Gs strijd om vijf inleen Oe Martelaars van Rossigno! Zaterdag Juli 1920 Artikel 47. De Belgen in bezet Dnitschland. Een schip op weg naar Rostand ln Gultschlanil aangehouden. België 's Ekonomiscbe toestand. 9 XXVI* JAARGANG NUMMER ISd Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114— DAGBLAD 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Vak Npffel-De Gendt Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tol liet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel 8, Place de la Bouree, Parijs en 6, Bream's Buildings Londres B.C.l. H. Chmiiiia Zon op 4*24, onder 7;49 Volle Maan dan 30 Artikel 47 der Grondwet moet ook herzien worden, 't Is dat artikel dat bepaalt wie kiezer is voor de wetgo- vende Kamers. Het komt er op aan het algemeen enkelvoudig stemrecht in de Grond wet te schrijven, maar de kwestio is of het alleen voor de mannen zal zyn of voor mannen en vrouwen. De katholieken willen het enkel voudig algemeen stemrecht aannemen als het ook is voor vrouwen zoowel als voor mannen. Do liberalen zijn altijd tegen het vrouwenstemrecht gewoest omdat zo overtuigd zijn dat er zeer weinig vrou wen liberaal zijn. De socialisten zijn altijd voor het vrouwonstemrecht ge weest, maar nu willen ze het nist aannemen, en ze zoeken uitvluchten om het te verdagen. Er kan geen verandering gebracht worden aan artikel 47 tenzij met de B/3, men moet dus eene formuul van overeenkomst vinden. De katholieken hebben altijd gezegd dat ze het enkel voudig algemeen stomrecht maar wil len aannemen, als het ook voor de vrouwen geldt. Men hoelt herhaalde lijk getracht tot eene overeenkomst te geraken, maar tot hiertoe is men er nog niet in gelukt. De kwestie van artikel 47 is een slronkelsteen voor boel de herziening en ze moet opgelost worden. Dinsdag is de rechterzijde nogmaals bijeengeweest en heelt beslist dat zij bij haar besluit blij(t bet vrouwen- stemrecht moet erbij zijn. Daarop heeft M. Dolacroix, roini- ster-voorzittor, gezegd dat bij eene verklaring zou doen in do Kamer, en hij heeft gezegd dat hij bij de stemming ever artikel 47 do kwestio van ver trouwen zou stellen 't is te zeggen dat het ministerie zou aftreden indion geen nieuw artikel 47 gestemd wordt. De stemming zal Woensdag aanstaan de plaats hebben. Intusschen hoopt men dat eenige leden der rechterzijde zullen kunnen overhaald worden. Wij hopen integendeel dat geen enkel lid der rechterzij zal toegeven en dat allen als een man zullen blijven bij vrouwenstemrecht of niets. Zij hebben den toestand in banden en de katholieke partij is reeds ge noegzaam do uil van 't spel geweest, tengevolge van de zwakheid van som migen harerleden. Men is benauwd, zegt men, van eene ministeriëele krisis. Zeer wel maar die krisis moet toch eens komen, de kwestio is alleen o( het heter is ze te vorschuiven ot ze dadelijk te laten komen. Wat ons betreft het bevalt ons niet altijd de zondebok te zijn. 12® Vervolg. Dadelijk werd knarsend eene groote vleu gel van dc groote sterke poort geopend. De trein zotte zich weder in beweging en kwam in het binnenste van het bagno. Dulex zag nauwelijks op hij volgde werktuigelijk den voor hem gaande gevan gene, nadat de poort, die van dubbele sloten voorzien was, achter de gevangenen was gesloten. De wacht, die tot hiertoe de nieuwe gevan genen had begeleid, werd met tien man ver minderd. Daarop bracht men de veroordeel den in een afgelegen, met zeer dikke muren «n ijzeren deuren voorzien huis. Eene dezer deuren werd geopend en daar op verschenen twee oude, maar nog zeer krachtige bewaarders. Dit gedeelte, dat slechts door een paar raampjes verlicht werd, bestond uit eene