Oe rijzing in (jen wissel
Na de sfaalsgraep in
Onilssliiand
26
ANORSES, GË SAVOYAARD
Vrijdag
Mauri 1920
Zedelijke opbeuring
De Spoorwegstaking in Spanje
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 T*> A Gr
XXVI* JAARGANG NUMMER 73
BL, AD - 7 CENTIEMEN - Uitgever: J. Van Ndfpel-De Gendt
H. Emmanuel
I Zon op5,52, onder 6,20
j Eersle kwarlier den 27
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Hat A3, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Gheapside, Londen.
De zedelijko opbeuring is er ^rood-
lioodig. Men spreekt veel te veel van
stoffelijke opbeuring, die bijzonderlijk
van pas komt aan het oudo front in
West-Vlaanderen en langs de Loie,
Schelde on Schipdonckscho vaart
Paar zijn buizen te kort, want bet
moeste getal werd vernield door de
wederzijdscho beschietingen. Daiir zijn
meubels en landbouwwerktuigen van
doen. want bet moeste getal inwoners
werden beroofd van alles wat ze be
zaten. De Duitschers namen bet gerief
mede en sommige verbondenen keken
niet nauw om 't overgeblevene slinks
te slaan, 't Stoffelijke is reeds min of
meer hersteld. DeAmerikaanscbe hulp
kwam er en wordt nog standvastig
bedeeld. Rond Deinze insgelijks waar
veel woningen uitgebrand of plat ge
schoten werden on dus totaal onba-
wooübaar blijven ziel men reeds ba
rakken zooals op 't perste en oudste
front oprijzen. Zeker en vast moot men
do menschen helpen en men kan niet
te veol doen voor dezen die alles wil
lens nillens moesten offeren voor het
Vaderland en zijne vrijmaking en ver.
lossing uit do klauwen van tergende,
uitbuitende en vernielende vijanden.
Maar... de zedelijke-opbeuring, zie
daar wat verre ten achter blijit. Zij
toch is er eerst en meest noodig. En
als zij besrsebt, is of komt welhaast
voorspoed, geldwinning, rust, vreod-
zaaru leven, zekerheid van bestaan en
vooruitgang. Zonder deze regeert bet
hondenleven met zijne trawanten als
tegenspoed, verkwisting, ontoereikend
en onverzadigond slecht plezier en
vermaak, ontucht, ontrouw, onrechl-
veerdigbeid, bedriegerij, dieverij, op
hitsiug, nflroggolarij, weerstand, lui
heid, slechte opvoeding on zeer ver
achtend onderwijs.
Ons volk moet een böoger ideaal
dan slecht woreldscb plezier, driften
involging en vorslaald zijn aan zinge
not beoogen en koesteren.
Het licbaamsgonot brengt geen ge
luk of vrede by. Het zieloleven is
daartoe alleen in staat en bij machte.
't Is te hopen dat de wet op de
cinemas zal doorgaan, opdat onze kin
deren ton minste zouden vrij blijven
van vroegtijdig bedorl en levenslang
teleurstellenden ondergang. En zooals
bet E. H. Ach. Do Wulf, in bet pas
verleden congres dormaatscbappelijke
werken toOudoiiaardegeliouden, uitte:
Waarom zouden wij bet verbod tot do
danszalen niet uitbreiden
Deze zijn insgelijks aller verderfe
lijkst voor de lichamelijke en zedelijke
gezondheid onzer bloeiende jeugd.
De wetgevers beginnen te begrijpen
dat de zucht naar allesvorslindend
genot en geile vermaken over zijn
bout gaat en zulks de maatschappij
on de familie zoowel als de eenling en
ons duurbaar vaderland onvermijde
lijk vroeg of laat moet den doodsteek
18" VEUVOIG.
