Voor de PantOifelmakers Voor den Paus Reizigersbond Een vast Plan a&x&sasgösaaM&Q» Volgende brief werd gezonden nanr de Handelskamer van Aalst Aalst, 28 Januari 08. Den heer Voorzitter en Bestuursleden der Handelskamer, te Aalst. Over eenigen tijd stuurden wij eenen brief naar de vereenigvie en onvereenigde pantoffelfabrikanten onzer stad, hen be leefd vragende met ons te willen onder handelen, ten einde een middel te bespre ken, dat heel zeker vele werkgeschillen zou voorkomen, wij willen zeggenhet werkkontrakt. Nu ziet menjaarlijks moeilijkheden los breken tusschen bazen en werklieden; door het invoeren van werkkontrakten zouden de vereenigingen zich verplichten de op voorhand onder bazen en werklieden be sproken werkconditiën, na aanvaarding, door hunne leden te doen naleven. Ongelukkiglijk ontvingen wij van de bazen geene antwoord. Wij denken niet beter te kunnen doen dan ons tot U te wenden, ten einde door uwe tusschenkomst meê te helpen, opdat de werkgeschillen zooveel mogelijk uit ons vak zouden kunnen gewterd worden. Aanvaardt, geachte Heeren, de uitdruk king onzer beste gevoelens. Hoogachtend. Namens het bestuur der Chr. Pantoffelm. P. Van Schuylenbergh alg. schrijver. 'c Wordt echt belachelijk tot welke on- noozele middeltjes de rooden hunnen toe vlucht nemen om den Godsdienst te kun nen bekampen. Zoo tamboeren ze nu gedurig op de giiten voor den schatrijken Paus, wiens broodje gebakken is, die er warmpjes in zit en zoo rijker om rijker wordt Wat houden die redakteurs toch den aap met hun volk. Waarlijk, indien wij onze tegenstrevers met zulke middeltjes moesten bekampen, wij braken liever ónze pen kapot... Voor den Paus Maar de kleinste jongen weet dat die giften in 't geheel niet dienen tot het per soonlijk gebruik van den Paus. 't Is veel te zot Die giften dienen tot het beheer der Kerk, dat zich uitstrekt over de heele we reld, zelfs tot in de naakte wildernissen, •waar men te vergeefs een roode beschaver der menschheid zou opzoeken. Dit bestuur kost veel geld en 't is maar redelijk en ridderlijk, dat al dezen die wat liefde over hebben voor hun geloof, eenen penning storten voor den Paus. Wat zou Fred de Leugenaar zeggen, in dien wij eens schreven, dat al het geld dat de socialisten van Aalst rondhalen voor Fred de leugenaar is,dat deze er vrolijk de handen in wascht, er fijne sigaren van rookt en lekkere dineetjes van smuli? Nochtans is 't dezelfde redeneering als deze der socialisten. Allo, zijt eens wat ernstiger, als 't u blieft. Houdt uw volk zoo niet onder dendom per, o mannen van 't licht Óf heet ge dat medehelpen aan de ver heffing van den werkmansstand 't Ziet er hem lief uit met zulke volks- verheffers Zondag 9 Februari, ten 6 ure stipt, bij eenkomst in den katholieken Werkmans kring, voor het stichten van den Bond. 't Leugenaarsbladje beklaagt zich, om dat er een schriftje onder de christene ver eenigingen is verspreid, dat op meesterlijke wijze de roode kluchtspelers ontmaskert. Dit schriftje is getiteld Een vast Plan en de schrijver wordt in 't leugenaarsbladje uitgescholden voor... krenteneterHoe geestigof vindt ge 't soms onnoozel Hoor eens, rozijneneter, knabbelt op 't volgende nu eens Er is ook spraak van een vast plan. De socialisten ondervonden dat de chris ten vakvereenigingen in den laatsten tijd zeer werkzaam zijn opgetreden, bijzoover dat we reeds een heel bundelken (we zul len eens zien hoeveel kilos het weegt) lidboekjes in magazijn hebben van gewe zen socialisten, die hunnen boel vaarwel zeiden om bij ons te komen. Zij, feniksen, die zich verheugen, zoo het schijnt, als er aan 't volk goed wordt gedaan, 't is gelijk van waar het komt aanzagen die werkzaamheid als een gevaat en daarom vatten zij een vast plan o'p. 't Was een gemeen plan, een walgelijk plan, dal de maatstaf geeft van hunne zede lijke waarde, van hunne eerlijkheid, van hunne rechtschapenheid. Zij maakten het plan van al de hoofd mannen der christene vakbeweging, die zij als gevaarlijk of schadelijk aanzagen voor hunnen winkel, aan te randen in hunne eer en eerlijkheid. Zij redeneerden alsvol^t Het werk dier mannen is goed. Wij kunnen er niets aan verbeteren. Ongetwijfeld gaan ze bij het volk elk meekrijgen die nog op'ne mensch trekt. Er blijft maar éen middel over Het vertrouwen van het volk in de hoofdmannen doen wankelen met te liegen als duivels en te lasteren.... voorzichtig.... heel voorzichtig.... om tusschen de mazen der wet te slibberen.... maar toch lasteren, gewetenloos. 