m Donderdag iNovem. 19201 De gezondheidstoestand van M. Woeste XXVI» JAARGANG NUMMER 234 Kerkstraat, 9 en 22, Aalst." Tel. 114 D A. G H Xj A. O 7 CENTIEMEN - Uitgever: J. Van Npftel-Ds Genpt II. Catharina Zon op7,27, onder 4,09 Volle Maan den 2G Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 6, Bream's Buildings Londres E. i.C. 4 De zitting wordt geopend om 2 1/2 ure, 'onder voorzitterschap van M. Visart de Bo- ■carmé, ouderdomsdeken. Als sekretarissen zetelen de twee jongste leden. Van Hoeck en Borginon, Kiezing van liet Bureel. M. DE VOORZITTER. Wij zullen overgaan tot de kiezing van het werkelijk Bureel. De stemopnemers worden bij Tottrekking aangeduid. bc kiezing geschiedt bij naam- afroeping en niet gesloten briefjes. Worden gekozen tot Voorzitter M. BRU INET (soc.) met 450 stemmen op 151 geldige briefjes. M. Höutart (kath.) bekomt 1 stem. Er zijn 15 witte briefjes. Tol lr Ouderroorziter, M. TIBBAÜT(katb.) met 132 stemmen. M. Mechelynck (lib.) be komt. er 4; M. Harmignies (kath.) 2 en M. Van Re moortel (oudslrijder) '1. (Gelach). Er zijn 20 witte briefjes. Tot 2C Ondervoorzitter, M. MECHELYNCK {lib.) niet 110 stemmen. M. Pirmez (kath.) bekomt 4 stemmen; M. Bertrand (soc.) 2 en verscheidene andere leden hekomen 1 stem. Tot 3'" Ondervoorzitter, M. BERTRAND fsoc.) met' 122 stemmen, en tot 4e Onder voorzitter, M. PIRMEZ (leath.) met 126 st. De. overige stemmen worden tusschen ver schillende leden verdeeld. Worden gekozen tot Sekretarissen MM. do KERCKilOVE d'EXAERDE (kath.) met 130 stemmen; HUYSHAUWER (kath.) met 133 stemmen; CRICK (lib.) met 127 stemm.; BOIiOfJERY (soc.), met 131 stemmen en MANSART, '133 stemmen. Andere leden be komen enkele stemmen. M. BRUNEI gaat den voorzitterszetel be- kleedon en omhelst den ouderdomsdeken. De Kamer juicht toe Daarna bedankt hij de Kamer voor hel vertrouwen hem betoond en zet allen, regee ring en leden aan, om zoo spoedig mogelijk, de grondwetherziening te zullen doordrijven, opdat het land tot de grondwettelijke orde zou terugkceren. (Toejuichingen). Hij brengt dan hulde aan de leden van het voorloopig bureel en bijzonderlijk aan den ouderdomsdeken, dien hij verzekert van de eorldedige en onwrikbare genegenheid van al de Kamerleden. E-cne ovatie wordt den heer Visart de Bo» car mé gebracht. VOOftZ. Het woord is aan den Eersten Minister. Dc heer CARTON DE WIART, eerste minister Het beroep van den Koning. Bijna, dag op das, zijn cr twee jaren ver- joopen,-sedert de Koning, bij zijne intrede te Brussel aan het hoofd zijner roemvollo sol daten, voor alles wilde in voeling komen met de mandatarissen dei' Natie. Welke ontroering beving ons, gij weet het nog, toen wij uit dien storm kwamen die twee ien vijftig maand duurde, waarin fielgie had kunnen omkomen en waar de onbreekbare moed van ons leger, het vaderlandsch uit houdingsvermogen onzer bevolking en bij aldat het taai volharden der verbonden Mach ten ten slotte het Recht deden zegevieren! Te dezer ure der lang verhoopte en'duur ge kochte bevrijding, te midden der ons omrin gende puinen, waren onze harten door een zelfde gedachte bezield het erg gekneusde en naar adem hijgende Vaderlandhcropbeuren Voor het nationaal herstellingswerk deed dc Koning een oproep tot de zielskracht en de eendracht der Natie, zooals hij het den 4 Augustus 1914 voor 's lauds verdediging gedaan had. Deze oproep van den Vrede werd aanhoord evenals den oproep van den oorlog. Er is geen land dat erger dan het onze