Zes maanden waven er reeds sedert mijne
vlucht verloopcn, toen Maneite op zekeren
morgen plotseling uitriep, dat zij wist waar
ik mij ophield .te Fonlaineblau, in de
nabijheid van het landgoed der Gravin. Zij
bad gelijk. Haar vader gaf haar eindelijk
met wederzien zijne toestemming, om mij op
tc zoeken.
Hare eerste pogingen waren geheel vruch
teloos maar zij gaf den moed niet verloren.
Op zekeren dag. op eene wandeling, bleef
zij. eensklaps staan, daar zij mijn stap meen
de te herkennen. Met een gil van vreugde
vloog zij in mijne armen. Alles was het werk
geweest van een oogenblik. Manette's hoofd
lustte op mijne borstZij noemde mij An
dries, haren dierbaren Andries, et^nog was
ik van mijne verdazing niet bekomen.
Manefte in mijne armen! Op deze plaats
Kon het mogelijk zijn Mijne oogen drukten
rondor twijfel mijn gevoel uil want zij
haastte zich te zeggen
Gij zijt verwonderd, Mijnheer ja,
ik zie dat hij verwonderd zijt. Dewijl gij ons
missen kunt, houdt gij het ook voor zeker,
dat wij u missen kunnen en dewijl gij op
gehouden hebt ons te beminnen, volgt daar*
ook van zelvo, dat wij u niet meer beminnen
moeien
toebrengen indien die onzedelijke kan
ker voortwoekert en niet geheeld
wordt.
Nog eens herhaald de godsdienst
en zijne wetten moeten meer waarge
nomen en gevolgd worden en dan zal
onze zedelijke opbeuring meer tot
stated komen. O mochten we zulks
gauw en rap zien gebeuren
HET ENOSLSCH POND AAN 55
Gisteren heeft het pond sterling liet hoog
gtsrecord geslagen: liet. staat nu nagenoeg
55 frank; aan den prijs van 5i fr. 9U werd
gisteren ter Beurs verhandeld.
Eu dit, ondanks het ontstaan van een Co
miteit van den Wissel- in Brussel, dat als
zending heeft over alle verhandelingen kon
trool uit te oefenen;
Ondanks de stichting eener «Internationale
Kas» ter verzekering op de verhandeling op
langeren datum.
Niettegenstaande alles neemt de waarde
vermindering van onzen frank afmetingen
die onvermijdelijk tot een paniek liidenmoe
ten.
Indien ooit eene regeeringsverklaring noo
dig blijkt dan is het in dit geval, tot ge
rustetellmg der kooplieden, voor nog teslui
ten handelszaken oi voor de. loopende kon
trnkten.
Deze ontredderde houding van de valuta
markt slaat den handel niet. lamheid en be
lei de ont-plooing van eiken ondernemings
geest bij kooplieden en industrieelen.
Eene offioieele verklaring zal natuurlijk
geen redding brengen, maar ze kan uitleg
gingen over de zaak gevende, er licht wer
pen dat zijn geruststellen en invloeden kan
uitoefenen en de onrust bedaren.
Hegeeringsmensclten weten meer -dan het
gewoon publiek; ze kunnen over den onder
grond der depreciatie van den wissel, die
misschien het gevolg kan zijn van tot ver
val komende verbintenissen ophelderingen
verschaffen, die wellicht zullen doen zien,
dat v.e slechts tijdelijk voor een scherpen
doch tijdelijken krisis staan.
W «j geven deze vraag in bedenking over
tuigd dat de regeer ing een groeten dienst
aan de handels en nijverheidswereld bewij
zen indien ze een geruststelling kon sehen
ken.
Laat ons niet uit het oog verliezen dat. er
in ons land gewerkt wordt meer don elders
dat we voortbrengen zooals gevraagd word
en dat onze uitvoer van maand tot maand
toeneemt.
En men dit feit beeft onzen frank feitelijk
van maand tot maand minder waarde
Dat is de toestand welke dient toegelicht
te worden en we dringen bij den achtbaren
lieer Minister DELACROIX aan, opdat hij
zoo spoedig als het kan in de mate van het-
mogelijke licht werpe op een staat- van za
ken die op vele plaatsen, al zoo duister is
als de Bijbel.
