Da bandleterij der Carolystraat
echtelijV drama
Gentsche bandieten aangehouden
Vreeselijke misdaad ie Elsene
Doodelljk werkongeluk te Vollezeele
't Gevaar der vuurwapens
De toestand in Ierland.
Werkstaking in eene koolmijn
DE KAMER
TC-T.! VtütlT'rSdDJaEES
ftuieranie slaan alle landbouwvoorlbrengslen
aan. Waarscu^1^ MI Munich mce6t door
het nieuwe oproer lijden.
De Belgen te Frankfort.
BRUSSEL, 15 April. Ziehier nog ee
ltige bijzonderheden over de reis der Belgi
sche afdeeling naar Frankfort.
Te Coblenlz werd de afdeeling begroet
door de hoogs intergeallieerde kommissie in
hel Rijngebied, Fransche officieren, Ameri-
kaansche overheden, enz.
Te Roppard kwamen Fransche officieren
de Belgen verwelkomen. Deze zongen de
Marseillaise. Fransche damen bode'n ben
bloemen aan.
le^ Bingen stonden de kaaien der statie
vol Fransche officieren en soldaten. De fan
faren der Alpenjagers speeldede Braban?onne
terwijl de Belgische krijgsmuziek de Marseil
laise aanhief. Langs beide kanten weerklon
ken toejuichingen. Fransche en Belgische
hoepen verbroederden.
Na de ontvangst te Mainz, kwam de af
deeling te Frankfort aan, alwaar zij plechtig
door de Fransche troepen ontvangen werden.
Na de ceremonie op de Opera plaats, nam de
Belgische afdeeling haren intrek in het ly-
veum Lessing, alwaar kolonel Huyghe zijne
soldaten bedankle om hunne bonding en hen
de gelukwenschen der Fransche generaals
overbracht.
Na den vlaggegroet, weerklonk nogmaals
de Braban^onne en besloot aldus een dag
welken eens te meer de onverbreekbare Bel-
giscli-Fransche genegenheid bezegeld had
tegenover Du i 1st h land. dat hel vredesverdrag
van Versailles wilde verscheuren.
Ie rekenen van 16 dezer zouden de Belgi
sche troepen aan den wachtdienst in de slad
deelnemen.
De Duitsche bladen trachtten tol op het
-.aals.te °°genblik de uitwerking der Fransch-
Belgische betooging tegen te werken.
Zoo hadden de bladen geschreven, dat de
Engelschen verzet hadden aangeteekend te
gen liet optreden der Belgische troepen in het
Fngelsch bezette gebied. De Belgische troe
pen zijn niet in het Engelsch gebied geweest.
TE ELSENE.
Het onderzoek,
Donderdag morgend verscheen Maurice
Plantade en niet Blanchaert, zooals eerst
verkeerdelijk gemeld werd, opnieuw voor
jen onderzoeksrechter, om er ondervraagd
'o worden nopens de bandieterij der Caroly-
•traat, te Elseno.
Plantade verklaarde dal hij 's namiddags
joor dc Carolystraat kwam, in gezelschap
van zijn medeplichtige, toen zij M.Spinhayer
met zijn motocyclet zijne woning zagen ver-
'alen. Onmiddelijk kwam de gedachte bij
ben op, de woning van M. Spinhayer te
plunderen.
Zij bleven in den omtrek rondslenteren,
Vol hel avond geworden was eo drongen dan
wij middel van valsche sleutels binnen.
Na verscliillige plaatsen van het gelijkvloers
Joorsnuil'eld le hebben, waren zij zinnens
naar boven te gaan, toen M. Spinhayer thuis
kwam.
Deze wierp zich op Plantade en bracht
"jein een geweldigen vuistslag in volle gelaat
toe. 't Is alsdan dat Plantade zijn revolver
rok en vijf schoten loste.
te St. Jeost-ten-Nccrie
Na veertien dagen huwelijk....
Een veertiental dagen geladen, was M.
0..., 33 jaar oud, bestuurder eenor garage
der Marktstraat, le St. Joost-ten-Noode, in
het huwelijk getreden met Mej. X..., 27
jaar oud.
Donderdag avond trad Mev. C..., het bu
reel van haren echtgenoot binnen en na een
korten, hevigen twist joeg zij l;em rakelings
con rcvolverkogel door het hoofd.
De ongelukkige stortte als door den blik
sem getroffen neer.
