Oestrijd om vijf millioen
10
De Bedevaart der Denderstreek
üe PoolSGli-Rnssische oorlog..
Vrijdag
Sept. 1920
Ministerie van Spoorwegen.
In het Waalsche Mfjngeblefl
Doodelijk ongeluk te Keerbergen
XXVI' JAARGANG NUMMER 202
parkstraat, 9 en §8, Aalst. - Tel. 114- DAGBLAD - 7 CENTIEMEN - Uitgaver: J. Van Ndpfel-Db Gerdt
Publlclt.lt bulten het Arrdndissemanl Aalst, zich te wenden tot Rat AgeutacLap Havas,8, Martelaarplein, Ie Brussel8, Place de la Bourse, Par ij 3 en 6, Bream b Building. LondregE/l.U
H. Nioolaus
Zpn op 5,32, onder 6,22
Nieuwe Maan den 12
Gedenken wij die dagen nog Thans dat
Polen die zooveel leed van wè&e de overwel
digers verlost werd, zuilen we zooveel te
beter met onze gedachten zes jaren achteruit
schuiven om nog een blik te werpen op de
droeve en alles terneer werpende (jagen waar
op eens een trotsche en bloeddorstige vijand
dos land overrompelde en overal wanorde,
onvrede en ongeluk zaaide.
De treurige verjaardagen van 1914 zijn
aangebroken en moeten herdacht worden.
Wie zal ooit vergeten de laatste dagen der
Auguslimaand, het begin en liet einde der
wreede Septembermaand en dan October
met zijne moorderijen en slachtingen, op
weg van en aan den Yzer.
Die herinneringen moeten nog eens en
immer levendig voorkomen, want velen heb
ben gauw het onderstane leed vergeten en
vieren feest op feest dan wanneer Jreurnis
ons beter zoude staan en stemmen.
Godvruchtige en dankbare hulde, eerbiedi
ge groeten aan de onschuldige slachtoffers en
de zoo moedige strijders van het begin des
oorlogs.
Nog eens te meer ons voor de oogen en
den geest getooverd dat aan stukken schieten
dat uitbranden, die geslagene, geroofde,
geplunderde en verwoeste streken, waar de
moorderijen en de slachtingen met wreede
ontvoeringen van burgers plaats grepen.
Bij den inval zien wij branden en uitmoor
den of verbannen, Bastice, Herstal, Visé en
andere dorpen van 't Luiksche te lang om
te melden, 't Zuiden van Luxemburg met
Rossignol, Tintigny, Etalle, Ethe en meer
«ndere plaatsen werd erg geteisterd en een
groot getal der inwoners voor den kop ge
schoten.
Aerschot en Leuven Dinant en Tamines
Andenne en Louveigné Dendermonde en
Lebbeke zonder melding van mindere dorpen
in Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen te
maken, betaalden eenen schrikkelijken tol
aan de roof- brand- en bloedzuchtige moffen.
Rond Bergen en Charleroi zat het in die
dagen ook niet pluis. Te Pèronnes bij Binche
werd burgemeester Gravis en zijn knecht
met nog andere mannen gemarteld en ge
dood.
Burgers werden doodgeschoten, kinderen
geslacht, vrouwen onteerd en ook wel enkele
van 't leven gebracht te Schaffen, Campen-
hout, Herent, Thildonck, Wespelaer, Ep-
peghem, Sempss, Blieken enz.
Geestelijken Belgie door, werden geslagen-
beschuldigd, gegeeseld, dagen en nachten
ïar.g gefolterd en velen onder hen eindelijk
voor den kop geschoten,
Aalst en omstreken weet er ook genoeg
van te spreken. Mag men zou gauw zijn
liuilgenooten, vrienden, kennissen, dorp- of
stadgenooten vergelenHoeveel menschen
stierven niet nadien van schrik, vrees en
angst
Rousselaere en Sladen in West-Vlaand.
Radizeele en Eessen, Zaïren en Handzaeme
Rikmuiden en de Yzerboorden zoowel als
Wuasten en Comen en de Leieoevers betreu
ren mannen in den bloei der jaren onschul
dig door de Duilsche kogels weggemaaid.
