m
Donderdag
iNovem. 19201
De gezondheidstoestand
van M. Woeste
XXVI» JAARGANG NUMMER 234
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst." Tel. 114 D A. G H Xj A. O 7 CENTIEMEN - Uitgever: J. Van Npftel-Ds Genpt
II. Catharina
Zon op7,27, onder 4,09
Volle Maan den 2G
Publiciteit bulten
het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 6, Bream's Buildings Londres E.
i.C. 4
De zitting wordt geopend om 2 1/2 ure,
'onder voorzitterschap van M. Visart de Bo-
■carmé, ouderdomsdeken. Als sekretarissen
zetelen de twee jongste leden. Van Hoeck en
Borginon,
Kiezing van liet Bureel.
M. DE VOORZITTER. Wij zullen
overgaan tot de kiezing van het werkelijk
Bureel.
De stemopnemers worden bij Tottrekking
aangeduid. bc kiezing geschiedt bij naam-
afroeping en niet gesloten briefjes.
Worden gekozen tot Voorzitter M. BRU
INET (soc.) met 450 stemmen op 151 geldige
briefjes. M. Höutart (kath.) bekomt 1 stem.
Er zijn 15 witte briefjes.
Tol lr Ouderroorziter, M. TIBBAÜT(katb.)
met 132 stemmen. M. Mechelynck (lib.) be
komt. er 4; M. Harmignies (kath.) 2 en M.
Van Re moortel (oudslrijder) '1. (Gelach). Er
zijn 20 witte briefjes.
Tot 2C Ondervoorzitter, M. MECHELYNCK
{lib.) niet 110 stemmen. M. Pirmez (kath.)
bekomt 4 stemmen; M. Bertrand (soc.) 2 en
verscheidene andere leden hekomen 1 stem.
Tot 3'" Ondervoorzitter, M. BERTRAND
fsoc.) met' 122 stemmen, en tot 4e Onder
voorzitter, M. PIRMEZ (leath.) met 126 st.
De. overige stemmen worden tusschen ver
schillende leden verdeeld.
Worden gekozen tot Sekretarissen MM.
do KERCKilOVE d'EXAERDE (kath.) met
130 stemmen; HUYSHAUWER (kath.) met
133 stemmen; CRICK (lib.) met 127 stemm.;
BOIiOfJERY (soc.), met 131 stemmen en
MANSART, '133 stemmen. Andere leden be
komen enkele stemmen.
M. BRUNEI gaat den voorzitterszetel be-
kleedon en omhelst den ouderdomsdeken. De
Kamer juicht toe
Daarna bedankt hij de Kamer voor hel
vertrouwen hem betoond en zet allen, regee
ring en leden aan, om zoo spoedig mogelijk,
de grondwetherziening te zullen doordrijven,
opdat het land tot de grondwettelijke orde
zou terugkceren. (Toejuichingen).
Hij brengt dan hulde aan de leden van het
voorloopig bureel en bijzonderlijk aan den
ouderdomsdeken, dien hij verzekert van de
eorldedige en onwrikbare genegenheid van al
de Kamerleden.
E-cne ovatie wordt den heer Visart de Bo»
car mé gebracht.
VOOftZ. Het woord is aan den Eersten
Minister.
Dc heer CARTON DE WIART, eerste
minister
Het beroep van den Koning.
Bijna, dag op das, zijn cr twee jaren ver-
joopen,-sedert de Koning, bij zijne intrede te
Brussel aan het hoofd zijner roemvollo sol
daten, voor alles wilde in voeling komen met
de mandatarissen dei' Natie.
Welke ontroering beving ons, gij weet het
nog, toen wij uit dien storm kwamen die twee
ien vijftig maand duurde, waarin fielgie had
kunnen omkomen en waar de onbreekbare
moed van ons leger, het vaderlandsch uit
houdingsvermogen onzer bevolking en bij
aldat het taai volharden der verbonden Mach
ten ten slotte het Recht deden zegevieren!