vaal. Deze was geheel leeg, behalve een aan zienlijk aantal stroobundels en oude dekens, die in een hoek lagen. In deze ruimte zouden de nieuwe veroor deelden den morgen afwachten. De soldaten namen hunne plaatsen voor de deuren in, de twee bewakers echter, die goed gewapend waren, bleven in de zaal en zorg den er voor, dat de gevangenen van de stroo bundels en dekens konden gebruik maken. Nu mochten zij slapen, die slapen konden, stilte lieerschte spoedig bij de gevangenen nadat de bewakers hadden gezegd, dal zij Waarom moeten het de katholieken zijn die altijd toegeven Waarom doet geen liberale minister een beroep op de liberale kamerleden, die voor het muerendeel niet weten wie ze eigenlijk vertegenwoordigen gelijk bijvoorbeeld twee der Gentscbe liberale Kamerleden. Waarom doet geen socialistische minister beroep op de socialistische linkerzij, baar herinnerende dat zij altijd bet vrouwenstemrecht geëisebt hebben zelfs met geweld, en zeggende dat ze nu de gelegenheid dienen waar te nemen om dat punt van het sociali stisch programma te verwezenlijken Wij herbalen bet nog eens Waarom moeten bet altijd do katho lieken zijn die men smeekt toegevin gen te doen om... hunne eigene partij te zelfmoorden en alle ordelievende menschen eenen walg te doen krijgen van de politiek Dat de katholieken pal blijven, en de anderen zullen veel kalmer worden. Ten andere aan bet ministerie van duur leven is er niet voel verloren. Er zal een ander komen dat do zaken ten minsle niet slechter zal doen. natiën kwamen bijgetreden om te betoonen en te betoogen het medelijden maar ook de liefde en de erkentenis die de dooden ver dienden. Hun bloed vergoot men niet nutteloos, het diende tot opbeuring tot aanwakkeringskracht en tot heldenmoedontsteking bij onze vech tende jongens, die zooveel te heriger aanvie len en doorvochten omdat zij wisten te moe ten bevechten en achteruitduwen de benden barbaren die hun landgenooten, om niet te zeggen hun eigene vaders, broeders en zoons hadden doen omkomen. Zoo gebeurde in het offensief van 1918 toen de Jagers te weten kwamen dat zij hetduitsch regiment hetwelk Dinant vroeger teisterde, voor zich hadden, zij als wrekende leeuwen vooruitijlden en aan geen soldaten maar wel aan handhavers van iet gekrenkte recht geleken. Dergelijke herinneringen aan.het lijden en den dood onzer broeders moet onze vader- landsche eendracht meer nog samensnoeren; ons meer moed in het herte storten om de moeilijkheden des vredes en des levens te doorworstelen en onze nationale fierheid, immer te doen stijgen. Marc. Te Aarlen opende men de grafkuil der 117 burgerlijke slachtoffers van het schilderach tig dorpje Rcfcsignol in Zuid Luxemburg gelegen. Vermoord op 26 Oogst 1914 door de duitsche barbaren die na de Franschen versla- jen te hebben het kleine plaatsje veroverden, moesten zij boeten voor den aanval en het verweer door onze vrienden en helpers aan den vijand berokkend. Generaal von Tcssmar, een bloedhond in den vollen zin van 't woord, gaf het moordenaarsbevel, nadat hij de arme dutsen op zedelijk en lichamelijke ge bied door zijne soldaten had laten mishande len en ze uren verre had medegesleept. Grijsaards, kinderen, een lamme en -eene vrouw telde men in den akeligen troep die als slachtvee werd neergeschoten. De Koning der Beleen, de dapperheid in persoon, huldigde ze met eigen mond. Aige- veerdigden van het Fransch en het Belgisch bestuur waren bij dc verheerlijking aanwezig Het Groot Hertogdom Luxemburg kwam insgelijks officieel de martelaren groeten. Fransche en Belgische troepen bewezen de militaire eer. De geestelijkheid en het chris ten volk