maom wEsmras w m
TURK- WAPEN- EN TOONEELFEEST
KIPPEN te doe» LEGGEN
ONZEBOEKHANDEL
Kleine Leesgierige Biblietiieei
GEDIPLOMEERDE ONDERWIJZERES
Verdwenen tijd
de Cupris, de schoone Venus, geboren is
uit het watergewieg der zee, behoudende
in hare lenden alle wentelingen der baren,
alle monkeling en bekoring van haar zee-
spel, en 't geweld van 't oneindige. Zoo
is óns, uit de volkszee, uit haar gewieg en
barenspel, onder de schepende hand van
den dichter, de schoone taal geboren,
onze Cupris, bewonderd, bemind, genoten
in hare onsterfelijke schoonheid. Zij heeft
in liefde onze kuntsenaars en kunst gedra
gen, gebaard, gevoed, en grootgebracht,..
Ik luisterde en daar vloeiden de
woorden en daar rezen de beelden en daar
spatte het paarlemoeren geschuim over de
zee...
Als wij alleen waren, met onhebbe
lijke, zotte, maar genoeglijke gebaren za
ten wij zijne rythmen te vezelen en te
zingen, en ook te roeren, ie wippen en te
dansen. Wij zeiden in genot Dat is ik
Dat is ik... Dat is een hoekje van
mijn wezen, een zenuw of spier, of bewe
ging van mijn lijf. Dat is mijn keel- mijn
tong- en lippenslag. Daar speelt mijn zei
ven zoet. Dat is mij ontzwachteld, mijn
verfijnd, mijn veredeld zin- en zielsgevoel.
Ik kenne mijn zeiven. Ik geniete mijn zei
ven
Vlaanderen roerde in de taal Vlaan
deren roerde in ons
Hoort ge zijne stem Maar ziet ge zijn
artistiek gebaar, het glimmen van zijn oog,
het trillen van dien fijnen arendneus, en
het spel om zijnen mond... wel Heere en
zijne handen Dat is ook watzijne han
den. Ze doen ietZe teekenen het woord
in de lucht, ze streelen een zeldzamen
klank ieverst, ze glijden over beelden. En
daar komt dan een oolijken vinger opste
ken en zegt permintelijk
Van waar komt hij
Waar staat hij
En waarom
Waar slaat hij Daar boven
Of wel is 't een andere voois ik hoor
het nog
Een stapke verder ga ik en zegge
Rodenbach De kunst is een bloei van
wezen..»
Of luister... waar haalt hij dien wonde
ren toon? Nog dit
«Gezelle, aan wien het jonge Vlaande
ren zich laafde, en dronk gelijk een land
aan zonneschijn
Binst dat hij alzoo daar bezig was in
eene stilte vol aandacht, peinsde ik in
mijn zeiven Wat een fijnproever, wat een
kunstige tooveraar, wat een verrukkelijk
gespeelDie man houdt zeker niet van
kwalijke sigaren en hij eet liever een kla
ren haring dan een halfmislukte béarnaise.
Maar die mond, die mij van Vlaanderen
zingt, hier in deze ingewikkelde stad, hier
tegen het oude Gobelintapijt, hier, boven
dat uitgelezen dillettante - publiek, ik
verzeker het u, hier brengt hij Vlaanderen
het volledigst, hier zingt hij het best, hier
hoort hij thuis.
En dan peins ik nogik wou hem wel
zien ginder, in Ingooighem, van dichte...
Want, inderdaad, hij is een uiterst fijn
organisme, en van al zoo hoofsche bescha
ving. Hij is, in het oer-enkelvoudige van
den vlaamschen wandel, eene verschijning
van ongemeen aristocratischen aard. Zijne
innigheid is met groote kunde aangekleed,
zijne jeesten zijn schrander en snedig en
ervaren, zijn klank is behendig aange
bracht. Dat is wel slim als hij zegt
«Kennen en kunnen zijn kleinigheid,
zijn is alles
Kunnen is kleinigheid... Daar hapert
iets aan, mijnheer VerriestKunnen is
voor mij geen kleinigheid, want zie! Kun
nen dat is juist uwe kunste.
Maar, waarlijk, ik durf u niet tegenspre
ken, of ik moet vergeten dat uw woord
mij uit den mond welluidend is tegenge-
klonken. Daar vergt gij te veel.
MoedcrSVrieod
Du bist dijn moeders engeltje,
Maar slaap nu, du bist moe 1
Mijn engeltjen en mijn bengeltje
Du bist zoo moe, zoo moe
En wils du nu slapen, du kleine kapoen,
Dan krijgsdu 'nen dikken, 'nen klinkenden zoen
Mijn kind mijn molleke mijn drolleke
Du bist dijn moeders vriend
Du bist dijn moeders dodierke,
Maar slaap nu, du bist moe
Mijn dodderken en mijn dodderke
Doe dijne kijkers toe
En wilsdu nu waken den grOndigen nacht,
Dijn moederken houdt er al wiegende wacht,
Mijn kind mijn molleke mijn drolleke:
Du bist dijn moeders vriend
Du bist dijn moeders Janneke
Maar slaap nu, du bist moe
Mijn Janneken en mijn manneke
Ikdouwe dij doe-doe
En wilsdu nu slapen, ik slape met dij
En droome van dij en du droomes van mij
o Kind mijn molleke mijn drolleke
Du bist dijn moeders vriend
E. P. Flebrackers S. J.
PRACHTIG
door de
Turn-afdeeling «STEUN GEEFT MOED
aan de Leder.'van den Weikmanskring
en hun huisgezin aangeboden
op ZONDAG 16 FEBRUARI 1908, om
uren 's avonds, ter groote feestzaal des
Krings. (Ingang Zonnestraat.)
