Gs strijd om vijf inleen
Oe Martelaars van Rossigno!
Zaterdag
Juli 1920
Artikel 47.
De Belgen in bezet Dnitschland.
Een schip op weg naar Rostand ln
Gultschlanil aangehouden.
België 's Ekonomiscbe toestand.
9
XXVI* JAARGANG NUMMER ISd
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114— DAGBLAD 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Vak Npffel-De Gendt
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tol liet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel 8, Place de la Bouree, Parijs en 6, Bream's Buildings Londres B.C.l.
H. Chmiiiia
Zon op 4*24, onder 7;49
Volle Maan dan 30
Artikel 47 der Grondwet moet ook
herzien worden, 't Is dat artikel dat
bepaalt wie kiezer is voor de wetgo-
vende Kamers.
Het komt er op aan het algemeen
enkelvoudig stemrecht in de Grond
wet te schrijven, maar de kwestio is of
het alleen voor de mannen zal zyn of
voor mannen en vrouwen.
De katholieken willen het enkel
voudig algemeen stemrecht aannemen
als het ook is voor vrouwen zoowel
als voor mannen.
Do liberalen zijn altijd tegen het
vrouwenstemrecht gewoest omdat zo
overtuigd zijn dat er zeer weinig vrou
wen liberaal zijn. De socialisten zijn
altijd voor het vrouwonstemrecht ge
weest, maar nu willen ze het nist
aannemen, en ze zoeken uitvluchten
om het te verdagen.
Er kan geen verandering gebracht
worden aan artikel 47 tenzij met de
B/3, men moet dus eene formuul van
overeenkomst vinden. De katholieken
hebben altijd gezegd dat ze het enkel
voudig algemeen stomrecht maar wil
len aannemen, als het ook voor de
vrouwen geldt. Men hoelt herhaalde
lijk getracht tot eene overeenkomst te
geraken, maar tot hiertoe is men er
nog niet in gelukt.
De kwestie van artikel 47 is een
slronkelsteen voor boel de herziening
en ze moet opgelost worden.
Dinsdag is de rechterzijde nogmaals
bijeengeweest en heelt beslist dat zij
bij haar besluit blij(t bet vrouwen-
stemrecht moet erbij zijn.
Daarop heeft M. Dolacroix, roini-
ster-voorzittor, gezegd dat bij eene
verklaring zou doen in do Kamer, en
hij heeft gezegd dat hij bij de stemming
ever artikel 47 do kwestio van ver
trouwen zou stellen 't is te zeggen
dat het ministerie zou aftreden indion
geen nieuw artikel 47 gestemd wordt.
De stemming zal Woensdag aanstaan
de plaats hebben.
Intusschen hoopt men dat eenige
leden der rechterzijde zullen kunnen
overhaald worden.
Wij hopen integendeel dat geen
enkel lid der rechterzij zal toegeven en
dat allen als een man zullen blijven
bij vrouwenstemrecht of niets.
Zij hebben den toestand in banden
en de katholieke partij is reeds ge
noegzaam do uil van 't spel geweest,
tengevolge van de zwakheid van som
migen harerleden.
Men is benauwd, zegt men, van
eene ministeriëele krisis.
Zeer wel maar die krisis moet
toch eens komen, de kwestio is alleen
o( het heter is ze te vorschuiven ot ze
dadelijk te laten komen.
Wat ons betreft het bevalt ons niet
altijd de zondebok te zijn.
12® Vervolg.
Dadelijk werd knarsend eene groote vleu
gel van dc groote sterke poort geopend.
De trein zotte zich weder in beweging en
kwam in het binnenste van het bagno.
Dulex zag nauwelijks op hij volgde
werktuigelijk den voor hem gaande gevan
gene, nadat de poort, die van dubbele sloten
voorzien was, achter de gevangenen was
gesloten.
De wacht, die tot hiertoe de nieuwe gevan
genen had begeleid, werd met tien man ver
minderd. Daarop bracht men de veroordeel
den in een afgelegen, met zeer dikke muren
«n ijzeren deuren voorzien huis.
Eene dezer deuren werd geopend en daar
op verschenen twee oude, maar nog zeer
krachtige bewaarders.
Dit gedeelte, dat slechts door een paar
raampjes verlicht werd, bestond uit eene
vaal. Deze was geheel leeg, behalve een aan
zienlijk aantal stroobundels en oude dekens,
die in een hoek lagen.