Te dezer ure der lang verhoopte en'duur ge
kochte bevrijding, te midden der ons omrin
gende puinen, waren onze harten door een
zelfde gedachte bezield het erg gekneusde
en naar adem hijgende Vaderlandhcropbeuren
Voor het nationaal herstellingswerk deed
dc Koning een oproep tot de zielskracht en
de eendracht der Natie, zooals hij het den
4 Augustus 1914 voor 's lauds verdediging
gedaan had.
Deze oproep van den Vrede werd aanhoord
evenals den oproep van den oorlog.
Er is geen land dat erger dan het onze
door den storm gehavend werd. Er is er geen
dat.zich er op toegelegd beeft en er in gelukt
is zich eerder dan het onze door den arbeid
weder op le richeen.
Herinneren wij dat de eer er van toekomt
aan al de klassen onzer bevolking, aan de
nijverheidsmannen, zoowel als aan de werk
lieden, aan de landbouwers zoowel als aan de
handelaars.
U geluk wenschend over deze eerste aan
moedigende uitslagen, is het maar recht,
insgelijks hulde te brengen aan de pogingen
je dien einde door het Parlement verwezen
lijkt Met eene immer bijblijvende bezorgd
heid eii eene onvermoeibare werkzaamheid,
heeft het in noodwendigheden voorzien en
vraagstukken opgelost welke door hunne
veelvuldigheid en door hunne ingewikkeld
heid elders nog den goeden wil aanvuren.
Hulde aan da voorgaande ministeries
Naast de wetgevende Khmers, is de taak
van dc Regeering tot nu toe oneindig lastig
sn ondankbaar geweest en het zal u voorze
ker niet verwonderen dat, tot de leiding ge
roepen zijnde van hel Ministerie dat zooeven
samengesteld is, ik, van op deze tribuun,
Tiulde breng aan de leden dor twee Kabinet
ten, die sedert de wapenstilstand te midden
van zooveel gevaren, het Vaderland hebben
geleiden dat ik in het bijzonder, hij zijn
'heengaan, den koenen burger {groet die, na
het voorzitenchap dezer twee kabinetten te
hebben waargenomen, de schoonste gaven
van versland, werkzaamheid en rechtschapen
heid kwistig ten dienste van 't algemeen wel
zijn heeft gesteld. (Alle leden staan recht en
brengen den heer Delacroix, die ais afgevaar-
zijn bank inneemt, een ovatie}.
Wij meenen, Mijne Heeren* dat het aldus
begonnen herstel dient voortgezet en tot een
goed einde gebracht.
Nog heeft het land te kampen met duizen
den moeilijkheden, die het gevolg en als de
voortzetting zijn van de beproevingen welke
wij to zamen hebben gekend. In den schoot
der Kamer beschikt geen enkele partij over
eene meerderheid welke haar toelaat hare
eigen doeleinde te doen zegevieren.
Deze tweevoudige beschouwing verklaart
de samenstelling van het nieuw Kabinet en
zal tevens dezes programma rechtvaardigen.
Door de wijze van samenstelling worden
de hoofdgroepen geroepen om in het bestuur
der gemeenc zaak een medewerkings en
verantwoordelijkheidsaandeel op te nemen.
Zijn programma gaat uit van een beginsel
van nationale eendracht en democratische
werking. Het wijst de vraagstukken, welke
niet wezenlijk van den dag zouden zijn. van
de band.
Gelet op het tijdvak dat strekt tot aan de
volksraadpleging, dewelke op de Grondwets
herziening moet volgen, heeft het Kabinet,
om aan de huidige noodwendigheden het
hoofd ta bieden, naar formules gezocht, welke
aan 's Lands gevoelens en belangen beant
woorden en dit met het verlangen scherp te
doen uitkomen alles wat ons zou kunnen ver-
deelen.
Door derwijze ons vergelijk te herleiden lot
een beperkt aantal vraagstukken, welke
onmiddelijk dienen verwezenlijkt, zullen wij
des te.meer kans hebben deze te kunnen op
lossen. Anderzijds, beperkt en juist omschre-
ven als het is, zal dit vergelijk aan allen die
er aaa deelnemen toelaten hun getrouwheid
aan hun overtuiging en zelfs aan hun persoon
lijke opinies gaver te bewaren, zonder dat
de snamhoorigheid onmisbaar voor een af
doende regeeringswerking er door kunne
gekrenkt worden.
