Oestrijd om vijf millioen 10 De Bedevaart der Denderstreek üe PoolSGli-Rnssische oorlog.. Vrijdag Sept. 1920 Ministerie van Spoorwegen. In het Waalsche Mfjngeblefl Doodelijk ongeluk te Keerbergen XXVI' JAARGANG NUMMER 202 parkstraat, 9 en §8, Aalst. - Tel. 114- DAGBLAD - 7 CENTIEMEN - Uitgaver: J. Van Ndpfel-Db Gerdt Publlclt.lt bulten het Arrdndissemanl Aalst, zich te wenden tot Rat AgeutacLap Havas,8, Martelaarplein, Ie Brussel8, Place de la Bourse, Par ij 3 en 6, Bream b Building. LondregE/l.U H. Nioolaus Zpn op 5,32, onder 6,22 Nieuwe Maan den 12 Gedenken wij die dagen nog Thans dat Polen die zooveel leed van wè&e de overwel digers verlost werd, zuilen we zooveel te beter met onze gedachten zes jaren achteruit schuiven om nog een blik te werpen op de droeve en alles terneer werpende (jagen waar op eens een trotsche en bloeddorstige vijand dos land overrompelde en overal wanorde, onvrede en ongeluk zaaide. De treurige verjaardagen van 1914 zijn aangebroken en moeten herdacht worden. Wie zal ooit vergeten de laatste dagen der Auguslimaand, het begin en liet einde der wreede Septembermaand en dan October met zijne moorderijen en slachtingen, op weg van en aan den Yzer. Die herinneringen moeten nog eens en immer levendig voorkomen, want velen heb ben gauw het onderstane leed vergeten en vieren feest op feest dan wanneer Jreurnis ons beter zoude staan en stemmen. Godvruchtige en dankbare hulde, eerbiedi ge groeten aan de onschuldige slachtoffers en de zoo moedige strijders van het begin des oorlogs. Nog eens te meer ons voor de oogen en den geest getooverd dat aan stukken schieten dat uitbranden, die geslagene, geroofde, geplunderde en verwoeste streken, waar de moorderijen en de slachtingen met wreede ontvoeringen van burgers plaats grepen. Bij den inval zien wij branden en uitmoor den of verbannen, Bastice, Herstal, Visé en andere dorpen van 't Luiksche te lang om te melden, 't Zuiden van Luxemburg met Rossignol, Tintigny, Etalle, Ethe en meer «ndere plaatsen werd erg geteisterd en een groot getal der inwoners voor den kop ge schoten. Aerschot en Leuven Dinant en Tamines Andenne en Louveigné Dendermonde en Lebbeke zonder melding van mindere dorpen in Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen te maken, betaalden eenen schrikkelijken tol aan de roof- brand- en bloedzuchtige moffen. Rond Bergen en Charleroi zat het in die dagen ook niet pluis. Te Pèronnes bij Binche werd burgemeester Gravis en zijn knecht met nog andere mannen gemarteld en ge dood. Burgers werden doodgeschoten, kinderen geslacht, vrouwen onteerd en ook wel enkele van 't leven gebracht te Schaffen, Campen- hout, Herent, Thildonck, Wespelaer, Ep- peghem, Sempss, Blieken enz. Geestelijken Belgie door, werden geslagen- beschuldigd, gegeeseld, dagen en nachten ïar.g gefolterd en velen onder hen eindelijk voor den kop geschoten, Aalst en omstreken weet er ook genoeg van te spreken. Mag men zou gauw zijn liuilgenooten, vrienden, kennissen, dorp- of stadgenooten vergelenHoeveel menschen stierven niet nadien van schrik, vrees en angst Rousselaere en Sladen in West-Vlaand. Radizeele en Eessen, Zaïren en Handzaeme Rikmuiden en de Yzerboorden zoowel als Wuasten en Comen en de Leieoevers betreu ren mannen in den bloei der jaren onschul dig door de Duilsche kogels weggemaaid. Als zoogezegde vrijschutters kwamen om ouderlingen, bedlegerige zieken, kinderen op den arm hunner moeder, niet de minste reden bestond of kon uitgevonden worden om al die onnoozelen en onschuldigen te straffen vermits zij niets ten huune laste hadden. Het Vaderland on de H. Kerk zal ze nooit vergeten. Het menschdom ook nioet ze in dachtig blijven want bet moet rechtveerdig- beid eischen. Gelukkige landgenooten, man nen. vrouwen, kinderen, gij die vielt voor God e i Vaderland ten tijde dier ongeluks- 52® Vervolg. ZESTIENDE HOOFDSTUK In da Welkomst Louis de landbouwer had