door den storm gehavend werd. Er is er geen dat.zich er op toegelegd beeft en er in gelukt is zich eerder dan het onze door den arbeid weder op le richeen. Herinneren wij dat de eer er van toekomt aan al de klassen onzer bevolking, aan de nijverheidsmannen, zoowel als aan de werk lieden, aan de landbouwers zoowel als aan de handelaars. U geluk wenschend over deze eerste aan moedigende uitslagen, is het maar recht, insgelijks hulde te brengen aan de pogingen je dien einde door het Parlement verwezen lijkt Met eene immer bijblijvende bezorgd heid eii eene onvermoeibare werkzaamheid, heeft het in noodwendigheden voorzien en vraagstukken opgelost welke door hunne veelvuldigheid en door hunne ingewikkeld heid elders nog den goeden wil aanvuren. Hulde aan da voorgaande ministeries Naast de wetgevende Khmers, is de taak van dc Regeering tot nu toe oneindig lastig sn ondankbaar geweest en het zal u voorze ker niet verwonderen dat, tot de leiding ge roepen zijnde van hel Ministerie dat zooeven samengesteld is, ik, van op deze tribuun, Tiulde breng aan de leden dor twee Kabinet ten, die sedert de wapenstilstand te midden van zooveel gevaren, het Vaderland hebben geleiden dat ik in het bijzonder, hij zijn 'heengaan, den koenen burger {groet die, na het voorzitenchap dezer twee kabinetten te hebben waargenomen, de schoonste gaven van versland, werkzaamheid en rechtschapen heid kwistig ten dienste van 't algemeen wel zijn heeft gesteld. (Alle leden staan recht en brengen den heer Delacroix, die ais afgevaar- zijn bank inneemt, een ovatie}. Wij meenen, Mijne Heeren* dat het aldus begonnen herstel dient voortgezet en tot een goed einde gebracht. Nog heeft het land te kampen met duizen den moeilijkheden, die het gevolg en als de voortzetting zijn van de beproevingen welke wij to zamen hebben gekend. In den schoot der Kamer beschikt geen enkele partij over eene meerderheid welke haar toelaat hare eigen doeleinde te doen zegevieren. Deze tweevoudige beschouwing verklaart de samenstelling van het nieuw Kabinet en zal tevens dezes programma rechtvaardigen. Door de wijze van samenstelling worden de hoofdgroepen geroepen om in het bestuur der gemeenc zaak een medewerkings en verantwoordelijkheidsaandeel op te nemen. Zijn programma gaat uit van een beginsel van nationale eendracht en democratische werking. Het wijst de vraagstukken, welke niet wezenlijk van den dag zouden zijn. van de band. Gelet op het tijdvak dat strekt tot aan de volksraadpleging, dewelke op de Grondwets herziening moet volgen, heeft het Kabinet, om aan de huidige noodwendigheden het hoofd ta bieden, naar formules gezocht, welke aan 's Lands gevoelens en belangen beant woorden en dit met het verlangen scherp te doen uitkomen alles wat ons zou kunnen ver- deelen. Door derwijze ons vergelijk te herleiden lot een beperkt aantal vraagstukken, welke onmiddelijk dienen verwezenlijkt, zullen wij des te.meer kans hebben deze te kunnen op lossen. Anderzijds, beperkt en juist omschre- ven als het is, zal dit vergelijk aan allen die er aaa deelnemen toelaten hun getrouwheid aan hun overtuiging en zelfs aan hun persoon lijke opinies gaver te bewaren, zonder dat de snamhoorigheid onmisbaar voor een af doende regeeringswerking er door kunne gekrenkt worden. Toen ik een beroep deed op de uitstekende mannen, die mij hun medewerking hebben gelieven te schenken, zou ik mij niet veroor. ioofd hebben hun eenigerwijze te vragen afstand te dosn van hun