iaklank der blijde intrede van ZIJ. Fries Leopold Zondag 30 Jall Maandag 31 Jall 1922 NA SEN FEESTDAG T 33 AAL.ST gensmng te Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.- XXVIII» JAARGANG NUMMER 15] Tel. 114— 80 CENTIEMEN WEKELIJKS 0.53 Uitgever: J. Van Notfel-Db Qstfnï Pu blloltett bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas, Adolf Mailaan.13 Ie Brussel j S. Place de la Bourse, Parijs Bream's Buildings Londrea E.G.4 [p, H. Seraphinus Zon op 4,23, onder 7,32 H. Ignatus Zon op 4,24 onder 7,30 Volle Maan den 7 De ontliullingsdag is voorbij en onwillekeurig werpt men even den blik op de feesten die achter ons liggen, overziet men bet geheel en stelt men voor zich den algeineenen indruk vast, Het was voor de stad een belang rijke dag, dit zal wel niemand ont kennen. En het feit dat naast zoo vele overheidspersonagiën ook de Koning van zijne belangstelling blij# had gegeven door aanwezig te willeiv zijn in den persoon van den lieven Prins beminnelijk als een sprookjesprins gaf aan deze grootsche daad van piëteit, eene bij - zondere wijding. De harten voelden zich lioog ge stemd en het jubelde in ons om de heerlijke dingen die we, den dag door, te aanschouwen, te hoören en te overwegen kregen. Voor de school. Grootscli mo ment 1 Hoog hoven het plein bleef zweven, in 't geestelijk aanschijn der toegestroomde volksschare en als met lichtglans verhelderd, de beteekenis van wat is het hoogste staatsburgerlijk ideaal. En de schimmen rezen op van hen die de glorierijkste dragers van dit ideaal waren en den schoon- sten lof verdienden die ooit staats burgers sieren kon zij offerden zich, op den post die hun werd toe vertrouwd, volledig op Laat een zieïlooze glimlachen om deze voor hem onbegrijpelijke taal een edel en naar omhoog strevend volk ziet voortaan hier ter stede in geest driftige bewondering, door dit mo nument heen, onze gesneuvelden omgeven met den nimbus van den roem. De vijand kon de lijven dooden, maar uit dien dood zal een geest blijven spreken tot en ten bate van latere geslachten. En daarom zeg gen wij dat de verheerlijkten, die sinds den veldslag niet meer tot het lichaam des vaderlands behooren, zijn geworden tot een stuk van des- zelfs schoone ziel, dat zij ons aller eigen ziel, tot in de lengte van tijden met het helder begrip van hun hoog ideaal hebben verrijkt, 't is niet weinig 't waarborgt eeuwige vrij heid en dat zij, in niet geringe mate, het zedelijk erfdeel hebben vermeerderd dat deze stad aan hare kinderen zal kunnen nalaten. Dit beteekent onze eeuwige gemeen schap met hen. Naar eene mooie legende zouden onze poorters op XI Juli 1302 voor den slag met den vadergrond heb ben gecommuniceerd dat wij al len, ten minste na den slag, com munieeeren met den geest der roem rijke helden uit onzen derden vrij heidsoorlog. Mogen allen die in de jacht naar stoffelijk brood aan dit beeld zul len voorlij ijlen, telkens een wijle luisteren naar zijn stem en taal. Als een handwijzer op de kruispa- den der verwarring zal het waar schuwen voor dwaalwegen die lei den naar burgerverdeeldheid en lofhartigheid 't zal als een licht baak op het strand zijn om den vaarlui, al mogen de politieke harts tochten nog zoo onstuimig klotsen, steeds den rechten koers voor te houden. Dat dus aan die glorierijke doo den alhier een cultus gewijd worde; en dan kan het niet anders of de gemoederen hier ter stede zullen rondom dit standbeeld als leven wekkend kernpunt, uitgroeien tot een massale solidarieit van burger deugd en vrijheidszin. En dan zal die dag van 23 Juli 1922 tot een dag van zegen zijn geworden voor deze stad en voor dit leven. HENRI DE BACKER. Wij laten hieronder de verseliil- lige aanspraken en redevoeringen volgen, uitgesproken te Aalst ter gelegenheid van de inhuldiging van het gedenkteeken, ingericht ter na gedachtenis der gesneuvelde