tevergeefs be proefd om Judas en de Parijzenaar in han den van dc politie tc krijgen. Na de twee booswichten te vergeefs eenige stralen vervolgd te hebben zonder dat hij een polil edienaar zag, oordeelde hij het raadzaam terug te keeren, omdat de weg welken de twee schelmen volgden steeds minder om minder verlicht was. Hij bleef nog altijd te Darijs, in de hoop om Kngeline terug te vinden, haar zijn hij stand en hulp aari te bieden. Maar waar moest hij haar zoeken Hij had alles beproefd om haar te vinden, maar geen spoor ontdekt. En toch bevond Éngeline rich te Parijs, dat wist hij door haar brief. In deze huizen- en straten-zee is hel eene onmogelijkheid om een mensch te vinden, wiens woonplaats men niet nauwkeurig kent, of een gelukkig toeval moet helpen, en daar op scheen Louis te hopen, terwijl hij tegen den avond weder door de straten liep. Er was veel gebeurd en Louis had wel den samenhang gevonden, daar Engeline nooit den graaf als haren vader had willen erken nen en liefhebben, maar hij wilde nu toch gaarne uit haar eigen mond alles hooren, en haar verzekeren dat hij zijne wil om haar te bescherihen door het proces en de veroordee- dagen, uw onschuldig bloed moet uwe ziel gezuiverd hebben, doch mocht ge nog lijden in het tijdelijk zuiveringsoórd van hierna maals, we zpllen ons met dézë verjaardagen verhaasten li allen door onze inmgë gods vrucht ter hulpe te snellen. Dus gedenken wij die zielen in onze gebeden HH. Misoffers, HÉL Comnuiniën en gftede werken. Aanwerving van ingenieurs, Elf b?dieningen van ingenieurs zijn te be geven bij het Beheer van Telegrafen en Tele fonen. De candidaten moeten' drager zijq van het' bekrachtigd diploma van burgerlijk mijn ingenieur en van het diploma van electro- ingenieur. Zij worden als stagedoener aangeworven tegen 6,500 fr. plus een jaarlijkse tie techni sche vergoeding van 1250 fr. als aanvangs- cijfer voorts genieten zij van een duurtetoe- slag en van standplaats- en gezinsvergoedin gen, evenals van gebeurlijke reiskosten. Na een jaar goeden dienst worden de ingenieurs stage-doeners voorgoed benoemd met eene loonsverhooging van 600 frs. behoudens voormelde vergoedingen. De keus onder de candidaten geschiedt overeenkomstig de bepalingen der wet van 3 Augustus 1919 (Staatsblad van 8 Augustus 1919). Ouderdomsgrcns 31 jaar 34 jaar voor de candidaten die van Art. 8 van voor melde wet kunnen genieten. De aanvragen hoeven uiterlijk op 1 Ja nuari 1921 bij den Minister van Spoorwe- wegen, Zeewezen, Posterijen en Telegrafen in te komen. Het vervoer van automobielen over Oostende-Dover Het Beheer van Zeewezen heeft de noodige schikkingen getroffen met het oog op het vervoer van automobielen aan boord van de paketbooten der lijn Oostende-Dover. Eene stoomkraan is reeds opgesteld op den lan dingsteiger te Oostende (Kaai) om het lossen dezer voertuigen te verzekeren eene tweede kraan wordt er eerlang geplaatst. Het Beheer van Zeewezen heeft ook ba- chen aangekocht om de automobielen tijdens den overtocht te bedekken. De kranen waarvan spraak zullen het laden en lossen van het reisgoed, de postzakken en collis van allen aard welke op onze paketboo ten ingescheept worden, zeer vergemakke lijken en bespoedigen. Vreeselijk Motocycle ongeluk TE ST. GILLIS Een doode en twee gekwetsten. Gisteren nacht omstreeks half twee, had op de Fonsnylaan, te St. Gillis een zwaar ongeluk plaats. Een door den heer Karei Veber bereden motorfiets bolste met geweld op een huurauto aan den hoek der Koning en Fonsnylanen. Veber wonende Antwerp, sohesteenweg, 23, zijn vriend Gheude, Van Volxeralaam, 33, en dezes echtgenoote, die in het zijspan had gplaats genomen, werden ten gronde geslingerd. Eerstgenoemde werd met gebroken schedel opgenomen en moest dadelijk naar het hospitaal worden overgebracht. De echtgenoolen Gheude liepen wel is waar ernstige verwondingen op, doch kon den huiswaarts keeren. I)e