EEÜE BURGERSBANK De strijd ora vijf RilliHn Srsfslelon m ovsrlatien milüairen Hof @orl3gsspoek dreigt opnieuw Bs eÈisleriseie krisis opgelost EEN LEVENDE DOODE DE VOLKSSTEM XXVI* JAARGANG NUMMER 262 Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 3D A. G ES X_, A. D -I O CENTIEMEN Uitgever: J. Van Ntofel-De Oendt Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la Bourse, Parijs-—en G, Bream's Buildings Londres E.G.4 Opdracht Cecilia onder 4 Maan TB AALST. Daar da Burgersbank van Aalst, tene inrichting is, alleen tot welzijn in heropbeuring van onze burgerij, landbouwers, kleine nijvoraars, han delaars, neringdoenden, bedienden, inz., enz., tot stand gebracht en enkel de behartiging aller leden's belangen beoogt, is doze inrichting onvermijde 3ijk geroepen, om bet machtigste wa pen, do 'kloekste beiboom te worden der burgerij, in baron strijd om bel bestaan. Ontelbare brieven zijn deze week bij de leden van den beheerraad aange komen, om ben geluk te wenschen en ben (ovens aan te sporen op den in geslagen weg voort te gaan. Alhoewel de werking pas eenigo dagen begon, mogen zij fier zijn op den bekomen uitslag. Het overgroot getal inschrijvingen op oenige dagen ingekomen zal hen een spoorslag we zen, om do enkele dagen welke ons van de definitieve siicktingszitting scheiden, waar te nemen om de bur gerij aan le zetten zich tot den laatsten man als lid te laten inschrijven. Het weze nogmaals herhaald, dat CtlSa B"ffl©9*de©8esi door de Bur gersbank verwezontlijkt, ten goede komen aan de leden. De bijval is van nu af verzekerd en de toekomst mag hoopvol tegomoet gezien worden, vooral, daar de ieverige, verstandige sn ondervindingrijke bestuurder niet alleen bet volle vertrouwen geniet van den beheerraad, doch door zijne dienstvaardigheid, wilskracht en an dere gaven welke den eerlijken finan- cieman kenmerken, spoedig de geno- genbeid aller loden zal weten te win nen. Do zetel der bank gevestigd te Aalst, Sr. Jopjsstraat, (oud-huis Jouret). Het maatschappelijk kapitaal zal bestaan uit do ondersctirovene aandoo- len dor stichtende en der later te aanvaarden leden. I)e aandoalen zijn ieder van honderd frank, waarop wijf-en-ltajatig frank gses* sasadiee! reaeiet gesêo«*t mrdeih Iedere stichter zal een sticiilers- aar.deel per onderschreven aandeel toegekend worden. De waarde dezer zal door bot beboer vastgesteld wor den. Om lid ta worden der Burgersbank moot men in het Kanton Aalst of in een dor aanpalende Kantons woner; en door den Beheerraad aangenomen worden. Uet getal leden is onbeperkt, Elk iid mag niet meer dan vijftig aandao- !en bezitten. Op dit oogenblik zijn meer dan 412° Vervolg. Ik wilde naar hem vernemen, maar ver ontrustte mij. Wat wenscht u nog freule Montpollier? Engeline zweeg was het slechts eene gelijkenis die zij zag en haar aan den vorst herinnerde, in wiens tuin zij eenmaal was -gevlucht, toen zij door den graaf vervolgd werd. Treedt binnen freule Montpellier, zeide het bruine heertje, terwijl hij de deur opendo hier is mijnheer Louis. Er volgde eenige oogeoblikken van grooto vreugde, zoodra Engeline en Louis elkander weder zagen, en mijnheer Pelletier zag deze vreugde van wederzien met welgovallon. Eindelijk zijl gii dus vrij, zeide Louis, maaivik geloof dat gij den gelieeien weg te voet hebt afgelegd. Dat is zoo, to voet, maar ik ban blijde, dat ik hier ben en u bob gevonden, maar hebt gij het testament i Hebt gq het testament niet. Dan is het verolre», riep Engeline als vernietigd, daar de hoop, dal Louis hel zou Rebben, haar oog altijd was by gebleven, flan ii het verbrand. Ik hoopte dat