M. MGYERSÖEN, Burgemeester, komt aan het orgaan der Liberale Partij den volgenden brief te zenden Welk is mijn Recht Bank mor Oost-Vlaanderen A. V. BANK-UNIE Priesterlijke benoemingen EEN FILM REIZIGERS DE VOLKSSTEM XXXIe JAARGANG NUMMER 46 Kerkstraat, 9 en 21, Aalst. Telefoon 114. DAGBLAD 20 Centiemen Uitgever J. Van Nuffel-De Gandt. 'Publiciteit buiten het Arrondissement AALST -. Agentschap Ilavat, Adolf Maxlaan, 18, te Brussel Rus ie Richelieu, Parijs Breams Buildings, 6, Londres, E. O. 4. ZONDAG 23 FEBRUARI Sexagesima [Zonop6,47,Zonaf5,22 j MAANDAG 24 FEBRUARI 1930 H, Mathias |Zonop6,46,ZonaI5,24 N. M. 28 E. K. 8 BIJ DIT BLAD BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. INHOUD NOTARIEELE AANKONDIGINGEN, MENGELWERK I EN AAN KONDIGINGEN, 'Aalst, 17 Februari .1930 Waarde Heer Hoofdopsteller, In lvet nummer van 9 Februari van uw geëerd blad verscheen van de hand van een uwer redacteurs een lang- ar tikel onder de hoofdletters OPENBA REN ONDERSTAND. De onlangs verleden verkoop van gronden door den Openbaren Onder stand aan de Maatschappij van Goed- koope Woningen, waarvan ik Voorzit ter ben, wordt in bedoeld artikel scherp beknibbeld. Die grond die van "60 tot 70 aren be- yat werd verkocht aan 4000 fr. per aar. Volgens uw mederedacteur zou deze grond in openbare veiling koopers gevonden hebben van 8000 tot 10.000 fr. per aar, en zou de verkooping in de voorwaarde waarin ze is. geschied eene schade hebben berokkend aan de nood lijdenden der stad van ongeveer 300.000 franken. Dat zijn loutere beweringen waarvan de ongegrondheid dadelijk voorkomt bij een nader onderzoek. Indien uw opsteller de beschrijving had gegeven van Jigging en plaats van bedoelden grond,en andere omstandig heden aangehaald, dan hadden uwe le zers dadelijk de overdrijving dezer be weringen ingezien.Om den voor ons be- nadceligenden indruk die dat artikel in het gemoed uwer lezers moet hebben verwekt, weg te nemen, zien we ons verplicht hier de ontbrekende verkla ringen toe te voegen. De bedoelde grond is gelegen tus- schen de Bergemeersche- en de Dool- hofstraat. Hij -hoeft eene breedte van 102 meters aan de Bergemeeris-che- straat en van 82 meters aan de Dool hofstraat. Zijne diepte bedraagt 80 meters. De Maatschappij moet die noodigc grondoppervlakte kosteloos afstaan voor het openen en aanleggen eon er nieuwe straat die de twee -h.ooger aan geduide verbinden zal. Dat beteekent een verlies van 9 a. 60. De aankoop prijs van de bebouwbare gnond be draagt dus 4500 fr. boven de kosten. Dat iis een. Ten tweede: Aan welken prijs moet deze grond werkelijk geschat worden Aan 8000 tot 10.000 fr zooals Imiem be weert Volstrekt niet. In de onmiddel lijke nabijheid in de Bergemeersche- straat werden in den loop van 1929 gronden uit ter band verkocht aan on geveer 4000 tot 5000 fr. en in openba re veiling aan 4000 fr. Deze cijfers bewijzen ten overvloede de overdrijving waaraan uw medeop steller zich schuldig maakt. Wij besluiten heel gerust dat de prijs welke door onze Maatschappij betaald werd, een redelijke prijs is, dat de koopovereenkomst rechtvaardig is, en wc wijzen er op dat ze bovendien aan den Openbaren Onderstand een Voordeel verschaft van (onmiddellijke en volledige betaling. We zijn dus ver van «het cadeautje» en va.n «het verja- cheren» waarop zoo gewillig wordt ge zinspeeld. Overigens, zou de bestatiglng dat al de leden van de Commissie van den Openbaren Onderstand zoowel liberalen als katholieken, frontons en socialis ten, de