Pe bedienden der garage snelden toe en
Mev. C..., overhandigde ben den re/olver,
levens vragende dat zij de policie zouden
verwittigen.
De policieofficicr van dienst in den post
der Kruisvaartstraat, snelde ter plaats, wel
dra gevolgd door een geneesheer. Dezes zor
gen waren vruchteloos. Hij kon enkel de
dood vaststellén.
nuel, die zich ni =t langer bedwingen kon, in
de Peruaansche taal uit.
De Bruid der Zon sprong op.
Zuster herhaalde Manuel nog eens.
Daar rolde de nagalm van een pistoolschot
door liet onderaardsche gewelf.
Manuel lette niet op dit waarschuwend
teeken op dit oogenbük zou hij zelfs op eene
aardbeving geen acht geslagen hebben. Maar
de Peruaan trok hem met geweld voort. Nog
slechts de woorden Morgenavond in den
tuin kon-Manuel uitspreken', en zij klonken
schril, als de laatste kreet eens drenkelings.
ELFDE HOOFDSTUK
Een renbode van den Inka
De dag was reeds aangebroken toen Ma
nuel en de Peruaan uit den onderaardschen
gang in hel huis van den Kuraka terugkwa
men. Dc avonturiers dachten, dat hun het
gevaar der ontdekking dreigde, maar verna
men tol hunne groote geruststelling, dat
Montenegro liet teeken lot den terugtocht
alleen wegens het aanbreken van den dage
raad releven had. Manuel deelde hem den
gelukkigen uitslag van hun nachtelijk onder
zoek mede en alle drie begaven zich ter ruste.
Den volgenden nacht klommen Manuel en
de Peruaan, wiens nieuwsgierigheid grooter
was dan zijne vrees voor dc wetten des Inka's
onder de beschermende schaduw der bekende
boomgroep, door middel van de touwladder
over den tuinmuur van de Dochters der
Sterren. Dezen keer gingen zij barrevoets,
cn lieten eerst aan de binnenzijde van den
muur een stuk doek naar beneden vallen,
Ondervraagd, verklaarde Mev. C..., dat
erge geldaangelegenheden oorzaak van het
drama waren.
De moordenares is aangehouden en ter
beschikking van den prokureur des konings
opgesloten.
OROOTG BRANDRAMP
Een fabriek gaat in vlammen op te
Sint-Nikolaas
In den nacht van Woensdag op Donderdag
is, door een tot nog toe ongekende ooraaak,
de fabriek van breigoederen van den heer J.
Van Vlierberghe, wonende Vooruitgang-
straat, in brand geraakt en gansch in assche
gelegd.
Omstreeks 12 1/4 ure, te middernacht,
werd de brand ontwaard. De talrijke bnisge-
nooten van den fabrikant liepen al weenende
de straat op en riepen ora hulp. Nogal spoe
dig waren de pompiers ter plaats en werd er
van alle kanten hulp geboden. Ongelukkig
bad-men niet rap genoeg water bij de hand
om bijtijds met de noodige krachtdadigheid
de ramp te keer te gaan. Tot overmaat van
ongeluk, blies een hevige Zuid-Westerwind
in den gloed die dreigde le zullen overslaan
op de menigvuldige aanpalende huizen.
Inmiddels brandde de fabriek leeg bijna
niets kon gered worden. Een kostelijke boe
veelheid wol en meer dan 60 machienen zijn
vernield.
Bezijden den heer Van Vlierberghe, woont
M. Couiller, senator. Dezes achtergebouwen
geraakten aangetast. Doch van daar af kon
de bestrijding van het woedend element door
de pompier» beslist aanvangen. Alle aanpa
lende woningen bleven dan gespaard, ook
het woonhuis van den fabrikant. Rond 3 ure,
was alles gedaan.
De schade is aanzienlijk en mag op meer
dan 300,000 frs. geschat worden, ongeluk
kiglijk slechts gedeeltelijk door verzekering
gedekt.
te Ftljsel.
RIJSEL15 April.Drie Gentsche ban
dieten, betrokken in verscheidene erge zaken
le Gent of in den omtrek gepleegd, de ge
naamde Bolle, De Guy per en De Pauw, waren
na hun laatste misdrijf, de brandkoffer dielte
in de vlasfabriek La Gantoise welke hen
rond 150,000 fr. opbracht, naar Frankrijk
gevlucht.