In deze ruimte zouden de nieuwe veroor
deelden den morgen afwachten.
De soldaten namen hunne plaatsen voor de
deuren in, de twee bewakers echter, die goed
gewapend waren, bleven in de zaal en zorg
den er voor, dat de gevangenen van de stroo
bundels en dekens konden gebruik maken.
Nu mochten zij slapen, die slapen konden,
stilte lieerschte spoedig bij de gevangenen
nadat de bewakers hadden gezegd, dal zij
Waarom moeten het de katholieken
zijn die altijd toegeven
Waarom doet geen liberale minister
een beroep op de liberale kamerleden,
die voor het muerendeel niet weten
wie ze eigenlijk vertegenwoordigen
gelijk bijvoorbeeld twee der Gentscbe
liberale Kamerleden.
Waarom doet geen socialistische
minister beroep op de socialistische
linkerzij, baar herinnerende dat zij
altijd bet vrouwenstemrecht geëisebt
hebben zelfs met geweld, en zeggende
dat ze nu de gelegenheid dienen waar
te nemen om dat punt van het sociali
stisch programma te verwezenlijken
Wij herbalen bet nog eens
Waarom moeten bet altijd do katho
lieken zijn die men smeekt toegevin
gen te doen om... hunne eigene partij
te zelfmoorden en alle ordelievende
menschen eenen walg te doen krijgen
van de politiek
Dat de katholieken pal blijven, en
de anderen zullen veel kalmer worden.
Ten andere aan bet ministerie van
duur leven is er niet voel verloren.
Er zal een ander komen dat do zaken
ten minsle niet slechter zal doen.
natiën kwamen bijgetreden om te betoonen
en te betoogen het medelijden maar ook de
liefde en de erkentenis die de dooden ver
dienden.
Hun bloed vergoot men niet nutteloos, het
diende tot opbeuring tot aanwakkeringskracht
en tot heldenmoedontsteking bij onze vech
tende jongens, die zooveel te heriger aanvie
len en doorvochten omdat zij wisten te moe
ten bevechten en achteruitduwen de benden
barbaren die hun landgenooten, om niet te
zeggen hun eigene vaders, broeders en zoons
hadden doen omkomen. Zoo gebeurde in het
offensief van 1918 toen de Jagers te weten
kwamen dat zij hetduitsch regiment hetwelk
Dinant vroeger teisterde, voor zich hadden,
zij als wrekende leeuwen vooruitijlden en aan
geen soldaten maar wel aan handhavers van
iet gekrenkte recht geleken.
Dergelijke herinneringen aan.het lijden
en den dood onzer broeders moet onze vader-
landsche eendracht meer nog samensnoeren;
ons meer moed in het herte storten om de
moeilijkheden des vredes en des levens te
doorworstelen en onze nationale fierheid,
immer te doen stijgen. Marc.
Te Aarlen opende men de grafkuil der 117
burgerlijke slachtoffers van het schilderach
tig dorpje Rcfcsignol in Zuid Luxemburg
gelegen. Vermoord op 26 Oogst 1914 door de
duitsche barbaren die na de Franschen versla-
jen te hebben het kleine plaatsje veroverden,
moesten zij boeten voor den aanval en het
verweer door onze vrienden en helpers aan
den vijand berokkend. Generaal von Tcssmar,
een bloedhond in den vollen zin van 't woord,
gaf het moordenaarsbevel, nadat hij de
arme dutsen op zedelijk en lichamelijke ge
bied door zijne soldaten had laten mishande
len en ze uren verre had medegesleept.
Grijsaards, kinderen, een lamme en -eene
vrouw telde men in den akeligen troep die
als slachtvee werd neergeschoten.
De Koning der Beleen, de dapperheid in
persoon, huldigde ze met eigen mond. Aige-
veerdigden van het Fransch en het Belgisch
bestuur waren bij dc verheerlijking aanwezig
Het Groot Hertogdom Luxemburg kwam
insgelijks officieel de martelaren groeten.
Fransche en Belgische troepen bewezen de
militaire eer. De geestelijkheid en het chris
ten volk van Aarlen en van al de dorpen
welke den rouwstoet moest doortrekken om
aan te landen in hun geboortedorp bad voor
hunne zielerust. Bisschop Ginisty van Ver
dun en Mgr. Heylen van Namen zegenden
de lijken.
