©ccn Ijtiiskeu ?onücv kritieken, H i t tl U) S och daar ligt 't paard niet gebonden de kokernagie* 't regiem, e properteit, daaraan liegt het. Tuien. 'k Zoii u op 't einde toch moeten gelijk geven, Tonia. Tonia. Probeert eens mijn regiem en ge zult ervan verschie ten. Daar is 'nen wijze man die zegt Meer menschen zijn van eten bedorven, Als ervan honger ooit zijn gestorven. Maar, 't is half zes, 'k moet naar melk uitzien... Dag, Trien, tot ziens. Trien. Dag, Tonia. OF WONDERBARE GESCHIEDENIS VAN JAN-DEW-BITTEREW- ii. Wunr Jnn-den-l>iUercn eensklaps verdwijnt, 't Sloeg op de horlogie van Jan-den-Bitteren acht uren. Toe Jefken en ïS'elleke, loopt vader tegen,riep Threse tot bare twee kleintjes. En de engelkes lieten hun spel spel, deden hun kloefkcs aan en liepen in eenen aasem naar buiten. Ziet,daar komt Jan-den-Bitteren aangesukkeld; hij ziet er weer uit gelijk een doodkist van bermhartigheidin plaats van zijne kleine patotterkes op te nemen, van in die lieve oogjes eens vrien delijk te kijken, van die uitgeslokene handjes in de zijne te nemen,' in plaats van aan zijn vaderlijk gevoel lucht te geven, gaat hij daar nevens zijne kinderen, met de handen in den broekzak, gelijk een piot naar de politiezaal. O gi Jan-den-Bitterengi droeven ventliefde omringt u liefde springt u opge kunt een geluk smaken voor geen goud der wereld te koopen! en ge blijtt koel en onverschillig! Jan is thuis, aan tafel, Jefke kan reeds zijn Yader-ons en laat uit zijn zoet cngelenmondje de woorden rollen waarmee Onze-Zalig maker ons leerde bidden. Dacht Jan op die woorden: Onze Vader! Een Vader die voor ons zorgt! die over ons waakt! die ons een rijk bereidt!Neen hij dacht er niet op, want zijn wezen werd droever om droever; hij sprak geen gebenedijd woord, zag er zuurbitter uit; mi zijne brave vrouw dacht in haar eigen: 't zal weer gaan vlagen. Ja, braafmenseh! ge slaat den nagel op den kop! Ziet, de greefpot heeft gedaan met éten en legt zich met beide ellebogen op .de tafelde kinderen zijn bevreesd en duiven- nau welijks hunnen aasem halen. Jan-lief! wat is er weer? vraagt Threse met honingzoete stem. Geen antwoord. Jan-lief! waarom uw eigen ziek maken! G'hebt bijna niet geeeten! Zal 't beteren als gij ziek in uw bed zult liggen? Wat moet ik doen?.... Neen, Jan gij ziet uwe vrouw of uwe kinderen niet meer geerne! Jan-den-Bitteren hief het lioofd op; er blonk een traan in zijn oog. Zeg mij toch, ging Threse voort, wat er schilt! Waarom er zoo droef uitzien? En wie zou er niet droef uitzien, vrouw? ze zeggen nu dat er oorlog gaat komen! 't werk slabakt! en als 't eens stil ligt, wat dan gedaan? de kinderen worden groot.... Werkmenschen zijn ongelukkige slaven. Is t anders niet? toe, ge ziet alles te zwart in!Eriseeii voorzienigheid, Jan... Als g'ecns ziet hoe andere menschen floreeren en geen ach terdocht moeten hebben voor de toekomst! Geen huisken zonder kruisken, Jan! ge moest eens zien hoe 't bij de rijke menschen. gaat Al gelijk! we zijn 'ongelukkige schepselen w'liebben nu al negen jaren te samen gewerkt en wat hebben wij? W'liebben geleefd, Jan, zonder schulden! wij brengen ons kinderen op; wat moet ne mensch meer hebben? Laat mij gerustgij pijnigt mij! zwijgt, we zijn ellendig, we zijn.... och heere! waarom ben ik op de wereld! Dat ging over zijn hout. Threse borst in tranen los, Jet kc en Nelleke" liepen in eenen hoek. En wat deed nu de arme Threse? Üp 't kasken stond onder een glas, een schoon Lieve-Yrouw- Beeld. Zij