Twee Belgische policiemannen, die hen
daar opzochten, zijn er in gelukt hen aan te
houden toen zij in de statie te Rijsel naar
eene onbekende bestemming wilden vertrek
ken.
De kerels zijn opgesloten, inafwaehting dat
de uitleveringsformaliteiten vervuld was.
Eene dienstmeid door bandieten vermoord.
De echtgenooten Van de V.,.., die in de
Koninklijke straat te Brussel een groot maga
zijn hebben, wonen te Elsene, Èdmond Pi-
cardslraat. Zij brengen daar den nacht door
en verlaten 's morgens de woning om zieh
naar bun magazijo te begeven, hunne wo
ning onder de bewaking latende van hunne
meid, Mej. Casilde Saeys, 28 jaar oud; gebo
ren te Waasmunter. Deze was reeds meer
dan een jaar ir, hun dienst en' genoot hnn
volle vertrouwen.
I)e woning van M. Van de V., geeft langs
achter uit op de braakliggende gronden,
achter het krijgshospitaalOceaan
Donderdag namiddag tusschen 2 en 3 ure
telefoneerde eene vriendin der meid, om te
vragen of zij gereed was om naar den cine
ma le paan, zooals 's morgens afgesproken
was. Zij kreeg geen antwoord, daar Casilde
Saeys aan de deur stond te praten met de
meid der aanpalende woning.
De vriendin kwam eeiiigen tijd later zelf
bellen, doch er werd niet geopend, zij hoorde
alleen bet hondje in de kelderkeuken blaffen.
Denkende dat hare vriendin was uitgegaan,
keerde de meid naar huis terug.
Toen de echtgenooten Van de V.., rond
7 1/2 ure thuis kwamen, konden zij moeilijk
de deur openkrijgen. Een zwaar pak lag tus
schen de voordeur en den eerste trede van
den trap. Zij gelukten er toch in binnen te
dringen en na licht gemaakt te hebben, be
merkten zij dat ei' iels in de tapijt hnnner
slaapkamer gewikkeld, en voor de deur ge
worpen was Zij openden hetjpak en ontdek.
teneinde geene verraderlijke sporen in den
grond achter te laten. Zonder tegenspoed
bereikten zij liet bloemenprieel, waar Idali
met hare vertrouwde slavin hem wachtte.
Hoe gelukkig was Manuel, dat hij de
Peruaansche taal, hoe gebrekkig dan ook,
spreken kon. Hij vertelde het geheim van
den onderaardschen gang, en de beide jonge
lieden zagen natuurlijk in dit bijzondere
geval niets anders, dan een gunstig voortee
ken over bun toekomstig lot. En vurig hoopte
de Kastiliaansche zeeman, datPizarro weldra
met eene aanzienlijke krijgsmacht te Tumbez
zou terugkeerén. Dan zou de gouden kerker
van Idali gewapenderhand kunnen geopend
worden. Dan zou Idali, zou dacht Manuel,
den chrislclijkcn godsdienst omhelzen en
hem, als zijne bruid, naar het altaar van den
eenen levenden God volgen. Op deze wijze
waande hij, hoopvol, eene sterke brug over
de diege klove te leggen, die hem de Zonne
maagd scheidde.
Onder vei tronwelijk gekout gingen de
urfti voorbij. Idali vertelde hare afkomst. Zij
was eene jNusla (prinses van koninklijke
bloede) en de jongste dochter van den over
leden Inka Huayana Kapak, bijgevolg eene
zuster van den regeerenden Inka Huaskar.
Zij was negentien jaar oud en bevond zich
sedert twee jaar sinds den dood harer
moeder in bet huis der Zonnemaagden.
Ofschoon zij wegens haren Imogen rang,
eigenlijk in het groote Sterreuhuis te Kozko,
de hoofdstad van hel Inka-rijk, behoorde
werd zij toch te Tumbez gelaten, dewijl zij
van hare jeugd at met bare moeder in die
ten hel lijk hunner meid. Een groot dolkmes
stak tot aan den hecht in den rug der onge
lukkige.
Spoedig werd alarm gegeven en weldra
was de policie ter plaats.
Een geneesheer stelde vast dat het slacht
offer op den slag gedood moest geweest zijn,
daar de dolk de long geheel doorboord had.
De ongelukkige meid is neergestort zonder
zelf een kreet te slaken.