De doortocht naar Rossignol was indruk
wekkend en de plechtigheden van de uitvaart
in open lueht en der begrafenis waren uiterst
godsdienstig, groolsch en droevig. Iedereen
stond met de tranen in de oogen en de treur
nis bespeurde men niet alleen bij bloedver
wanten en vrienden maar ook bij vreemde
lingen en buitenlanders. Godvruchtig werd
er geofferd en gebeden voor die ongelukkigen
die zoowel als onze helden soldaten voor het
vaderland hun bloed veil hadden. De Semois-
vallei heeft voorzeker nogmaals getrild van
aandoening en nationale fierheid toen de
overblijfsels van de slachtoffers van het ge
krenkte Recht met bloemen en ecre getooid
voorbijgevoerd wierden.
Het vaderland en de aanpaleude vrienden.
Turkije en de vrede.
De onderleekening wordt verzekerd.
De correspondent van de Temps te Con-
stanünopel seint De sultan heeft het ontslag
van het kabinet Damad Fetid geweigerd.
De grootvizier zal dc aftredende ministers
vervangen. De onderteekeniug van het ver
drag staat vast.
Dinsdag had een keizerlijke familieraad
te Gonstantinopel plaats. Hij besloot ook tot
onderleekening van het vredesverdrag.
De Nationale Feestdag.
In de kathedraal te Aken werd op 21 dezer
een Te Deum gezongen. De geueraals
Degoulte, Ruquoy en Dujardin waren aan
wezig.
Na het Te Deum volgde het gebed voor
Koning Albert. Naar Wijd en Zijd en de
Brabac-onne - werden door een koor en de
militair muziek uitgevoerd. Duitschers wer
den in de kerk niet toegelaten.
's Avonds hield het garnizoen een fakkel
tocht.
In al d# kerken dergarmzoenplaatsen werd
ook een Te Deum gezongen. Te Coblentz
had een volksconcert plaats. Kanonschoten
werden gelost. De openbare gebouwen waren
ieder zonder genade dood zouden schieten;
die niet gehoorzaamde.
De twee groote lantaarns, die in de beide
hoeken van het ruime, dompige gebouw
brandden, verspreidden een onaangenaam,
roodachtig licht. Het stroo, waarop Lodewijk
naast de misdadigers lagt was half vervuild,
en verspreidde een akelige lucht.
De meesten gevangenen schenen aan zulk
een kerkerlucht gemakkelijk te kunnen ge
wennen.
Van buiten klonken de gelijkmatige stap
pen der wachten in het vertrek stonden de
beide oude wakers en spraken met elkander
zij hoopten, dat de nieuwe veroordeelden
reeds den volgenden morgen aaneengesmeed
zouden worden opdat zij den volgenden nacht
niet meer zouden moeten waken.
Voor Dulex, die niet kon slapen stond nog
het treffende en roerende beeld van zijn kind
dat veel door hem leed, dat zich alleen aan
hem hield, en dat hij sedert zijne veroordee
ling niet meer had gezien zwaar pijnigden
hem de gedachten wat van het verlaten meis
je zou worden
Langzaam vervlogen de uren van dezen
vreeselijken nacht.
Eindelijk broken de eerste bleeke morgen
stralen door de luchtgaten.
Het licht en de lucht der vrijheid waren
hem van nu al ontnomen, hij bevond zich in
de ellendigste gevangenis der wereld, eene
gevangenis, die men overal met vrees en af
schuw noemt, hij was te midden van de groote
misdadigers, in een gezelschap, dat hem ufet,
afgrijzen vervulde.
De opmarsch der Grieken
De bezetting van Thracië aanstaande
De Grieken gaan voort oostelijk Thracië te
bezetten. Alle verbindingen tusschen Ron-
stantinopel en Adrinopel zijn verbroken. Ge
vechten zijn aan gang tusschen Turken en
Grieken.
Grieksche troepen gingen te Isinid aan wal.
De kruiser Averof kwam met den koning
van Griekenland te Pandemia. De bezetting
van Thracië is aanstaande.
Onder bescherming der oorlogsschepen
zijn de Grieken geland in de haven Eregli,
Sultanaken en Rodosto van de Marmara zee.