politieke gezindheid, evenmin als zij van mijn kant verwacht heb ben dat ik een enkel hoofdbeginsel prijs gaf der katholieke partij, aan dewelke ik de eer heb toe te behooren en welker ideaal ik, in hoedanigheid van vertegenwoordiger der Natie, sedert een kwart eeuws verdedig. Zij gelooven, zooals ik het geloof, dat het moge lijk is op het uur dat wij beleven, zonder inbreuk te doen op de grondgedachten der in medewerking zijnde partijen, de gelijke liefde welke wij het Vaderland toedragen," in 't ge meen te leggen voor het werk onzer nationale heropbeuring. De Grondwetsherziening Vermits de Regeering als voornaamste en onmiddelijkc taak de voltrekking van de Grond wetsherziening zal opnemen, vermits het overeenkomt met den geest van ons open baar Recht dat algemeene kiezingen plaats grijpen, zoodra deze herziening geëindigd is, is het op den oogenblik van deze raadple ging dat de partijen, indien zij het goed oor- deelen, hunne leerstelsels en hun programma in tegenstelling en in uitdrukkelijke tegen spraak zullen kunnen brengen en aan* het land vragen te kiezen tusschen de verschil lende opvattingen welke zij hebben aangaan de den vooruitgang in de toekomst. Het werk der herziening, dat nog te ver vullen valt, wordt zooals gij weel, door liet vraagstuk van den Senaat beheerscht. Ons dunkens, kan van nu af en onder voorbe houd van nieuwe-besprekingen der parle mentaire kommissies, een akkoord gesloten worden voor het behoud van den Senaat nevens de Kamer van Volksvertegenwoordi gers het onderscheid tusschen de twee vergaderingen moet gezocht worden, niet in liet samenstellen van het kiezerskorps waar van zij, de eene en de andere het uitvloeisel zullen zijn, maar in liet bepalen van den ouderdom van kiesbaarheid en het vaststellen van klassen van verkiesbaren, alsmede in een stelsel van coöptatie voor aanduiding *an een deel van den nieuwen Senaat. In een ande ren gang van gedachten welke insgelijks ons kiesstelsel raakt, is de Regeering zinnens de laatste noodige pleegvormen le bespoedigen, ten einde binnen zeer korten tijd, over le, gaan tot de gemeeetekiezingen. Zij hoopt dat de Kamers zonder uitstel de hiertoe onmis bare teksten zullen stemmen. De buitenlandsche politiek. Orde binnenlands, veiligheid buitenlands. Het valt niet te miskennen dat veel onzeker heid drukt op den internationalen toestand. Belgie, zonder eenige bedoeling iemands rechten te krenken, heeft tot plicht le lellen op wisselvalligheden waarvan het eens de bittere ondervinding heeft opgedaan. liet zal met kracht de hand houden aan de uitvoering van het Verdrag van Versailles en de herin richting van zijn nieuw internationaal statuut waartoe de beslissingen dei gealiiërdcn Mo gendheden een waarborg zijn, voortzetten. Te dien einde, zal het vooral steunen op de twee groote Westelijke MogendhedenFrank rijk en Engeland, wier vriendschap, trouw in den vrede gelijk in den oorlog, zoo waar devol blijft. De defensieve Fransoh-Belgische militaire overeenkomst, welks het voorwerp geweest is van eene mededeeling van den Heer Dela croix aan den Senaat, in zijne zitting van 27 October, en aan dewelke wij willen getrouw blijven, is in de meening der twee Regeerin- gen die ze geteekend hebben, enkel bestemd om de waarborgen Vïn vrede en van veilig heid, welke spruiten uU de overeenkomst van den Volkenbond, le versterken. Wij wenschen dat deze overeenkomsf de inleiding weze tot eene economische versland houding, dewelke, evenals