Da houding der regeering
Dinsdag is op heel het spoorwegnet de
slaking uitgebroken. Al de stalies van Madrid
werden door de gendarmen bewaakt. Inci
denten vielen niet voor. In de hoofdstad werd
den militairen opdracht gegeven voor het
spoorwegverkeer to zorgen.
De bladen veroordeeien de ssaking. De
regeering wil met de maatschappijen onder-
bandelen.
De regeering keurt can loons-verhooging
goed en zal de maatschappijen verantwoor
delijk stellen voor de ontreddering in hel
verkeer. Zij beschouwt de staking als een
revolutionnaire poging, daar men zijn toe
vlucht niet nam noch tot een verwittiging
noch het verplicht scheidsgerecht.
Latere telegrammen uit Madrid melden
ons dat de maatschappijen het ministerieel
voorstel tot oplossing der staking aanvaard
hebben. Aan de maatschappijen zal een
voorschot van loonsverhooging voor een
maand worden toegekend.
JgjVele arbeiderssyndikaten vaststellend dat
de slaking door de maatschappijen werd
ingericht, zouden besloten hebben het werk
te hervatten.
Frankrijk en het Vatikaan
De commissie» var, huitenlandsche zaken
cn van financies onderzochten het ontwerp
tot het hernemen der diplomatische betrek
kingen met het Vatikaan.
M. Mjierand wees hierbij op het belang
»an Frankrijk en van den 11. Stoel. Er is
geen sprake van een concordaat te hernieu
wen. De terugkeer van Elzas Lotharingen
noodzaken zulke betrekkingen. Millerand
oordeelt de benoeming van een gezant ver
kieslijker boven deze van een minister.
Voorbereidende onderhandelingen zijn met
cardinaal Gaspart! aan gang. De - Echo de
Paris noemt als mogelijke afgezant bij hot
Vatikaan, M. de Margwie, thans afgezant te
Brussel.
Protest der kolenhandeiaars.
De beroepsverceniging der Kolenhande
laars van Balgië hield gisteren Woensdag,
om 11 uur, eene protestvergadering, in de
Vlaamsche Brouwerij te Brussel.
Ruim 1,000 kolenhandeiaars waren aanwe
zig, evenals enkele volksvertegenwoordigers.
De heer Liesenbergdts sprak eene rede
voering uit, waarin oiwe regeering en de heer
Jaspar, in 't bijzonder bet moesten ontgelden,
om hun verderfelijke maatregelen ter beper
king van den kolenhandel en ter uitschakeling
van alle tusschen personen.
De kolenhandeiaars zijn volgens spreker,
in hun bestaan bedreigd. Zij zijn nochtans,
wegens hunne bevoegdheid en hunne betrek
kingen, onmisbare factors voor den goeden
gang van den kolenhandel.
De kolenhandelaars worden al te vaak als
woekeraars enmercanli'saf .eschilderd. Maar
verzekerd spreker, de kolenhandelaars heb
ben steeds eerlijk handel gedreven. Behalve
enkele uitzonderingen stellen allen zich te
vreden met eer.e winst van 10 fr. Bij de
kolenhandelaars zijn geone millioenairs te
vinden, wel bij de houthandelaars die het
hout voor de verwoeste gewesten met een
winst van 1,200 t. h. verkoopen, bij de boe
ren, bij de graanhandelaars.
Spreker wijst erop dat de Regeering onder
den invloed van de socialistische parlements
leden, naar Staalshandel aanstuurd. Onze
nijverheid en handel verkeeren in groot ge
vaar. Het zijn nochtans Belgie's handel en
nijverheid, die Belgic tol zijn vroeger wel
vaart zullen terug brengen.
De vergadering juicht toe als spreker
uitroept Wij willen geene staatsinmenging
in,den handel. Wij keuren al de maatregelen
af welke aan de Duitsche bezetting herinne
ren. Wij eisehen vrijhandel en vrije mede
dinging die alleen bij machte zijn om den
levensstandaard te doen dalen.