De Turken zijn naar het binnenlaud gevlucht.
De ontschepingen duren voort.
Adrinopel in brand
LONDEN, 22 Juli. Gemeld wordt dat
de Grieksche voorposteu Adrinopel reeds
zouden bezet hebben.
De Turken zouden de stad in brand hebben
gestoken. Verscbillige bruggen werden ver
nield.
De Grieken hebben vliegtuigen met Bul-
gaarsche officieren neergeschoten.
Een thee, een concert en een boottochtje
waren 's namiddags ingericht:
Indrukwekkende begrafenis
der gefusillieerde Belgen.
Daags te voren had een droeve plechtig
heid plaats in het schietkamp van Forst. In
aanwezigheid der Belgische overheden werd
het stoffelijk overschot der gefussiltieerde
Belgen vervoerd. De Belgische vlag bedekte
de kisten op leanonaffuiten geplaatst.
De heele Belgische kolonie was aanwezig.
Generaal Rupuoy hield de lijkrede, waarna
de stoet zich naar de kathedraal begaf.
De lanciers gingen voorop. Bloemen be-
dekten de kisten. De familieleden volgden
met den burgemeester en de pastoor van Ri-
chelle, terwijl de doodsklok luidde.
De almoezeniers van het garnizoen droegen
in de kathedraal de Requiem.mis op. Toen
begaf de stoet zich naar de staiie te midden
van een grooten volkstoeloop. Vele vrouwen
weenden. De mannen ontblootten zwijgend
het hoofd.
In de statie sprak generaal Rupuyo een
laatste afscheidsgroet uit tot de familieleden
en het duurbaar stoffelijk overschot vertrok
naar de laatste rnstplaatsin het vaderland.
Maar de maat van zijn lijden was nog niet
vol, nog wachtte hem het vreeselijkste.
's Morgens kregen de veroordeelden het harde
bagnobrood, met water.
Toen werden zij een voor een uit de slaap
ruimte gebracht.
Toen Dulex geroepen werd om de ruimte
te verlaten, namen hem twee bewakers in
ontvangst.
Zij zeiden niets, zij. namen hem in hun
raidden en voerden hem over eene ruime
plaats naar een groot gebouw.
Hier moest de ware graaf Montpcllier zijne
kleederen uittrekken en de uniform der ver
oordeelden aan doen.
Hij kreeg N° 73, daar drie dagen geleden
de drager van dit nummer gestorven en daar
door het nummer 73 vrij geworden was.
Dit nummer droeg ook zijne strafkleeding.
Hij had van dit oogenbl'ik af geen naam
meer, hij de rechtmatige erfgenaam van
Montpellier was nog slechts N° 73.
N° 73 is naar de opgave geen moorde
naar, hij moet daarom aan N° 74 geklonken
worden, zeiden de beide wachters. N* 74 is
deCorsikaan De inspecteur gaf een teeken
met de hand, dat de met de kleeding N° 73
voorziene Dulex kon worden weggebracht.
Spoedig kwam hem eene onaangename
branderige lucht in de neus, terwijl hij met
de heide wachters weder over de groote
bagnoplaats ging, hij naderde een half open
schuur of voorhuis, waaruit kolendamp en
rookkwart. De breede deur van deze ruimte.
Stond open omdat men hét daar anders waar
schijnlijk niet kondëa uithouden.
De Hongaarsehe communisten aan boord.
De Voss. Ztg. meldt dat Woensdag mor
gen het schip Lisboa uit Stettin met
Russische krijgsgevangenen vertrokken, door
verscheidene torpedojagers is aangehouden.
Aan boord, zoo meldt het telegram, bevon
den zich de Hongaarsche communisten,
waaronder Levis en Bella Kun, die nog niet
te Moskou was, zooals vroeger werd bericht.
Al de communisten werden aangehouden
en tiaar Stettin gebracht.
Amundsen's Noordpooltocht
Een nieuw land ontdekt
De Noordsche kapitein Amundsen die drie
jaar geleden met het schip Maud naar de
Noordpool trok, heeft thans gemeld dat bij
twee kwade winters heeft doorgebracht. Her
haaldelijk moest men het vastgevrozen schip
uit het ijs losmaken.