zij de soevereini teit en de wederzijdsche belangen van beide landen eerbiedigt en hunne volkomen ontwik keling in een gemeenschappelijk steven waar borgt. Da Volkenbond. Deze Volkenbond treedt ten andere meer en meer naar voren als een levende en han delende instelling. Van het edel voornemen zoo dikwijls vermoed of zelfs beproefd in den loop der eeuwen om de natuurlijke aandrif ten van geweld door eerbiediging van het Recht in bedwang te houden, daarvan ziet de Menschheid thans de ontluiking. Zooals het telkenmale gebeurt wanneer een ideaal in verwezenlijking gaat, komt voorzeker de te genstelling tusschen liet droombeeld en zijn concrete belichaming uit. Zulke onthouding kan betreurd worden. Er valt le vreezen dat op oen gegeven oogenblik het belang; de drift of de zelfzucht ergens tekortkoming verwekken en het weerstands vermogen van zulk een instelling in gevaar brengen. Het is oen reden te meer om, wat ons betreft, niets te veronach'zamen ten einde deze te versterken met eén vast betrouwen in dit werk van vooruitgang en vrede. In de zekerheid dat uwe meening aan de onze beantwoordt, zenden wij van hier uit aan de Vergadering van Geneve den groet en de vurigste wenschen van België. (Ov.) Moge de poging van den Volkenbond het uur verhaasten waarop volkeren als wij, zon der te kort te komen aan de plichten welke hun eigen veiligheid vergt, het recht zullen hebben langsom meer de opofferingen in te krimpten welke z'.j met het oog op oorlogs gebeurlijkheden doen. Dit uur is stellig voor ons nog uiet j komen. Belgie, dat van zijn onzijdigheid van 1839 is ontdaan en door zijn geografische ligging, zeer aanvechtbaar en erg blootgesteld is, moet ons erachlens, wel op letten zijn weer baarheid niet te verzwakken. De Legorkwesiie. De jongste lessen kan het niet vergeten zijn. Verplicht eakel op zich /.elf le rekenen, moet het, in de eerste plaats, voor zijne ge beurlijke bescherming een sterk leger hebben, met goede kaders, wel geoefend, wel uitge rust, en in hetwelk ieder burger zijn deel moet aanbrengen voor de gemeenschappelijke veiligheid. Voorzeker zijn wij het allen eens om te begeeren dat de militaire lasten, en namelijk deze van hel verblijf in de kazerne, zouden verminderd worden in de volle maat der mogelijkheid. Eene gemengde kommissie, benoemd door de Regeering en in wier schoot het Parlement vertegenwoordigd is beraad slaagt op dezen oogenblik zelf over den duur- tijd van den werkelijken dienst bij het leger en uit haar gewetensvol onderzoek zal zij geen enkele onderstelling noch formule slui ten. Iu afwachting dat hare besluiten ons medegedeeld worden, blijkt het ons onmoge lijk uitspraak te doen over een vraagpunt welk zooveel beslanddeelen van internationa len en van technischen aard nog verwikkelen. Anderzijds, waar er spraak is van het buitengewoon contingent dat nog moet opge roepen worden volgens de in voege zijnde wetten van 1 Maart, 15 November, 30 Decem ber 1919 en 10 Augustus 1920, en zulks in gansch abnormale voorwaarden wijl, in 1920 en 1921 klassen naast elkander dienen ge plaatst welke wegens de omstandigheden van den oorlog niet eerder konden opgeroepen worden, blijkt het ons behoorlijk, rekening te houden met de omstandigheden welke zich in den loop van dit jaar reeds geopenbaard heb ben. Daar de militaire noodwendigheden ge waarborgd zijn door het oproepen van een grooter getal manschappen, zal dit contingent, en zulks van af den oproep der