van Aarlen en van al de dorpen welke den rouwstoet moest doortrekken om aan te landen in hun geboortedorp bad voor hunne zielerust. Bisschop Ginisty van Ver dun en Mgr. Heylen van Namen zegenden de lijken. De doortocht naar Rossignol was indruk wekkend en de plechtigheden van de uitvaart in open lueht en der begrafenis waren uiterst godsdienstig, groolsch en droevig. Iedereen stond met de tranen in de oogen en de treur nis bespeurde men niet alleen bij bloedver wanten en vrienden maar ook bij vreemde lingen en buitenlanders. Godvruchtig werd er geofferd en gebeden voor die ongelukkigen die zoowel als onze helden soldaten voor het vaderland hun bloed veil hadden. De Semois- vallei heeft voorzeker nogmaals getrild van aandoening en nationale fierheid toen de overblijfsels van de slachtoffers van het ge krenkte Recht met bloemen en ecre getooid voorbijgevoerd wierden. Het vaderland en de aanpaleude vrienden. Turkije en de vrede. De onderleekening wordt verzekerd. De correspondent van de Temps te Con- stanünopel seint De sultan heeft het ontslag van het kabinet Damad Fetid geweigerd. De grootvizier zal dc aftredende ministers vervangen. De onderteekeniug van het ver drag staat vast. Dinsdag had een keizerlijke familieraad te Gonstantinopel plaats. Hij besloot ook tot onderleekening van het vredesverdrag. De Nationale Feestdag. In de kathedraal te Aken werd op 21 dezer een Te Deum gezongen. De geueraals Degoulte, Ruquoy en Dujardin waren aan wezig. Na het Te Deum volgde het gebed voor Koning Albert. Naar Wijd en Zijd en de Brabac-onne - werden door een koor en de militair muziek uitgevoerd. Duitschers wer den in de kerk niet toegelaten. 's Avonds hield het garnizoen een fakkel tocht. In al d# kerken dergarmzoenplaatsen werd ook een Te Deum gezongen. Te Coblentz had een volksconcert plaats. Kanonschoten werden gelost. De openbare gebouwen waren ieder zonder genade dood zouden schieten; die niet gehoorzaamde. De twee groote lantaarns, die in de beide hoeken van het ruime, dompige gebouw brandden, verspreidden een onaangenaam, roodachtig licht. Het stroo, waarop Lodewijk naast de misdadigers lagt was half vervuild, en verspreidde een akelige lucht. De meesten gevangenen schenen aan zulk een kerkerlucht gemakkelijk te kunnen ge wennen. Van buiten klonken de gelijkmatige stap pen der wachten in het vertrek stonden de beide oude wakers en spraken met elkander zij hoopten, dat de nieuwe veroordeelden reeds den volgenden morgen aaneengesmeed zouden worden opdat zij den volgenden nacht niet meer zouden moeten waken. Voor Dulex, die niet kon slapen stond nog het treffende en roerende beeld van zijn kind dat veel door hem leed, dat zich alleen aan hem hield, en dat hij sedert zijne veroordee ling niet meer had gezien zwaar pijnigden hem de gedachten wat van het verlaten meis je zou worden Langzaam vervlogen de uren van dezen vreeselijken nacht. Eindelijk broken de eerste bleeke morgen stralen door de luchtgaten. Het licht en de lucht der vrijheid waren hem van nu al ontnomen, hij bevond zich in de ellendigste gevangenis der wereld, eene gevangenis, die men overal met vrees en af schuw noemt, hij was te midden van de groote misdadigers, in een gezelschap, dat hem ufet, afgrijzen vervulde. De opmarsch der Grieken De bezetting van Thracië aanstaande De Grieken gaan voort oostelijk Thracië te bezetten. Alle verbindingen tusschen Ron- stantinopel en Adrinopel zijn verbroken. Ge vechten zijn aan gang tusschen Turken en Grieken. Grieksche troepen gingen te Isinid aan wal. De kruiser Averof kwam met den koning van Griekenland te Pandemia. De bezetting van Thracië is aanstaande. Onder