Sportrubriek.
Kaarten op tafe y
i
DERDE KEER GOEDE KEER
Erembodegem heeft 'n Ezelken
LEES EN VERSPREID
DE WEERSTANDER
Is de Bokssport leefbaar te Aalst
Voor de derde maal werd te Aalst een
Boksclub ingericht.
A. B. C. steekt ditmaal evenwel van
wal in betere omstandigheden dan voor
gaande keeren, en zal wellicht tot vollen
bloei komen onder de bekwame leiding
van hh. bestuursleden H. Van Renterghem
(Voorzitter), M. De Ce1 ninck (O. Voor
zitter), A. Van den Steen (Secretaris), A.
Willo (Schatbewaarder), René Van de
Voorde (Oefenmeester), John (hulp-oefen-
meester), en andere bokspionniers. Dr A.
Dufour is medisch raadgever.
Het was in 1925, dat voor het eerst en
kele Aalstersche sportmannen het initiatief
namen een boksclub te stichten. De eerste
ring werd opgetrokken, de eerste hand
schoenen gekruist bij Fonsken uit de pist,
Hoogstraat.
John Monsieur was hier de bezieler, want
alhoewel zelf leerling in de school Premont
te Brussel, nam hij de zware taak op zich
om zijn makkers Lievens, Deshommes, De
Smet, Van Mieghem, Theo, e. a. in deze
sport in te wijden.
Bij gebrek aan stuwende krachten en
fondsen, verdween deze eerste Boksclub
ten jare 1928.
De tweede proef werd genomen in 1943
toen E. Van den Bruelle, H. Van Renter-
gnem, Tony Van Melkebeke, Wood, A.
Maes en andere de teugels in handen na
men
Als oefenmeester werd Armand Ploeg-
aerts aangeworven. In de bokssport was
het een fiasco. In de worstelsport traden
enkele goede krachten, o. a. De Wilde.
Dufour (Flapy) en Van Oost op den voor
grond, doch nogmaals waren de finanties
onder nul, en bij de bevrijding had deze
tweede boksclub opgehouden te bestaan.
ZAL NU DE DERDE PROEF
BESLISSEND ZIJN
We gelooven van wel, daarvoor zijn en
het wakkere bestuur en de ruim dertig
leerlingen, welke druk oefenen, onder het
waakzaam oog van trainers Van de Voorde
en John, de volledige waarborg.
Het dient onderlijnd, dat René Van de
Voorde deze zeer zware taak volledig be
langloos verricht, waarvoor alle bokslief-
hebbers hem mogen dankbaar zijn.
Ook aan de lichamelijke opvoeding werd
veel zorg besteed, wat wel een eerste ver-
eischte is voor den sportbeoefenaar om
steeds fitt in het strijdperk te treden.
De reeds behaalde uitslagen toonen vol
doende aan dat er reeds een merkwaardige
vooruitgang werd geboekt.
Als beste krachten, welke reeds regel
matig den ring betreden, kunnen we aan
stippen Corthals, Aelbrecht, De Backer,
De Neef, Alberty, Wauters, Vinck en
Valery.
De oefeningen gaan door in de zaal
Keizershof, hij Albert Cherreté. Korte-
Nieuwstraat, iedere Dinsdag en Vrijdag te
7,33 uur, en Zondag morgend te 9,30 uur.
Toegang vrij voor iedereen.
We wenschen aan de ijverige leden van
A. B. C. het beste, moedig en taai volhar
den en dan wordt
A. M.
NIET AKKOORD
Het negerjongetje ging voor 't eerst
naar 't school.
Hoe is je naam vroeg de onderwij
zer.
Ge irges Washington.
Prachtig Nu mo»t je trachten pre-
zies te doen wat hij deed.
Als wie vroeg 't nikkertje.
Als je naamgenoot
D mk je wel, zei de negerjongen. Miin
vader werd opgehangen.
Er was eens 'n molenaarsezel die dacht
alles best te weten. Hij was zoo zeker van
zich zelf dat hu alle voedsel weigerde, en
zich daardoor beroemd wou maken.
