Mengelingen. aan 't versland, en dit verstand schept wonderen voor de Engelen 'n verrukking staan! hij gebiedt aan zijn hart,en welke zijn hart zwelt van edele drillen; bloemen van deugden schieten in dat hart op, en de mensch vertoont zich als het verhevensle schepsel van Gods handen. Wee den mensch die niet werkthij kruipt zonder eer, zonder geluk, op de aarde; hij kwijnt, zijn lichaam wordt als lam, ver valt in oenen vloed van ziekelijkheden; hij mist de zuiverste ge- noegtens des levens. Gaat door onze steden en aanziet die meesterstukken van bouw- beeld-cn schilderkunstdat zijn de vruchten van het werk Ziet die werktuigen, die raderen en wielen welke dooreenloopen en op één oogenblik de fijnste stoffen voortbrengen Dat heeft het werk doen ontstaan.... Treedt in onze boekzalen, leest diedich- ten die schriften, door welke onze ziel naar omhoog, in verruk king wordt weggesleeptDe arbeid heeft die aan 't verstand ont rukt Daal neer, diep onder de aarde, in die kool-en steenmij- nen, welke ons vuur en woningen verschaffen! Zonder een hardnekkige arbeid zou de aarde ons die schatten niet hebben opgeleverd Ja, het vonnis van den Schepper Gij zult werkenis voor alle stervelingen eene stalen wet. Zonder 't werk valt de samenleving in de beweenclijkste barbaarschheid. Maar, zeggen sommigen waarom werken alle menschen niet evenveel wij moeten 't werk onder allen verdoelen; er moet eene gelijkheid van werk komen. Dat zijn volksbedriegers, die aldus spreken dat zijn omverre- werpers der schikkingen van den Schepper. In een volgend nummer zullen wij ons gezegde bewijzen. TOOKTJE'S AMBACHT» Sis. Toontje en Threseke. God zegene u en God beware u, kinderen-lief. Allo moeder, geef de kinderen ook een kruiske, dat ze slapen gaan. Toontje ex Threseke. 'n Avond vader, 'n avond moeder. Sis. Slaap wel kinderenZie, Tonia, 'k heb de kinderen wat vroeger naar boven gezonden, opdat wij een beetje zouden klappen... Wat gaan we nu met ons Toontje doen Ge weet, er is niet veel tijd meer Tonia.Och, 'k zou er mij dood op dubben; de zaak ligt toch in 't vuur niet; dat we nog wat peisden Sis. Vrouw, 't spreekwoord zegt Hij ziet zijn zeiven blind Die al te lang verzind. Toe, zeg, wat gaan w'er meê doen Laat ons eens spektie maken van de stielen. G'hebt vooreerst den bakkersstiel. Tonia. Te lastig, Sis, teveel 's nachts werken, en ook ze moeten lang van huis gaan. Sis. Willen w'er 'nen metser van maken Tonia. Waar zijn uw zinnen, manlief? zoo 'nen dangercuzen stiel; 'k haalde er mijn dood van. Sis. Of 'nen kleermaker Tonia. Altijd, dit op-tafel-zittenze kreveeren hun borst. Sis. 'k Houd nog al veel van 'nen goeijen lamasseerder. Tonia. 'k En zeg niet neen; maar 't is zoo 'nen slameurigen stiel. Sis. Wat peisde van smid Tonia. Oei, ze zijn zoo zwart die 6meders. Sis. Karottrekker Tonia. Ze chikken en rooken zich dood. Sis. Boekdrukker? Tonia. Daarom moet ge zoo geleerd zijn, en ook 't kreveert de oogen. Sis. Wat peisde van 't schoenmaken Tonia. 'k En kan niet zeggen dat is nog al 'nen pronte stiel; maar Sis. Tonia, 't is een inoeijelijkc kest.... Wat gaan we doen? (Ze dubben). Tonia. De boeren hebben daar geen hoofdbreken meê; hun kinderen gaan meê naar 't veld, en alles is geschoteld en gelepeld. Tonia. Maar, och hcere, waar zijn ons arme zinnenwe ver geten 't schrijnwerken. Sis. Tonia, 't is waar; 't schrijnwerker Tonia. 'Nen properen stiel. Sis. En gezond daarbij. Tonia. Maar er kruipt zooveel geld in de gereedschappen, en.. Sis. Zie Tonia, al de stielen hebben hun voor en hun tegen; maar wij moeten ook zien of ons Toontje hoedanigheden heeft voor dezen of genen stiel; b.v. voor 't smeden moet men kloek en grof zijn; voor 't kleermaken rap in de hand; voor 't schoenmaken sterk van knie; voor 't drukken fijn en slimvoor 't schrijnwerken alzoo, enter-dé; redelijk kloek; redelijk slim en nog al wat genie hebben. Tonia. Precies gepasten zie-de niet dat ons Toontje geerne klopt en tuifelt... en teekenen daar verstaat hij ook al iels van. Sis. We zullen 't dan op 't schrijnwerken houden en er eens op slapen Tonia. 