eerstkomende maand, enkel aan een werkelijken diensttijd van liea maand voor de infanterie onderwor-. pen worden, terwijl de bevoordeeligde klas sen afgeschaft zijn. Met dezen tijd vast te stellen, denken wij niet eene proefneming te doen en nog min de toekomst vooruit te loopen. Wij bepalen er ons bij een gansch tijdelijken militairen toe stand te erkennen en de vereischten van dezen toestand overeen te brengen met onze bezorgd heid om voor Arbeid en Voortbrengst het maximum der menscbenlijke krachten te behouden. Het Financieel vraagstuk liet vraagstuk der voorlbrengst is recht streeks met het financieel vraagstuk verbon den, aangezien de zware schulden welke op ons wegen evenals op alle Tanden die den oorlog r^degemaak.4 hebben^ de tol zijn der schrikkelijke jaren gedurende dewelke de menschelijke bedrijvigheid vooral gebruikt werd om te vernielen en om tot vernieling voort te brengen. Om een toestand te veref fenen belast gelijk de onze, om onze finan ciën gezond le maken, om krediet in den vreemde te bekomen, kent de Regeering geen algemeen of krachtgeneesmiddelzij zal zich moedig vastklampen aan de grond waarheden welke in zulk uur zich aan de openbare machten evenals aan de eenlingen opdringende uitgaven inkrimpen en de ontvangsten vermeerderen. De Regeering zal insgelijks aansturen op het sluiten van economische overeenkomsten en verdragen met andere landen en dit zoo wel om de levensvoorwaarden en het uitvoer- stelsel te verbeteren, als om onze wisselkoers te doen stijgen. Voor deze overeenkomst zal zij zich laten leiden door de werkelijkheid van den bestaanden internationalen toestand. De economische onderhandelingen met het Groot-Hertogdom Luxemburg zijn sedert de maand Juni l.L hervat. Spoed bijzetten aan het definief bepalen en regelen van de herstellingen van allen aard welke Duitschland ons schuldig is, is ook medewerken tot 's lands herstel door ver grooting der opbrengst. In overeenstemming met de verbonden Hooge Mogendheden die zooeven een gemeenschappelijke werkwijze hebben vastgesteld om hiertoe -te geraken, zal de Regeering zich eeen moeite ontzien. De Regcering zal te dien einde alles in 't werk stellen. De oorlogsschade Op alles wat betrekking heeft op de ra ming en de vereffening der oorlogsschade, alsmede om bet herstel onzer ongelukkige verwoeste streken en gemeenten beter te ordenen, worden de diensten welke zich met deze levensvraagstukken bemoeien, opnieuw bij het Departement van Huishoudkundige Zaken gevoegd, waar zij logischer wijze thuis hooren. Eveneens ligt hel in onze bedoeling met kracht in te gaan tegen de levensduurte, wel ker oorzaken u bekend zijn. Niet dat wij den strijd willen voeren met vooraf onfeilbaar verklaarde stelsels of beslissingen maar met middelen passend naar de omstandigheden en voor elke zaak in hel bijzonder. Uit den aard van dien strijd blijkt al dadelijk het groot aandeel der landbouwnijverheid in hel ekonomiscbe le.ven van ons volk. En daarom verbindt zich de regeering al de krachten le steunen, die kunnen bijdragen tot den voor uitgang van den nalionalen Landbouw. De Werkmanswelten De Regeering zal u verzoeken om de werk manswelten af le handelen, die nog aanhan gig zijn, namelijk om de wet op'den düur van den werkdag te willen goedkeuren zoo als de Kamer haar heeft gestemd. De Regee ring zal insgelijks u herziening vragen der wet op de arbeidsongevallen om deze in nau were aansluiting le brengen met de nieuwe ekonomiscbe