Als zoogezegde vrijschutters kwamen om
ouderlingen, bedlegerige zieken, kinderen
op den arm hunner moeder, niet de minste
reden bestond of kon uitgevonden worden
om al die onnoozelen en onschuldigen te
straffen vermits zij niets ten huune laste
hadden.
Het Vaderland on de H. Kerk zal ze nooit
vergeten. Het menschdom ook nioet ze in
dachtig blijven want bet moet rechtveerdig-
beid eischen. Gelukkige landgenooten, man
nen. vrouwen, kinderen, gij die vielt voor
God e i Vaderland ten tijde dier ongeluks-
52® Vervolg.
ZESTIENDE HOOFDSTUK
In da Welkomst
Louis de landbouwer had tevergeefs be
proefd om Judas en de Parijzenaar in han
den van dc politie tc krijgen.
Na de twee booswichten te vergeefs eenige
stralen vervolgd te hebben zonder dat hij een
polil edienaar zag, oordeelde hij het raadzaam
terug te keeren, omdat de weg welken de
twee schelmen volgden steeds minder om
minder verlicht was.
Hij bleef nog altijd te Darijs, in de hoop
om Kngeline terug te vinden, haar zijn hij
stand en hulp aari te bieden.
Maar waar moest hij haar zoeken Hij
had alles beproefd om haar te vinden, maar
geen spoor ontdekt. En toch bevond Éngeline
rich te Parijs, dat wist hij door haar brief.
In deze huizen- en straten-zee is hel eene
onmogelijkheid om een mensch te vinden,
wiens woonplaats men niet nauwkeurig kent,
of een gelukkig toeval moet helpen, en daar
op scheen Louis te hopen, terwijl hij tegen
den avond weder door de straten liep.
Er was veel gebeurd en Louis had wel den
samenhang gevonden, daar Engeline nooit
den graaf als haren vader had willen erken
nen en liefhebben, maar hij wilde nu toch
gaarne uit haar eigen mond alles hooren, en
haar verzekeren dat hij zijne wil om haar te
bescherihen door het proces en de veroordee-
dagen, uw onschuldig bloed moet uwe ziel
gezuiverd hebben, doch mocht ge nog lijden
in het tijdelijk zuiveringsoórd van hierna
maals, we zpllen ons met dézë verjaardagen
verhaasten li allen door onze inmgë gods
vrucht ter hulpe te snellen.
Dus gedenken wij die zielen in onze gebeden
HH. Misoffers, HÉL Comnuiniën en gftede
werken.
Aanwerving van ingenieurs,
Elf b?dieningen van ingenieurs zijn te be
geven bij het Beheer van Telegrafen en Tele
fonen.
De candidaten moeten' drager zijq van het'
bekrachtigd diploma van burgerlijk mijn
ingenieur en van het diploma van electro-
ingenieur.
Zij worden als stagedoener aangeworven
tegen 6,500 fr. plus een jaarlijkse tie techni
sche vergoeding van 1250 fr. als aanvangs-
cijfer voorts genieten zij van een duurtetoe-
slag en van standplaats- en gezinsvergoedin
gen, evenals van gebeurlijke reiskosten. Na
een jaar goeden dienst worden de ingenieurs
stage-doeners voorgoed benoemd met eene
loonsverhooging van 600 frs. behoudens
voormelde vergoedingen.
De keus onder de candidaten geschiedt
overeenkomstig de bepalingen der wet van 3
Augustus 1919 (Staatsblad van 8 Augustus
1919). Ouderdomsgrcns 31 jaar 34 jaar
voor de candidaten die van Art. 8 van voor
melde wet kunnen genieten.
De aanvragen hoeven uiterlijk op 1 Ja
nuari 1921 bij den Minister van Spoorwe-
wegen, Zeewezen, Posterijen en Telegrafen
in te komen.
