met zijn schoonbroeder en Duitsche officieren dat daarover de schrij ver vraagt of liet feit waar is, en of het ook waar is dot de bevolking van Ukkel daarvan op de hoogte gebracht, den gedaagde in Be roep en zijn schoonbroeder uitjouwde en wanneer over die zaak licht zou opgaan Aangezien de reis in kwestie plaats had den negenden September 1914, wanneer het beleg van Antwerpen nog niet begonnen was: d it het nieuws dier reis spoedig gekend was 10® VERVOLG. Wanneer uwe beschermers te eeniger tijd te uwen opzichto van gevoelens mochten veranderen, kunt gij altoos een vader in mij vinden. Kom, mijn jongen Gedraag u niet als een kind, gelijk Manette. Geloof mij, zij zal er ook wel komen iedereen troost zich op zijnen tijd. Ik luisterde naar den raad van vader Ber nard en fluisterde zijne dochter toe Manette! als ik veel geld verdiend heb, r.al ik u fraaie kleedercn koopen en mooie mutsen ook. Ik wil ze niet hebben, riep Manette ik wil liever blijven, die ik ben. En hiermede keerde zij haar boofd ora, wilde mij niet langer meer aanzien, Zij zeide. dat ik er in mijne mooie kleederen zoo akelig uitzag. De waterdrager omhelsde mij entroic zijne dochter voort. Ik meende haar te kus sen maarzij wilde het niet toestaan. Haar vader was genoodzaakt, haar aan te spreken. Eindelijk bood zij mij, op eene aandoen Iijke wijze pruilende, hare wang aan, die nat was van tranen en vervolgens fluisterde zij mij nog eens, zoo zacht mogelyk in het oor Kom te in*kom met ons terug A°hvIs \ade Bernard hel had toegestaan, -Zu'u ik haar zou gaarne gevolgd zijn maar hij maakte zich met zijne dochter weg. Nog langen tyd hoorde ik haar snikken, en ik was geheel ontroerd. Nu begon ik aan mijne ii-aaie Ueederen een walg te krijgen, en ik en dat de openbare moening daardoor fel ontrust werd dat de pers zich daarop wierp om het geval te bespreken en toe te lichten en dat die daartoe ontegensprekelijk het recht had. Dat elke politieke man, wie hij ook weze aan de beoordeeling dei* openbare denkwijze blootstaat en de pers daarvan de uittingen weergeeft Aangezien het waar is dat de gedaagde in beroep tijdens de laatste maanden van het jaar 1914 en in de eerste maanden van 191 aan de onderscheidene bladen die zijne reis besproken ha Iden antwoordde, maar dat zij antwoorden ofwel eenvoudig logenstraffingen waren, ofwel geschreven werden in zulke bewoordingen dat zij moesten aangezien wer- den als eene volstrekte weigering om eenigen uitleg te geven Aangezien het enkel geweest in zijn daging tot inleiding der zaak dat de gedaagde in beroep er toe besloot het doel te doen ken nen van zijne voetstappen Het Belgisch Staatsbestuur te verwittigen dat volgsns zijn inlichtingen het Duitsch leger besloten was kortelings Antwerpen te belegeren dat bo vendien met de uitleggingen die gegeven werden tijdens het onderhavig proces hij verklaarde dat- Zoo hij had gewacht om de reden zijner reis publiek te maken, het enkel was omdat hij zulks niet doen kon zoo> lang wij te Brussel onder den Duitschen dwang leefden Aangezien het Hof geen uitspraak te doen heeft over de waarde dier uitleggingen, maar dal het pasi die te onthouden, om er uit af te leiden dat de gedaagde in beroep niet euvel ma* opnemen, dat de Nieuwe Gazet toen België zich had losgerukt uit de Duitsche dwingelandij en toen de pers hare onafhan kelijkheid had herkregen, eene vraag heeft "jesteld waarop tijdens de bezetting niet ern stig was geantwoord Aangezien de grief van den gedaagden ii Beroep des te minder gegrond is, daar sedert polemiek van 1914 en 19 ib werken ver schenen in 1917, 1918 en 1919, wier inhoud do vragen konden uitlokken waarover de ge daagde in beroep zich beklaagtdat die wer ken uitgaan van personen wier naam en ka rakter gezag hebben; dal het wérk uitge ge5en in 1919 een persoonlijk verhaal is, en het werk in 1918 uitgegeven een dagboek is, geschreven bij middel van aantrekeningen bijgehouden volgens den gang en de opeen volging der