Toen ik een beroep deed op de uitstekende
mannen, die mij hun medewerking hebben
gelieven te schenken, zou ik mij niet veroor.
ioofd hebben hun eenigerwijze te vragen
afstand te dosn van hun politieke gezindheid,
evenmin als zij van mijn kant verwacht heb
ben dat ik een enkel hoofdbeginsel prijs gaf
der katholieke partij, aan dewelke ik de eer
heb toe te behooren en welker ideaal ik, in
hoedanigheid van vertegenwoordiger der
Natie, sedert een kwart eeuws verdedig. Zij
gelooven, zooals ik het geloof, dat het moge
lijk is op het uur dat wij beleven, zonder
inbreuk te doen op de grondgedachten der in
medewerking zijnde partijen, de gelijke liefde
welke wij het Vaderland toedragen," in 't ge
meen te leggen voor het werk onzer nationale
heropbeuring.
De Grondwetsherziening
Vermits de Regeering als voornaamste en
onmiddelijkc taak de voltrekking van de
Grond wetsherziening zal opnemen, vermits
het overeenkomt met den geest van ons open
baar Recht dat algemeene kiezingen plaats
grijpen, zoodra deze herziening geëindigd is,
is het op den oogenblik van deze raadple
ging dat de partijen, indien zij het goed oor-
deelen, hunne leerstelsels en hun programma
in tegenstelling en in uitdrukkelijke tegen
spraak zullen kunnen brengen en aan* het
land vragen te kiezen tusschen de verschil
lende opvattingen welke zij hebben aangaan
de den vooruitgang in de toekomst.
Het werk der herziening, dat nog te ver
vullen valt, wordt zooals gij weel, door liet
vraagstuk van den Senaat beheerscht. Ons
dunkens, kan van nu af en onder voorbe
houd van nieuwe-besprekingen der parle
mentaire kommissies, een akkoord gesloten
worden voor het behoud van den Senaat
nevens de Kamer van Volksvertegenwoordi
gers het onderscheid tusschen de twee
vergaderingen moet gezocht worden, niet in
liet samenstellen van het kiezerskorps waar
van zij, de eene en de andere het uitvloeisel
zullen zijn, maar in liet bepalen van den
ouderdom van kiesbaarheid en het vaststellen
van klassen van verkiesbaren, alsmede in een
stelsel van coöptatie voor aanduiding *an een
deel van den nieuwen Senaat. In een ande
ren gang van gedachten welke insgelijks ons
kiesstelsel raakt, is de Regeering zinnens de
laatste noodige pleegvormen le bespoedigen,
ten einde binnen zeer korten tijd, over le,
gaan tot de gemeeetekiezingen. Zij hoopt dat
de Kamers zonder uitstel de hiertoe onmis
bare teksten zullen stemmen.
De buitenlandsche politiek.
Orde binnenlands, veiligheid buitenlands.
Het valt niet te miskennen dat veel onzeker
heid drukt op den internationalen toestand.
Belgie, zonder eenige bedoeling iemands
rechten te krenken, heeft tot plicht le lellen
op wisselvalligheden waarvan het eens de
bittere ondervinding heeft opgedaan. liet zal
met kracht de hand houden aan de uitvoering
van het Verdrag van Versailles en de herin
richting van zijn nieuw internationaal statuut
waartoe de beslissingen dei gealiiërdcn Mo
gendheden een waarborg zijn, voortzetten.
Te dien einde, zal het vooral steunen op de
twee groote Westelijke MogendhedenFrank
rijk en Engeland, wier vriendschap, trouw
in den vrede gelijk in den oorlog, zoo waar
devol blijft.
De defensieve Fransoh-Belgische militaire
overeenkomst, welks het voorwerp geweest
is van eene mededeeling van den Heer Dela
croix aan den Senaat, in zijne zitting van 27
October, en aan dewelke wij willen getrouw
blijven, is in de meening der twee Regeerin-
gen die ze geteekend hebben, enkel bestemd
om de waarborgen Vïn vrede en van veilig
heid, welke spruiten uU de overeenkomst van
den Volkenbond, le versterken.