Het vervoer van automobielen over
Oostende-Dover
Het Beheer van Zeewezen heeft de noodige
schikkingen getroffen met het oog op het
vervoer van automobielen aan boord van de
paketbooten der lijn Oostende-Dover. Eene
stoomkraan is reeds opgesteld op den lan
dingsteiger te Oostende (Kaai) om het lossen
dezer voertuigen te verzekeren eene tweede
kraan wordt er eerlang geplaatst.
Het Beheer van Zeewezen heeft ook ba-
chen aangekocht om de automobielen tijdens
den overtocht te bedekken.
De kranen waarvan spraak zullen het laden
en lossen van het reisgoed, de postzakken en
collis van allen aard welke op onze paketboo
ten ingescheept worden, zeer vergemakke
lijken en bespoedigen.
Vreeselijk Motocycle ongeluk
TE ST. GILLIS
Een doode en twee gekwetsten.
Gisteren nacht omstreeks half twee, had
op de Fonsnylaan, te St. Gillis een zwaar
ongeluk plaats. Een door den heer Karei
Veber bereden motorfiets bolste met geweld
op een huurauto aan den hoek der Koning
en Fonsnylanen. Veber wonende Antwerp,
sohesteenweg, 23, zijn vriend Gheude, Van
Volxeralaam, 33, en dezes echtgenoote, die
in het zijspan had gplaats genomen, werden
ten gronde geslingerd.
Eerstgenoemde werd met gebroken schedel
opgenomen en moest dadelijk naar het
hospitaal worden overgebracht.
De echtgenoolen Gheude liepen wel is
waar ernstige verwondingen op, doch kon
den huiswaarts keeren. I)e motor |werd ver
nield. Het ongeluk moet worden toegeschre
ven aan onvoorzichtigheid uit het eerste
onderzoek blijkt dal Veber in volle vaart den
hoek der Koning- en Fonsnylanen wilde
voorbij rijden.
Ondanks de beste zorgen is de onvoorzich
tige motocyclist aan zij ue verwondingen be
zweken.
EgA AR LOURDES
PARIJS, 6 September, 8 ure 's avonds.
IJet regent altijd voort. Waarlijk slecht
weder, 't Geeft er niets aan, iedereen is meer
dan te vreden. Nu is het om doen naar de
franschen grens.
De Nord Beige voert ons naar Feignies
over Quévy, waar we juist op uur aanko
men. Het tol is niet streng en de luitenant
der douanen is een. zeer beleefd man en
uiterst inschikkelijk. De zieken blijven in
hun wagens en moeten niet af.
Feignies statie werd door de moffen plat
gebrand in 1918 bij den aftocht.
Te Quévy vocht men hevig en rond Feignies,
ook in ?t binnenkomen en 't optrekken naar
de Marne. De regen vermindert wanneer wij
't gekende Haumont bereiken dat deerlijk
toegetakkeld werd bij de beschieting van
Maubeuge. Van hier af begint de verwoes
ting van 't Fransch Noorden, doch het fran-
sche front is zoo erg niet gesteld dan 't Bel
gische Yper- en Yzerfront.
Vele huizen en fabrieken ziet men nog
bouwvallig en gehavend. Obusputten be
merkt men nog. Nochtans de landbouw heeft
hier meer vooruitgang gedaan dan in Vlaan
deren. 't Fransch gouvernement hielp mede.
We vliegen Landreciqs, Le Cateau, Bu-
signy, Bohain voorbij.
In Le Cateau werkten onze opgeëischten
voor den Duilsch tegen heug en meug.
Te Saint Quentin waar we nu aankomen en
eenige minuten stilstand genieten is er veel
schade. De kerken zijn in puinen geschoten.
Doch Tetgnier wat verder is heeléraaal plat.
Hier is ons werkvolk van 't Aalstersche
aan den arbeid.
Channy, Noyon, Ourscamp viaar men
schrikkelijk vocht, bestaan bijna niet meer.
Puinen volgen puinen op. Kerkjes der streek,
oude monumenten zijn stuk geschoten. De
streek is hier weinig bevolkt. Nu rollen we
GO kilometers per uur en komen eindelijk te
Compiègne.