Amundsen bericht dat hij een nieuwe land-
strook ontdekt heeft in de nabijheid van het
Czaar Nikolaas II land. De nieuwe strook
werd wetenschappelijk onderzocht, maar er
is nog niets verder over vermeld.
Amundsen had een verwoed gevecht te
leveren met een ijsbeer, maar kwam onge
deerd uit den strijd. Later viel hij van het
schip op het ijs, waarbij hij een arm brak
De diefstallen in de
Kruppfabrieken.
Voor verscheidene millioenen gestolen
Op ongehoorde wijze wordt in de Krupp
fabrieken gestolen. Reeds voor verscheidene
millioenen mark werd aan materialen ont-
•eemd.
De eigen policie der fabriek is er nog niet
in geslaagd al de dieven te ontdekken. Met
wagons goederen werden er ontvreemd. De
diefstallen worden aangemoedigd, doordat
verscheidene buitenlandsche firma 's zaken
doen door het aankoopen van gestolen werk
tuigen, en in de bladen tot dat doel aankon
digingen plaatsen,' zoodat de afzet van de
gestolen voorwerpen voor de dieven zeer
vergemakelijkfc wordt.
Door de rechtbank te Essen zijn nu een
heele bende dieven, die alleen in dienst van
de fabriek van Krupp waren, en drilboren
hadden gestolen, veroordeeld tot straffen van
ten hoogste 1 1/2 jaar gevangenis. Elk van
hen had tot een bedrag van 10 tot 40.00C
mark aan drilboren gestolen.
De 12 ministers die de nationale regeering
samenstellen hebben het volgend verslag aan
Z. M. den Koning gezonden
Sire,
De meeste Staten gevoelen noe steeds denf
terugslag van den schri kkel ij ken oorlog, die
gedurende meer dan vier jaar de grootste^
verwarring heeft gesticht. De ekonomiscbe'
krisis die zij doorworstelen strekt zich over
gansch de weield uit. De voornaamste ken-
teekens daarvan zijn gebrek aan financieel
evenwicht, uitputting van de voorradenj
koopwaren, sleet en vernieling van mach ie
nen en gereedschap, vermindering van de
voortbrengst, verstoringvan de wisselkoersen,
algemeene verbooging van de prijzen, duurte
van het leven.
Deze kwalen bleven aan ons land niet ge
spaard. Wij moesten er integendeel de ge
volgen nog scherper van gevoelen, daar eene
onverbiddelijke vijandelijke bezetting ons
meer had beproefd.
De middelen om dezen toestand te verhel
pen zijn gemakkelijk te bepalen zij kunnen
in twee woorden saamgevat worden voort
brengen en zich beperken. Dit is het doelwit
van het voortdurend pogen onzer regeering.
Maar hare werking is uitteraard zelve beperkt.
Slechts de geheele natie, door de eendracht
van aller wil, kan over de huidige moeilijk
heden zegepralen. De regeering heeft voor
opdracht ze in te lichten, ze te besturen, doch
hei zou'ijde! voor deze zijn zich in haar plaats
te willen stellen.
Sedert meer dan een jaar legt de natie een
bedrijvigheid aan den dag die de bewonde
ring van den vreemde gaande maakt. Zij die
er aan arbeiden om onzen voorspoed te her
stellen, hebben door hun volharding onge
hoorde moeilijkheden overwonnen. Bij derge
lijke uitslagen twijfelt er niemand meer aan
onzen heropbloei.
Maar er blijft nog veel te doen. Het out-
breekt ons niet aan de noodige krachtdadig
heid. Wat ons ontbreekt is tucht bij de
inspanning, het is de doelzame sa mep werking
en de eendracht van aller wil, het is de
kontróol die wij over onze behoeften moeten
uitoefenen. Deze tucht, deze samenwerking,
die kontrool ovor ons zelf, zullen vich slechts
kunnen ontwikkelen als elkJm doordrongen
is van hun dringende noodzakelijkheid.
Wij hebben gemeend, Sire, dat een komi-
teit, bestaande naast Parlementsleden en
staathuishoudkundigen, uit vertegenwoor
digers van de nijverheid ('werkgevers en
werklieden), van den landbouw, van den
handel, van de ftnancie, en uit verbruikers,
er op krachtdadige wijze zou kunnen toe
bijdragen om de openbare meening voor te
lichten. Het zou tot opdracht hebben den
ekonomischen toestand van België, wat de
voortbrengst en het verbruik aangaat, te be-
studeeren en op te zoeken aan welke voor.
waarden deze moeten beantwoorden om aan
de behoeften des lands te voldoen.