verkooping goedkeurden, uwe achtbare redacteur moeten geruststel len over de rechtvaardigheid en billijk heid van de gesloten overeenkomst. Doch ik wensch ook een andere be schouwing in het midden te brengen. Moet de Openbare Onderstand in alle omstandigheden van de Maatschappij yan Goedkoope Woningen den hoogst moge]ijken prijs eischen of dient zij integendeel voor zekere gronden reke ning te houden met den bestaanden huidigen toestand van Woningnood? l>e Openbaren Onderstand gaat zijn rol niet te buiten wanneer hij zijne medewerking verleent Cot het bestrij den van den woningnood die eene maat schappelijke kwaal is die de werkende klas treft. Sedert den oorlog heeft onze Maat schappij 445 huizen in aanbesteding gesteld. HeL grootste gedeelte is vol trokken en bewoond, nog- enkele zijn in opbouw. Zij gelukte erin aan voordee- lige voorwaarden tegen aannemelijke prijzen gronden van particulieren te verwerven. Dank zij deze voordeelige voorwaarden was zij in staat hare hui zen goedkoop ter beschikking te stel len van werklieden en min begoede burgers. Wij stippen hier terloops aan, dat de gronden die zij bet duurst be- bctaalden, deze waren die aan den Openbaren Onderstand toebehoorden. Uw medewerker schijnt echter niet te weten dat reeds over twee jaar een der gelijke verkooping plaats greep en dat de leden van den gemeenteraad er een parig hunne goedkeuring aan hecht ten. Die strijd tegen de woningnood hoeft met de grootste kracht doorge zet, en daarom zijn twee dingen noodig. Ten eerste, huizen, in overvloed bou wen, ten tweede, het grootste gedeelte van die huizen trachten te verkoopen ten einde over het noodige geld .te kun nen beschikken om wederom nieuwe huizen te bouwen. Maar opdat die ver-, kooping zou kunnen gebeuren, mag de prijs niet te hoog staan cn moet in 't bereik vallen van min-begöede men scheen. Welnu, van dag tot dag, wordt de uitbreiding van dit programma lasti ger. De gronden zijn ten gevolge van het geweldig bouwen in dc laatste jaren in hoo.ge mate in waarde gestegen. De materialen en loonen in de bouwnij verheid insgelijks. Daarbij komt, dat het volstrekt niet wenschclijk is dat we aan de uitkanten der stad, op den buiten, groote blokken zouden oprichten, ver gelegen van kerk en school, op afgelegene plaatsen waar de stad zich zeer groote opofferingen zou moeten getroosten voor kaseidjng, gaz, electriciteit- en waterleiding. Dat is de ware toedracht der zaak. De Commissie van den Openbaren On derstand heeft onze IVÏaatsehappij ge holpen. Zij heeft daarvoor de zware op offeringen niet moeten doen die men beweert. Wij durven verhopen, dat wanneer zij er nog toe aanzocht worden, zij zich door uw beknibbeling niet zal gehin derd voelen. Zij zal aan de bevolking van Aalst een groolen dienst bewijzen. Immers, waar krotwoning en woning nood wordt bestreden groeit welstand en herbloeit het bedreigde familiele ven. En ten slotte, weet toch' dat de Bur gemeester van Aalst, die zijne bekom mering voor den finantieelen toestand van de stad en diensvolgens ook van den Openbaren Onderstand genoeg zaam heeft getoond, aan den Openbaren Onderstand niet vragen zal hare gron den te versjacheren en ten geschenke te geven. Daartegen spreekt heel zijn politiek verleden. Waar de Openbare Onderstand gron den bezit en zij bezit er die hooge prijzen kunnen bereiken moeten de ze bestemd blijven voor wie die hooge prijzen kan betalen. Doch tussehen de «versjachering» die gij ons verwijt en de hulp die haar wordt