Wij wenschen dat deze overeenkomsf de
inleiding weze tot eene economische versland
houding, dewelke, evenals zij de soevereini
teit en de wederzijdsche belangen van beide
landen eerbiedigt en hunne volkomen ontwik
keling in een gemeenschappelijk steven waar
borgt.
Da Volkenbond.
Deze Volkenbond treedt ten andere meer
en meer naar voren als een levende en han
delende instelling. Van het edel voornemen
zoo dikwijls vermoed of zelfs beproefd in den
loop der eeuwen om de natuurlijke aandrif
ten van geweld door eerbiediging van het
Recht in bedwang te houden, daarvan ziet
de Menschheid thans de ontluiking. Zooals
het telkenmale gebeurt wanneer een ideaal in
verwezenlijking gaat, komt voorzeker de te
genstelling tusschen liet droombeeld en zijn
concrete belichaming uit.
Zulke onthouding kan betreurd worden. Er
valt le vreezen dat op oen gegeven oogenblik
het belang; de drift of de zelfzucht ergens
tekortkoming verwekken en het weerstands
vermogen van zulk een instelling in gevaar
brengen. Het is oen reden te meer om, wat
ons betreft, niets te veronach'zamen ten einde
deze te versterken met eén vast betrouwen in
dit werk van vooruitgang en vrede.
In de zekerheid dat uwe meening aan de
onze beantwoordt, zenden wij van hier uit
aan de Vergadering van Geneve den groet en
de vurigste wenschen van België. (Ov.)
Moge de poging van den Volkenbond het
uur verhaasten waarop volkeren als wij, zon
der te kort te komen aan de plichten welke
hun eigen veiligheid vergt, het recht zullen
hebben langsom meer de opofferingen in te
krimpten welke z'.j met het oog op oorlogs
gebeurlijkheden doen.
Dit uur is stellig voor ons nog uiet j
komen.
Belgie, dat van zijn onzijdigheid van 1839
is ontdaan en door zijn geografische ligging,
zeer aanvechtbaar en erg blootgesteld is,
moet ons erachlens, wel op letten zijn weer
baarheid niet te verzwakken.
De Legorkwesiie.
De jongste lessen kan het niet vergeten
zijn. Verplicht eakel op zich /.elf le rekenen,
moet het, in de eerste plaats, voor zijne ge
beurlijke bescherming een sterk leger hebben,
met goede kaders, wel geoefend, wel uitge
rust, en in hetwelk ieder burger zijn deel
moet aanbrengen voor de gemeenschappelijke
veiligheid. Voorzeker zijn wij het allen eens
om te begeeren dat de militaire lasten, en
namelijk deze van hel verblijf in de kazerne,
zouden verminderd worden in de volle maat
der mogelijkheid. Eene gemengde kommissie,
benoemd door de Regeering en in wier schoot
het Parlement vertegenwoordigd is beraad
slaagt op dezen oogenblik zelf over den duur-
tijd van den werkelijken dienst bij het leger
en uit haar gewetensvol onderzoek zal zij
geen enkele onderstelling noch formule slui
ten. Iu afwachting dat hare besluiten ons
medegedeeld worden, blijkt het ons onmoge
lijk uitspraak te doen over een vraagpunt
welk zooveel beslanddeelen van internationa
len en van technischen aard nog verwikkelen.
Anderzijds, waar er spraak is van het
buitengewoon contingent dat nog moet opge
roepen worden volgens de in voege zijnde
wetten van 1 Maart, 15 November, 30 Decem
ber 1919 en 10 Augustus 1920, en zulks in
gansch abnormale voorwaarden wijl, in 1920
en 1921 klassen naast elkander dienen ge
plaatst welke wegens de omstandigheden van
den oorlog niet eerder konden opgeroepen
worden, blijkt het ons behoorlijk, rekening te
houden met de omstandigheden welke zich in
den loop van dit jaar reeds geopenbaard heb
ben. Daar de militaire noodwendigheden ge
waarborgd zijn door het oproepen van een
grooter getal manschappen, zal dit contingent,
en zulks van af den oproep der eerstkomende
maand, enkel aan een werkelijken diensttijd
van liea maand voor de infanterie onderwor-.
pen worden, terwijl de bevoordeeligde klas
sen afgeschaft zijn.