In 1914 voor den slag der Marne kwamen
de Duitschers tol bier en verder. Doch na
9 September 14, trokken zij achteruit en de
bezetting eindigde. Nochtans in 1918 nader
den zij de stad op 2 kilomeiers en berokken
den haar redelijk veel schade. Schoone stad
die we verlaten oru voort te bollen naar Creil
en Chantilly. Wg bewonderen in 't voorbij
gaan de bosschen en de steengroeven van
St-Maximin. We zijn thans in de omstreken
van Parijs en zien van verre den Eiftëltoren.
Prachtige tarwevelden strekken zich op dc
hoogvlakten uit. De groenselhoven zijn
talrijk.
St Denis snoeren we voorbij en staan in
voorstad Lachapelle. De groote buitenlanen
van Parijs worden bewonderd, de hooge
huizen ook. Donker, helledonker in de menig
vuldige tunnels van den panjschen omtrek,
't Wordt stillekens aan avond en de lichten
worden aangestoken. De spoorwegbedienden
zijn hier uiterst beleefd omcigaretten te bede
len. De regen is volkomen over en de trein-
geleider kondigt ons aan dat het sinds meer
dan eene maand niet meer boven Parijs ge
regend heeft.
Na wat dobbering en wachten trekt dezelf
de machien die ons van Bergen naar hier
bracht de overgvoote en welingerichte statie
van Austerlitz of der Compagnie Parijs-
Orleans binnen.
Hier hebben we een uurtje om ons te ver-
frisschen en een lekker glasje bier te drinken.
Van nu af zal men pinard mogen proeven
want verder op is het hoppebier in Zuider
Frankrijk onbekend. Te Buvigny zagen we
schoone hoppe staan.
De zieken blijven in de wagons en stellen
het opperbest. De ongeneesbaren hebben de
meeste hoop op genezing of verbetering. In
alle geval komen ze versterkt naar huis.
Niet het minste ongeval gebeurde tot hier
toe. Al de pelgrims zonder uitzondering zijn
overconient en uiterst gelukkig. Men zingt,
men bidt, men vertelt eene klucht, men eet,
mendrinkt,raen rookt... gesmokkelden tabak.
9.42 u. 's avonds, vertrekt men uit Parijs,
men zal van hier tot Bordeaux, meer dan 123
uren ver, de nachtexpress Paris-Rordeanx
voorrijden. Ge moogt zeker zijn dal ze bollen
en rollen met zulke krachtige lokomotief.
't Gaat langs Elampes, Orleans, Amboise,
Tours, Chatellerault naar Poitiers. Altijd op
uur blijven we maar 3maal stilstaan voor
o minuten om een luchtje te scheppen. 't Is
hier 't beste weder van de wereld. Men slaapt
welhaast in na wel geavondmaald en gebeden
te hebben'.
De gezelligheid bestaat reeds onder de
bedevaarders, men beeft kennis gemaakt en
men drukt aan M. Cercelet, aan E. H. De
Witte, bestuurder aan de heeren van 't Comi-
teitzijndank uit en men roept van nu af: «Tot
le naaste jaar.»Met zoo eene bedevaart gaan
we nog mee. Godsvrucht en aangenaamheid
gaan er samen en maken ons vredig en
vreugdig.
Halte-la laat ons slapen want m de directie
waar de gros bonnels zitten, die omtrent een
jaar lang de bedevaart voorbereidden kruipen
ze onder hun reizigerssargie.
Eere en dank aan onze twee menschlieven-
de doctoors de heeren Schelfhout vanJAalet en
Cobbaert van Oultre. Van onze ziekendiensters
6preken we niet, hun zelfopoffering is gekend.
Wie ligt er daar in den gang te slapen op
de harden grond Zwijg een gekruiste, een
gewezen frontsoldaat, 't Soldatenleven zit er
nog in en hij houdt ook van boetveerdigheid
Leve O. L. Vrouw van Lourdes
0. L. Vrouw van Lourdes bidt voor ons
Slaapt wel en tot morgen uit Bordeaux
Matig
Dreigende staking fn 't vooruitzicht
E?nige dagen geleden hielden de mijnwer
kers, van Boussu en omstreken eennlgemeene
vergadering tijdens dewelke besloten werd
de onmiddelijke samenstelling van 8 uren-
ploegen en 25 t. h. loonsverhooging te
eischen. De beweging heeft nu ook de andere
mijnencentra van de Borinage aangetast en
reeds werden, op verscheidene plaatsen, de
vooragaandclijke waarschuwingen ingediend.