gevraagd ligt een breed verschil, dat ongelukk'iglij aan het oordeel van uwe medewerker is ontsnapt. Wij willen dit terecht zetten. Wij verzoeken U derhalve Heer Hoofdop steller, dezen brief in het eerst ver schijnend numlnver van uw blad als recht van antwoord op te nemen, op de plaats waar hierbedoeld artikel in uw blad van 6e dezer verscheen. Aanvaard, Mijnheer de Hoofdopstel ler, de verzekering mijner beste ge voelens. R. MOYERSOÉNi VERZEKERINGEN De zware schuld bij den verzekerde Gaen verlies noch geene schade, door de daad cf de zware schuld van den verzekerde veroorzaakt, komt ten laste van den verzeke raar Artikel 16 der wet van II Juni 1874 op de verzekeringen verklaart dit princiep dat, hoewol van overgroot belang, meestal ver keerd begrepen en toegepast wordt. Dit princiep kan door de volgende beweeg reden verrechtvaardigd worden Het doel in de verzekeringsovereenkomst beoogd, is den verzekerde te vrijwaren voor alle verlies en schade, door toeval of overmacht ontstaan, en nooit voor verlies of schade, gevolg van arglist of schuldige nalatigheid bij den verze kerde. Ook is de daad of de zware schuld van dezen laatste een wijze van ontlasting voor de verzekeringsmaatschappij. Het ia gewenseht dat deze woorden uitge legd worden, om alle verwarring te ver mijden. Deze woorden mogen niet al te letterlijk verstaan worden Uit da besprekingen der wet spruit dat men door "daad van den verzekerde moet ver staan, alleen de arglistige of bedrieglijke daad door den verzekerde zelf gepleegd.Eene eenvoudige onvoorzichtigheid zonder kwaad inzicht ontlast den verzekeraar natuurlijk niet. Er wordt volstrekt vereischt eene be drieglijke en persoonlijke daad van den ver zekerde gepleegd met een schadelijk inzicht, eene daad die met 't bedrog mag gelijk gesteld worden. Door zware schuld verstaat men alleen de onverschoonbare schuld, die met bedrog mag gelijk gesteld worden. De lichte schuld en ds enkele gewone, normale onvoorzichtigheid zijn geene oorzaken van ontlasting voor den verzekeraar. De kwestie van gewichtigheid der schuld, wordt aan de beoordeeling der rechtbanken overgelaten. Deze zijn meestal van oordeel dat er bij den verzekerde eene buitengewone nalatigheid en verzuim zijn moet, om de toepassing van art. 16 te ver rechtvaardigen. De zware schuld moet ook persoonlijk zijn Dergelijke schuld van wage personen waar voor wij burgerlijk aansprakelijk kunnen gesteld worden, (zoo de dienstboden, de aan gestelde personen) is onvoldoende om den verzekeraar van zijne verplichtingen sprui tende uit de verzekeringsovereenkomst te ontlasten. Art. 33 der zelfde wet past dit' princiep op do brandverzekering toeDe brandrisioos omvatten alle schade en verlie zen van de verzekerde voorwerpen door brand overgekomen, zonder de persoonlijke daad of de persoonlijke zware schuld van den verze kerde. Men begrijpt overigens da reden van deze vereischta noch de slechte keus noch het gebrek aan genoegzaam toezicht en waak zaamheid grondslagen de" verantwoordelijk heid. wegens andermans daad, kan als eene zware schuld aanzien worden. Wat gezegd nu van de daden door de straf rechterlijke wetten voorzien? Zijn deze daden van reehtwege en noodzakelijkerwijze zware schulden Meestal antwoordt men cp deze vraag op bevestigende wijze, wat betreft de misdaden en de wanbedrijven. Anders is het gelegen met de enkele overtredingen. Deze moeten niet noodzakelijk, uit hun aard zelve, als zware Echulden aanzien worden Er dient van naderbij