troep kinderen en oud-pupillen5 Beknopt verslag van de aanspraak van den E. H. VAN DEN BREM PTkrijgs- almoezenier der Vlaamsche legcrpupil- lènschool, gehouden tijdens de plechtige mis van Requiem in St. Martens kerk. Beminde Kristenen, -Men herdenkt ter stede den helden moed der officieren, der pupillen, der burgers die op le Aug. 1914 do I pupillenschool verlieten. Het strekt" de christene zielen ter eere die helden ook aan den voet des altaars indachtig te zijn in die kerke waar zij ook eens neer knielden.... Het leven der Legerpupil- lenschool is mét dit der stad innig ver bonden. In vreugde of droefheid, bij feestgetij of rouwpleehtigheden, bij va- dprlandsche feesten of processiën laat de school hare, stem hooren, en door ju belkreten of treurzangen deelt ze in de vreugd of smart der inwoners der stad. Die bedden moet men dus vieren hun dank en eerbied, lof en hulde toesturen. Ten tijde der Joden na eone zegepraal behaald te hebben dankte het volk God in den tempel. Heden is men getuige van dezelfde troostende plechtigheid. Het christen volk dankt God voor de behaal de overwinning, is indachtig de dappe ren die uit den grooten strijd niet huis waarts keerden. Het heiligste offer werd opgedragen, men kwijt zich van een plicht van erkentelijkheid, van een plicht van liefde. De bloem der erkentelijkheid raar in onze hedendaagsche samenleving bloeit heden prachtig op christen bodem. Bij onze dankgebeden gevoegd zullen wij die onze helden aanbieden, zij schonken ons ook alles tijdens dien vijfjarigen schrikkelijken strijd. Wij zullen ook on zen liefdeplicht niet vergeten maar die dapperen beminnen omdat zij ons tot het uiterste bemind hébben. Was het uit liefde niet voor 't vader land dat die officieren die hier ter school thuis hoorden, er de jongelingen tot iverdedigers van 't land drilden, ze nu ook op de slagvelden geleidden, aan hun hoofd sneuvelden De liefde tot liunne familie maakte die pupillen die pas de kinderjaren achter den rug hadden, moediger in den strijd, deed ze alle ge varen trotseoren. Die liefde steunde op de liefde Gods want ze waren overtuigde christenen ge bleven. Christenen in hunne daden, in hunne levenswijze, door .de prachtige voorbeelden die ze schonken. Om hun lot moet men geen tranen storten. Zij zijn fier geweest in het lij den, wezen wij fier om hetgeen zij gelo den hebben. Deze kerk mag mc-n niet verlaten zonder er de belofte af te leg gen, hunne liefde voor het vaderland hunne offervaardigheid steeds indachtig te zijn, in de kleinste zaken zijne krach ten ten pande van den evenmensck te stellen zooals zij tot het uiterste gedaan hebben. Zoo zal men eens-op die gloriebaan waar zij ons zijn voorafgegaan met hen voor eeuwig vereenigd zijn. Welkomgroet aan Z. K. H. Prins Leopold, door den heer DE HEBTbur gemeester ten stadhuize. Monseigneur, Ik heb de eer in naam der bevolking der stad Aolst Uwe Hoogheid eerbiedig en hartelijk welkom te zeggen bij uwe intrede in dit Stadhuis. Door de eeuwen heen gaven de Aelste- naars menig voorbeeld van trouwe ge hechtheid aan hunne wettige Vorsten m. nu nog voeden zij dezelfde liefde voor 's Koning? stamhuis. Uw tegenwoor digheid geeft hen de gelegenheid ze uit te drukken en door hunne toejuichingen te bevestigen. Gedurende de vreeselijke oorlogsjaren waart gij voor onze dappere strijders eene aanmoediging en een voorbeeld be nevens uwen doorluchtigon Vader die, terwijl alle beschaafde volkeren hem ate den Kening Ridder begroetten, in de loopgraven van het strijdfront-, den le venswandel zijner soldaten deelde, bene vens uwe edele moeder, onze geliefde Ko- nigin, die te midden der gevaren hulp, troost en verzachting bracht aan sten on stervenden. Uwe blijde aankomst verheugt onze 1 ko zij in hunne kinderjaren gekoesterd stadsgenoten des te meer dat zij mede- J hadden, en in schoonheid