Want wat denkt UI 'n Ezel die geen
eten noodig heeft, en dus aan al het goede
dat men hem voorschoteld eenvoudig zijn
hielen vaagt, dat verdient onze bizondere
aandacht, en dient aan alle hoeken van de
straten druk besproken te worden.
Wel, zoo 'n Ezel woont er ook op Erem
bodegem. Gedurende de bezetting had hij
zich ook vet gesmeerd, was hij in den ra-
vitailleeringsdienst, was hij V. N. V. ge
worden, lid van de Dietse militie en nog en
nog. Hij heeft op zijn rug 'n dossier verza
meld, meer dan zijn beroemdheid dragen
kon en hij is. zooals de molenaarsezel, van
het goede afgebleven.
Die tweepootige ezel had ook de aan
dacht op zich getrokken, en hier en daar
moest hij wat te hard gebalkt hebben, want
van Erembodegem, Denderleeuw, Assche,
Brussel, regende het klachten op zijn
ezelskop.
En nochtans waren er goede zielen ge
noeg geweest, die hem 't goede eten op
dienden, goede gedachten ingaven en hem
zijn verfoeilijk verradersleventje voor oo-
gen stelden.
Doch niets hielp, liever met familie en
goede Belgen in twist leven, dan zich te
geven. Koppig zijn, tot barstens toe, en
op het slechte pad, is toch wel ezelswerkl
Maar sommige dieren ondergaan de ge
daanteverwisseling, en nu zou die ezel dat
ook willen, wijl het te laat is. En toch geen
moed verloren. We zullen ons maar ca
moufleren en de schuld op een anders rug
duwen, want 'n ezel is koppig en mi)n lan
ge ooren zullen ze wel niet te zien krijgen.
Arm ezeltje, do~t toch niet d,immer dan
gij tot nu toe gedaan hebt. Draagt de
schuld van uw misdaden en wascht u niet
rein in de onschuld van anderen,
Houd uw kop niet te hoog, uw ezelsoo-
ren steken nog te verre boven, en wat u
zinnens zijt te doen is op voorhand al ver
raden. Ezelken. ezelken toch, waar haalt
gij uw r^ad Wat muziek krijgt gij te hoo-
ren en wie zal er u nog dommer maken
Luistert niet naar raad van personen die
er zelf meer dan nodig hebben en uw oren
nog langer zullen maken.
Het schijnt nu dat het ezelken zou wil
len stampen, met zijn gebuur in 't belache
lijke te trekken. Weet toch goed, ezeltje,
dat u de pooten zoudt kunnen kwetsen,
want die kerel heeft al andere, duizend
maal moeilijkere oogenblikken beleefd.
En denkt ook niet dat hij zich laat bein-
vloeden of neerslaan omdat de voorzitter
van 'n Krijgsraad hem verbood uitleg te
geven en hem naar de laatste banken stuur
de omdat hij 'n vraag wou stellen die be
trek had op het verraad gepleegd tegeno
ver 25 °'o van zijn broeders, broeders die
vermoord werden, en zoovele andere die
bijna doodgemarteld, nog thuisgeraakten
uit de wreede folterkampen van uw nazi
vrienden 1
En nu. ezelken, ga ik, ten gerieve van
iedereen, en bizonder van personen van
uw gehalte uit uw geburen 'n relaas geven
van het voorgevallene, vernomen uit het
dossier en uit den mond van uw gebuur.
Ezelken had ruzie gezocht met zijn ge
buur, om 'n onnozel putje dat hem, ezel
ken, zooveel schade kon doen alt 'n vlieg
op 'n boomstam. Natuurlijk, 't koppig ezel
ken moest 'n echte Witten treffen en een
gelegenheid vinden was de kunst,
Maar hij heeft 'n verkeerd adres gevon
den, en daar nu juist de betrokken per
soon aankomt, ga ik hem vlug interpelleren.