onderzocht, voor elk bepaald geval in het bijzonder, of de natuur en de ge wichtigheid van de overtreding da benaming van zware schuld verrechtvaardigen. Tweehoogst interessante toepassingen van het princiep in artikel 1G bepaald, betreffen de dronkenschap en de krankzinnigheid. Het eerste geval, de bedronken toestand van den verzekerde autogeleider, komt helaas nog al dikwijls voor Naar een groot aantal beslissingen dient de bedronken toestand van den verzekerde aanzien als eene zware schuld in den zin van art. 16 in zekere omstandig heden. Een arrest van het Beroepshof van Luik in date 23 Juii 1924 is hoogst belangwekkend op dit oogpunt Overwegende, aldus luidt nagenoeg dit ar rest, dat de autogeleiders, wanneer zij aan het stuur zijn, zich in zulkdanige physische staat en gesteldheid van gemoederen moeten bevinden dat zij hun voortuig zonder gevaar voor hem zelf en voor anderen kunnen sturen dat dit het geval niet is voor hem die zich aan dronkenschap overgeeft en de gevolgen van zijn overdaad gewaar wordt; overwegend; dat hij, die zich in een bedronken toestand bevindt, tot verrichtingen overgaat die eene bijzondere voorzichtigheid en oplettendheid vergen, zoo de besturing van een auto, eene zware schuld begaat, die eene onvergeeflijke lichtzinnigheid en tevens eene bewuste en vrijwillige roekeloosheid bewijzenenz. De feiten hadden bewezen op de meest duide lijke wijze dat het ongeval in kwestie aan de gevaarlijke en buitengewoon onvoorzichtige dronken toestand van den verzekerde te wijten was. Ook werd het vonnis, dat de ver zekeringsmaatschappij van hare verplichtin gen had ontlast, in beroep bekraohtigd. Dronkenschap dient dus niet a priori voor eene zware schuld gehouden. Het criterium van ontlasting ten voordeele van den verzeke* raar in geval van dronkenschap van den ver- zekere autogeleider dient ais volgtuitgedrukt: de verzekeraar moet zijne verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst spruitende ont last zijn, telkenmale het bewezen is dat de schade of het varlies te wijten is aan de ge vaarlijke en buitengewoon onvoorzichtige dronken toestand van den verzekerde, die als eene onvergeeflijke lichtzinnigheid en tevens als eene bewuste roekeloosheid moet aanzien worden. De omstandigheden der zaak zullen in elk geval moeten onderzocht worden, om dit bijzonder karakter der dronkenschap aan te wijzen. Zou nochtans deze wijze van ontlasting in art. 16 voorzien, nog kunnen ingeroepen wor den, in geval van verzaking aan het recht ze in te roepen, in de voorwaarden der polis zelve aangestipt? of, met andere woorden, zou een contractueel beding van verzaking aan art. 16 geldig en bindend zijn Er werd gevonnisd dat dergelijk beding als nietig moet aanzien worden zoo, het beding waarbij de voorziene vergoedingen verzekerd worden, in geval van schade of verlies aan derden toe gebracht, zelfs door den dronken toestand of het insluimeren van den geleider. Alle bedin' gen waarbij de schuldenaar ten opzichte van den sehuldeischer van alle verantwoordelijk heid wegens zijn arglist, zijn bedrog, of zijne zware schuld ontlast wordt, zijn nietig. Zijn insgelijks nietig en zonder eenige waarde, de bedingen waarbij een derde persoon den sohuldenaar vrijwaart voor de gevolgen van zulkdanige daden. KRANKZINNIGHEID. De onbewuste dader van een schodelijk feit is niet verantwoordelijkzoodus zal de verzekeringsovereenkomst hare uitwerksels, hebben, wanneer het ongeval aan de onbe wuste daad van den verzekerde, in