verscheiden. verheerlijkt de oud-leerlengen der Aels- tersche Pupillenschool die met U man haftig hebben gestreden voor 's lands vrijmaking en roemrijk gevallen onder .de slagen van ëenen mijneedigen vijand. In den haam dér stad Aelst begroet ik fn uwe Hoogheid het teergeliefde Vor stenhuis van Belgie. Antwoord van Z. IC. H. PRINS LEO POLD. Mijnheer de Burgemeester, De schoone stad Aalst heeft mij ont vangen op eene wijze die mij diep ge troffen heeft. Ik dank de Aalstenaare. en ik dank u, Mijnheer de Burgemees ter, voor de hulde die ge mij brengt. Bij mijne terugkomst in Brussel, zal ik aan mijne oudere de lofwoordèn overbrengen die ge aan hun adres hebt uitgesproken. I'k mag u verzekeren dat de Koning cn de Koningin er uitermate gevoelig zul len aan zijn. Maar ik'ben in het bijzonder gelukkig, dat mij de gelegenheid wordt aangebo den om mede te loen aan de verheerlij king van de Oud-leerlingen der Aalster- sche Pupillenschool, die tegen een over weldigenden aanvaller zijn opgestaan, en die, in de rangen van ons manhaftig leger, voor Rechten Vrijheid gesneuveld zijn. I'k begroet met weemoed en fierheid hun duurbaar aandenkeu. Zij zijn .de roem €<n de trots van een instelling, die de stad Aalst tot eere strekt, en de dank baarheid afdwing t van ons diep-beminde Vaderland. I-Iet gedenkteeken, dat gij voor deze edele dooden hebt opgericht, zal in het hart van alle Aalstereche burgers de grootheid vereeuwigen van de offers die zij brachten. Het zal voor alle tijden spreken van eene heerlijke jeugd die de hoogste blij ken heeft gegeven van zelfverloochenen- den plicht en oversaagden moed. België zal met liefderijken zorg hun aandenken bewaren I Redevoering uitgesproken door luite nant-Kolonel TASNIEP, bij de onthul ling van het gedenkteeken ter nagedach tenis der gewezen troepskinderen en le- gerpupUlen, gesneuveld voor het Vader land. Monseigneur, Mijn Generaal Mijnheer de Minister Mijnheer de Gouverneur Mijnheer de Burgemeester Mevrouwen, Mijne Heeren. Vijf en zeventig jaren zijn verloopen, sinds het tijdstip, waarop de doorluchtige stichter van ons Vorstenhuis, eone over levering, gesproten uit de oorlogen van het Keizerrijk willende huldigen, het. burgerrecht verleende aan onze troeps kinderen, door op 15 April 1847, de school te stichten welke hunnen naam draagt. Edele en vruchtbare gedachte Want deze kinderen, gekomen uit alle provin ciën van het land, opgeleid in de lief de tot den geboortegrond en den eerbied voor de Nationale Vlag, brachten aan het leger, den aandrang van een jong en rijk bloed, van ontloken en bloeiende roepingen in dien haard, welke de school, met jaloersche zorg als een heilig vuur onderhield. Zij verspreidden zich in al onze regimenten, verwierven er alle gra den, of nog, gekomen tot mannenouder- dom verspreidden er in het burgerlijk leven, de weldoende invloed van hunne sterke opvoeding. 1914 kwam. In de algemeene beweging welke Bel gie tegen den aanvaller opjoeg, trilden onze oud-pupillen en troepkinderen officieren, gegradeorden of soldaten van zestien jaar met, den zelfden gloed. Dien gloed rees op uit het diepste van hun wezen, uit die jaren, 't zij lang ge leden of nog dichtbij, die hen een lich tende inwijding gegeven had; waar hun ne teere handjes verhard geworden wa ren in het manhaftige behandelen der wapens waar hunne jonge hartjes klop ten bij het hooren der woorden Plicht, Eer, Vaderland, en thans alle zelfopof feringen zouden verwokken en ons land met een onvergangbaron luister zouden versieren. Velen hunner vielen, doch zoo het waar is, dat op hot uiterste oogenblik het léven zich samenperst, en zich in ceaie Gelukkig zij, die vielen voor rechtvaardige zaak: Zij vragen ons noch tranen, noch treurnis, doch zij willen, uit heel hun ge heimzinnige macht, dat wij voelen hoe hunne ziel trilt in de plooien onzer vlag- ep in hel brons