g3benrtenissen dat hoewel hel sciiijnt dat liet werk uitgegeven in 1919 slechts in handen van het publiek kwam tijdens de debatten in Eersten aanleg, het de aanduidingen van de twee andere werken bevestigt en doet uitschijnen dat, wat dan ook de bron zij van de inlichtingen die het dagblad toegelaten hebben op het geval der reis naar Antwerpen terug te komen, de vragen die het steldewel mochten gesteld worden. Aangezien het Hof zonder buiten zijne rol te gaan, dc verdiensten dier werken niet mag oordeelen, noch de echtheid mag nagaan van de feited en de inlichtingen die zij bevatten dat het niet past die feiten en inlichtingen oor rechtskundig waar te houden maar da het toch van belang is die aan te halen zoo als li iervoren werd gezegd over de onlangs gegeven uitleggin en van den gedaagde ii» beroep, enkel omdat zij van aard zijn om te doen aannemen dat de schrijver van het aan geklaagde artikel niet met boosheid,noch met iichlxinuigheid heeft gehandeld dat de be oepers voor wat het eerste deel van het arti kei betreft, zich dus niet bevinden in de oorwaarden door de wet gesteld opdat hun ne verantwoordelijkheid zou»vastgesteld zijn; Aangezien zulks niet het geval is met he1 tweede deel van het artikel, dat he$ nieli steunt zooals het eerste deel, op een stoffelijk onloochenbaar en erkend teitdat het berust op eene veronderstelling waarover de beroe pers geenen uitleg geven en die niet gewet tigd is door een der elementen van het ge ding dat het, niettegenstaande zijn vragen den vorm ontegensprekelijk lasterlijk is daar het bedoelde te doen veronderstellen, dat de gedaagde in Beroep verbroederd had met de vijanden van zijn Vaderland. Aangezien zulke gevolgtrekking van aar is om de eer van den gedaagde te schenden en hem bloot te stellen aan publiek misprij zen; dat de beroepers verplicht zijn de schade te herstellen, die zij hem veroorzaakt hebben zoowel de stoffelijke ais de zedelijke; Aangezien de gedaa-de die herstelling zal bekomen in de hierna vermelde veroordee lingen en dat in de stoffelijke vergoeding negrepen is de kosten die de gedaagde heeft moeten doen buiten de gerechtskosten, om zich te verdedigen tegen de aanvallen van het blad, die eerroovend geoordeeld wor den door dit arrest binnen do hierboven vastgestelde grenzen. Om die redenen; Het Hof, verwerpende alle meer omvattende of tegen strijdige besluitselen, d iet vonnis waar tegen beroep is aangetekend, te niet, en recht sprekende door nieuwe beschikkingen zegt in rechte, dat het aangeklaagd artikel, verschenen in de kolommen van de Nieuwe Gazet, in date 15 Mee t 1919 en met als titela Het geval Woeste eerroovend is en schadelijk, enkel in net tweede deel, begin nend mot de woorden-: !s het waar dat Graaf Woeste; bijgevolg veroo. deelt de beroepers om het tegenwoordig vonnis af te kondigen in de kolommen van hun blad, onder den titel Rechterlijk eerherstel op de plaats en in dezelfde letters waarin het aangeklaagd artikel verscheen. Zegt dat in geval zulks niet gebeurde bin nen de drie dagen na de beteekening van het vonnis, de beroepers zullen verplicht zijn te betalen aan de yedaa de in Beroep eene som van 100 fr. (honderd) per dag uitstel dezer afkondiging. v» Veroordeelt de beroepers elk heellijk en aan den gedaagden in beroep te betalen als schadevergoeding, de vSoia van 1000 fr. (duizend) met de rechterlijke intresten op die som; Laat den gedaagden in beroep toe het hui dig vonnis af te kondigen in drie dagbladen naar keuze, de kosten ten laste van de be roepers, zoo nochtans dat de kosten eiker openbaarmaking niet de 250 fr. overtreffen en betaalbaar zijn op vertoon van eenvoudige kwijting aan de uitgevers of drukkers. Laat den gedaagde in beroep toe het tegen woordig vonnis in 't Vlaamseh te doen ver talen ten koste der beroepers, de kosten der vertaling mogen echter de 150 Ir. niet over treffen. Duidt aan, in hoedanigheid van vertaler, Mijnheer Willem Vereist, letterkundige té Antwerpen, die de