Met dezen tijd vast te stellen, denken wij
niet eene proefneming te doen en nog min de
toekomst vooruit te loopen. Wij bepalen er
ons bij een gansch tijdelijken militairen toe
stand te erkennen en de vereischten van dezen
toestand overeen te brengen met onze bezorgd
heid om voor Arbeid en Voortbrengst het
maximum der menscbenlijke krachten te
behouden.
Het Financieel vraagstuk
liet vraagstuk der voorlbrengst is recht
streeks met het financieel vraagstuk verbon
den, aangezien de zware schulden welke op
ons wegen evenals op alle Tanden die den
oorlog r^degemaak.4 hebben^ de tol zijn der
schrikkelijke jaren gedurende dewelke de
menschelijke bedrijvigheid vooral gebruikt
werd om te vernielen en om tot vernieling
voort te brengen. Om een toestand te veref
fenen belast gelijk de onze, om onze finan
ciën gezond le maken, om krediet in den
vreemde te bekomen, kent de Regeering
geen algemeen of krachtgeneesmiddelzij
zal zich moedig vastklampen aan de grond
waarheden welke in zulk uur zich aan de
openbare machten evenals aan de eenlingen
opdringende uitgaven inkrimpen en de
ontvangsten vermeerderen.
De Regeering zal insgelijks aansturen op
het sluiten van economische overeenkomsten
en verdragen met andere landen en dit zoo
wel om de levensvoorwaarden en het uitvoer-
stelsel te verbeteren, als om onze wisselkoers
te doen stijgen. Voor deze overeenkomst zal
zij zich laten leiden door de werkelijkheid
van den bestaanden internationalen toestand.
De economische onderhandelingen met het
Groot-Hertogdom Luxemburg zijn sedert de
maand Juni l.L hervat.
Spoed bijzetten aan het definief bepalen en
regelen van de herstellingen van allen aard
welke Duitschland ons schuldig is, is ook
medewerken tot 's lands herstel door ver
grooting der opbrengst. In overeenstemming
met de verbonden Hooge Mogendheden die
zooeven een gemeenschappelijke werkwijze
hebben vastgesteld om hiertoe -te geraken,
zal de Regeering zich eeen moeite ontzien.
De Regcering zal te dien einde alles in
't werk stellen.
De oorlogsschade
Op alles wat betrekking heeft op de ra
ming en de vereffening der oorlogsschade,
alsmede om bet herstel onzer ongelukkige
verwoeste streken en gemeenten beter te
ordenen, worden de diensten welke zich met
deze levensvraagstukken bemoeien, opnieuw
bij het Departement van Huishoudkundige
Zaken gevoegd, waar zij logischer wijze thuis
hooren.
Eveneens ligt hel in onze bedoeling met
kracht in te gaan tegen de levensduurte, wel
ker oorzaken u bekend zijn. Niet dat wij den
strijd willen voeren met vooraf onfeilbaar
verklaarde stelsels of beslissingen maar met
middelen passend naar de omstandigheden
en voor elke zaak in hel bijzonder. Uit den
aard van dien strijd blijkt al dadelijk het
groot aandeel der landbouwnijverheid in hel
ekonomiscbe le.ven van ons volk. En daarom
verbindt zich de regeering al de krachten le
steunen, die kunnen bijdragen tot den voor
uitgang van den nalionalen Landbouw.
De Werkmanswelten
De Regeering zal u verzoeken om de werk
manswelten af le handelen, die nog aanhan
gig zijn, namelijk om de wet op'den düur
van den werkdag te willen goedkeuren zoo
als de Kamer haar heeft gestemd. De Regee
ring zal insgelijks u herziening vragen der
wet op de arbeidsongevallen om deze in nau
were aansluiting le brengen met de nieuwe
ekonomiscbe toestanden.