gij het gered hadt. Het testament is dos weg, zeide Louis klagend tot mjyaheer ïtelletier» J Ik heb dat al laag gevreesd, seide het Jirtjine beertje, maar winti nitt bezorgd q[ 200 leden ingeschreven voor een ge zamenlijk bedrag van ongoveer EÉN m$U@m FRA53& Zooals men ziet een prachtig bewijs j van wat onderlinge samenwerking dor Burgerij tot stand kan brengen. Alle Burgers, Landbouwers, Handelaars, Stioldoeners, kleine Nijvoraars, Be dienden, Ambachtslieden, die hunne belangen niet uit 't oog verliezen mooten ten spoedigste hunne inschrij ving laten geworden aan do leden van den Beheerraad, daar zij zoodoende van de voordeelen als medestichter zullen genieten. De Beheerraad is samengestold als volgt Dr. Jules Schelfhout, Nijveraar, Zonnestraal Arth, Clinckaert.Vleeschhouwer, Molenstr Modeste Gercelet, Nijveraar, Leopoldstraat. Leopold Bost eels. Nijver aar, Zonnestraal. Ein. Danckacrt, Nijveraar, Gentscheateenweg Jan DeSomer, Ondernemer, Nieuwstraat. Zcnon De Fos, Bediende, Denderstraat. Leo Herssens, Notaris, Korte Zoutstraat. Albert Mertcns, Handelaar, Korte Zoutstraat Henri Van de VeldeSecretaris der Mutuali teiten en Herverzekeringskas., Korte Zoutslr. Jan Van Nuffel, Bestuurder-Beheerder van het Dagblad De Volksstem Kerkstraat Felix ClinckaertVleescbh. Brusselschestraat Arthur De Paepe, Handelaar, Leopoldstraat. Allen te Aalst. De gemeenteoverheden brengen ter kennis van het publiek en zulks1 op wensch van den Minister van Landsverdediging, dat de Re geering, ter uilvoering van het wèt-besluit van 5 September 1917, schikkingen getroffen heeft, om aan onze roemvolle soldaten, voor eeuwig eene grafslede le verschaffen in bij zondere kerkhoven of, op daartoe bestemde plaatsen, in gemeentekerkhoven. Die militaire grafplaatsen, aangelegd op het Vlaandersfroïit en op menige plaatsen op Belgischen bodem, getuigen van den helden moed onzer dapperen, zullen treffelijk ge maakt en onderhouden blijven. Ieder graf zal versierd worden met eene zuil, met den naam op van den afgestorvene, de eenheid waartoe uij behoorde, de opgaven zijner Ocreonder- scheidingen, geboortedatum en plaats, den datum en de plaats waarop liij is gesneuveld, en de melding «Gesneuveld voor Belgen- land deze opschriften, in de door den overledene gesproken taal, zuilen aangevuld worden mei een zinnebeeldig teeken ter her innering aan zijne godsdienstige overtuiging. Op die wijze aangelegd, zullen de militaire kerkhoven bedevaartplaatsen worden, waar nabestaanden, vrienden, landgenooten en vreemdelingen, hel bewijs hnoncr bewonde ring zullen komen laten blijken. Zij zullen aan de toekomende geslachten den helden moed onzer dapperen en hunner offervaar digheid voor de zaak van 't Recht herinneren. Het nageslacht dient de beteekenis van den dood onzer helden niet te vergeten, en het is gewis, dat dit doel best zal bereikt worden met ze bijeen laten te rusten in volle gelijk heid, op de plaats zelf waar zij gevallen zijn voor dezelfde heilige zaak. Er valt te vreezen, dat de uiteenstrooiïng onzer roemvolle dooden eens hun aandenken doe verzwakken, en dal hun offer, waarvan de herinnering nochtans onuitwischbaar moet blijven, vergeten gerake. Anderzijds dienen de families eene daad an gemeenschapsgevoel te plegen, tegenover de talrijke ouders die het stoffelijk overschot niet hebben kunnen vindeta van hunne kinde ren vermist in de beroerde ^evechtsdagen, of die, zonder naam op de militaire kerkhoven rustend, verlaten zouden blijven liggen in de begraafplaatsen, waar .niemand hen zal be zoeken, indien al de gekende lichamen wor den teruggegeven. Diensvolgens