Een droevige verjaardag. BE GAILLARDS. Zonder mistrouwen, omdat zij in het bezit blijft van den brief met de twee banknoten, laat.de dame den klant heengaan. Maar mijnheer haast zich niet om weer te keeren... maar mijn heer komt niet meer... De dame ongerust geworden en eenen dicvcntrek vermoedende, opent de enveloppe. Teleurstelling zij bevatte slechts een eenvoudig wit stuk pa pier. Terwijl de dame in de keuken was, had de schurk de twee bank noten weggeloeffeld en had het papierken in de plaats gelegd. Rond Luik plukt men reeds rijpe aardbeziën. Dijnsdag was het 80 jaren geleden dat Lodewijk XVI te Parijs onthoofd werd. De E. H. Pastoor van Idegem heeft zondag zijnen jubilé ge daan van 25 jaar Pastoor. - 500 Communards, te Brest gevangen, zijn in oproer geraakt. Ze zitten op water en brood, doch niets helpt. Rond 't gevang zijn veel soldaten. In bijna al de kerken van Parijs zijn missen gelezen lot la fenis der ziel van Napoleon III. Woensdag zijn 3 Communards te Parijs dood geschoten. Fenouillat zegde niets toen de kogels hem troffenDecamp riep Weg de valsche getuigen Weg Thiers en Benot Leve de Commune leve het leger 't Is wreed alzoo sterven. Rond Rijscl staat alles weer onder water. In Amerika is door cene ontriggeling op de spoorweglinie brand ontstaan en zijn 27 personen levendig verbrand. Zestien lij ken waren niet meer kennelijk. De koning van Beijeren heeft eene grammoedige redevoe- ring uitgesproken omdat men in een zijner steden, der Pruisen te veel eer had aangedaan. trien. Awel, Domien, zijt ge nu content domien. Of ik 't is een ander leven Trien, hoe wisten wij dit niet en van uw kokcrnagic verschiet ik trien. Ja, ja, die Tonia is al een wijze vrouw. domien. En ons kinderen zijn ook al veranderd. Zondag avond zijn allen thuis gebleven. Trien, een spel kaarten koopen en een schalie, hoorde't we zullen ons 't samen amuseeren Hoe kon ik toch zoo dwaas zijn trien. 'i Was meest mijn schuld, Domien ik had geenen poef op 't huishouden maar nu zou ik 't vel van mijn handen schuren domien. En dezen avond beginnen wc 't samen te lezen leest gij vóór, dal gaat u beter af; ik zal met de kinderen ant woorden... En ze moeten allen om een kruisken komen of..... janvertwee trien. Domien, zoo niet met zachtheid Iaat mij gewor den piane, piane T zal wel gaan. Gent en Brussel zijn op geenen dag gemaakt. domien. 't Is bij den eenen 'k moet gaan. Dag Trien. trien. Dag, Domien !-... (alleen). Zou 't ne mensch geloofd hebben Geen onpuntig woord meer 'k zal Tonia nog te boven steken en morgen maak ik weer een nieuw soeppeken wat sel der en parij, of ajuin, patatteren en een sneèken brood, wel ge- dijsteid en dan lang gekookt.... ei, 'k zie mijnen Domien al smul len... och, Trien, Trien, ge zult nog een gelukkige vrouw worden! Die wel tc lioofje vlogen, Vontleu zich al licht bedrogen. Overal, in alle standen, heeft men dolende schapen. Bij 't hoo°- volk beeten zij dusdanigen pef.its crévés, wat wil zeggen ventjes die verder willen reiken als hun arm lang is, die losbandig leven, de groote sterke jans vertoonen, met God en zijn gebod spotten en na korten tijd met de beenen omhoog liggen. Onder de Werklieden heeft men de gaillurds, de vrolijke jon gens, die in d'herberg met hun plezier geenen weg weten, die hun laatste centje verdrinken en dan nog poeften als de baas'hun op plak wil geven. Gezoudt zeggen, als die gasten, met de muts op zij, de straten komen afgedwijld, 't is al Lierke-plezier maar, och arme ge moest ze eens op 't werk zien zuchten dat ze doen,' krochen, als of de wereld en een vierendeel van 't vagevuur op hunnen rug lag. En die gaillards werken 's maandags niet. Zouden ze wel drinken, zingen, plezier maken, hun geld verteeren en zijn ze ge trouwd, vrouw en kinderen chagrineeren, dat doen ze En dan is 't er thuis op en bij den baas niet min deze had zijn werk toegezegd hij kan zijn woord niet houden, wordt giam op den dronkebroêr, overjudast