Eene dagorde werd in dien zin aangeno
men, nadat nochtans nadruk werd gelegd op
het feit dat de kolenhandebars tegen lijdelijke
beperkingen niet gekant zijn, op voorwaarde
dat zij nuttig in het belang van het gemeene
best geacht worden.
Ontploffing te St. Lambrecht-
Woluwe
Twos onvoorzichtig» knapen gekwotst
Gisteren avond had een geweldige ont
ploffing plaats, op een afgelegen veld te St.
uambreqhts-Woluwe. Eenige knapen hadden
een hoeveelheid patnonen bijeengebracht,
die zij in brand staken met lucifertjes. Plot
seling ontploften de projektielen. Een der
onvoorzichtige knapen, zekere Julius Ver
hoeden, liep ernstige wouden op aan hoofd
en handen, terwijl zijn maat Buckenhoudt,
vreeset ijk in het gelaat werd gekwetst.
Dc politiekouiniissaris Veldeman werd da
delijk gewaarschuwd en begaf zich naar de
plaats van het ongeluk. Verhoeden moest
onmiddelijk naar de door de Invalieden be
trokken villa Parmentier worden gibracht,
terwijl het tweede slachtoffer huiswaarts ge
zonden werd.
Ik u niet meer beminnen? Ach Manette!
Voorzeker, als wij iemand liefhebben,
dan verlaten wij hem op deze wijze niet aan
de grootste ongerustheid wij' ontvluchten
hen als de pest, zonder een onkelen blik te
werpen op dengenen, aan welken wij dier
baar zijn, die van droefheid en wanhoop
sterven
- Maneite ik heb ongelijk ik gevoel
het diep, dat ik ongelijk heb
Gij gevoelt berouw Dan zal ik er geen
woord meer van zeggen. Andries ik hebu
teruggevonden ik ben zoo gelukkig o,
zoo gelukkig Ik heb al de ellende reeds
vergeten, die gij ons veroorzaakt hebt.
Ik drukte Manette in mijne armen. Ik was
verheugd, en tevens bedroefd haar te zien.
De minnaars zijn als de kinderen wanneer
zij verkeerd gehandeld hebben, schamen zij
zich het te herkeunon.
Maar wat zijt gij hier komen doen
vroeg Af Manette.
Eene schoone vraag waarlijk ik ben
gekomen, om te zoeken.
- Om mij te zoeken En hoe wist gij, dat
ik mij hier bevond
Mijn harlzcidc hei mij. Liefste Andries,
hoeveel zorg hebt gij ons veroorzaakt
Ach, vergeef het mijMaar, Manette,
ik heb ook geladen.
Ik weet hetmeent gij dat wij onkun
dig zijn van de oorzaak uwer plotselinge
verdwijning Ja. Mijnheerwij weten, dal
de liefde u alles heeft doen verlaten, en al
uwe betrekkingen en vrienden vergeten.
- Manette
- Ik zeg niets dan de waarheid, gij hebt
wel reden, om uw aangezicht af to wenden.
Doch de tijd zal u genezen, mijn vriend
men zegt, dat hij de mannen nog eer vertroost
dan de vrouwen. Mijn vader zal verheugd
zijn u weder le zien, alsook uw broeder de
arme Pielcr, die thans van den ochtend lot
den avond rondloopt, in dg hoop van iets van
u te vernemen. Kom met mij laat ons ter
stond heengaan Wij moeten ons haasten
om hen te troosten.
- Neen, Manette, neenik heb gezwoo-
ren nooit in Parijs te zullen lerugkeeren.
Wat, Mijnheer, hebt gij gezworen
Kom, kom zulke acdeo behoort uien nim
mer te houden. Mijn vriend, kunt gij Let
btrt hebben mij iets te weigeren
Ik bleef echter standvastig, en nu ver
klaarde Manette. dal zij uiede niet naar Parijs
terugkecren, maar bij mij blijven wilde.