onzer deukzuilem Zij willen dat wij onze driekleur hoog en stevig houden, opdat wij doorheen de namen der zegepralen welke ze versie ren, den weerschijn zien van het bloed dat zij vergoten, opdat de driekleur vrij zou mogen blijven wapperen. Als zoovele zinnebeelden van den na- tionalen geoBt, gelouterd in het gloeiend oorlogsvuur, vermenigvuldigen de ge- denkteekenen aan de gesneuvelden zich op ons grondgebied. Zij wie we thans feesten, verdienen ook het hunne te hebben de edelmoedigheid der Belgi sche bevolking, welke men nooit te ver geefs inroept, heeft hen die uiterste fiér heid bezorgd. Dank aan haar, zijn onze dooden ver eenigd in de nagedachtenis, zooals zij hot- waren bij den dageraad van hun le ven Zij hadden zich van af hunne kin derjaren gewijd aan den eeredienst van het Vaderland en 't is daarom dat zij hun afsterven aan de Belgische jeugd opdragen, aan dien schitterenden ouder dom, waaruit deze overgelijkbare gaven rondstraleu het geloof in de toekomst, den geest van opoffering, de rechtzinnig heid, de geestdrift, de vurige gloed, de frisehheid van gc-ivoelens en de zuiverheid van het ideaal. In deze goede stad Aalst, welke sinds twee-en-zestig jaar onze kinderen-solda ten huisvest voor deze oude gebouwen, waar zij zich oefenen in krijgsdeugden, hebben wij gewenseht, dat dit. gedenk teeken zou zingen, met de glorie aan hunne ouderen, een huldezang aan de jeugd, aan haar onwrikbaar vertrouwen in het lot. van Belgie, voortaan verhoogd door de waarde zijner zonen en den hel denmoed van zijnen Koning, aan den verblindenden rang van Groote natie. van den heer, BURGE- In naam van het Komiteit dat ik voor zit, heb ik de eer het gedenkteeken, opge richt aan de gewezen troepkinderen en legerpupillen, gevallen voor het Vader land, over te maken aan de stad Aalst en het hare bewaring toe te vertrouwen. Antwoord FEESTER. Monseigneur, Heer Minister Heer Generaal Mijnheer de Gouverneur. Mevrouwen, Mijne Heeren, Een der edelste gevoelens die 's men- scbcn hart beweegt is wel de erkentelijk heid die opwelt uit het diepste van het gemoed en aangroeit tot de verhevenheid van haar voorwerp. Onze aandoening bij deze plechtigheid is ten volle verecht- vaardigd. Ook heb ik de vaste overtui ging te beantwoorden aan den eenstem- migen wil der Aelsterecbe bevolking, met, na den voorzitter van het oprich- tingscomiteit, voor dit gedenkteeken de hulde uit te drukken van dc algemeene dankbare bewondering voor de heldhafti ge leerlingen der Troepskinderen en Le- gcrkweekeling'enschool. Meer dan zeventig jaar bleef deze roortreffeli jke instelling in onze stad al toos in even oprechte mate de volksgunst genieten zij waren de Aelstenaars lief de klein soldaatjes Maar nu dat uit die kinderen wier spel en oefening wij in onbeperkte sympathie op onze openbare plaatsen nagingen, 'bij de gebeurtenissen van den wereldoorlog, grootsche helden zijn gewassen, dat in de rangen van het leger de onverwinba- ro geest, van vaderlandsche «elfsopoffe ring door hen is verspreid, worden zij ons nog meer dierbaar en dwingen zij, roemrijke martelaren van den heiligsten strijd den strijd voor het onafhankelijk bestaan, onze onbegrensde bewonderende erkentenis af. In de oude gebouwen der Aelsterecbe school waar zij door de uitstekendste der leermeesters in de krijgsdeugden wei den opgeleid, is hen deze hartstochtelijke edelmoedige liefde tot liet Vaderland in gestort. dewelke hen, op allen ouderdom, Zijn zij de glorie die de school om straalt, de school, te rechte als het toon-, beeld der burgerlijke en krijgsopvoc\ dingsgestichten aanzien wordt de glorio. van onze stad. Heden komt gij allen, oud-leerlingen die ons omringen er ecno> treffende getuigenis, van gevon. Hoeft het dan bevestigd dat het Ge^ meentehestuur ten allen tijde met de grootste bezorgdheid zal waken over het' behoud van dit