Een vergadering van afgevaardigden der
mijnwerkers vereenigingen van de Borinage
zal binnenkort bijeengeroepen worden om
over een besluit lot staking te beslissen.
ling baars vaders tot de galeien-niet veran
derd was haar bij elke voorkomenden slrijd
trouw ter zijde te staan.
Met deze gedachten vervuld, ging Louis
tegen den avond door de straat Sint Denis
en kwam in de nabijheid van den legenwoor-
digen boulevard Sint Denis waar in dien tijd
een poort stond.
In de omgeving van do poort bevonden
zich boomgroepen en in de schaduw er van,
sieenen banken.
Louis wilde een weinig rusten, liep naar
een bank en ging er op zitten.
Hij was nauwelijks gezeten toen een tweede
gast de bank nadarde, om er op plaats te
nemen.
Deze gast wekte door zijne zonderlinge
verschijning, voornamelijk door zyn geheel
bruin gewaad de aandacht van Louis, die het
onooglijke mannetje onwillekeurig aanzag cn
moD sierde.
De kleine man zag er uit .als een welgesteld
maar zeer nauwkeurige, spaarzame rentenier.
Daarbij verried zijne kleeding toch eene ze
kere welgesteldheid en voor alle dingen de
grootste netheid. Hij droeg een bruine rok,
broek en vest van dezelfde kleur en over den
arm een recht elegante overjas, van dezelfde
bruine stof, een hoogen hoed cn bruine liand-
schoenen. Zijn gezicht deed zien, dat "hij 'niet
meer jong was en tot de goede, welgestelde,
beschaafde klasse behoorde. Hij had geen
baard, en had een zekeren go'edhaardigen
trek bij kennelijke nieuwsgierigheid of hel
verlangen om iets te doorgronden, misschien
had hij ook belang bij allerlèi nieuws.
Het bruine mannetje wenschte Louis een
goeden avond en plaatste zich aan het andere
einde van de bank.
Het bruine mannetje vond spoedig gelegen
heid, om met den pachter een gesprek aan te
knoopen.
Ik let gaarne op deze drukte, zeide de
zonderlinge heer, ik zou mogen zeggen, ik
bestudeer het leven hier en ik versmaad hot
niet, om beschouwingen en kennis te verza
melen in de diepste spelonken
En zijt gij bij die bezoeken en beschou
wingen nooit in gevaar geraakt vroeg Louis
verbaasd.
Ontelbare zeide de kleine spraakzame
heer, maar dat houdt mij niet terug. Ik dring
gaarne in de geheimzinnigste toestanden en
moet u verzekeren, dat ik daar reeds dingen
heb leeren kenneu, die mijne bemoeiingen en
de gevaren, waaraan ik mij blootstelde, rijk
hebben beloond.
Het Bruine mannetje scheen in dit oogen-
blik, terwijl hij nog met Louis sprak en de
zen in den loop van bet gesprek verzocht, om
liera eens bij zijne tochten te begeleiden, op
een persoon opmerkzaam te worden, die tot
de verkoopsters behoorde, die aan de voorbij
gangers bloemen, vruchten en dergelijke
zaken aanboden.
De vrouw droeg een klein mandje aan den
arm. Zij had eeh zwarten él uier om het hoofd
geslagen. Zaj droeg een donker, oud kleed
en een geklèurd zijden doek om de schoii-
dei's.
£iet k'ij bijvoorbeeld die bloemenver
koopster daar, zeide het bruine heertje.tegen
Een oorlogsverminkte verpletterd.
De 30 jarige oorlogsinvalide Emiel Van
de Auwera. wonende I.iersclien steenweg, le
Kathelijne-Waver, bevond zich Dinsdag na-
middag, 4 uur, te Keerbergen, nabij de grens-
scheiding van Rijmenam. Hij had omtrent
4000 tg. aardappelen geladen.