Een hoogst kiesche zaak ïs wel de regeling
der vakvereenigingen met liot oog op de
misbruiken welke volgen kunnen.
De Regeering zal u voorstellen artikel 310
van het strafwetboek af te schaffen. Zij zal u
voorslaan insgelijks de vrijheid van vereeni-
ging op alle gebied, voor de eenlingen als
voor de groepeeringen, te waarborgen.
Het onderwijs
Wij zullen er naar trachten het onderwijs
in al zijn graden uit le breiden en niets te
verwaarloozen om wetenschap, kunst en let
terkunde te doen bloeien. Wat den school vrede
betreft, deze is een gelukkige overwinning uil
de jaren der beproeving. Wij zullen hem
handhaven. Zoo Belgie het land is der sterke
godsdienstige wijsgeerige en politieke over-
uigingen, het is ook het klassiek land dor
gewetensvrijheid. In dezen geest opgevat, zal
het onderwijs in de voorschriften der zeden
leer en der burgerlijke opvoeding, voorzien
door de van kracht zijnde wetten en nage-
streeft door het voorgaande kabinet, bijdragen
tot den inwendigen vrede en geen enkelen
aanslag plegen op de godsdienstige gevoelens
welke in ons land zoo diepe wortelen hebben
geschoten.
De beslaande schoolwetgeving zal, onder
een stelsel van eendracht, rechtzinnig toege
past worden met de bekommering alle o ver
tuiging te eerbiedigen. Waar het onderzoek
der maatregelen, genomen lot uitvoering dei-
van kracht zijnde wetten zou leiden tot het
ontdekken vaneen bepaling welke aan het
geweten aanstoot zou kunnen geven, daar
ïou niemand in het huidige uur nutteloos
overblijfselen vaa vroegeren strijd willen
handhaven.
De Taalkwestie,
Het ïs ook in den geest van bedaring en
van eerbied voor alle billijke rechten dat de
Regeering de dringendste vraagstukken welke
geboren worden uit hetsamenbestaan van onze
twee landstalen wil oplossen. Naar onze
meening is het door-rechtvaardig dat do
Vlaanischsp rekende Belgen, evenals de
Franschsprekende, om bestuurd, onderwezen
en gevonnist te worden, le-hunner beschik
king ambtenaars, leeraars en magistraten
hebben die hen verslaan en die door hen ver
staan worden. De Regeering zal dus voor
den Senaat de wet op het gebruik der Vlaam-
sehe taal in bestuurszaken, welke in de
Kanier met 95 stemmen legen 43 en 9 ont
houdingen aangeuomeu werd verdedigen* In
zake hooger onderwijs, maakt de Troonrede
van 22 November 1918 kond van het inzicht)
der Regeering, van heden af, zoo luidde de
rede, de grondslagen eener Vlaarnsche,1
Hoogeschool leGent, te vestigen, behouders;
aan de Kamers welke op de Volksraadpleging,
zullen volgen de zorg over te laten den be-1
paalden vorm ervan te regelen. Het huidig!
kabinet hoopt deze belofte tot uitvoer te
brengen en zal u hiertoe voorstellen onder
werpen.
Het is ook van oordeel dat nieuwe maat
regelen dienen genomen voor den midden-I
stand, die wreed beproefd door den oorlogen',
de bezetting, nu zoo zwaar onder de gevolgen,
der algemeene duurte, het weze op gebied
van huishoudelijke begrooting of van even
wicht in zijne zaken lijdt.
De jongte reis van den heer Minister van
Koloniën brengt op het gebied van onze koio-
niale politiek praktische besluilselen medal
welke de Regeering zal trachten in werking!
te stellen.
Dit zijn-Mijne Heeren, in hun vrijwillig
beperkt kader de inzichten naar welker uit
voering wij zullen streven. j
Ons Regeeringsplan gaat uit van recht
schapenheid en goeden wil. Wij gelooven niet1
dat het algemeen welzijn beter door een
ander kan gebaat worden en daarom aarzelen;
wij niet,om het tot uitvoer te brengen,een op
roep lot uw vertrouwen te richten. Wij heb
ben niet gemeend, zelf, onze medewerking
tot den openbaren dienst le kunnen weigeren,
op dit moeilijke keerpuut van ons nationaal
beslaan. Kon een Natie, met meer recht dan
de onze, ooit rekenen op degenen die tevens
haar zonen en haar lasthebbers zijn Zij kende
zooveel beproevingen en zooveel rouwen. Het
werk van het herstel is pas aangevangen..