prachtig gedenkteeken, aan het edelmoedig initiatief van liet Gomiteit. der oud-leerlingen verschuldigd en opgericht naar h'et ontwerp van twen hoogstgewaardeerde kunstenaars wier bij zondere begaafdheid het bezielde, op een uitverkorene plaats, omsloten van 'beide zijden en door de Krijgsschool en door de burgerlijke middelbare school. Met fierheid zal de stad het aan de jeugd der komende geslachten vertoonen opdat zij, met.eene gelijke toewijding" hot hare bijdrage tot de vrijheid, do grootheid, de welvaart van Belgie. Telkens deze zinnebeeldige groep mek zijn opschrift Pro Belgica Patria aan de ter. school gaande kinderen zal herinneren ten prijze van welken bloe- dige heldenmoed, Vanderlandsliefdé de zoge heeft behaald, zal hij in hen den. onweerstaanbaren geestdrift verwekken die leidt naar grootsche daden en hoogo- re wegen. Toespraak gehouden op de kiosk der. Groote Markt, na het concert der Grena diers, door Majoor SMEYERS, bevelheb ber den' Vlaamsche legerpupillenscheol, te Aalst. Dames, Heeren, Dat het mij veroorloofd weze in naam der Bloedverwanten van de gesneuvelde Helden, ook in naam der levenden, mij ne stadsgenooten innig te bedanken voor hun hartelijke bijtreding in deze plech tige omstandigheden. Ik wist sinds lang met welke genegen heid gansch het 'Aalstereche Volk aan onze soldaatjes gehecht is, maar nooit als vandaag hob ik kunnen beseffen hoe gul, hoe wartn de moederliefde uwer moederstad hen tegenlacht. Moge de Vrede, de gelukkige lieilza-» me Vrede steeds over Stad en Land lieer-,- schen Moge d' oorlog met al zijn kwalen en smarten en tranen voor eeuwig van on-> ze gouwen gebannen blijven. Moge Handel en Nijverheid. Weten schappen en Kunsten die bloemen van den Vréde leven en bloeien O dan, dan zijn onze Helden niet te vergeefs gevallen Maar, indien ons Land nog aangeval len werd, indien de gruwelijke, akeli ge, misdadige oorlog ons nog teisteren iwam, dan nog zouden de Pupiüên ge lijk alle Belgen, hunne ouderen waardig, nog hun bloed veil hebben, nog hun le ven offeren op den Altaar van het dier baar Vaderland, voor de Vrijheid van ons geliefd België EEN EN ONVERDEELBAAR I LEVE DE KONING 1 DE DUITSCHE STORTINGEN De Duitsche regeering heeft bij dé geallieerde landen een verzoek ingediend om hare roaandeiijksche vergoediugsbe- talingen te mogen verminderen" op 500.000 pond sterling, in plaats van 2 miljoen pond, 't zij 40 millioen mark- goud. De bondgenoot en hadden dit verzoeE overgemaakt aan de bijzondere vergoe dingskommissie. Deze heeft Donderdag te Parijs vergadering gehouden. Waren aanwezig MM. Alphand, Frankrijk Grey, Engeland Blariaux, Belgie, Mer- curio, Italië Levêque, Siarn Richard, Elzas Rabat, Fransch vertegenwoordi ger der kommissie te Berlijn. Eenparig werd beslist dat het Duitsctó verzoek niet kan ingewilligd worden. Duitschland moet voortgaan met zijne maandelijksche stortingen van 2 miljoen pond sterling. Die beslissing is gegrond op de kwade trouw van Duitschland in de uitvoering zijner vergocdingeplich- ten. M. Poinearé werd van die beslissing op de hoogte gebracht en heeft de Duit-» sche regeering verwittigd. dec, heeft aangezet zonder aarzeling het a - leven ten beste te geven voor 's lands vcr- verbazende verkorting weergeeft, m^es-1 losring uit den sla venband der uiVhccm- De 10,000 bedevaarders, die thane in: het beroemde Maria-Oord Lourdes ver-» toeven hebben eene diepe ontroering ge had, toén zij de officieele mcodeelng kragen dat eone zieke, meegekomen met in gelijk welken graad van het legcrka- de bedevaart uit Autun, op wondere wij.» ,ten zij teTUgdenkcii aan den droojn wel-j sche overweldiging ze hare genezing bekomen heeft. De zoo genadevol bejegende is zekere Mad. Passo, van Charolles, 35 jftar oud, lijdend aan longontsteking, gevolg van

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1922 | | pagina 1