Op den straatweg geltomen geraakte de
zwaar geladen wagen in bet tand en geen
middel om er bem uit te krijgen.
Twee paarden werden er nog voorgespan
nen, gedienstige personen kwamen toegeloo-
pen, 'om een handje toe te 6teken.
Met vereenigde krachten kreeg men den
wagen toch uit liet zand, maar op het oogen-
blilc, dat hij aan 't rijden ging, hoorde men
een schrillen kreet.
Van der Auwera, waarschijnlijk uitgescho
ven, was onder de wielen van het zwaar
gespan geraakt en werd over den rug gere
den en de borstkas ingedrukt.
De dood moet oogenblikkelijk geweest zijn.
Het parket van" Mechelen is Woensdag
tnorgend ter plaatse geweest, om een onder
zoek in te stellen.
EENE FLAUWE GRAP
Oe geschiedenis der 4500 krijgsgevan
genen in Duitsohland
Onlangs meldden wij dat zekere Vertongen
uit Antwerpen, aan het gerecht verklaarde
uit Duitschland te zijn ontvlucht, waar nog
4500 Belgische gevangenen waren opge-'
sloten Wij lieten tevens ae onwaarschijnlijk
heid van het bericht uitkomen.
Uit het onderzoek blijkt nu dat de Antwer
penaar doodeenvoudig gepoogd heeft liet
gerecht te misleiden om zich zelf te redden.
Inderdaad Vertongen werd nooit door de
Duitschers gevangen genomen, doch deser
teerde bij den aanvang van den oorlog.
Het laatste Poolsch legerbericht.
Uit Warschow wordt op 8 September ge
meld
Sinds twee weken is de toestand onver
anderd op geheel de uitgestrektheid van het
front, van aan den oorsprong der Boug, in
den omtrek van Busk, tot aan de bocht van
Niemen, tegenover Grodno. De Polen hebben
thans versterkte stellingen bezet, welke nage
noeg overeenstemmen met de Curzonlijn.
De gevechten in de laatste dagen geleverd
en welke aanleiding gaven tot de vernieling
van verscheidene regimenten van bet legér,
van Budieny, lieten toe ook in Oost-Galicip
een front op te richten, dat voldoende be
schermd is tegen de nieuwe ondernemingen
der rood® ruiterij.
Er zijn geen ^vijandelijke afdeelingen meer
ten Zuiden en ten Westen der lijn Dniester-
Grula Lipa-Boug. Enkel, ten Oosten van
Rohatyn en Busk in Oosl-Galicië zijn er nog
roode troepen.
Daar de Lithuanen onverhoeds onze troepen
welke Suwallii en Sjeni genomen hadden,
aanvielen hebben onze troepen zich terugge
trokken in de richting van Augustow ten
einde met de Lithuanen niet te moeten in'
strijd komen. De Lithuanen vielen evenwel
toch onze achterhoede aan. De Polen bepaal
den er zich bij de aanvallers af te slaan.
Onze troepen bevinden zich thans aan di
Poolsch-Lithuaansche grens.
Gematigder Eischen.
Het Parijzer Journal des Débals stelt
met genoegen vast dat het Poolsch-
Lithuaansch geschil weldra zal bijgelegd zijn,
daar het Poolsch gouvernement de Poolsch®
Nationalisten die volstrekt het distrikt van
Vilna wilden inlijven, aan 't verstand heeft-
kunnen brengen, dat zulks niet kan zijR.
Het zonderlinge in deze kwestie is, dat.
Vilna, alhoewel gansch in Lithuaansch ge
bied liggende, eene door en dooa Poolsche
stad is.
Het is dus verre wenschelijker, dat df
Polen trachten met de Lithuanen goed over
een te komen Zoodoende zal men verdei
geraken dan met twisten en dreigen.
Bolschewistische grootspraak.