ging er voor, voegde hare handen te zamen en bad in wendig: Och, Heilige Maagd, ge ziet, 't is niet meer om uit te staa11 red ons, en ik beloof u met mijne kinderkes den omweg naar Lede te doen... Moeder, ze kloppenriep Jefke. Threse wilde gaan bestellen, doch, o wonder zij zag haren man niet meer! Kinderen, waar is vader? riep zij. Vader! wel, hij zat daar over 'nen minuet nog, moeder! zegde Jefke. Kijk moeder, kreet Nelleke, zijne klak ligt nog op tafel en daar slaan zijn blokken Heilige Drijvuldigheidwaar mag Jan zijn? Gezocht, herzocht, op 't zolderkamerke, in de geburenhuizen, nergens was Jan te vinden... 't Werd half negen, negen uren, én de arme Threse stond daar met den dood in de ziel, en in de ge buurte reed het van tong tot tong: Waarmag Jan-den-bittcrenzijn? (Wordt voortgezet.) In Spanje is de oproer gestild. Nogtans schilt het veel dat koning Amedeus er op zijn gemak niet is. In Zwitserland heeft eene groote Vergadering van Katholieken plaats gehader waren wel oOO Priesters en ontelbare andere persoonen. In Frankrijk komen groote werkmansgenootschappen totstand; Bravo! zegt De Werkman. In Holland gaan de Geuzeu van ons Land een standbeeld op rechten voor eenen krawat van d'eerste soortFoei, drijdob- bele schande Ze spreken weer van hier, in België, de soldatenwet nog te verzwaren... Is ze dan nog niet drukkend genoeg? In Ierland is de oogst maar om alzoo te latcu; men vreest er voor den winter. Ierland, vroeger een rijk land, is nu doodarm door de schuld van hel protestantsch Engeland. In Amerika is nu eene diamantmijn ontdektDe Werkman raadt nogtans niemand aan er heen te gaan. Ze beginnen nu te Rome de volksscholen te [vernietigen, door Z. IIPius IX gesticht. Maaadag, 2 september, is 'tdc installatie der nieuwe Gemeente raadslede. De Werkman, vol eerbied jegens de overheden, wenscht ze van harte geluk, en hoopt dat zij overal wel recht zullen doen, iedereen gelijk behandelen, niemand door de vingeren zien en de volksbelangen behartigen. Dus doende zal De Werkman hen loven en danken en zullen zij eene zegenrijke en lange bestiering ge nieten. Indien gij durft werken, zeggen de leden van de Interna tionale, in Engeland, bij eene werkstaking,dan vermoorden wij u. Een genaamde Thompson, ijzerwerker, is daarom door den jurij van Sheftled veroordeeld geworden, om levendig te hangen, tot er den dood op volgt, terwijl hij gebruik makende van dit voorschrift, door een makker met eene flesch op het hoofd te slaan tot deze dood nederviel. Het slachtoffer was een genaamde James Hall, brave huisvader, die geen deel wilde nemen aan de werk staking, welke onder zijne makkers ontstaan was. Zondag vertrekt vanhier een talrijke stoet van Bedevaarders naai' Hal. De liberale gazetten liegen dat ze scheel en zwart zien,- over de wonderheden van Lourdes en van Salette... Ze zullentoch tegen Ons-Heer geen gelijk.halen. Tc Lokeren heeft eene bende slechte kerels gepasseerde week de II. Communie spottenderwijze nagebootst en dit nog voor de kerkdeur. In dezelfde stad is eene Onze-Lieve-Vrouw-Kapel schandelijk verwoest en hel Maria-beeld buiten op den grond ge smeten. Te Antwerpen heeft een goddelooze kerel eenen dolk ge- stooteu in de borst van eenen eerbiedweerdigen priester..:... Als die schandalige dingen maar geen straffen op onzen hals trekken. Amsterdam heeft nu ook vrouwelijke apothekers gekregen. Ze noemen dat vooruitgang.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1872 | | pagina 3