De aandacht die Uwe Majesteit aan deza
gewichtige vraagstukken voortdurend wiidt,
schenkt ons het vertrouwen dat Zij ons wit-
werp zal willen aanvaarden.
Het Staatsblad van 19-50-21 Juli kondigt
bet koninklijk besluit af waarbij, onder hel
voorzitterschap van den minister van staat*
huishoudkundige zaken ot van zijn afgevaar
digde de kommissie aangesteld wordt, gelast
met de studie van Bclgië's ekonomischen
toestand.
Acht en zestig leden maken er deel van uit.'
Zooeven voerde men een der nieuwe ver
oordeelden door eene andere deur uit deze
ruimte, aan zijn voet hing reeds de ketting
waarmede hij aan zijn keltinggenoot moest
gesmeed worden. Zijn linkerarm was
lot aan den schouder ontbloot eene koude
huivering vloog over Dulex lichaam, een
oogenblik later leide men hem in die onver-
dragelijke heete ruimte.
Deze ruimte was groot, en zag er uit als de
vreeselijke werkplaats van den beul.
In hel midden van de met baksteenen ge
pleisterde ruimte stond, in de nabijheid van
een lang plomp blokhout, dat er als een fol
terbank" uitzag, een herculisch gebouwde
man, van ongeveer veertig jaien.
Toen de bewakers Dulex in de vreeselijke
ruimte brachten, wierp de beul zijn gezel een
ijzer toe, dal hij zoolang in de hand had ge
houden, en deze lag het in het vuur.
No. 73, riep de bewaker den beul toe.
Drie en zeventig herhaalde deze tot zijn
gezel en zag gelijktijdig gevoelloos en onver
schillig naar Dulex.
Ontbloot uw linkerarm, beval hij op
gebiedenden toon.
Mijn linkerarm vroeg Dulex verble.p-
kende, omdat hij zag dat de gezel van den
beul het gloeiende ijzer aanreikte, tok "welk
doel
Vraagt niets gehoorzaamt I 'riep de
beul. Gij moet het brandmerk ontvangen.
Dulex deed een stap terug. Daon"erdra-
gelijke vernedering teekende zicfc af op zijne
verblcekende trekken.
Een brandmerk zcide Dule'x tegen zichzel
ven. Hij zou gedurende zijn geheele leven
op het lichaam het merk der misdadigers met
zich mede sleepen. Hij werd thans gedwon
gen het onteerende teeken der moordenaar»
en brandstichters in zijn lichaam te laten
branden. En dit brandmerk kon nooit, nooit
weg gewasschen worden. Zelfs zijn bewe
zen onschuld kon hem dit verschrikkelijke,
gebrande teeken niet afnemen. Dat was te
veel... teveel voor een onschuldig veroor
deelde.
Neemt den hamer en dood mij, riep hij'
in vreeslijke vertwijfeling, liever dood dan
zoo'b schandmerk te dragen.
Weigert gij, dan wordt gij op den blok
vastgebon den, antwoordde de beul, en reed»
pakten de beide bewakers hem aan.
Terug riep Dulex, met fierheid, terug»
beval hij met zoo'n gebiedende stem zooals
deze mannen nog nooit hij een hunner gevan-'
genen hadden gehoord, maar daarop zei da
hij met diep bewogen stem, ben ik galeiboef,
dan zij het zoo, dan wil ik ook het teeken
dezer veroordeelden dragen. Hier, vervolgde
hij weder met eene koude slem, komt beul
mét uw gloeiende ijzers, druk ze diep in het
vleesch van mijn arm, ik zal niet beven.
Dol van droefheid sloeg Dulex de mouw van
zijn kleed op en stak den beul zijn arm toe.
De beide bewakers weken terug en bleven
in de nabijheid van de deur staan. Dulex zag
zonder dat hij eenige vrees gevoelde, dat da'
beul mei het gloeiende ijzer zijn vleesch
derde, hoe hij het op de voorgeschreven plaats
op den bovenarm drukte, hoe helmissend in
het vleesch drong, "(Vervolgt.)