Uil Londen wordt gemeld
M. Tchitcherine antwoordende op de nota
van M. Balfour, verklaart dat het Eogelsch
gouvernement slecht ingelicht is geworden,
daar er geene verandering is gebeurd in den'
militairen toestand.
Deze is enkel in eene bijzondere krijgsver
richting mislukt en heeft enkel voor gevolg
gehad, de eindzege van het Bolsjewistisch
leger eenigzins te verdagen. De nota voegt er
bij, dat de sterkte van bet Bolsjewistisch
in vergelijking met die van het Poolsch leger
overwegend ia en dat, vermits Engeland drie
weken geleden herkende dat de roode troe
pen de rechten van den overwinnaar had, ei
nu geen reden was, om die zienswijze te ver
anderen. De nota zegt ook nog-, dat Ence-
hem, bemerkt gij haar, mijnheer Zij biedt
juist een heer hare rozen aan.
Meent gij de vrouw van den zwarten sluier
om het hoofd vroeg Louis.
Ja. Ik let reeds geruimen tijd op haar,
ging het bruine mannetje voort zij was
roeger ergens anders, nu zoekt zij haar heil
in hare rozen.
Verschoon mij dal ik mij in het gesprek
meng, zeide een persoon die juist op de bank
had plaats genomen. Hebt gij deze dame
reeds meermalen gezien
Neen, ik zie haar heden voor de eerste
maal, antwoordde het bruine mannetje.
Ik ken haar ook niet, ik weet alleen dat
zij in mijne nabijheid woont.
Hoe heet zij danvroeg het bruine
heertje.
Dat kan ik u niet zeggen, zeide de on
bekende, die zooeven op de bank bad plaats
genomen, zij heeft noch vader noch moeder,
het is jammer van haar, wnut als zij niet
spoedig redding vindt, dan zinkt zij in het
verderf.
Het bruine mannetje werd steeds opletten
der, terwijl langzamerhand de duisternis viel.
Waar is zij gebleven Zij is plotseling
verdwenen, zeide het bruine mannetje nieuws-
gierig en stond op, om met de oogen naar de
bloemenverkoopster te zoeken.
Ook Louis stond open zag naar alle kanten.
Het wordt donker, meende de man die
het laats plaats had genomen, nu gaat zij met
hare rozen van het eene wijnhuis naar bet
andere, om ze aan de goedgeluimde drinkers
te vérkoopen, en dat zij daarbij niet beter
wordt, bewijst het best de omstandigheid,
dat zij dan snachts met de rest harer bloemen
de spelonken opzoekt. Ik trof haar onlangs
zeer toevallig, toen ilc nog laat door de voor
stad Saint Martin kwam, en door dorst ge
plaagd in een herberg ging en daar hoorde
ik, dat zij daar bijna eiken nacht komt, oui
te verkoopen.
Mag ik u verzoeken, ons eens naar die
herberg te brengen, waarin de bloemeRver-
koopster te vinden is, zeide het bruin man
netje, en zich tot Louis wendende vervolgde
hij, indien gij wilt kunt gij mij vergezellen.
Iksluit mij gaarne bij u aan, antwoord*
de Louis.
De slager haalde een oud groot horloge uil
zijn zak, en zag er op.
De onbekende leidde Louis en het bruine
mannetje al pratende verder. Hij lachtte ver
genoegd, daar hem de vangst van het bruine
heertje gemakkelijker en vlugger was gelukt,
dan hij zelf had geloofd. Niet gelegen kwam
het hem, dat Louis medeging, maar hij dacht
dat het aan zijne genooten in de Welkomsl
wel zou gelukken, hem te verwijderen. Hel
bruine mannetje volgde de verlokking naar
het scheen als een blinde.
Terwijl de onbekenden met de hem vol
genden zich naar den spelonk der voorsta l
St-Martin begaf, was de bloemenverkoopstcr
de spelonk reeds binnengetreden, waarin zich
thans niemand dan de Spanjaard Gaspinaro
en de Parijzenaar Sanspcur bevonden.
De Parijzenaar had voor dezen avond de
ro! van kastelein op zich genoinen, omdat
Judas ziek in de kamer lag- ('tYerv 1