rekent de Regeering er op, dat de Belgische families het als plicht zullen aanzien, hunne persoonlijke belpngen op te offeren aan het algemeen belang, en dat zij zullen begrijpen, dat de gepaste begraafplaats van den soldaat het slagveld is, dat^ffij met zijn bloed heeft gedrenkt. Mochten echter sommige families, om ge voelsredenen de teruggave der stoffelijke overblijfsels aanvragen, dan zou de regeerin, de mogelijkheid onderzoeken, dien weg in te slaan onder de volgende voorwaarden De stoffelijke overblijfsels zouden aan de families worden overgegeven in de dichts bij de dooi de ouders gekozen begraafplaats gelegen spoorwegstatie de ontgravingskosten, het kisten op gepaste wijze voor eene verre reis, en tiet vervoer tot in die statie zou ten laste vallen van den Staatalle verdere onkosten zoudeu ten laste blijven van de families (ver- voer van aan de aankomststatio naar de riieu- we begraafplaats herbegraving, eigen graf onderhoud van bet graf, enz.) Om de Regeemigin staat te stellen, voor goed aangaande dit vraagstuk eene beslissing te treffen, worden de families verzocht, bij aangeteekenden brief, tot het Bestuur van den Dienst der militaire grafsteden, 18a Hoogstraat, te Brugge, voor 30 November 1920, te laten welen, of zij verlangen aan het Land de zorg over le laten aan hunne onder den oorlog overleden militaire bloedverwan ten voor eeuwig eene eigen grafstede blijven te verzekeren, zooais zulks in de bedoeling ligt der Regeering, ofwel of zij vragen, dat het stoffelijk overblijfsel hun onder de boo- gerstaande voorwaarden teruggegeven worde. ontmoedigd, ik zal u heden bewijzen dat de roden tot hoop grooteria geworden. Ach, Louis v'erteMe mij zooveel van uwe goedheid, zoide Engeliüe met zoo'n dankbare blik dat mijnheer Pelletier er door eroard werd en haar verzekerde, dat hij hoopte haar oagelukkigen vader tot zijn recht te kunnen brengen. U zijt dus ook yan onze rechten over tuigd. dat is mij oenen troost, zeide Enge line, en mijn gevoel zegt mij nu, dat uw bijstand, uw raad ons lot ons doel zal voeren. Ja, gij hebt gelijk Engeline, zeide Louis, mijnheer Pelletier bezit zooveel macht dat hij alle politiemannen in de schaduw zot. Voor alles willen we een klein verhoor doeD, zeide het liruine heertje, ga daarvoor met mij naar mijne schrijfkamer, daar zul len wij ons ouderzoek instellen. Engeline en Louis volgden hem, en toen zij gezeten waren, belde mynheer Pelletier. De oude bediende trad binnen. Zijn de beide nieuw gehaurde mannek te buis vroeg Uij. Ja, antwoordde de bediende, Brengt ze dan hier, beval het bruine heertje, maar eerst de tuinman. De oude bediende ging, eu kwam weldra met den ouden tuinman Jan ia de kamer terug. Toen Engeline den ouden tuinman zag, sloeg zij van verbazing de handen ïaeeo. Jan... gij hier Zyt gij bet dan werke lijk, goed oude Jan, zeide zij en stond Op om den oude, die u vergenoegd glimlacht de hand te geven. Een zonderling avontuur is aan een Aine ikaanschen luitenant overkomen. Deze luitenant, John C. GramstorS, die mal het Amerikaanse!* leger in Frankrijk vochi, en thans bij zijne ouders, te Everett in Massachusetts verblijft, was niet weinig ver baasd, toen hij dezer dagen een officieel tele gram ontving, hem meldend, dat men aijn ijk in Frankrijk ontgraven had en dit hem weldra zou toegezonden worden... Luitenant Cramstorll wist dat bij op zijne regiinenlslijst als dood opgegeven was en hij had zulks in Amerika doen opmerken. In Frankrijk hield men daar echter geen reke ning van. Men heeft er een lijk opgegraven, dal op liet papier aangegeven stond als dat van den luitenant