bescherming der oorlogsschepen zijn de Grieken geland in de haven Eregli, Sultanaken en Rodosto van de Marmara zee. De Turken zijn naar het binnenlaud gevlucht. De ontschepingen duren voort. Adrinopel in brand LONDEN, 22 Juli. Gemeld wordt dat de Grieksche voorposteu Adrinopel reeds zouden bezet hebben. De Turken zouden de stad in brand hebben gestoken. Verscbillige bruggen werden ver nield. De Grieken hebben vliegtuigen met Bul- gaarsche officieren neergeschoten. Een thee, een concert en een boottochtje waren 's namiddags ingericht: Indrukwekkende begrafenis der gefusillieerde Belgen. Daags te voren had een droeve plechtig heid plaats in het schietkamp van Forst. In aanwezigheid der Belgische overheden werd het stoffelijk overschot der gefussiltieerde Belgen vervoerd. De Belgische vlag bedekte de kisten op leanonaffuiten geplaatst. De heele Belgische kolonie was aanwezig. Generaal Rupuoy hield de lijkrede, waarna de stoet zich naar de kathedraal begaf. De lanciers gingen voorop. Bloemen be- dekten de kisten. De familieleden volgden met den burgemeester en de pastoor van Ri- chelle, terwijl de doodsklok luidde. De almoezeniers van het garnizoen droegen in de kathedraal de Requiem.mis op. Toen begaf de stoet zich naar de staiie te midden van een grooten volkstoeloop. Vele vrouwen weenden. De mannen ontblootten zwijgend het hoofd. In de statie sprak generaal Rupuyo een laatste afscheidsgroet uit tot de familieleden en het duurbaar stoffelijk overschot vertrok naar de laatste rnstplaatsin het vaderland. Maar de maat van zijn lijden was nog niet vol, nog wachtte hem het vreeselijkste. 's Morgens kregen de veroordeelden het harde bagnobrood, met water. Toen werden zij een voor een uit de slaap ruimte gebracht. Toen Dulex geroepen werd om de ruimte te verlaten, namen hem twee bewakers in ontvangst. Zij zeiden niets, zij. namen hem in hun raidden en voerden hem over eene ruime plaats naar een groot gebouw. Hier moest de ware graaf Montpcllier zijne kleederen uittrekken en de uniform der ver oordeelden aan doen. Hij kreeg N° 73, daar drie dagen geleden de drager van dit nummer gestorven en daar door het nummer 73 vrij geworden was. Dit nummer droeg ook zijne strafkleeding. Hij had van dit oogenbl'ik af geen naam meer, hij de rechtmatige erfgenaam van Montpellier was nog slechts N° 73. N° 73 is naar de opgave geen moorde naar, hij moet daarom aan N° 74 geklonken worden, zeiden de beide wachters. N* 74 is deCorsikaan De inspecteur gaf een teeken met de hand, dat de met de kleeding N° 73 voorziene Dulex kon worden weggebracht. Spoedig kwam hem eene onaangename branderige lucht in de neus, terwijl hij met de heide wachters weder over de groote bagnoplaats ging, hij naderde een half open schuur of voorhuis, waaruit kolendamp en rookkwart. De breede deur van deze ruimte. Stond open omdat men hét daar anders waar schijnlijk niet kondëa uithouden. De Hongaarsehe communisten aan boord. De Voss. Ztg. meldt dat Woensdag mor gen het schip Lisboa uit Stettin met Russische krijgsgevangenen vertrokken, door verscheidene torpedojagers is aangehouden. Aan boord, zoo meldt het telegram, bevon den zich de Hongaarsche communisten, waaronder Levis en Bella Kun, die nog niet te Moskou was, zooals vroeger werd bericht. Al de communisten werden aangehouden en tiaar Stettin gebracht. Amundsen's Noordpooltocht Een nieuw land ontdekt De Noordsche kapitein Amundsen die drie jaar geleden met het schip Maud naar de Noordpool trok, heeft thans gemeld dat bij twee kwade winters heeft doorgebracht. Her haaldelijk moest men het vastgevrozen schip uit het ijs losmaken. Amundsen bericht