Een onderzoek in huis gedaan, liet spoedig
vaststellen, dat de meid door bandieten moet
verrast geweest zijn en haar builen is willen
vluchten.
In de trapzaal kreeg zij den moorddadigen
steek en is van de trappen gerold. De ban
dieten zijn dan boven het tapijt gaan nemen,
om er hnn slachtoffer in te wikkelen.
Geheel het huis is door de schurken door
zocht geworden. Allemeubelen werden
opengebroken en donrsuu field. Zij hebben
echter maar een schralen buit behaald, want
er waren noch waarden, noch juweelen in
huis gelaten.
Men vond de achterdeur, uitgevende op
den hof openstaan. Zulks schijnt aan te dui
den, dat de dieven over den hofmuur ge
klommen zijn. Niemand in de buurt heeft
iets gezien of gehoord
Donderdag avond, fond 10 ure, is het
parket nog in het huis der misdaad afgestapt
Het parket van Brussel heeft zich Donder
dag naar Vollezeele begeven om er een onder
zoek te doen nopens een doodelijk werkon-
geluk, daags le voren aldaar voorgevallen.
Een witter, Jean De Roodt genaamd, 42
jaar oud, toen de ladder waarop hij stond
doorbrak.
De Roodt werd ten gronde geslingerd en
bleef bewusteloos liggen. Men bracht hem in
eene naburige woning en verwittigde een
geneesheer. Deze kon enkel de dood vaststel
len.
De wetsdokters' die bet parket vergezel
den hebben de lijkschouwing gedaan.
Een droevig ongeluk had te St Andries bij
Brutrge plaats.
M. Van Hove, houdt op zijn kasteel te St.
Andries eene groote paardenkweekerij. De
stallen liggen op 200 meters achter de wo
ning. Twee jongelincen slopen 's nachts in
de stallingen, namelijk Camiel Vermeulen
oud 20jaar, en Guido Gezelle, oud 19 jaar.
Daar deze afhankelijkheden eenzaam gelegen
zijn en om zich te^en eene mogelijke verras
sing van dieven te beschutten, had Camiel
Vermeulen, in atwezigheid van M. Van Hove,
aan dezes vrouw den toestand uitgelegd.
Deze had een browning-revolver van zwaar
kaliber aan Vermeulen toevertrouwd. Des
avonds in gezelscnap van Gezelle, wilde Lij
het wapen in de stallingen eens onderzoeken.
Hij trok de ladihgkas-chargeur nog vijf
kogels inhoudend uit den revolver en dan
overtuigd dat er geen gevaar meer was, on
derzocht het wapen, toén eensklaps een schot
knalde en Guido Gezel huilend ten gronde
viel. Hij had een kogel in den buik ontvan
gen. Het is gebleken dat een zesde kogel
'nog in het wapen zat De chargeurs met
de vijf kogels had Vermeulen aan zijn gezel
overhandigd.
Hel slachtoffer werd naar het St. Janshos.
pitaal overgevoerd zijn toestand scheen in
den beginne niet zeer gevaarlijk, maar Woens
dag was hij zeer verslecht en hij bezweek in
de armen van zijnen vader, ten gevolge van
eene inwendige bloedstorting. Een onderzoek
is ingesteld. De revolver met de vijf kogels
is aangeslagen.
BRUSSEL-BIJ-NACHT!
Donderdag morgend rond 2 1/2 ure kwam
M. Camiel G.., fruithandelaar, wonende
steenweg van Bergen, te Cureghem, langs
de Zuidlaan huiswaarts, toen twee kerels te
gen hem twist zochten. M. G... die dronken
was werd vastgegrepen en kreeg eene duch
tige schudding waarna de twee kerels in de
duisternis verdwenen.
Schier op hetzelfde oogenbük stelde de
fruitkoopman vast, dat zijne brieventesch,
eene som van meer dan 7,500 fr. inhoudende
verdwenen was.
Hij kon enkel eene klacht gaan neerleggen
en niet het minste signalement der twee aan-
randers opgeven.
stad gewoond had. Idali hebt gij er wel eens
aan gedacht, dat de Inka, uw broeder u, als
zijne palla (bij-gemalin) naar Kuzko roepen
kan? vroeg Manuel angstig.
Als eene slang gebeten, kromp het meisje
ineen en drong dichter bij den jongeling.