De deuren zullen open zijn om 4 1|2 ure.
De vertooning [zal beginnen op klokslag
van 5 uren 's avonds.
OPGELET. De Leden van den Kring
zullen bij het vertoonen hunner ledenkaart
recht hebben op eene plaats. Bovendien
zullen al de leden van hun huisgezin toe
gang tot het feest hebben mits 0,10 inkom
geld per hoofd, en 't vertoon der uitnoodi-
ging.
Kinderen onder de 10 jaar zullen gewei
gerd worden. Men zal streng zijn in het
uitvoeren van dezen iaatsten maatregel.
Wij verzoeken vriendelijk onze Leden
dit punt wel in acht te nemen de taak on
zer Hoofdmans zal aldus zeervergemakke
lijken en niemand zal zich aan moeilijkhe
den blootstellen.
Het is streng verboden in de zaal te roo-
ken of op de stoelen te staan. Tijdens de
uitvoering zullen de deuren gesloten blij
ven.
Voor schoone doodbeeldekens en
doodbrieven aan matisren priis wendt
U naar ons bureel
1 ONOPHOUDEND
•lts gedurende de
guurste wint
2.SOO EYEREN
per jaar voor 10 kippen
Onbeduidende uitgave
BESCHRjvmc
Schr aan VAN AKEN
Noorditraat te ANTWERPE» (BcJrd
aan 10 centiemen
Het goedkoopste RAADSELBOEK van heel.-'
de wereld, bevattende meer dan 525 allerschoon
ste raadsels.
LOLLEKENSBOEK om zich kreupel te la»
chen.
GOOCHELBOEK, bevattende eene groote
keus van tooverkunsten, gemakkelijk om uit te
voeren.
STEKJESBOEKof verzameling van aantrek
kelijke kunstjes die met dc phosphoorstekjes
kunnen uitgevoerd worden.
WAARZEGGERSBOEKJE of het leggen en
trekken van kaarten op het handkijken.
DROOMBOEKJE of uitlegging der droomen
LIED f E3BOEK of verzameling van vl aam h t-
voiksliederen.
Het kleine ORAKEL of de vertrouweling der
ouwen.
Reglement van het GRAVEN-JASSEN, ge
maakt om alle betwistingen te vermijden.
SNOECK'S VERHALEN, met bloeiende his
toriën, 10 deelen, ieder bevat 48 bladzijden Sn
ie afzonderlijk verkrijgbaar.
COMPLIMENTBOEïUE in verzen en in prezo
VERLIEFDEBOEKJE ofde kunstrierMinne.
De kleine KABINET-SECRETARIS of voor
beelden van alle slach van brieven.
BLOEMENSPRAAK.
KEGELBOEKJE, bijdrage tot de kennis van
het kegelen en van de inrichtingen der banen.
De kunst om de SERVETTEN te plooien.
VLAAMSCH-FRANSCH (Gemeenzame ge
sprekken.
VLAAMSCH-DU1TSCH (Gemeenzame ge
sprekken.
VLAAMSCH-ENGELSCH (Gemeenzame ge
sprekken.)
SCHADUWBEELDEN met de hand.
DIE ZOEKT DIE VINDT, Beeldraadsel.
Allerlei POETSEN EN KLUCHTEN.
ONNOOZELE GRAPJES.
Verzameling van SPREUKEN EN GEZEG
DEN in Verzen en in Proza.
De n wonderbaren LEERAAR EN UITLEG
GERVAN DEN BAKKERSTIEL.
TOEREN MET DE, KAARTEN.
De ZWEMKUNST óf eenvoudig het zwem
men onderwezen in eenige leasen, met VIJF
GRAVUREN.
2ojaren in 't onderwijs, biedt zich aan voor het
geven van afzonderlijke lessen, op alle uren van
den dag.
Vlaamsche 1 f,. per les van x uur.
Fransche 1 fr. per les van 1 uur.
Pianolessen voor beginnen 1 fr. per les van
uur. Alsook van al de andere vakken.
Adres te bekomen op het bureel van 't blad.
PROEFT PETIT BEURRE
PAREIN VAN ANTWERPEN
Jonge jaren, ras verdwenen,
Ach waar is de zoete tijd
Veel te spoedig vlood hij henen
Toen wij speelden,steeds verbliid.
Mijne beenen'zijn verouderd,
St' eng gebogen in mijn rug...
'k Heb de matigheid behouden
Maar de kracht komt nooit terug.
Toch wil ik mij niet beklagen,
'k Heb geleefd naar 't waar gebod
'k Heb gebeden allo dagen
En gediend mijn Heer en God.
Kindrcn, wilt uw jeugd bewaren
Op den breeden levenspias
Want de druk der grijze naren
Komt bij ieder al te ras.
Th. Boeykens
Hofstade
Ch. Teirlinck miste den tram Zondag, en
en hij moest malgré 'thuiszijn. Wat doet hij.
Hij leent ne velo, in de groenclreef te Gent, en
komt het naar huis zeggen, da: zij niet ongerust
moeten zijndat hij maar met den tram van drie
zal afkomen. Dan reed hij weer naar Gent, en
kwam met den aangeduiden tram naar huis.
Dat en is niet slecht.