'Nen goeijen winkel vinden, dat is ook een principale zaak; 'k schrik en beef ervan. Sis. Och, vrouwke-lief, ge doet slecht van u te verontrusten; voor elke kwaal is zijnen dag genoeg genieten wij 't geluk dat God ons heden geeft; alles zal met tijd en icver gaan.... Och, 'k zie ons Toontje al aan 't schrijnwerkenhij leert wel, blijft braaf, wordt kloek en sterk,.... werkt eindelijk voor zijn eigen en Tonia. Hij is altijd thuis! hoe plezierig! hij maakt mij een nieuw erzelaren kasken, eene schapraai, eene tafel; en terwijl ik aan de kokernagie ben, is hij bezig met schaven en zingen... Och 't zal 'nen hemel zijn Sis. Ja, en voor ons Threseken zullen wij ook zorgen Kom, Tonia, w'hebben al ons gebeden gezegd, niet waar, niets vergeten Tonia. Neen, da 'k weet toch niet. Sis. We gaan daarop dan eens gerust slapen. Wat God be waart, wel bewaard, zegt den dezen. Tonia. Slillekens, dat ons lieve engelkes niet wakker wor denToontje, Toontje, mijn schrijnwerkerkc. CfrfrK KORT BEGRIJP DER GEMEENTEWET. GEMEENTERAAD. In elite gemccnlo bestaat een gemeenteraad, samengesteld uit Raadslicc- rcn, burgemeester en schepenen. De R.iadshecien worden door de kiezers benoemd, de burgemeester en schepenen door den Koning. In de gemeente van 20,000 zielen cn daaronder zyu 2 schepenen, cn vier in die welker bevolking dil getal overtreft. In de gemeente onder de 1000 zielen beslaat de R.iad uit 7 leden. Van 9 in üie van 1000 tot 30CO 11 3000 10,000 13 I0,i 00 15.000 15 •15 000 20,000 17 20.000 25,000 19 2Ö.0U0 30.000 21 30,000 35,000 23 35,000 40,000 n 25 40 000 50,000 27 50.000 60,000 29 60,000 70,000 31 70,000 cn daarboven. Iu elke gemeente is ei >n sekrelaris, i cn con ontvanger. Ue gc-meenleraads' eercii worden voor een lijd van 6 jaren gekozen to rekenen mei den l Januari volgende op hunne kiezing. Alle di 'j jaren wordt de Raad den helft vernieuwd. be Koning alleen mag, wegens wel bekend slecht gedrag of zware onacht zaamheid Jen burgemeester opschorsen of herroepen, ua hem aanhoord te hebben; do gouverneur insgelijks de schepenen op beredeneerd advies der bestendige Deputatie. Evenwel blijven zij altijd Raadsheer, vermits niemand dan do kiezers do Raudsheeren mag wederroepen. De U. Naam van God in 48 talen In 'l Hebreuws. Elohim of Eloah f.hadeeuwsch Elah. Assgrisch, Ellah. Syriscb cn turkscli Alah MdleischAlia Arabisch Allah. laai der Magiërs, Orsi. Oud-oêyp- liscli. Teut. Amcrikaanseh, Teuli. Nieuw-Egyplisch, Tenn. Grieksch Tlicos. Greta Thias. Dorisch, Dios Celiisoli en oud-Gallisch Diu I.atyn, Deus. plat Lalyn, Die.x Fransch, Dieu Spaanscli, Dios Porlugeeach, Dios. oud Duitse!), Diet. Proveneaalsch, Diou Brc- t iansch, Doui. Italiannseh, Oio. - lersch. Die. In de taal van Olala Deu Puit-ch, Goll Vlaamscli, Goil. Hollandse!) en Engelsch God Oud-Saksisch, Godl. Teatonisch. Golh. Deonseh en Zweedsch.'ci// Noorwecgsch. Gud. Slavisch. ISuch. Poolscli, Log. - Polaksch Dunn Haplandsch, Jubinnl. Finscli. Jumala. Runiscii, As Paunonncli Fsiu. Z-mhlisch, Feliso. Indisch, Rain. In de taal van C.oromandef Drama. Tartaarsch, Magatcl. Persiscli, Sire. Chineeseh, Pussa Japansch, Goezur. In de laat van Madagascar, Zannar. Peruviaansch Puchocamac. Go zijt een schelm, zegde een politie-kommissaris tot eenen dief dien hij kwam aan lo houden Wat doet gij hier op straat, ten twee uren van den mo"gcnd. Helaas sprak de schelm, ik bon arm en te beschaamd om bij dage te bedeion En waartoe die wapens 't is omdat op dees uur de straat niet veilig is.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1872 | | pagina 3