De palla van den Inka fluisterde zij,
rillend, in den diepen keelloon van de
Quichuaansche taal. Eensklaps sprong zij op.
Wild rolden hare oogen zij schoten stralen
van onheilspellenden gloed zij was vreese-
lijk in hare demonische schoonheid. Eene
onnavolgbare majesteit vertoonde zich in haar
gansche wezen.
Eerder mogen Idali's beenderen onder
de omhelzing der ceezerslang verbrijzeld
worden, riep zij met luider stem uil.
En wanneer zij Idali mochten wegvoe
ren, vervolgde zij, heeft dan mijn blanke
broeder geen moed in zijne borst, geen wa
pen in zijne sterke hand Is hij niet met den
bliksem gewapend, en spuwt zijn roer den
vluchtende den dood niet achterna Idali
weel .hetdat dan mijns blanken broeders
strijdbijl zich snel als eene slang op den af
gezant des Inka's slorte en met een woesten
beet hem liet hart openrijte, dat het lichte
wapen bloedrood gekleurd worde in de weg-
elroomende levensbron
Dat zweer ik u 1 riep de licht ontvlam
bare jongeling uit. Ik zal u vrijvechten of
sterven.
Toen vatte hij hare hand, en in den zilve
ren glans van den helderen maneschijn be
loofde het jeugdig paar elkander eene onver-
breekbare trouw, :c
Nieuwe aanhoudingen te Oublijn,
LONDEN, 15 April. Heden morgend
had Dublijn zijn gewoon uitzicht. liet was
dan ook met groote veirassing dat men ver
nam dat de militaire policie 's nachts weder
om een aantal aanhoudingen gedaan had.
In den omtrek der plaats waar de laatste
moorden en aanslagen geschiedden, weiden
16 straten door de troepen afgesloten. Deze
troepen waren in auto-camions beschermd
door gepantserde au tos en motocyehsien ter
plaats gebracht. Het aantal aangehoudenen
wordt op 150 geschat.
Ook in andere wijken der stad werden nog
huiszoekingen en aanhoudingen gedaan. -
Zoo werden in de buurt van hel hoofd
kwartier der Sinn Feiners, alle huizen door
zocht.
Ook Donderdag namiddag hadden nog
aanhoudingen plaats.
TE GHLIN
In de koolmijn Nord de Flénu te
Ghlin, is eene werkstaking uitgeborsten.
Eenige dagen geleden waren eenige kleine
voorwerpen - verdwenen uit het magazijn.
Een werkman die daarvoor verantwoordelijk
gesteld is, deed de waarde van de verdwenen
voorwerpen afhouden van het loon eener
werkvrouw.
De mijnwerkers kwamen tusschen en
eischten dat de magazijnier'zou weggezonden
en het afgehoudene aan de werkvrouw zou
terugbetaald worden.
liet bestuur der koolmijn weigerde, waar
op de mijnwerkers het werk verlieten en zich
naar het bureel begaven om hel verdiende
loon te gaan ontvangen.
Daar zij het werk verlieten zonder voorbe
richt weigerde het bureel aan dezen ciseh te
voldoen. Vandaar een nieuw geschil.
Donderdag morgend werden twintig mijn
werkers opgeëischt om de noodige onder
houdswerken te gaan doen, doch zij weiger
den. Alles is tot hiertoe kalm.
Gene erge zaak te Seraing
Een mijnwerker van Yvoz-Ramet, Frans
L... genaamd, had in eene paardenbeenhou-
werij te Seraing paardenvleesch gekocht
Na er 's middags van gedlen le hebben,
voelde hij zich onwel, doch droeg niettemin
een deel van het vleesch mede naar zijn
werk, waar hij het opat.
Kort nadien voelde hij hevige inwendige
pijnen en deed zich bovenbrengen. Een ge
neesheer werd ontboden en deze stelde dade
lijk vast dat de man vergiftigd was en geene
hulp meer baten kon, L... bezweek inderdaad
een paar uren later.
Het parket werd verwittigd en beval de
lijkschouwing. Het lijk was gansch zwart
uitgeslagen. -j
Ook vrouw L... en de twee kinderen had
den van het vleesch geëten en waren ziek
géwordén. De kinderen waren weldra buiten
gevaar, doch de toestand van vrouw L... is
zeer onrustwekkend.
Zitting van Donderdag J5 A pril.
ónder voorzitterschap van M. Brunei.