toestanden. Een hoogst kiesche zaak ïs wel de regeling der vakvereenigingen met liot oog op de misbruiken welke volgen kunnen. De Regeering zal u voorstellen artikel 310 van het strafwetboek af te schaffen. Zij zal u voorslaan insgelijks de vrijheid van vereeni- ging op alle gebied, voor de eenlingen als voor de groepeeringen, te waarborgen. Het onderwijs Wij zullen er naar trachten het onderwijs in al zijn graden uit le breiden en niets te verwaarloozen om wetenschap, kunst en let terkunde te doen bloeien. Wat den school vrede betreft, deze is een gelukkige overwinning uil de jaren der beproeving. Wij zullen hem handhaven. Zoo Belgie het land is der sterke godsdienstige wijsgeerige en politieke over- uigingen, het is ook het klassiek land dor gewetensvrijheid. In dezen geest opgevat, zal het onderwijs in de voorschriften der zeden leer en der burgerlijke opvoeding, voorzien door de van kracht zijnde wetten en nage- streeft door het voorgaande kabinet, bijdragen tot den inwendigen vrede en geen enkelen aanslag plegen op de godsdienstige gevoelens welke in ons land zoo diepe wortelen hebben geschoten. De beslaande schoolwetgeving zal, onder een stelsel van eendracht, rechtzinnig toege past worden met de bekommering alle o ver tuiging te eerbiedigen. Waar het onderzoek der maatregelen, genomen lot uitvoering dei- van kracht zijnde wetten zou leiden tot het ontdekken vaneen bepaling welke aan het geweten aanstoot zou kunnen geven, daar ïou niemand in het huidige uur nutteloos overblijfselen vaa vroegeren strijd willen handhaven. De Taalkwestie, Het ïs ook in den geest van bedaring en van eerbied voor alle billijke rechten dat de Regeering de dringendste vraagstukken welke geboren worden uit hetsamenbestaan van onze twee landstalen wil oplossen. Naar onze meening is het door-rechtvaardig dat do Vlaanischsp rekende Belgen, evenals de Franschsprekende, om bestuurd, onderwezen en gevonnist te worden, le-hunner beschik king ambtenaars, leeraars en magistraten hebben die hen verslaan en die door hen ver staan worden. De Regeering zal dus voor den Senaat de wet op het gebruik der Vlaam- sehe taal in bestuurszaken, welke in de Kanier met 95 stemmen legen 43 en 9 ont houdingen aangeuomeu werd verdedigen* In zake hooger onderwijs, maakt de Troonrede van 22 November 1918 kond van het inzicht) der Regeering, van heden af, zoo luidde de rede, de grondslagen eener Vlaarnsche,1 Hoogeschool leGent, te vestigen, behouders; aan de Kamers welke op de Volksraadpleging, zullen volgen de zorg over te laten den be-1 paalden vorm ervan te regelen. Het huidig! kabinet hoopt deze belofte tot uitvoer te brengen en zal u hiertoe voorstellen onder werpen. Het is ook van oordeel dat nieuwe maat regelen dienen genomen voor den midden-I stand, die wreed beproefd door den oorlogen', de bezetting, nu zoo zwaar onder de gevolgen, der algemeene duurte, het weze op gebied van huishoudelijke begrooting of van even wicht in zijne zaken lijdt. De jongte reis van den heer Minister van Koloniën brengt op het gebied van onze koio- niale politiek praktische besluilselen medal welke de Regeering zal trachten in werking! te stellen. Dit zijn-Mijne Heeren, in hun vrijwillig beperkt kader de inzichten naar welker uit voering wij zullen streven. j Ons Regeeringsplan gaat uit van recht schapenheid en goeden wil. Wij gelooven niet1 dat het algemeen welzijn beter door een ander kan gebaat worden en daarom aarzelen; wij niet,om het tot