Wel, chef, hoe ging het in Gent? Een
blauwtje opgelopen, man I
Hoegenaamd niet! Enkel naar de laatste
banken verwezen omdat ik nog 'n vraag
wou stellen in betrek met het verraad, ge
pleegd tegen onze Helden van 't B.V.L. -
A. L.
En hoe kwam dat
De avond viel in. Bijna 6 uur man, en
om 6 uur moest 't werk af zijn. Zoodus
had de Voorzitter geen tijd meer om meer
deren uitleg te aanhoren en maakte hij zich
zenuwachtig.
Maar 't grootste blauwtje werd opgelo
pen door betichte en zijn verdediger. De
verdediger pleitte het tegenovergestelde
van zijn beschermeling.
De Voorzitter maakte er hem attent op
en verbood hem tot driemaal toe nog ten
gunste te spreken van betichte, daar de
feiten klaar genoeg bewezen waren, Den
derleeuw, Assche. Brussel, hebben nog al
wat afgeleverd zulle, in Gent.
En het gevolg
Ze druipten het af gelijk 'n hond die den
stok gezien heeft.
En is er nog niets gebeurt sedertdien
Heel veel, want er stroomt wat binnen,
en nog en nog. Betichte zorgt er. zonder
het te begrijpen, nog meest voor. Maar
daar geen woord over. Horen, zien en
zwijgen is goud waard. Hij alleen is mach
tig die zich zelf machtig is. Maar zwiigen
zulle. Ik beloof U daar niets over te zeggen,
laat staan er over te schrijven, want hoe
meer men in 'n str roert, hoe meer
hij st
IS HET WAAR
1) Dat Notaris C. mag fier zijn op zijn
Ezelken, nu zijn notarisklerk a. u. b. 7 k
2) Dat de b.... van Nom 'n fortuin
spijt heeft dat ze ten voordele van 't ezel
ken niet kon getuigen
3) Dat 't ezelken n weerstander zoekt
en 'n gebuur over n zeker naamloos schrij
ven vertelde en dat die gebuur geen pro
ces durft inspannen Dat die gebuur mis
schien d'ezeloren van 't ezelken ook al be
merkt heeft. (De Weerstander zorgt mis
schien voor 'i proces).
4) Dat Pie Bmocht meezuipen op de
terugkomst van 't Ezelken en flauwe zever
vertelde over de gesteldheid der geburen
5) Dat n schoolkameraad, weerstander,
zijn ou le vriend Lowieken bezocht en m;e
feestte. Dat de Weerstanders van Voorde
misschien ook nog iets zul'en te veten ko-
men over dit vo irval en nog
6) Dat bewij en en foto's 'n zeke dos
sier merkelijk aanvullen, wat nog goed zal
te pas komen bij 'n later proces, dat bijna
onvermij lelijk is
7) Dat 't Ezelke i zijn kleed op 'n anders
rug zou willen hangen waardoor het, 't E-
zelken, zijn poot nog dieper in 't oog z l
steken
8) Is het waar, maar neen, de chef zal
kwaad zijn als hij verneemt dat ik toch ge
schreven heb, en opgepast dan voor mijn
arme beenderenkast.
Tot later.
Een B V. L.er.
Het wordt tijd dat de Weers a d de
kaarten op oe tafel legt.
Want het loopt waarlij* de spuigaten
uii. Aan ondankbaarheid hebben we ons
verwacht Maar we dulden niet dai men
ons u tdaagt Sedert maai den stelt men het
geduld der Weerstanders op de proef, op
een erg zware proef.
Dat er drie maanden nodig zijn om het
Parlement het Statuut van de Politieke
Gevangenen te laten stemmen, een statuut
dat bij geestdriftige eenstemmigh» id had
moeten aanvaard worden, toont reeds dui
delijk genoeg aan hoe systematisch en ver
woed de vijandigheid onzer tegenstrevers
tot uiting komt.
Dat voorzichtig collaborerende of alles
zins honderd procent attentistische schrij-
velaars het thans aandurven in hun onver
kwikkelijke kranten te blokletteren dat het
probleem der epuratie gelikwideerd is en
van de baan, gaat reeds het ongelooflijke
te boven Maarte bont mag men het toch
niet maken.