dat hij een nieuwe land- strook ontdekt heeft in de nabijheid van het Czaar Nikolaas II land. De nieuwe strook werd wetenschappelijk onderzocht, maar er is nog niets verder over vermeld. Amundsen had een verwoed gevecht te leveren met een ijsbeer, maar kwam onge deerd uit den strijd. Later viel hij van het schip op het ijs, waarbij hij een arm brak De diefstallen in de Kruppfabrieken. Voor verscheidene millioenen gestolen Op ongehoorde wijze wordt in de Krupp fabrieken gestolen. Reeds voor verscheidene millioenen mark werd aan materialen ont- •eemd. De eigen policie der fabriek is er nog niet in geslaagd al de dieven te ontdekken. Met wagons goederen werden er ontvreemd. De diefstallen worden aangemoedigd, doordat verscheidene buitenlandsche firma 's zaken doen door het aankoopen van gestolen werk tuigen, en in de bladen tot dat doel aankon digingen plaatsen,' zoodat de afzet van de gestolen voorwerpen voor de dieven zeer vergemakelijkfc wordt. Door de rechtbank te Essen zijn nu een heele bende dieven, die alleen in dienst van de fabriek van Krupp waren, en drilboren hadden gestolen, veroordeeld tot straffen van ten hoogste 1 1/2 jaar gevangenis. Elk van hen had tot een bedrag van 10 tot 40.00C mark aan drilboren gestolen. De 12 ministers die de nationale regeering samenstellen hebben het volgend verslag aan Z. M. den Koning gezonden Sire, De meeste Staten gevoelen noe steeds denf terugslag van den schri kkel ij ken oorlog, die gedurende meer dan vier jaar de grootste^ verwarring heeft gesticht. De ekonomiscbe' krisis die zij doorworstelen strekt zich over gansch de weield uit. De voornaamste ken- teekens daarvan zijn gebrek aan financieel evenwicht, uitputting van de voorradenj koopwaren, sleet en vernieling van mach ie nen en gereedschap, vermindering van de voortbrengst, verstoringvan de wisselkoersen, algemeene verbooging van de prijzen, duurte van het leven. Deze kwalen bleven aan ons land niet ge spaard. Wij moesten er integendeel de ge volgen nog scherper van gevoelen, daar eene onverbiddelijke vijandelijke bezetting ons meer had beproefd. De middelen om dezen toestand te verhel pen zijn gemakkelijk te bepalen zij kunnen in twee woorden saamgevat worden voort brengen en zich beperken. Dit is het doelwit van het voortdurend pogen onzer regeering. Maar hare werking is uitteraard zelve beperkt. Slechts de geheele natie, door de eendracht van aller wil, kan over de huidige moeilijk heden zegepralen. De regeering heeft voor opdracht ze in te lichten, ze te besturen, doch hei zou'ijde! voor deze zijn zich in haar plaats te willen stellen. Sedert meer dan een jaar legt de natie een bedrijvigheid aan den dag die de bewonde ring van den vreemde gaande maakt. Zij die er aan arbeiden om onzen voorspoed te her stellen, hebben door hun volharding onge hoorde moeilijkheden overwonnen. Bij derge lijke uitslagen twijfelt er niemand meer aan onzen heropbloei. Maar er blijft nog veel te doen. Het out- breekt ons niet aan de noodige krachtdadig heid. Wat ons ontbreekt is tucht bij de inspanning, het is de doelzame sa mep werking en de eendracht van aller wil, het is de kontróol die wij over onze behoeften moeten uitoefenen. Deze tucht, deze samenwerking, die kontrool ovor ons zelf, zullen vich slechts kunnen ontwikkelen als elkJm doordrongen is van hun dringende noodzakelijkheid. Wij hebben gemeend, Sire, dat een komi- teit, bestaande naast Parlementsleden en staathuishoudkundigen, uit vertegenwoor digers van de nijverheid ('werkgevers en werklieden), van den landbouw, van den handel, van de ftnancie, en uit verbruikers, er op krachtdadige wijze zou kunnen toe