betalingskosten zal innen bij middel zijner eenvoudige kwijting; Veroordeelt de beroepers tot betaling der kosten^der beide aanleggen. Aldus gevonnist en uitgesproken in open bare sitting van het Beroepshof, zetelende te Brussel, den 4 Februari 1920, waar aanwe zig waren de heeren de Leu de Cecil, voor zitter; Sprenck en Bollie, raadsheeren; de Heen, eerste advokaatrgeneraal; Liénard, griffier. (Get.) de Leu de Cecil; Liénard. Voor gelijkvormige vertaling, W. Verelst. stond zwaar in verzoeking, om ze mij aan het lijf te rukken zg hadden mijne arme Manette smart veroorzaaktIk* behaagde in dit pak mijzelven niét meer ach ik was zoo be djoefd Is dat het gevolg van den voorspoed, zeide ik, en moet iemand, omdat hij rijk wordt, ophouden vrootijk te zijn Als dat aar was, wilde ik liever altoos een arme, omdolende jongen blijven Er was ruim een uur sedert beider ver trek verloopen, toen ik in de naburige kamer eenig gedruisch hoorde. De Heer Dermilly opende de deur, en geleidde eene dame bin nen. Kom, dierbare Caroline, zeide hij, kom, en geniet deze verrassing De dame was jong en schoon, en baar gansche uitwendige persoon al'erbevalligst. Zij had een jong meisje aan de hand, dat omtrent acht jaren oud scheen, en daarop ik in rt begin weinig acht sloeg,'zoo zeer was ik dooa het voorkomen der da ma zelve getroffen Ik overdacht bij mijn zeiven, waar it haar vroeger kon gezien hebben. Terzeifertijd zei de zij tegen de heer Dermilly Het is een innemende jongen Hoe gelukkig, dat gij hem ontmoet hebt, en dat hij niet eerst Mijnheer den Graaf beeft gezien, die zeker nooit van hem tegen mij zou ge sproken hebben. Eene plotselinge gedachte trof mij. Ik zocht terstond naar het portret, dat ik weder am mijn hais droeg. Ik beschouwde het, en vervolgens de dame. Ik kon mij niet bedrie gen zij was het zelve, ijj was het oofspron- Ds beteekenis der gebeurtenissen in Duitscüland De gebeurtenissen iu Dnitschland zoo zegt het Journal des Dëbats bewijzen de voort durende kracht van do miiitarische en mo narchistische elementen, die op het oogenblik in het binnenland revanche trachten te ne men, maar die er zonder twijfel ook aan denken, in de toekomst in het buitenland revanche te zoeken. Op het oogenblik en gedurende tamelijk langen tijd de Pruische imperialisten in staat tegenover het buitenland CPn ernstige bedrei ging te vormen. Zij zijn evenwei aan de wil lekeur der geallieerden overgeleverd. De Temps - schrijft De democratisee ring von hel Duitsche rijk was slechts oogen- verblinding, zijn ontwapening was slechts bedrog, de menschheid wil andere waarbor gen. Dc golven van bloed zouden komen over de hoofden van hen, die deze waarbor gen niet zouden welen te geven. Do Duitsche gezant Ia Parijs bezoekt M. MiHerand De lieer Mayer, de Duitsche zaakgelastigde te Parijs, heeft Zondag namiddag een onder houd gehad met den heer Millerand. Alhoe wel daaromtrent de grootste geheimhouding in acht genomen werd, kan men zich licht inbeelden van wat er spraak geweest is, De heer Mayer, zal er hoogst waarschijn lijk op aangedrongen hebben dat deFransche regtering voort zou gaan in betrekking te blijven met de oude wettige regeering. De heer Majer zal natuurlijk getracht hebben te bewijzen dal de reactionnaire beweging door Kapp op het getouw gezet, tol een algeheele mislukking gedoemd is. Ds Fransche strijdkrachten De klas 1920, in Frankrijk, 172,000 man sterk, ral spoedig de klas 1918 kunnen ver vangen. Frankrijk zal binnen twee maanden onder de wapens hebben drie klassen het besten dig talrijk leger en de troepen inboorlingen De - Petit Parisien meent dat er sprake is de legerkorpsen te Wiesbaden, Neustadt en Bonn te verdubbelen. Tengevolge der onlusten in bet Saargebied zullen ook de groepen van generaal Wirbel moeten versterkt worden. Het Duitsch monarohistenleger Vol gons de Temps zou Duitschland een leger van ruim 3 millioen man kunnen te been brengen. De monarchisten zouden over een reusachtig materiaal