't Is laf 't Is oneerlijk; maar echt socialistisch. Ook ziet ons volk klaar in dit spel, en- 't zal nog klaarder zien als de banden eens van de kuip zullen springen. Want voor ons gelijk voor een ander is er nog altoos een gerecht en de sluwste lasteraar klapt toch al eens zijne tong voorbij. Allo, rozijneneter, knabbel daar eens op, en loochen als ge kunt.lntusschen zul len de banden beginnen te kraken en zul len de feiten klaarder spreken fan leugens. Knokkelen is leelijk Afkeuren gemakkelijk O. L. Heer heeft aan ieder van ons twee oogen gegeven o'm te zien en te bekijken en twee ooren om te horken en te luiste ren; en er gebeurt zooveel op 'ne zomer- schen dag, en er wordt zooveel verteld op 'ne winterschen avond. Boven die zintuigen kregen wij nog van den Heere een gezond verstand en een klare rede, om te wikken en te wegen; om te oordeelen. Wij mogen niet alles als waarheid, als volle waarheid inzwelgen en aannemen wat er verteld wordt en geschreven. De tong is 'n rap ding, maar slaat dikwijls valsch, en 't papier is verduldig. Zelf moe ten wij nagaan aan toon en klank, aan mond en oogen, aan handel en wandel, aan doen en laten, water in der waarheid gesproken wordt, en wat slechts ijdele klanken zijn, leugens misschien. Zeker heeft iedereen van ons menschen ontmoet en gekend, die maar goed zijn om van 's morgens vroeg tot 's avonds laat te greven, te knokkelen, af te keu ren. Velen zijn er zoo, in mindere of meer dere mate;overal zijn ze te vinden, bij arm en rijk, bij jong en oud, bij 't mansvolk en 't vrouwvolk. 't Was zondag noen; en 't was reeds 10 minuten over 12 uren. Jan stapte dapper naar huis heen, maar toch met een be nauwdheid, want hij kende zijne vrouw, oh heel goed. Zij had hem met klank opgelegd van oin 12 uren juist te komen eten. Maar Jan was aan het kaartspelen ge raakt eh't was overtijd als het spei uitwas. Pas binnen huis, rolt gansch de vrouwe lijke litanie af, over de mans die nooit naar hunne vrouw luisteren, die maar lust heb ben om te schinken en te drinken, die het goed eten laten koud worden en slecht. Voorzichtigheidshalve had Jan gezwe gen... maar toch was de les onthouden. Den volgenden zondag was Jan thuis juist op slag van twaalf... en nu was het ook mis. De vrouw was aan'tkommeeren geraakt met Siska de buurvrouw en de kook was ten achteren, en nu klonk het zuchtend en weenend, over de mans die met opgezet ten wil veel tevroeg thuis komen,om hunne vrouw te plagen. En misschien zijn er die glimlachend knikken met den kop en diep in hun ge moed zachtjes zeggenJa, zoo zijn de vrouwen Maar gij vergeet er bij te voegen, en 't is nochtans waarheid, zuivere waarheid zoo zijn de mans ook, vele mans toch; de erg ste misschien, 't Is bij ben immer te lang of te kort, te breed of tc smal, te scherp of te stomp, te laat of te vroeg, te schoon of te leelijk,tegroot of te klein; nooit van pas, mis altijd en overal. Zoo zijn ze thuis tegen vrouw en kinde ren en dan verwondert het hun dat het slecht gaat; zoo zijn ze op het land, in den stal, op het werk tegen knechten en meiden, en dan verwondert het hun dat ze moeilijk werkvolk krijgen; zoo zijn ze te gen hunne meesters en huisbazen. 'nen Pachter klaagde, ten onrechte, dat zijne schuur te klein was en te nauw en te vochtig.... enfin slecht. De baas in zijne goedheid doet de schuur vermeerderen en verbeteren, zonder opslag van pacht te vragen. En toch nog knokkelde de pachter: waarom niet nog een verkenskot bijgezet en 'nen waterput gemetst Knokkelen is leelijk. Zoo gaat het ook tegen besturen, zoo groot als klein. En hier nog meest, want sommige mannen schijnen alleen gekozen te worden en geld te trekken, om te be knibbelen en af te keuren en af te breken. In elk menschenwerk vindt men 'nen te kort, maar waarom moet juist dat immer in het licht worden gesteld en het goede verzwegen De verbeteringen door het bestuur der kristene vakvereenigingen van Aalst beko men, zonder werk- en winstverlies, zonder wederzijdsch stooten noch stampen, mo gen toch wel schoon genoemd worden; en toch zijn ergrévers en knokkelaars en afbrekers, die bladzijden, schrijven en vele woorden spreken om dit alles te vermin deren en te verdraaien. Knokkelen is leelijk. Afkeuren gemakkelijk. Jee Gasselman.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Vrije werker | 1908 | | pagina 2