motor |werd ver nield. Het ongeluk moet worden toegeschre ven aan onvoorzichtigheid uit het eerste onderzoek blijkt dal Veber in volle vaart den hoek der Koning- en Fonsnylanen wilde voorbij rijden. Ondanks de beste zorgen is de onvoorzich tige motocyclist aan zij ue verwondingen be zweken. EgA AR LOURDES PARIJS, 6 September, 8 ure 's avonds. IJet regent altijd voort. Waarlijk slecht weder, 't Geeft er niets aan, iedereen is meer dan te vreden. Nu is het om doen naar de franschen grens. De Nord Beige voert ons naar Feignies over Quévy, waar we juist op uur aanko men. Het tol is niet streng en de luitenant der douanen is een. zeer beleefd man en uiterst inschikkelijk. De zieken blijven in hun wagens en moeten niet af. Feignies statie werd door de moffen plat gebrand in 1918 bij den aftocht. Te Quévy vocht men hevig en rond Feignies, ook in ?t binnenkomen en 't optrekken naar de Marne. De regen vermindert wanneer wij 't gekende Haumont bereiken dat deerlijk toegetakkeld werd bij de beschieting van Maubeuge. Van hier af begint de verwoes ting van 't Fransch Noorden, doch het fran- sche front is zoo erg niet gesteld dan 't Bel gische Yper- en Yzerfront. Vele huizen en fabrieken ziet men nog bouwvallig en gehavend. Obusputten be merkt men nog. Nochtans de landbouw heeft hier meer vooruitgang gedaan dan in Vlaan deren. 't Fransch gouvernement hielp mede. We vliegen Landreciqs, Le Cateau, Bu- signy, Bohain voorbij. In Le Cateau werkten onze opgeëischten voor den Duilsch tegen heug en meug. Te Saint Quentin waar we nu aankomen en eenige minuten stilstand genieten is er veel schade. De kerken zijn in puinen geschoten. Doch Tetgnier wat verder is heeléraaal plat. Hier is ons werkvolk van 't Aalstersche aan den arbeid. Channy, Noyon, Ourscamp viaar men schrikkelijk vocht, bestaan bijna niet meer. Puinen volgen puinen op. Kerkjes der streek, oude monumenten zijn stuk geschoten. De streek is hier weinig bevolkt. Nu rollen we GO kilometers per uur en komen eindelijk te Compiègne. In 1914 voor den slag der Marne kwamen de Duitschers tol bier en verder. Doch na 9 September 14, trokken zij achteruit en de bezetting eindigde. Nochtans in 1918 nader den zij de stad op 2 kilomeiers en berokken den haar redelijk veel schade. Schoone stad die we verlaten oru voort te bollen naar Creil en Chantilly. Wg bewonderen in 't voorbij gaan de bosschen en de steengroeven van St-Maximin. We zijn thans in de omstreken van Parijs en zien van verre den Eiftëltoren. Prachtige tarwevelden strekken zich op dc hoogvlakten uit. De groenselhoven zijn talrijk. St Denis snoeren we voorbij en staan in voorstad Lachapelle. De groote buitenlanen van Parijs worden bewonderd, de hooge huizen ook. Donker, helledonker in de menig vuldige tunnels van den panjschen omtrek, 't Wordt stillekens aan avond en de lichten worden aangestoken. De spoorwegbedienden zijn hier uiterst beleefd omcigaretten te bede len. De regen is volkomen over en de trein- geleider kondigt ons aan dat het sinds meer dan eene maand niet meer boven Parijs ge regend heeft. Na wat dobbering en wachten trekt dezelf de machien die ons van Bergen naar hier bracht de overgvoote en welingerichte statie van Austerlitz of der Compagnie Parijs- Orleans binnen. Hier hebben we een uurtje om ons te ver- frisschen en een lekker glasje bier te drinken. Van nu af zal men pinard mogen proeven want verder op is het hoppebier in Zuider Frankrijk onbekend. Te Buvigny zagen we schoone hoppe staan. De zieken blijven in de wagons en stellen het opperbest. De ongeneesbaren hebben de meeste hoop op genezing of verbetering. In alle geval komen ze versterkt naar huis. Niet het minste ongeval gebeurde tot hier toe. Al de pelgrims zonder uitzondering zijn overconient en uiterst gelukkig. Men zingt, men bidt, men vertelt eene klucht, men eet, mendrinkt,raen rookt... gesmokkelden tabak. 9.42 u. 