Zij zoidc tot mijne landelijke hospita, dat
zij mijne vrouw niet was. o neen. slechts
mijne zuster en zij verkreeg op haar aan
dringen, een verblijf met mij onder hetzelfde
dak, en eene plaats in het bed van de vrouw
zelve, 't welk zoo ruim was, verklaarde deze,
dat vijf menschen er konden liggen, zonder
elkander te raken. Manette was verheugd,
cn ik was geheel van mijne streek. Ik
wenschle haar goeden nacot, eu begaf mijjen
Het gevecht van Wesel.
Uit Grefeld worden volgende bij/onderhe
den gemeld, over het gevecht van Wesel
Van uit Buedericli was het een hoogst be
langwekkend schouwspel. Aan dc poorten
van Wesel, op 5 tot 600 meiers van dc groo*
te brug over den Rhyn, welke door de Bel
gische troepen bewaakt wordt, staan eenige
duizenden mannen van de Reichswehr tegen
over de vijfmaal sterkere spartakistcn. Al de
Reichwehrtroepen der Roerstreek zijn hier
samengetrokken en de Daitsche generaal
Kabich heeft te Wesel zijn hoofdkwartier. De
Reichswehr voert een strijd op leven en dood
want de Spartakisten geven geen genade.
Van voor Buedenich reeds staat iedereen
aan zijne deur te luisteren naar het getale!
der macbiengeweeren. Niemand durft voorbij
Buedenich gaan.
Op het oogenblik dat wij aan de brug van
Wesel komen zijn de machiengcweren vree
seiijk aan 't werk ten Zuiden der stad.
Dc Belgen houden de wacht op de brug,
aan den linkeroever. Op de andere zijde zijn
de twee greote ijzeren poorten, die toegang
geven tot de brug, bijna gesloten. Er is en
kel een kleine doorgang. Daar ook is er een
volledige wachtpost onder de bevelen van
kapitein Lorget. Mitrailleurs en infanteristen
wachten de gebeurtenissen af.
De kapitein legt ons uit, dat de Spartakis
ten er in gelukt zijn over dc Lippc te komen
en nu ernstig de stad bedreigen. De gouver-
neinentstroepen beschoten hen van uit de
citadel. De Spartakisten brachten dan een ge-
pantserden trein met twee kanonnen vooruit,
losten eenige schoten en" trokken zich dan
terug.
Hier werden nog geene loopgraven aange
le'gd. Zoosfrel gouvernementstroepen als
Spartakisten, zijn bijzonder uitgerust voor de
gevechten in de straten.
Zij hebben geene spaden om loopgraven
te maken, doch benutten alle incidenten van
straat of veld.
Eensklaps weerklinken wederom kanon
schoten. De mitrailjeuzen gaan ook weer in
werking. Van op de brug kan men het ge
vecht volgen, daar het juist de monding der
Lippe is, dat de strijd het hevigst woedt.
Men ziet de Spartakisten een aanval doen.
De gouvernemenislroepen doen etn tegen
aanval. Zware ontploffingen worden gehoord.
Het zijn dc mortieren der gouvernements
troepen, welke de Spartakisten beschieten.
Deze zijn dan ook gedwongen over dc Lippe
terug te trekken. Een uur later zijn zij er
echter weer.
Rond 6 ure 's avonds wordt alles kalm.
Dan begeven wij ons tot het uiterste punt,
door dc Belgen bezet de kleine brug van
den ouden Rhijn, honderd meters voorbij
de groote brug. Aan den overkant der kleine
brug, staan de mannen der Reichswehr op
post. Hier wordt de wacht goed gehouden
door onze mannen on bij de minste beweginj
zou onmiddelijk alarm kunnen gegeven
worden.
Van het eiland Buederich komen geregeld
Stafetten naar de wacht. Een dezer verhaald,
dal tijdens het gevecht, afzonderlijke groepen
Spartakisten lot dichtbij het eiland kwamen.