staat van krankzinnigheid, te wijten is, voor zooveel nochtans deze krankzinnigheid zelve niet verwekt werd door daden die hem recht streeks kunnen aangerekend worden. Zie dien aangaande vonnis van Antwerpen 15 April 1878 P. A. 1878 I. 250. Om te sluiten valt er nog op ta merken, dat in geval van verlies of schade door het feit of door de zware schuld van den verzeker de ont staan, de verzekerde hoewel van alle ver plichtingen ontlast, nochtans de premie mag behouden, indien zij gestort werd, en zooniet, de betaling der premie mag vorderen, v oor zooveel de verzekerde reeds aan een begin van risico blootgesteld werd. En dit is billijk ook de verzekeraar moet niet instaan voor de gevolgen van de daad of de zware schuld van den verzekerde. Dr André RODEN BACH, Van 17 FEBRUARI tot 7 MAART stellen het Algemeen Beleggingskan toor, de Algemeene Spaar- en Hypo theekbank, de Bank voor Uitbreiding van Handel en Nijverheid, de Nijver- heidsbank van Antwerpen, te Antwer pen, alsook de Handelsbank te Gent cn te Brussel, de inschrijving open op 7000 aandeeien van 1.000 fr. elk der N.V. BANK-UNIE, te Antwerpen. Deze inschrijving, welke vrij is voor iede reen, zal gebeuren tegen 1075 fr.-pcr aandeel, dadelijk af tc betalen. Do N.V. BANK-UNIE werd den 24n December 1929 opgericht met een ka pitaal van 20 millioen frank, vertegen woordigd door 20.000 aandeeien van 1.000 fr. Er bestaan goene aandeeien van tweeden rang. Van het aanvangskapitaal onder schreef lvet Algemeen Beleggingskan toor 14.043 stuks, voor zichzelf en voor een groep, en de Handelsbank 5.752 stuks, in dezelfde omstandighe den. De Raad van Beheer werd samenge steld uit de heeren Dr. Frans Van Cau- welaert, Voorzitter; F. Van de Wattyne, J. D'Hondt, P. Van Steenberge, Oct.. Engels, J.A.L. Vermeulen en Eug. Stap pers. Voor den Raad van Commissarissen werden benoemd de heeren M. E. Geeracrt en B. David, en Dr M. Poel- mians.. Luidens de Statuten eindigt het boekjaar op 30 Juni en zal de eerste balans worden afgesloten op 30 Juni 1931. De Statuten voorzien een verd-eeling van het netto-winstsaldo op de volgen de basis 1. 5voor bet wettelijk reserve fonds; 2. 6% als eerste dividend aan de aandeeien; 3. van het saldo, 15% aan Beheer ders. en Commissarissen; 4. het resteerend bedrag aan de aan deeien, op voorstel van den Raad van Beheer. Wij meenen de aandacht te mogen vestigen op dc bizondere aantrekkelijk heid van dit fonds voor den belegger, die de grootst mogelijke veiligheid be tracht door de verdeeling van zijn ri sico's. In beginsel zal de BANK-UNIE in zoover zij werkzaam is, als bolding maatschappij, bij voorkeur aandeeien van banken, vooral van Vlaamsch-e, in portefeuille nemen. Op dit oogenblik heeft zij bereids belangrijke participa ties in die richting verworven. Daar door heeft zij reeds voor baar eerste boekjaar 'n vaste basis voor rendement gelegd. Vermifs de instellingen, waar bij zij belangen heeft genomen, op zoor uiteenloopende gebieden van het bank wezen bedrijvig zijn en de meeste van hen door een jarenlange praktijk een eervolle plaats in hun specialiteit heb ben veroverd, worden de kwade kansen van een met hunne aandeeien gestof feerde portefeuille herleid lot een mi nimum. En de kansen óp ernstige winst, waarop men, steunende op 't ver leden mag rekenen, worden althans voor de bij de Bank-Unie betrokken in stellingen zeker verhoogd door de inni ge samenwerking, welke deze voor taan zal vereenigen. In Nederland zijn certificaten van verscheidene