's avonds, vertrekt men uit Parijs, men zal van hier tot Bordeaux, meer dan 123 uren ver, de nachtexpress Paris-Rordeanx voorrijden. Ge moogt zeker zijn dal ze bollen en rollen met zulke krachtige lokomotief. 't Gaat langs Elampes, Orleans, Amboise, Tours, Chatellerault naar Poitiers. Altijd op uur blijven we maar 3maal stilstaan voor o minuten om een luchtje te scheppen. 't Is hier 't beste weder van de wereld. Men slaapt welhaast in na wel geavondmaald en gebeden te hebben'. De gezelligheid bestaat reeds onder de bedevaarders, men beeft kennis gemaakt en men drukt aan M. Cercelet, aan E. H. De Witte, bestuurder aan de heeren van 't Comi- teitzijndank uit en men roept van nu af: «Tot le naaste jaar.»Met zoo eene bedevaart gaan we nog mee. Godsvrucht en aangenaamheid gaan er samen en maken ons vredig en vreugdig. Halte-la laat ons slapen want m de directie waar de gros bonnels zitten, die omtrent een jaar lang de bedevaart voorbereidden kruipen ze onder hun reizigerssargie. Eere en dank aan onze twee menschlieven- de doctoors de heeren Schelfhout vanJAalet en Cobbaert van Oultre. Van onze ziekendiensters 6preken we niet, hun zelfopoffering is gekend. Wie ligt er daar in den gang te slapen op de harden grond Zwijg een gekruiste, een gewezen frontsoldaat, 't Soldatenleven zit er nog in en hij houdt ook van boetveerdigheid Leve O. L. Vrouw van Lourdes 0. L. Vrouw van Lourdes bidt voor ons Slaapt wel en tot morgen uit Bordeaux Matig Dreigende staking fn 't vooruitzicht E?nige dagen geleden hielden de mijnwer kers, van Boussu en omstreken eennlgemeene vergadering tijdens dewelke besloten werd de onmiddelijke samenstelling van 8 uren- ploegen en 25 t. h. loonsverhooging te eischen. De beweging heeft nu ook de andere mijnencentra van de Borinage aangetast en reeds werden, op verscheidene plaatsen, de vooragaandclijke waarschuwingen ingediend. Een vergadering van afgevaardigden der mijnwerkers vereenigingen van de Borinage zal binnenkort bijeengeroepen worden om over een besluit lot staking te beslissen. ling baars vaders tot de galeien-niet veran derd was haar bij elke voorkomenden slrijd trouw ter zijde te staan. Met deze gedachten vervuld, ging Louis tegen den avond door de straat Sint Denis en kwam in de nabijheid van den legenwoor- digen boulevard Sint Denis waar in dien tijd een poort stond. In de omgeving van do poort bevonden zich boomgroepen en in de schaduw er van, sieenen banken. Louis wilde een weinig rusten, liep naar een bank en ging er op zitten. Hij was nauwelijks gezeten toen een tweede gast de bank nadarde, om er op plaats te nemen. Deze gast wekte door zijne zonderlinge verschijning, voornamelijk door zyn geheel bruin gewaad de aandacht van Louis, die het onooglijke mannetje onwillekeurig aanzag cn moD sierde. De kleine man zag er uit .als een welgesteld maar zeer nauwkeurige, spaarzame rentenier. Daarbij verried zijne kleeding toch eene ze kere welgesteldheid en voor alle dingen de grootste netheid. Hij droeg een bruine rok, broek en vest van dezelfde kleur en over den arm een recht elegante overjas, van dezelfde bruine stof, een hoogen hoed cn bruine liand- schoenen. Zijn gezicht deed zien, dat "hij 'niet meer jong was en tot de goede, welgestelde, beschaafde klasse behoorde. Hij had geen baard, en had een zekeren go'edhaardigen trek bij kennelijke nieuwsgierigheid of hel verlangen om iets te doorgronden, misschien had hij ook belang bij allerlèi nieuws. Het bruine mannetje wenschte Louis een goeden avond en plaatste zich aan het andere einde van de bank. Het bruine mannetje vond spoedig gelegen heid, om met den pachter een gesprek aan te knoopen. Ik let gaarne op deze drukte, zeide de zonderlinge heer, ik zou mogen zeggen, ik bestudeer het leven hier en ik versmaad hot niet, om beschouwingen en kennis te verza melen in de diepste spelonken En zijt gij bij die bezoeken en beschou wingen nooit in gevaar geraakt vroeg