Dadelijk deed men hen signalen, waarop zij
ijlings aftrokken.
I.i de duisternis hoort men zware voet
slappen op de ijzeren brug. Weldra verschij
nen drie gekwetste Duitsche soldaten, 't Zijn
lieden van dc Reichwehr die een schuilplaats
komen zoeken om door de Spartakisten niet
afgemaakt te worden. Nadat zij afgetast zijn
worden zij naar den linkeroever van den
Rhijn gebracht.
Anderen volgen, de eenen in burger, de
anderen in grijzen veldtenue, anderen hall
in soldaat half in burger gekleed. Allen zijn
min of meer erg gekwetst. Op velen hunner
vindt men nog revolvers en bajonetten. Deze
worden hen ontnomen waarna men ze vrij
over de brug laat. Een vrachtauto brengt
eene gansehe lading zwaar gekwetsten aan.
Eeneambulancie wordt ingericht te Buederich
Eene lange reeks wagens en a(Hos komt
nu over de brug. Dc opperbevelhebber dei
Reichswehr brengt een depot kleederen cn
schoenen in veiligheid. De vluchtelingen ver
halen, dat de Spartakisten allerlei gruwel
daden plegen en dat de bevolking zich in de
kelders heeft opgesloten.
Naarmate den avond vordert, komen al
meer en meer soldaten der Reichswehr over
de brug om zich te laten ontwapenen en
interneeren.
De Spartakisten zijameester van Duisburg.
De opperbevelhebber van het BeLisch
garnizoen is met de leiders der Spartakisten
overeengekomen, dat de Spartakisten vijf
honderd meters van de brug van Hemberg
moeten verwijderd blijven. Eene gansehe
wijk van Ruhrort is dus voor hen ontoegan
kelijk. Eene Belgische auto mitrailjeus doet
edurig verkenningen in deze wijk eu ver
volgt cr de Spartakisten, die het toch wagen
zouden le nadereq.
De oproerige beweging in Westfalen.
Het is thans mogelijk zich een gedacht te
vormen, over de oproerige beweging in
Westfalen. Er is gebleken, datdeze beweging
sinds lang op touw gezet was. Sinds verschei
dene weken reeds waren de arbeiders in 't ge
heim in bataljons, compagntën, enz. inge
deeld. Hunne aanvoerders waren ofwel
gewezen officieren, ofwel onderofficieren,
olwel geschoolde soldaten. Men wachte enkel
eene gunstige gelegenheid om handelend op
te treden.
Toon von Kapp nu te Berlijn zijne slaais-
reep pleegde, kwamen de gowapende arbei
ders te Hagen-Witten-Herdecho bijeen. Ieder
van hen wist waar hij heen moest en dus
moest er niet lang getalmd worden om regi-
inetten enz., te vormen. Van dc boorden van
de Roer rukten Spartakisten op naar Elber-
feld en Barmen in het Zuid-Westen en naar
Essen, in het Westen.
Daar Elberfeld en Bannen spoedig in han
den der Spartakisten gevallen waren, moest
de Reichswehr in wanorde wijken ofwel viel
in handen der Spartakisten.
Dan gebeurde er iets, dat duidelijk het
bestaan van een strategisch aanvalsplan be
wijst: de overgebleven troepen van.de Reichs
wehr werden als eene kudde vee naar Met-
mahl, bij Dusseldorf gedreven. Daar moesten
zij zich overgeven, of zich in hel bezet gebied
der Verbondenen laten ontwapenen. Een ge
neraal der Reichswehr, Ruelhoff, werd met
1500 man, door de Engelschen geïnterneerd.
Hij beklocg ^Ich, met zijne jonge soldaten
niets te vermogen tegen dc goed gedrilde ba-
'aljons der Spartakisten. 't Dient ten andere
gezegd, dat deze meest allen den oorlog me
degemaakt hebben.