tn daar de luiteoant bij zijne ouders woont, zendt men hen het lijk van hun kind met het passende rouwbeklag. Nu vraagt luitenant Cramstorff zich af wat hij met.... zijn lijk zal beginnen. Hij zou het wel laten ter aarde bestellen met de plechtig, heid welke een onbekenden held verdient, doch ongelukkiglijk is de luitenant niet a! te wel bij kas, daar hij, vermits hij adminia. lintief ten minste dood is, geen loon, geen soldij, geen pensioen kan trekken... En intussehen dobbert zijn lijk op den Oceaan -W*- Ministerie van Spoorwegen. Het Beheer van Posterijen vestigt de aan dacht van het publiek en vooral van de han delaars in postkaarten op het feit dat het ver voer met de post van prentkaarten waarvan de teekening is opgewerkt met schilfertjes, gestompt glas enz., verboden is. Dit verbod geldt evenwel alleen de zendin gen die niet onder omslag verzonden worden. Ja, freule Engeline, ik ben het, ant woordde hij, ik bon nu in dienst bij dezen hear. Het ia goad, dat ik u hier ontmoet, nu bevalt hot mij hier dadelijk veel bater. Hij meent, dat hij, omdat hij u hier ziet, vertrouwen in mij te stellen, zeide het bruino heertje. Ach mijn goede Jan, den heer Pelletier kunt gij alles toevertrouwen. Als freule Engeline het zegt, zal het wel waar zije, zeide de oudo Jan, want haar goloof ik, zij meende het altijd goed met mij. Ik wilde hem eenige vragen doen, freule Engeline, zeide het brnine heertje, spoort gij bom aan de waarheid te zeggen.' Hoort gij wel, zeide Engeline, mijn heer Pelletier wil u ieta vragen, nu moet gij zeggen wat gij weet. Jan knikte toestemmend. Sohrijft gij op, mijnheer Louia, zeide het brnine heertje, en wendde zieh toen tot de oude tuinman. Gij waart vroeger tuinman te Mont pellier niet waar Ja, mijnheer, tot aan den dood van dei* vorigen graaf. Toen de nieuwe graaf kwam en het hu. vel ijk met da vroegere hniahoudeter had plaate gevonden, ontsloeg men u Al de bedienden worden outelagen, mij lieten zij nog in het alot, maar er kwant eene nieuwe tuinman uit Parijs. Herinnert gij a nog Jan, dat gij dea nachts in het park een gesprek hebt afge hoord 'i vroeg het brnine heertje. Za! da Poolsch-Russiscbe oorlog herbeginnen Men verzekert dat M. Tchitchérine het Franscli gouvernement bericht heeft, dat Po len de vijandelijkheden tegen Rusland nog niet gestaakt heeft, dat Polen hulp verleent aan Pethoura en dat het gouvernement der Sovjets op die wijze niet in vrede kan leven met Polen. In de Poolsche middens logenstraft men de bewering van Tchitchérine. Het Poolsch gouvernement loochent eenige hulp te ver strekken of verstrekt te hebben aan Pethoura erf aan generaal Balakovitch; zelfs zijn afdee- lingen van het leger van Balakovitch, die in Polen gebleven waren, ontwapend geworden. Het Poolsch gouvernement is echter van oordeel dat het gouvernement der Sovjets, nu Wrangel uit den weg geruimd is, een voor wendsel zoekt om den wapenstilstand met Polen te verbreken. De voorbereiding van den winterveldtocht en het Linnenroepen van nieuwe klassen door het Sovjetgouvernement schijnt zulks te bevestigen. W* De Adriatische kwestie. Hel verdrag van Rspailo. De commissie van buitenlandsche zaken der ïtaliaansche Kamer heeft het verdrag lusschcn Italië en Yongo Slavië goedgekeurd. d'Annunzio's taak geëindigd. MM. Garibaldi en Marconi, uit Zava weer gekeerd, verklaarden dat zij overtuigd zijn na hun bezoek aan Dalmatie dat het verdrag van Rapallo volledig zal nageleefd worden, zoowel door de bevolking als door d'Annunzio en admiraal Mello. 