vreemde banken b.v. cer tificaten van drie Fransche Banken, sedert lang een gewaardeerde belegging In ons land zal bet aandeel Bank-Unie het eerste fonds van dit soort zijn. Wie het zifih a.ansolinftt zal door middel van dit eene fonds de voordoe* len genieten van een deelneming in een' beele reeks van bloeiende vennoot schappen, zonder bet risico te dragen, dat aan het rechlstreeksch bezit van; afzonderlijke aandeeien van elk der be* trokken banken zou kunnen verbonden' zijn. Daarenboven is met het aandeel BANK-UNIE nog een niet to onder* schatten speculatief belang verbonden* Begint deze vennootschap haar beslaan in de gedaante van een portefeuille* maatschappij, zoo zal toch hare bedrij vigheid niet uitsluitend beperkt blijveit tot hot beheerén van haar effectenbezit, doch zal zij tevens dank zij baar nauwe betrekkingen met de oprichtende bank* groepen zeer spoedig kunnen declne* men aan sommige financloele operaties van deze groepen en alzoo bare bron nen van inkomsten zien vermeerderen^ BISDOM GENT Z.D.H. de iBisschop beeft bencfcmd tot Onderpastoor te Watervliet den 1*\ H. L. Van Weycnberge, ondicrpastooy te Dickcivenne. Van onzen Geutechen medewerker, PARLEMENTAIR SPROOKJE Liet teas mij opgevallen, telkens ik om een of andere reden in de gezellige cirbmotonde van de Kamer zijn moest, hoe een mager en klein manneken in hetzelfde linkerhoekje van de openbare tribuun neergehurkt zat. Ik was er nooit Injgerdakt, maar in mijne inbeel ding had in hém geaureocld met een nimbus van geheimzinnigheid cn heet te ik hem anders niet. dan den Quasi modo van de Kamer. Bij ieder bezoek richtte ik een be* langstellendcn blik naar boven cn on- veranderlijk als een beeldeke zat Qua simodo op zijn plaats. ILet intrigueerde me geweldig. Tol op zekeren dag van verleden week ik van de Naamschc Poort komende naar den Leuvensehen weg moest, om den weg te verkorten door het Paleis der Natie ging, en in 't buitenkomen let terlijk botste op mijn Quasimodo, die bedaard 't uur afwachtte dat de ijzeren deur voor hem gingontsloten worden. Pardon, mijnheer, maar ik heb u reeds dikwijls gezien... Het is koud en nog veel te vroeg. Willen wij in den Britanniceen glazeken drinken Quasimodo bezag mij van hoofd tot voeten en de uitslag van zijn onderzoek moet gunstig geweest zijn want hij kwam mede. Onder het opheffen van een scotch, sappig opgediend in een tinnen potje, wilde hij me wel een deelken van zijn interessante geschiedenis vertellen. Ik ben veel jonger dan ik er uit zie. Dat alles heeft de Tsigane gedaan- Ge schijnt me niet te gelooven f Limter liever. Mijne ouders hadden mij genoeg nagelaten om onhezryrgd te leven. Ik had een voorliefde voor letter kunde, dronk gueuze m den Diabic au corps schreef gedichten en speel de den Bohemer. Zekeren dag zat ik aan de terasse van den Metropols toen Zigeunerin, een mooie vrouw met ivo ren gelaat onder ebbenhouten haar, en een kroezelig kindeken op Vootc 'roe ten, hangende aan haar wijdvlilslaan- den gehloemden rok mij in de hand wilde lezen. Ik liet begaan. Ze keek cn herkeek.... Ze voorspelde mij dat ik een nik huwelijk zou doen, lang zou leven, en dat ik in het Parlement zou zetelen- Het. kostte mij vijf frankenmaar dat doet niets ter zake... (Vervolg toekomende weekV, II. de T. naar den VREEMDE voorzien zich bij de van CHECKS of KREDIETBRIEVEN OP HET BUITENLAND Deze worden in alle landen op verloon uitbetaald. 1652

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1930 | | pagina 1