Welnu, men maakt het te bont. MEN,
dat is vooreerst het Departement van
Landsverdediging.
We hebben nooit erg veel illusies ge
koesterd over dat nlinisterie, de veilig be-
s ot- n j icht der roemvolste "naphtalines"
van het oude leger. Die heren hebben zich
veilig verschanst achter hun batterijen. Ze
heisben hun achtereenvolgende ministers
die als bij toeval nooit veel voelden voor
de Weerstand, naar hun pijpen doen dan
sen. En nu kunnen we 't beleven hoe dat
bewuste departement met man en macht de
weerstand tracht te kelderen.
Niets wordt onverlet gelaten om de uit
de Weerstand gesproten officieren de weg
te versperren.
Wewist ndatallang. Er wordt geen
woord meer gerept over de verjonging
van het leger dat weer stilaan onder de
plak der oude vooroorlogse paradelui
raakt, T genwoordig drilt men ons leger
op zun Engels, en op hun mouwen prijkt
het woord "Belgium,,.
Het zijn geen "piotten" nu er maar half
bakken "c ldstrean -Guards,,. Bovendien
is de geestesstemming in het leg r ellei dig.
Onze jonge officieren «o den het de een
na de andere beu en verlaten het leger. Ze
ruimen het vel i voor de naphialines
voorde gegalonneerde rheumatieklijder»,
die op geen andere verdiensten kunnen
bogen dan op de soepelheid die ze in de
O. r.A.D. aan de dag legden tegenoverde
bezetter, en op de eindeloze jarrnreeksin
het jaarboek
In datzelfde Ministerie waar de H. De-
fraiteur, naar men zegt, levenslang denkt
te blijven, net als de H. Spaak aan Buiten-
landsche zaken, heeft men verderop schan
delijke wijze - en de term is niet te kras -
het verlenen van ereteekens aan weerstan
ders gesaboteerd.
De besten onder ons zagen zich bedeeld
met een nietsbeteekenend lintje - waar
voor ze trouwens feestelijk zul,jz-*\ bedan
ken - terwijl de officies^' 'ï-
den en rozetten naar
eieren van een of am
werkw-erstand gaan,
nooit sprake is leweesr
leg jen op diploma's,
enz.
De waarheid dient onomwonden gezegd.
Alleen het G. L. krijgt onderscheidingen
van enigerlei betekenis. De andere bewe
gingen worden stelselmatig geweerd.
Men beledigt letterlijk de prachtigste
militanten van de Weerstand als men hun
ee i onooglijk lintje reikt als een aalmoes,
en onze koeriers, verspreiders van sluik-
bladen en saboteurs nog geen blik gunt,
We weten niet of de Heer Defraiteur de
hand heeft in die schandelijke warboel.
We weten niet of hij het is die met zo'n
fluwelen obstinatie gewaagt van de liqui
datie" van de eerstand.
Wat we wel weten is dat de naphtalines
van zijn departement het mis voorhebben
als ze menen ons straffeloos te kunnen uit
dagen.
We hebben hand en tand om ons te
weer te stellen. Wij zullen de heren van
O.T.A.D. en Winterhulp wel aan 't ver
stand brengen met wie ze te doen hebben,
(Overgenomen uit het "Front")
EINDELIJK GEHOOR
De aanhouder klopte hard en langdurig
op de deur van den slechten betaler.
Doe open. riep hi], doe eindelijk eens
open.
Doodsche stilte.
Doe open, herhaalde de schuldeischer
voor den zooveelsten keer. ik weet, dat je
thuis bent.
Stilte, nog veel stiller dan doodsche stilte.
Doe nou maar niet. of je er niet bent.
schreeuwde de mandie geld moest heb
ben, je schoenen staan hier voor de deur,
je bent dus binnen.
Toen eindelijk klonk een benepen stem
Dat zegt niks, ik kan evengoed op mijn
pantoffels zijn weggegaan.