2bj hebben den indruk dal d'Annunzio vol daan is over Fiume's onathankelijkheid en dat hij als bevelhebber zal aftreden zoohaast een plaatsvervanger aangeduid is. Het ministerie samengesteld Da vsrgadaring der liberale linkerzijden De vergadering der liberale linkerzijden van Kamer en Senaat. Vrijdag namiddag ge houden, is nog al woelig geweest. De liberale linkerzijden, waarvan verschei dene leden reeds met M. Carton- de Wiarl onderhandeld hadden, vernamen Donderdag namiddag toevallig, dat M. Garton de Wiart de portefeuille van landsverdediging had aan geboden aan Rl. Lippens, gouverneur van Oost Vlaanderen, die geen deel maakt van de liberale linkerzijden. Talrijke leden der liberale linkerzijden oordeelden dat zulke doenwijze zeer onkiescii was ten opzichte der liberale parlementsle den waarmede M. Carton de Wiart in onder handeling was. Zij deden opmerken dat M. Carton de Wiart de kandidaten aanvaard had. voorge steld door de Vlaamschc rechterzijde en door de socialisten, en konden dus niet aannemen dat M. Garton de Wiart, terwijl de onderhan delingen nog aan gang waren, zich tot eene >ersonaliteit wendde, wiens waarde niemand )etwist, doch die geen deel maakt van het parlement. Bij het openen der zitting van Vrijdag na middag, wenschte 31. Neven M. Devéze ge luk om zijne krachtdadige houding tijdens de onderhandelingen met M. Carton de Wiart alwaar hij liet liberaal programma verdedig de. Verscheidene leden sloten zich bij die gelukwenschen aan en eene geestdriftige hulde werd aan M. Devèze gebracht. Deliberate linkerzijde stemde met alge- meene stemmen tegen 2 en enkele onthou dingen, de deelneming aan bet ministerie Dat was in den eenen nacht, ja. De nieuwe tuinman was aangekomen en ik er- garde er mij over, toen stond nog hot oude tuiniershuis, daar moest ik met den nieuwen tuinman samen wonen, en ik bleof liever buiten. En wat gebeurde toen Het is roeds zoolang geleden. Heriunert gij u dien nacht niet meer Ik weet niet, zeide hij verlegen. Hij vreest ora te zeggen wat hij weet, zeide mijnheer Pelletier. Hebt geen zorg Jan, gij kunt alles zeg gen, ik heb altijd gehoord, dat gij wel wist, zeide Engeline, denkt nu maar, dal gij het mij toevertrouwt. Jan was thans gerustgesteld en begon nu te vertellen. Ik had mij in het groote prieel neergezet en was ingeslapen. Plotseling ont waakte ik door een hevigen woordentwist. Wat zy toen zeiden heb ik niet kuoaeu ont houden. Wie waren aan hst twisten? vrotg mijnheor Pelletier. De nieuwe graaf en de vroegere huis. houdster Lerouz. Wat zeiden zij ongeveer De oude dacht een oogenblik na, Ik weet het niet meer, zeide hy toen. Bezint u goed Jan, er komt veel op aan, zeide Engeline. Er kwam nog een derde by zy had den een lamp in het prieel, ik zag den derde, en mij was het ala zag hij er uit als de schrij ver, die vroeger daar zet, waar nu mynhser Louis zit. Carton de Wiart. Verder werd ernstig aange-: drongen, opdat M. Paul-Emiel Janson def portefeuille van landsverdediging zou aan vaarden. M. Janson weigerde echter. Om 51/2 ure, na afloop der vergadering,] begaven MM. Lemonnier, Franck, Neujeao en P. E. Janson zich bij M. Carton de Wiart en hadden mei dezen een langdurig onder houd. M. Carton de Wiart bij den Koning Na dit onderhoud begaf M. Carton d* Wiart zich naar het Koninklijk Paleis en had er mdt den Koning een onderhoud dat nage noeg een half uur duurde. M. Lippens weigert de portefeuille van landsverdediging M. Lippens, die verklaard had, dat hij er enkel zou in toestemmen deel te maken van. het ministerie, indien de liberale linkerzijde daarmede t'akkoord was, liet Vrijdag avond aan M. Carton de Wiart weten dat hij het aanbod niet kon