Verklaring van M. Delacroix
De eerste minister heeft het over de com
missie die het wetsontwerp, betreffende de
oorlogswinsten in 1910 verworpen heeft.
Deze commissie heeft het grondbegin zelf
verworpen. Tot het onderzoek van de artike
len werd niet overgegaan. De minister heeft
een openbare bespreking gewenscM nog voor
het Paaschverlof. Dit werd hem niet toege
staan. Thans heeft de commissie zich verdaagd
en is zinnens een nieuw ontwerp op te stellen.
De minister begrijpt de houding nief. Een
uitstel is betreurenswaardig. De regeering
bevindt zich op een moeilijk parket. Nocli-
thans moeten de moeilijkheden van binnen-
landscken aard overheerscht worden door de
gedachten van heropbouw van het land. Men
verwijt ons te handelen op bevel van anderen.
De minister wil zulks tarten om het land
herop te bouwen.
De minister verdedigt zijn wetsontwerp
dat van ondergeschikten aard is, meent hij.
Aan den heropbouw van het land kan niet
Gij zult mijne Zon zijn, zeide het schoon
meisje onafscheidbaar gelijk de chaska (jon
geling met lange krullende lokken) de Zon
bij haren op- en ondergang vergezelt, zal ik
u in leven en dood volgen.
De Peruaan ontstelde bij deze lastering
zijner hoogste godheid eene Bruid dei-
Zon zwoer haren god af voor een vreemdeling
En in hetzelfde oogenbük werd de maan door
eene wolk bedekt en duisternis omgaf de
verloofden.
De goden worden toornig, fluisterde bij,
sidderend, bij zich zeiven. Daar zal spoedig
eene ramp opvolgen.
De andere twee bemerkten het soffibere
voorteeken niet. Wat ging hen de builenwe
reld aan Thans kwam de slavin zachtkens
naderbije n zeide
De dageraad breekt aan de vogelen in
het woud verheffen hunne stemmen reeds.
Manuel scheurde zieh los en volgde den
reeds wegijlenden Peruaan. Aan de andere
zijde van den muur scheidden dc beide vrien
den, en ieder ging, in gedachten aan de
herinneringen van dezen nacht verzonken,
naar zijne woning.
Dc jonge zeeman was overgelukkig, en
nauwelijks had hij zich op zijn leger gewor
pen, of hij droomde van de schoonste toe
komst. Reeds had de zon de helft van hare
dagelijksche loopbaan afgelegd en nog lag
hij in een diepen slaap verzonken. In gejaag
de stemming verscheen de Peruaan plotseling
aan zijne legerstede en schudde hem wakker.
Manuel ontwaakte, zonder nog terstond tot
zijn volle bcwijstzijn te komen.
gewerkt worden als wij ons niet boven klein
geestigheid stellen. De minister meent niet
dat bedoeld wetsontwerp een tandwiel is
waardoor men zou kunnen meegetrokken
worden.
De minister wil rondweg zeggen wat de
tnestand was. Voor den oorlog bedroeg de
Staatsschuld slechts 6 milliard. Thans is de
toestand gansch anders. Wij staan voor de
verwoeste gewesten, de operation van de
mark, de oorlogsschade, enz. Die schuld kan
30 milliard beloopen. Ons land moet uit die
crisis komen. De eer en het aanzien van het
land vereisten dit.
Dan hebben wij nog de bestendige lasten,
de zware begrooting. Wij hebben daar voor
doen stemmen, de belasting op het inkomen,
op de cinemas, enz. Aldus /.ouden wij onze
schuld kunnen delgen, doch het zal minstens
vier jaren duren, vooraleer het le kort eenigs-
zins zal gevuld worden. Wij weten niet wal
wij van Duitschiand zullen ontvangen. Er is
spraak van een eerbiedwaardig hoog getal
milliarden. Zal die som voldoende wezen
Niemand weet het.
De oorlogschade is gesteund op een nienw
recht voortspruitend uit de solidariteit. Die
schuld mag echter niet geleed worden op de
gewone begrooting. Die schuld moet op het
kapitaal drukken.'Het is al goed uitgaven te
doen, men moet eerst aan de inkomsten
denken. (Zeer goed, rechts.)
De minister dringt aai» dat het wetsont
werp Woensdag over acht dagen zou bespro
ken worden in een geest van edelmoedigheid
met het oog op onze buitenlandsche politiek'
en het heit des vaderlands. (Zeer goed op de
soc. banken.)