De zienswijze der Entente
De Frausche kolenkoramissie heeft Essen
verlaten, om te Parijs verslag te gaan doen
over den toestand.
De Entente eischt de onraiddelijke ontwa
pening der Spartakisten, Het is overigens
met de grootste verbazing, dat de leden der
Kommissie zich nu met eigen oogen hebben
kunnen overtuigen, welke overgroote massa
wapens nog in Duitschland tc vinden is.
Natuurlijk hebben de leden der Kommissie
alleen in Westfalen gezien wat er gaande
was, doch zooals het daar ging, giug het ook
te Berlijn, le Halle, te Leipzig, te Dresden,
enz. enz.
Naar het schijnt zouden leden der Kom
missie verklaard hebben, dat de Entente niet
zal aarzelen, in Westfalen vooruitte rukken,
indien de rust niet hersteld word.
naar mijne kamer. Manette's gedrag verbaas
de mij nooit had ik haar zoo veel vastheid
van karakter toegekend. Bij mij te blijven, in
weerwil van mijzelven Het was le erg te
erg Ondankbare, die ik was Tot slapen
gevoelde ik weinib lust. Ik had tc Fonlaine
blau eenige boeken gekocht, en poogde te
lezen maar mijn geest doolde rond. Ik kon
het denkbeeld niet van mij weren, dat Manet-
zoo dicht bij mij was.
Die vrouwen zcide ik 1 als zij zich maar
iets in het hoofd zetten en toch Manette
is zoo zacht, zoo vriendelijk zij is en
blijft echter altoos eene vrouw.
De nacht ging om, cn ik had nauwelijks
mijne oogen gesloten. Ik had echter minder
dan gewoonlijk aan Adolphine gedacht. Bui
ten twijfel de schuld van Manette, die al
mijne denkbeelden in de war had gebracht.
Ik begaf mij naar beneden, met het voorne
men om geen enkel woord tegen haar te
spreken, cn haar door mijn gausch gedrag
te loonen, hoe bij uitstek onaangenaam haar
besluit voor mij was. Zij had zich reeds ge
heel aangekleed, doch was blootshoofds.
Maar hair was zoo schoon, en met zoo veel
smaak, hoewel zonder de minste aanmatiging
opgemaakt Verlegen sloeg zij bij mijn bin
nentreden de oogen neder, en zeidc op eenen
weifelenden toon
Goeden morgen. Andries l
Ik had besloten haar niet tc antwoorden,
ik betrapte mjj zei ven op eoaeu. kus.
Zonder twijfel alleen uit gewoonte. Onver
schillig Zij moest toch zien, hoe onverge
noegd ik was.
Gij moet een slechten nacht doorge
bracht hebben, naast die boerin zeide ik na
eene korte poos.
Integendeel, ik heb zeer gemakkelijk
gelegen.
Manette nam haar werk eti plaatste zich
achter eene hegge. Ik zocht mijn teekenge
reedschap en begon schetsen te maken, nog
steeds bestoten hebbende, niet tegen haar te
spreken. Ik wierp echter van tijd tot lijd een
zijdelingschen blik op haar, om te zien, hoe
zij zich hield. Daar zat zij, zonderde oogon
van haar werk op le slaan. Ik kuchte ik
noemde haren naam zij bewoog zich niet.
Nu was ik tegen mijn wil uitgestart, om naar
haar toe te gaan ik merkte op. dat het al
heel zot scheen, dal wij ons eene mijl van el
kander verwijderd hielden. Manette stond
op, en vergezelde mij naar de plaajs, waar
ik mijne portefeuille gelaten had, maar nog
steeds zwijgende.
Zij antwoordde ten laatste op mijne vraag,
dat zij gevreesd had mij te zuilen mishagen,
door naderbij le komen zitten. Ik werd ge
troffen door hare beminnelijke en geduldige
(cederheid, en vergeleek deze met mijne
eigene -stuursche ondankbaarheid,
f't Vervolgd)