beschikken. Dc Franscue avondbladen, die de eerste berichten over het slagen der revolutie be vatten, verhelen den ernst der gebeurtenissen te Berlijn met. Ta Aken. Met verwondering vernam men te Aken het nieuws uit Berlijn. De bijzondere uitgaven der bladen werden uit de banden gerukt. In het centrum der stad besprak men levendig het gebeurde. Jlen begon zoo wat te mompelen, toen officieren voorbijgingen en men waagde het zelfs eens te fluiten toen een militaire auto voorbijreed, maar dal was ook alies. Incidenten grepen niet 'plaats. Voorzorgs maatregelen waren getroffen, maar alles bleef kalm. Burgemeester en policie hebben de bevol king aangezet zich van betoogingen te ont houden. De policie staat voor de orde in en de troe pen moeten enkel lussclien komen, zoo ooit de policie moest onmachtig blijken. kelijke van de beeldtenis. Nu maakte ik het van het lint los, en zeido Hier is uw portret Mevrouw I 0, het is zeker het uwe ik herkende u terstond. Reeds menigen langen dag heb ik u gezocht, ten einde liet u terug te geven. Ja, mijn jonge vriend, ja, bet portret be hoort aan mij, antwoordde de jonge dame, terwijl zij mij minzaam kustte, of liever aan mijne dochter, mijne Adolphine, die haar leven aan uw bra>en vader te danken heeft. Hier is zij, mijn vriend! zij, die gij gered hebt en die een nacht in uwe hul heeft door- jebraebt, zij, die ik meer dan mijn eigen even bemin. Ik wil de onrechtvaardigheid van Mijnheer den Graaf goedmaken, en zal mij gelukkig rekenen, wanneer ik iets doen kan voor den zoon van den man,zonder wien ik nooit het geluk meer zou hebben gesmaakt van mijn kind te omhelzen. De dame drukte bare dochter aan haar hart. Hoe riep ik, kan dat de kleine slaapster zijn, die ik zoo trotsch was, in mijne armen te dragen T Kus haar, Andries I zeide de dame her innert gij u haar niet Maar zij is nog even ;oed en vriendelijk als altoes zij zal u ook iefhebben want mijne Adolphine, zal altoos dankbaar zijn. Deze ontmoeting had eene zeer groote ver andering in mijnen toestand ten gevolge. <s De dame schonk mij eene beurs met geld, om aan mijne moeder te zenden tw'intig goudea stukken. Waarijjk een geheet fortuin Mijne lieve moeder zou nu met langer zou hard van den morgend tot den avond," behoe ven te werken de kleine Jacob zou kunnen eten wat hem smaakte, en Pieter de arme Pieter I kon die slechts gevonden worden, o hoe gelukkig zouden wij dan allen zijn I De goedheid der dame bepaalde zich niet tot dit geschenk ik wetd in haar hole! gebracht een gebouw dat het huis van den schilder zoo ver in fraaiheid overtrof als het laatste de woning van den braven Bernard en Manette. Aan alle zijden zag ik spiegels, lusters, pen dules, candelabers, albasten beelden en vazen met bloemen. En in dit hotel moest ik blijven wonen I Schoon, de Graaf, Champagne en Cesar, des Graven begunstigden hond, tegen mij schenen saamgezworen te zijn, had ik echter niets te vreezen want de Gravin, Adolphine en Lucille, hare kamerjuffer, wa ren mijne beschermers en vrienden. Ik be kende zelf dat ik hier gaarne zou blijven, als ik slechts de vrijheid had, vader Bernard te taan bezoeken. De Gravin was veel legoed- tartig om mij zulks niet toe te slaan. Ja, mijn vriend I zeide zij, ik geef u daar toe volkomen vrijheid. Ik weel zelve tegoed, dat noch rijkdom, noch eer, legen het ge noegen kunnen opwegen van dengenen te zien. die wij Iiethebben. Had men mij slechts meesteres van mijnen wil gelalen, ik zou nimmer mijn geluk in dit hotel gezocht heb ben. Hier glinsterde een traan in hare oogen, en zij omhelsde bare dochter. Ik kreeg nu meesters, die mij onderwezen, Een meeting der werklieden, tvaarvooi geen toelating werd aangevraagd, moes! plaats hebben. In geval van algemeene slaking, zal dl staat van beleg worden uitgeroepen. Luitenant generaal Michel is uil Brussel U Alten toegekomen. Te Krefeld werd een meeling gehoude» tegen de nieuwe regeering. De geallieerden voorloopig toeschouwer Het