M. WAUWERMANS, verdedigt zijne
houding als verslaggever van de commissie
van bedoeld wetsontwerp.
M. DELACROIX. De nijveraars die
uitvoeren redden het land. (Zeer goed op de
soc. banken.)
M. VANDERVELDE. Gij zoudt beter
uw verslag lezen.
M. WAUWERMANS. Gij zoudt beter
doen te aanhooren waarom mij het wetsont
werp niet goedkeuren.
Spreker meent dat het wetsontwerp fel
moest gewijzigd worden. Dit was dc meening
van de commissie. De minister van financiën
had een .tegenontwerp moeten indienen, dat
zou bewerkt geweest zijn door zijne admini
stratie. De commissie verwerpt liet grondbe
gin niet. Men klaagt dat de financieele wellen
slecht gemaakt worden.
M. DELACROIX (Zenuwachtig). Daar
over wil ik uitleggingen geven.
M. WAUWERMANS. De handel kan
zich slechts oprichten, wanneer hij weet
waarheen. (Onderbrekingen van M. Huys-
mans.) De commissie heeft hare verantwoor
delijkheid. Daarvan is zij bewust. De Kamer
wil niet dal er oorlogswoekeraars zijn. Daar
om wildij de nijveraars en handelaars niet
treffen die voor den oorlog geleden hebben.
Dat nten oppasse Door beter te willen doen
zal meii het goede verliezen.. (Tegenspraak
van M. Delacroix, die opslaat om aan den
heer Wauwermans te antwoorden).
De voorzitter maant den minister tot kalmte
aan en zegt dat hij het woord niet. heeft.
M. WAUWERMANS, stelt vast dat de
jongste leening den gehooplen uitslag niet
heeft gehad omdat handel, nijverheid en
beurs ongerust zijn en geen vertrouwen heb
ben in al de belastingen.
Spreker neemt het verwijt van luiheid en
kwaadwilligheid niet aan. Hij heeft zich
nooit moeite getroost. Hij heeft geen dubbel
loon en geene vermindering van werkuren
gevraagd. (Lawaai op de socialistische ban
ken).
M. ANSEELE, minister van openbare
werken. Gij belcedigt de werkende klasse.
(Toej. op de soc. banken).
M. WAU WEB MANS Dit is mijn in
zicht niet, doch de intelleetueele arbeid mag
zoovel beloond worden als de handenarbeid.
(Toej. rechts).
M. ANSEELE. Gij beleedigt de wer
kende klasse. (De minister is zeer opgewon
den).
M. WAUWERMANS neemt niet aan dat
een verslaggever op een gesteld uur zijn
verslag moet indienen. Dit is niet aanneme
lijk. Ik zal mij aan zulk ultimatum niet on
derwerpen. (Toej. rechts).
- Mijn blanke broeder slaapt, en het on
geluk waakt reeds geruimen tijd, ving de
^eruaan met onheilspellende gebaren aan.
Ik droomde zoo zoef, lachlte Manuel,
den zin van de woorden zijns vriends niet
vattende.
-En het ontwaken is pijnlijk, zeide deze
zoo scherp, dat Manuel thans Oplettender
werd en haastig vroeg
Wat is er gebeurd
Er is een chasqui (koerier) van Kuzko
aangekomen.
Wat gaat ons dat aan
De Inka verlangt eene Zonnemaagd.
Met een wilden sprong stond Manuel voor
zijn vriend cn vatte hem krampachtig bij den
arm. Zijn tong weigerde hem haar dienst.
Eindelijk slaagde hij er in een kreet te uiten,
en die luidde
Idali
Dal weet niemand van den Kuraka,
antwoordde de Peruaan.
Met verwilderde blikken staarde Manuel
hem eene geruime poos aan, en streek toen,
als iemand die uit een kwaden droom ont
waakt, met beide banden ovej* zijn gelaat.
Dit nam nu eene uitdrukking van vastbera
denheid aan, en Manuel was weder geheel
en al dc ernstige, bedaarde zeeman van
voorheen. Zwijgend begaf hij zich in hel
andere vertrek, hief de marmeren plaat op
en daalde in den onderaardschen gang af.
De Peruaan volgde hem. Het was, wel is
waar, zeer donker in den gang, doch daar
de weg hun bekend was gingen zij toch snel
voornif. Vervolgt.