Louis verbaasd. Ontelbare zeide de kleine spraakzame heer, maar dat houdt mij niet terug. Ik dring gaarne in de geheimzinnigste toestanden en moet u verzekeren, dat ik daar reeds dingen heb leeren kenneu, die mijne bemoeiingen en de gevaren, waaraan ik mij blootstelde, rijk hebben beloond. Het Bruine mannetje scheen in dit oogen- blik, terwijl hij nog met Louis sprak en de zen in den loop van bet gesprek verzocht, om liera eens bij zijne tochten te begeleiden, op een persoon opmerkzaam te worden, die tot de verkoopsters behoorde, die aan de voorbij gangers bloemen, vruchten en dergelijke zaken aanboden. De vrouw droeg een klein mandje aan den arm. Zij had eeh zwarten él uier om het hoofd geslagen. Zaj droeg een donker, oud kleed en een geklèurd zijden doek om de schoii- dei's. £iet k'ij bijvoorbeeld die bloemenver koopster daar, zeide het bruine heertje.tegen Een oorlogsverminkte verpletterd. De 30 jarige oorlogsinvalide Emiel Van de Auwera. wonende I.iersclien steenweg, le Kathelijne-Waver, bevond zich Dinsdag na- middag, 4 uur, te Keerbergen, nabij de grens- scheiding van Rijmenam. Hij had omtrent 4000 tg. aardappelen geladen. Op den straatweg geltomen geraakte de zwaar geladen wagen in bet tand en geen middel om er bem uit te krijgen. Twee paarden werden er nog voorgespan nen, gedienstige personen kwamen toegeloo- pen, 'om een handje toe te 6teken. Met vereenigde krachten kreeg men den wagen toch uit liet zand, maar op het oogen- blilc, dat hij aan 't rijden ging, hoorde men een schrillen kreet. Van der Auwera, waarschijnlijk uitgescho ven, was onder de wielen van het zwaar gespan geraakt en werd over den rug gere den en de borstkas ingedrukt. De dood moet oogenblikkelijk geweest zijn. Het parket van" Mechelen is Woensdag tnorgend ter plaatse geweest, om een onder zoek in te stellen. EENE FLAUWE GRAP Oe geschiedenis der 4500 krijgsgevan genen in Duitsohland Onlangs meldden wij dat zekere Vertongen uit Antwerpen, aan het gerecht verklaarde uit Duitschland te zijn ontvlucht, waar nog 4500 Belgische gevangenen waren opge-' sloten Wij lieten tevens ae onwaarschijnlijk heid van het bericht uitkomen. Uit het onderzoek blijkt nu dat de Antwer penaar doodeenvoudig gepoogd heeft liet gerecht te misleiden om zich zelf te redden. Inderdaad Vertongen werd nooit door de Duitschers gevangen genomen, doch deser teerde bij den aanvang van den oorlog. Het laatste Poolsch legerbericht. Uit Warschow wordt op 8 September ge meld Sinds twee weken is de toestand onver anderd op geheel de uitgestrektheid van het front, van aan den oorsprong der Boug, in den omtrek van Busk, tot aan de bocht van Niemen, tegenover Grodno. De Polen hebben thans versterkte stellingen bezet, welke nage noeg overeenstemmen met de Curzonlijn. De gevechten in de laatste dagen geleverd en welke aanleiding gaven tot de vernieling van verscheidene regimenten van bet legér, van Budieny, lieten toe ook in Oost-Galicip een front op te richten, dat voldoende be schermd is tegen de nieuwe ondernemingen der rood® ruiterij. Er zijn geen ^vijandelijke afdeelingen meer ten Zuiden en ten Westen der lijn Dniester- Grula Lipa-Boug. Enkel, ten Oosten van Rohatyn en Busk in Oosl-Galicië zijn er nog roode troepen. Daar de Lithuanen onverhoeds onze troepen welke Suwallii en Sjeni genomen hadden, aanvielen hebben onze troepen zich terugge trokken in de richting van Augustow ten einde met de Lithuanen niet te moeten in' strijd komen. De Lithuanen vielen evenwel toch onze achterhoede aan. De Polen bepaal den er zich bij de aanvallers af te slaan. Onze troepen bevinden zich thans aan di Poolsch-Lithuaansche grens. Gematigder Eischen. Het Parijzer Journal des Débals stelt met genoegen vast dat het Poolsch- Lithuaansch geschil weldra zal bijgelegd zijn, daar het Poolsch gouvernement de Poolsch® Nationalisten die volstrekt het distrikt van Vilna wilden inlijven, aan 't verstand