algemeen gevoelen is dat de Ententi zich voorloopig niet mengen zal in de gebeur tenissen in Duitschland, die als een aange legenheid van binnenlandschen politiek be schouwd worden. Nochtans in geval de nieuwe regeering bet monarchistisch herstel der Hohenzoiierns iu de hand zou werken ofwel weigeren zou zich aan de Ischikkinpen van bel verdrag van Versailles te onderwerpen, dan zouden de geallieerde mogendheden daadwerkelijk-ua- grijpen. Welke ook de regeering zij die het bewind voert, tij zal de zedelijke en stoffelijke schadeloosstellingen moefen verzekeren. Aan de diplomaten der Entente verzekerde de nieuwe regeering dat hare politiek op de uitvoering van 't vredesverdrag zou gesteund zijn. Eens overeenkomst getroffen. BERLIJN, 15 Maart. Eene bijzondere uitgave van dc officieele Deutiehe al llqrmrine Zcituiiff, Maandag morgend, om 11 ure ver kocht iu de straten van Berlijn, meldt dal tnsscheu de gou rernementen van Oerlijnen Dresden, eene overeenkomst zou getroffea zijn. De krisis is geëindigd. De overeenkomst werd gesloten op volgen de grondslagen 1. von Kapp verzaakt er aan een ministerie samen te stellen Een nieuw kabinet zal gevormd worden samengesteld uit experlen 3. Binnen de twee maanden zullen nieuwe kiezingen voor den Reichstag plaals hebben 4. De nieuwe voorzitter der Duitsche repu bliek zal niet door den Reichstag doch door het volk gekozen worden. 5.Ia afwachting blijftEbert aan 'tbewind; 6. De Ekonomische staatsraad cn de ez- ploilatieraden zullen veranderd worden in eene tweede Kamer, welke Kamer van dec Arbeid - zat betiteld worden. De tijding nog niet bevestigd. AMSTERDAM, 15 Maart. De Kolnischt Volksxeitungbestaand telegram van df Deutsche AUgemdne Zeituug mededeelend#, meldt dat het bericht nog niet bevestigd werd. Anderzijds verneemt De Telegraaf uil Stuttgart, dat de Minister van Buitenland- sche Zaken, aldaar verklaarde.dat hel bericht volgens welk het gouvernement onderhande lingen zou aangeknoopt hebben met hel gou- verment von Kapp, van allen grond ontbloot is. Het gouvernement zou alle onderhande lingen met reaktionnairen als von Kapp ge weigerd hebben. Het gouvernement van Berlijn beweert nochtans..,, BERLIJN 15 Maart. Hel gouvernement von Kapp meldt dat ingevolge den wensch uitgedrukt door het oud-gouvernement Ebert- Noske, onderhandelingen plaals hadden. Het telegram geeft de hooger vermelde voorwaarden op eu voegt er bij Het nieuw en het oud gouvernement hebben eene gezamentlijke verklaring afge- kondigd, waarin gezegd wordt dat in de en men voorzag mij van zakgeld. Van tijd lot tijd bezocht ik Mijnheer Dermilly en dage lijks als mijne leeruren waren a'fgeloopen, vergunde men mij met Adolphine in het ver trek harer moeder, te spelen. Schoon deze levenswijze mij in liet begin eentonig en ver velend toescheen, geraakte ik er echter van lieverlede aan gewoon, en vond eerst aflei ding en vervolgens wezenlijk genoegen in mijne studiën. Mijne bezoeken brachten de vreugde terug in de nederige woning van Bernard, die mij bestendig verstandigen raad gaf. Voor mijne lieve zuster Manette die zich in mijn bijzijn zoo zeer verheugde, verzamel de ik een klein beursje, met oogmerk om haar iels moois te koopen, waarin zij zin mocht hebben. Ondertuschen werd ik op eene be drieglijke wijze van mijn geld beroofd door een schaamteloozo deugniet, die bij den heer Dermilly als model diende, en misbruik maakte van mijne jeugd ei licbtgeloovlgheid. door mij allei-zei verzonnen historiën van huiselijke rampen en tegenspoeden op üfc mouw te spelden. De beminnelijke Graven, echter, die zag dat mijn geld, schoon tip een dwaze wijze, tot een menschlievend doel wa3 besteed, maakte mijn verlies weti-sr goed, en behalv# nog een ander somca.etjc, dat ik in slaat was aan mijne lieve nroe'der te zenden, had ik geld genoeg, om voor Manette de le vendigste vreugde zij 'hing liet horloge om harenials, en zeide Cl Vervolgd)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1