bijdragen om de openbare meening voor te lichten. Het zou tot opdracht hebben den ekonomischen toestand van België, wat de voortbrengst en het verbruik aangaat, te be- studeeren en op te zoeken aan welke voor. waarden deze moeten beantwoorden om aan de behoeften des lands te voldoen. De aandacht die Uwe Majesteit aan deza gewichtige vraagstukken voortdurend wiidt, schenkt ons het vertrouwen dat Zij ons wit- werp zal willen aanvaarden. Het Staatsblad van 19-50-21 Juli kondigt bet koninklijk besluit af waarbij, onder hel voorzitterschap van den minister van staat* huishoudkundige zaken ot van zijn afgevaar digde de kommissie aangesteld wordt, gelast met de studie van Bclgië's ekonomischen toestand. Acht en zestig leden maken er deel van uit.' Zooeven voerde men een der nieuwe ver oordeelden door eene andere deur uit deze ruimte, aan zijn voet hing reeds de ketting waarmede hij aan zijn keltinggenoot moest gesmeed worden. Zijn linkerarm was lot aan den schouder ontbloot eene koude huivering vloog over Dulex lichaam, een oogenblik later leide men hem in die onver- dragelijke heete ruimte. Deze ruimte was groot, en zag er uit als de vreeselijke werkplaats van den beul. In hel midden van de met baksteenen ge pleisterde ruimte stond, in de nabijheid van een lang plomp blokhout, dat er als een fol terbank" uitzag, een herculisch gebouwde man, van ongeveer veertig jaien. Toen de bewakers Dulex in de vreeselijke ruimte brachten, wierp de beul zijn gezel een ijzer toe, dal hij zoolang in de hand had ge houden, en deze lag het in het vuur. No. 73, riep de bewaker den beul toe. Drie en zeventig herhaalde deze tot zijn gezel en zag gelijktijdig gevoelloos en onver schillig naar Dulex. Ontbloot uw linkerarm, beval hij op gebiedenden toon. Mijn linkerarm vroeg Dulex verble.p- kende, omdat hij zag dat de gezel van den beul het gloeiende ijzer aanreikte, tok "welk doel Vraagt niets gehoorzaamt I 'riep de beul. Gij moet het brandmerk ontvangen. Dulex deed een stap terug. Daon"erdra- gelijke vernedering teekende zicfc af op zijne verblcekende trekken. Een brandmerk zcide Dule'x tegen zichzel ven. Hij zou gedurende zijn geheele leven op het lichaam het merk der misdadigers met zich mede sleepen. Hij werd thans gedwon gen het onteerende teeken der moordenaar» en brandstichters in zijn lichaam te laten branden. En dit brandmerk kon nooit, nooit weg gewasschen worden. Zelfs zijn bewe zen onschuld kon hem dit verschrikkelijke, gebrande teeken niet afnemen. Dat was te veel... teveel voor een onschuldig veroor deelde. Neemt den hamer en dood mij, riep hij' in vreeslijke vertwijfeling, liever dood dan zoo'b schandmerk te dragen. Weigert gij, dan wordt gij op den blok vastgebon den, antwoordde de beul, en reed» pakten de beide bewakers hem aan. Terug riep Dulex, met fierheid, terug» beval hij met zoo'n gebiedende stem zooals deze mannen nog nooit hij een hunner gevan-' genen hadden gehoord, maar daarop zei da hij met diep bewogen stem, ben ik galeiboef, dan zij het zoo, dan wil ik ook het teeken dezer veroordeelden dragen. Hier, vervolgde hij weder met eene koude slem, komt beul mét uw gloeiende ijzers, druk ze diep in het vleesch van mijn arm, ik zal niet beven. Dol van droefheid sloeg Dulex de mouw van zijn kleed op en stak den beul zijn arm toe. De beide bewakers weken terug en bleven in de nabijheid van de deur staan. Dulex zag zonder dat hij eenige vrees gevoelde, dat da' beul mei het gloeiende ijzer zijn vleesch derde, hoe hij het op de voorgeschreven plaats op den bovenarm drukte, hoe helmissend in het vleesch drong, "(Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1