uitvoer te brengen,een op roep lot uw vertrouwen te richten. Wij heb ben niet gemeend, zelf, onze medewerking tot den openbaren dienst le kunnen weigeren, op dit moeilijke keerpuut van ons nationaal beslaan. Kon een Natie, met meer recht dan de onze, ooit rekenen op degenen die tevens haar zonen en haar lasthebbers zijn Zij kende zooveel beproevingen en zooveel rouwen. Het werk van het herstel is pas aangevangen.. Trachten wij allen zoodra mogelijk den dag te doen aanbreken waarop zij, voor goed her steld zijnde, dapper, in den vrede zooals zij het gedurende den oorlog was, in den regel-, matigen golfslag van hare verjongde instel lingen, den gewonen loop van hare lotsbe stemming zal kunnen hervallen. Beloven wij, onderling met de beste onzer krachten tot hef herstel en het welzijn van het Vaderland U arbeiden. (Ovatie). M. VAN CAENEGHEM leekent verzet aan tegen het feit dat de ministeriëele verklaring enkel in 'tFransch werd voorgelezen. M. CARTON de WIART, De VIaam- sche tekst is ter beschikking. Indien gij wilt. zal ik hem voorlezen. (Geroep Neen! Neen!) M. VAN CAUWELAERT vraagt dat in 't vervolg alle ministerieele verklaringen in do twee talen zouden gedaan worden. M. BRANCQUAERT zegt dat men gemak» kelijk kan 't akkoord komen, -door aan de Walen eea Franschen tekst le bezorgen en aan de Vlamingen een Vlaamschen tekst. Dan moesten de ministers geen verklaring meer afleggen en't ware zooveel tijd gewon, nen. M. MAES. Zelfbestuur! M. de VOORZITTER. Het incident i^ gesloten., De zitting wordt om 5 ure geheven. Staatsminister graaf Woeste kwam Dins dag namiddag als naar gewoonte een dek eersten in de Kamer. Een konfrater, die hem naar zijn gezond-' heidstoestand vroeg, kreeg voor antwoord Ik voel mij niet goed. Ik hen erg ver konden en lijdt zeer aan rhumatism, 'temeer,,1 ik ben S3 jaar oud. In strijd met miinege-1 woonte kon ik heden morgend de 11. Mis niet bijwonen. Evenwel scheen M. Woeste tijdens de zit ting nog steeds dezelfde man als jaren gele den. Hij onderhield zich over eene menigte zaken met zijne kollegas en schreef verschei dene brieven, tijdens dc stemmingen voor het bureel, luisterde zeer aandachtig naar de ministerieele verklaring en liet zich inschrij ven voor de debatten over de ministerieele verklaring welke Donderdag zullen aanvan gen. i Na de zitting bleef hij nog eenigen lijd met vrienden in de Kamer praten. Eensklaps zegde hij hun dal hij zich onwel voelde. j Zij leidden hem in een naburige spreek.' plaats, waar hij in een zelel plaats"nam. 1 Doklor Brancquaert, socialistische Volks vertegenwoordiger voor Zoningen, die nog; in de Kamer was, snelde toe en verzorgde graaf Woeste. Hij stelde dezen gerust, zeg gende dat het enkel eene maagsloornis was, M. Brancquart oordeelde evenwel, dat bet gevoeglijk zou zijn onmiddelijk den gewonen geneesheer van M. Woeste, doktor Heger Is doen verwittigen. Mej. Woesle en Mev. Belpaire, die de zit-| ting der Kamer hadden bijgewoond en hun' vader aan den uitgang afwachtten, werden ontboden en kwamen hem dadelijk vervoegend Inmsschen had M. Brunei, voorzitter derj Kamer, bij hoogdringendheid een auto doen halen en M. Woesle keerde huiswaarts mot zijne kinderen. v— - j Dit pijnlijk incident had de eenige leden welke zich nog in de Kamer bevonden, diep ontioerd. Zij vergezelden graaf Woeste tot aan den auto, den wenscb uitdrukkende hem, zoo spoedig mogelijk hersteld tc zietu

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1