aanvaarden, (V). Carlon de Wiart ontbiedt M. Devèze Teruggekeerd van het Koninklijk Paleis, deed M. Carlon de Wiart, M. Albert Devèze naar het Natiepaleis ontbieden. In een lang durig onderhoud drong M. Carton de Wiart er op aan dat M, Devèze, de portefeuille van landsverdediging zou aanvaarden. M. Devèze, t'akkoord met zijne politieke vrienden op het programma van het gouver nement, aanvaardde ten slotte het voorstel van den kabinetsoverste. He! nieuw ministerie Eenige minuten voor 9 ure ontving M' Carton de Wiart de parlementaire dagblad-' schrijvers en zegde hen dat hij er in geslaagd was het ministerie samen tc stelten als volgt; Eerste minister en minister van Binnen- landsche Zaken M. Henry Carton de Wiart,' katholieke volksvertegenwoordiger vooi Brnsael. Justicie M. Emiel Van der Velde, socia-' listische volksvertegenw. voor Brussel. Buitenlandschc Zaken M. Henri Jaspar/ katholieke volksvcrtegenw. voor Luik, Wetenschappen en Kunsten M. Jules Destrée, socialistische volks ver tegenwoordig.: voor Charleroi. Financen Kolonel Theunis, afgevaardig-j de van Belgie bij de Vergoedingskomraissiei te Parijs. Landsverdediging M. Albert Devèze, li-' berale volksvertegenwoordiger voor Brussel;' Landbouw Baron Ruzelle, katholieke senator voor Brugge Ekonomische Zaken M. Alois Van de Vyvere, katholieke- volksvertegenwoordiger, voor Thielt Spoorwegen, enz. M. Xavier Neujean,1 liberale volksvertegenwoordiger voor Luik Openbare Werken M. Edward Anseele, socialistische volksvertegenwoordiger voor Gent. NijverheidArbeid en Bevoorrading Mj Jozef Wauters, socialistische volksvertegen.1 woordiger voor Hoci-Borgworm Koloniën M. Louis Franck, liberate volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Het ministerie lelt dus 4 katholieken, 4 socialisten, 3 liberalen en 1 technieker, kolo nel Theunis, tot geene politieke partij behoo- rende. Het kabinet bevat acht advokaien, 1 inge- nier, 1 eigenaar, 1 gewezen bestuurder van socialistische coöperatieven en i dokter in' scheikundige wetenschappen. Eene verklaring van M. Carlon de Wiarl. Hier volgt de verklaring door den heer Garton de Wiart aan de pers gedaan e Ik heb in de samenstelling van de nieuws Regeering rekening gehouden met liet feit' Wat, Marinui Bloemist dus, dat is ge- wichlig, riep mijnheer Pelletier vol vreugde,: de schrijver van den notaris werd door d» slotbewoners in den naeht ontvangen I en verder. Hij sprak met den graaf en toen wer, den veie bankbiljetten en ook goud geld uita betaald, de gebeele tafel in het prieel wat er mede bedekt, dat alios nam de mijnheer die bier altijd schrijft, en toen vielen de graaf en de gravin weder in een woorden-, twist, Ik geloof om den vreemde, hij mocht iets niet weten, en eindelijk riep de graaf wie anders zou het doen, als hij, en toon antwoordde de huishoudster, dis schrijver brengt ons in het ongeluk, Wat zoiden zij nog meer Jan Verder went ik niets dan alleen dat toen de graaf mij zag, hij hevig op mij schold omdat ik nog zoo laat in 't park was ik; weet wel, dat hij boos was omdat ik te veel had gezien maar wat ging het mij aan;' zij hielden mij in 't .lot als noodhulp zoeal. zij vertelden, maar ik geloof, omdat ik t« veel gezien Jhad. Toen onlangs de kogel a trof, onder- zooht de gravin uwe zakken, niet wear l vervolgde het brnine heertje. Ja, dat is waar, en ook mjjne hal.' maar Engeline had het document roker wet gevonden onder den ouden boom 1 Ik heb het daar gevonden. Jan, maan het is nu waarschijnlijk verbrand. 1 Verbrand niet meet in uwe handen t riep de oude tuinman.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1