Trachten wij allen zoodra mogelijk den dag
te doen aanbreken waarop zij, voor goed her
steld zijnde, dapper, in den vrede zooals zij
het gedurende den oorlog was, in den regel-,
matigen golfslag van hare verjongde instel
lingen, den gewonen loop van hare lotsbe
stemming zal kunnen hervallen. Beloven wij,
onderling met de beste onzer krachten tot hef
herstel en het welzijn van het Vaderland U
arbeiden. (Ovatie).
M. VAN CAENEGHEM leekent verzet aan
tegen het feit dat de ministeriëele verklaring
enkel in 'tFransch werd voorgelezen.
M. CARTON de WIART, De VIaam-
sche tekst is ter beschikking. Indien gij wilt.
zal ik hem voorlezen. (Geroep Neen! Neen!)
M. VAN CAUWELAERT vraagt dat in 't
vervolg alle ministerieele verklaringen in do
twee talen zouden gedaan worden.
M. BRANCQUAERT zegt dat men gemak»
kelijk kan 't akkoord komen, -door aan de
Walen eea Franschen tekst le bezorgen en
aan de Vlamingen een Vlaamschen tekst.
Dan moesten de ministers geen verklaring
meer afleggen en't ware zooveel tijd gewon,
nen.
M. MAES. Zelfbestuur!
M. de VOORZITTER. Het incident i^
gesloten.,
De zitting wordt om 5 ure geheven.
Staatsminister graaf Woeste kwam Dins
dag namiddag als naar gewoonte een dek
eersten in de Kamer.
Een konfrater, die hem naar zijn gezond-'
heidstoestand vroeg, kreeg voor antwoord
Ik voel mij niet goed. Ik hen erg ver
konden en lijdt zeer aan rhumatism, 'temeer,,1
ik ben S3 jaar oud. In strijd met miinege-1
woonte kon ik heden morgend de 11. Mis niet
bijwonen.
Evenwel scheen M. Woeste tijdens de zit
ting nog steeds dezelfde man als jaren gele
den. Hij onderhield zich over eene menigte
zaken met zijne kollegas en schreef verschei
dene brieven, tijdens dc stemmingen voor het
bureel, luisterde zeer aandachtig naar de
ministerieele verklaring en liet zich inschrij
ven voor de debatten over de ministerieele
verklaring welke Donderdag zullen aanvan
gen. i
Na de zitting bleef hij nog eenigen lijd met
vrienden in de Kamer praten. Eensklaps zegde
hij hun dal hij zich onwel voelde. j
Zij leidden hem in een naburige spreek.'
plaats, waar hij in een zelel plaats"nam. 1
Doklor Brancquaert, socialistische Volks
vertegenwoordiger voor Zoningen, die nog;
in de Kamer was, snelde toe en verzorgde
graaf Woeste. Hij stelde dezen gerust, zeg
gende dat het enkel eene maagsloornis was,
M. Brancquart oordeelde evenwel, dat bet
gevoeglijk zou zijn onmiddelijk den gewonen
geneesheer van M. Woeste, doktor Heger Is
doen verwittigen.
Mej. Woesle en Mev. Belpaire, die de zit-|
ting der Kamer hadden bijgewoond en hun'
vader aan den uitgang afwachtten, werden
ontboden en kwamen hem dadelijk vervoegend
Inmsschen had M. Brunei, voorzitter derj
Kamer, bij hoogdringendheid een auto doen
halen en M. Woesle keerde huiswaarts mot
zijne kinderen. v— - j
Dit pijnlijk incident had de eenige leden
welke zich nog in de Kamer bevonden, diep
ontioerd. Zij vergezelden graaf Woeste tot
aan den auto, den wenscb uitdrukkende hem,
zoo spoedig mogelijk hersteld tc zietu