heeft- kunnen brengen, dat zulks niet kan zijR. Het zonderlinge in deze kwestie is, dat. Vilna, alhoewel gansch in Lithuaansch ge bied liggende, eene door en dooa Poolsche stad is. Het is dus verre wenschelijker, dat df Polen trachten met de Lithuanen goed over een te komen Zoodoende zal men verdei geraken dan met twisten en dreigen. Bolschewistische grootspraak. Uil Londen wordt gemeld M. Tchitcherine antwoordende op de nota van M. Balfour, verklaart dat het Eogelsch gouvernement slecht ingelicht is geworden, daar er geene verandering is gebeurd in den' militairen toestand. Deze is enkel in eene bijzondere krijgsver richting mislukt en heeft enkel voor gevolg gehad, de eindzege van het Bolsjewistisch leger eenigzins te verdagen. De nota voegt er bij, dat de sterkte van bet Bolsjewistisch in vergelijking met die van het Poolsch leger overwegend ia en dat, vermits Engeland drie weken geleden herkende dat de roode troe pen de rechten van den overwinnaar had, ei nu geen reden was, om die zienswijze te ver anderen. De nota zegt ook nog-, dat Ence- hem, bemerkt gij haar, mijnheer Zij biedt juist een heer hare rozen aan. Meent gij de vrouw van den zwarten sluier om het hoofd vroeg Louis. Ja. Ik let reeds geruimen tijd op haar, ging het bruine mannetje voort zij was roeger ergens anders, nu zoekt zij haar heil in hare rozen. Verschoon mij dal ik mij in het gesprek meng, zeide een persoon die juist op de bank had plaats genomen. Hebt gij deze dame reeds meermalen gezien Neen, ik zie haar heden voor de eerste maal, antwoordde het bruine mannetje. Ik ken haar ook niet, ik weet alleen dat zij in mijne nabijheid woont. Hoe heet zij danvroeg het bruine heertje. Dat kan ik u niet zeggen, zeide de on bekende, die zooeven op de bank bad plaats genomen, zij heeft noch vader noch moeder, het is jammer van haar, wnut als zij niet spoedig redding vindt, dan zinkt zij in het verderf. Het bruine mannetje werd steeds opletten der, terwijl langzamerhand de duisternis viel. Waar is zij gebleven Zij is plotseling verdwenen, zeide het bruine mannetje nieuws- gierig en stond op, om met de oogen naar de bloemenverkoopster te zoeken. Ook Louis stond open zag naar alle kanten. Het wordt donker, meende de man die het laats plaats had genomen, nu gaat zij met hare rozen van het eene wijnhuis naar bet andere, om ze aan de goedgeluimde drinkers te vérkoopen, en dat zij daarbij niet beter wordt, bewijst het best de omstandigheid, dat zij dan snachts met de rest harer bloemen de spelonken opzoekt. Ik trof haar onlangs zeer toevallig, toen ilc nog laat door de voor stad Saint Martin kwam, en door dorst ge plaagd in een herberg ging en daar hoorde ik, dat zij daar bijna eiken nacht komt, oui te verkoopen. Mag ik u verzoeken, ons eens naar die herberg te brengen, waarin de bloemeRver- koopster te vinden is, zeide het bruin man netje, en zich tot Louis wendende vervolgde hij, indien gij wilt kunt gij mij vergezellen. Iksluit mij gaarne bij u aan, antwoord* de Louis. De slager haalde een oud groot horloge uil zijn zak, en zag er op. De onbekende leidde Louis en het bruine mannetje al pratende verder. Hij lachtte ver genoegd, daar hem de vangst van het bruine heertje gemakkelijker en vlugger was gelukt, dan hij zelf had geloofd. Niet gelegen kwam het hem, dat Louis medeging, maar hij dacht dat het aan zijne genooten in de Welkomsl wel zou gelukken, hem te verwijderen. Hel bruine mannetje volgde de verlokking naar het scheen als een blinde. Terwijl de onbekenden met de hem vol genden zich naar den spelonk der voorsta l St-Martin begaf, was de bloemenverkoopstcr de spelonk reeds binnengetreden, waarin zich thans niemand dan de Spanjaard Gaspinaro en de Parijzenaar Sanspcur bevonden. De Parijzenaar had voor dezen avond de ro! van kastelein op zich genoinen, omdat Judas ziek in de kamer lag- ('tYerv 1

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1