hem, en bij de eerste gele- gendheid is t: arroet! builen! Dat wint men met gaillard te zijn..Onze kwast gaat elders naar werk uitzien. Wie zijt gij, mijnen vriend pen dienen of den gindschen.Ah, ge viert maan dag ncenn een 'k en heb geen werk voor u zoo gaat het. Een deftig werkman mag altijd, met reden, zijn meester aan spreken, jazelfs krachtig, maar beleefd, zijne rechten doen gelden. Een dronkebroêr, een maandnglooper, dit hertverdrict der mees ters, krijgt altijd snabben, schimpen en schampen naar den neus. Och, jonge werklieden, wacht u wel van die gewoonte, ver maakt u s zondags, zijt lustig en blij, zingt en drinkt een lekker pintje, doch nooit of nooit binst de werkuren komt daar niet aan, 't is verleidenden gevaarlijk en licht om aannemen De gewoonte wordt eene keten bijna onmogelijk om breken Ach, hoe dikwijls hoorden wij werklieden klagen 't is waar ik ga op mijnen draai ik ben eenen ellendigen zwierder maar t is te laat ik ben 't gewoon en kan mij niet meer beteren Wreede rampzalige gewoonte dief van de werkmanseer, van t werkmansgeluk Hul was Dijnsdag voorleden, 21 Januari, 80 jaren geleden dal de ongeluk kige koning van Frankrijk, Lodewijk XVI, door de onwenletaars to Pa-ijs onlhoofd werd. Het schijnt dal na male men zich van deze droevige dar-lee- kenmg verwijdert, de geschiedenis dier afgrijselijke koningsmoord moor cn meer in belang aangroeit. Daarom zullen wij don lezer die droevige geschie denis in 't koil trachten te verhalen Do minister van justicie der Commune kwam aan Lodowijk XVI in het gevang van den Tpmpet zijn doodvonnis te kennen geven do vorst ontving zonder onlsleltenis dit rampzalig nieuws. Hij vroeg drij dagen om zich to bereiden vóór Cod te verschijnen, bij vroeg daarenboven de toelating van door eenen Priester welke hij aanduide, bijgestaan te mogen worden, en vrijelijk met zijne vrouw, zusier on kinderen mogen om lo gaar,. D?zo tweo laatste vragen werden Lodewijk alleen toegestaan. Hat oogenblik der bij eenkomst was hartscheurend voor die bedroefde familie de afscheiding was nog droeviger. Toen hij degenen die hij lief had moest verlaten, beloofde Lodewijk des anderendaags terug te komen echter, in zi;ne kamer wedergekeerd, voeldo hij dat deze beproeviug te bard was, en met groote schreden heen en wier wandelende (k zal niet gaan sprak hij. Dit was zijne laatste strijd. De nacht vóór de moord genoot Lodewijk een wreedzame slaap de rust des rechtveerdigen. Door Cléry, zijn trouwe dienstknecht, ten vijf uren des morgends opgewekt volgens zijn bevel, klecddo hij zich cn stelde zijne lamste beschikkingen vast. Hij ontving do II. Communie uit do handen van zijner, biechtvader, den abt Edgeworlli De Kirmonl, lasite Clóry met zijne laatste woorden en overhandigde hem eon ring, een cachet cn ecnige h-iir- Alreeds rofTi lden de trommels in do straten van Parijs, en een dof ec- druis van getrokken kanons liet zich hooien 100,000 Nationalo "arden waren onder de wapens geroepen. Omtrent negen urer, verscheen de J ico- bijn Santerre, de hoed op bet hoofd, in dn kamer van Lodewijk X\1 G'i komt mij halen, vroeg dn vorst, ik vraag u een oogenblik ||ij behaiidicde zijn testament aan een municipale boamblo, vroeg zijnen hoed en mirnk in, t eene kloeke stem Vei trekken wij Hij slapte in een rijtuig, vergezeld van zijnen biechtvader, en werd tus- schen twee gendarmen twee afgevallen priesters geplaatst, welke licrn moesten vermoorden bij de minste bewoging van het volk ten zijnen voor deele. liet rijtuig legde de weg van den Tempel naar rie place Louis XV slechts op cone uur af en te midden eenor dubboie rij soldaten gaiiscb Parijsch was doodsch en stil. Te midden dor talrijke menigte die zich in de straton bevond, was er niemand die zelfs do koning dierf meéspreken. Lodewijk, bedaard en gerust, bad, gedurende den tretirigcn tocht* co niets kon eene ziel ontstellen welke lot de aarde niet meer behoorde Op* do plaats der uitvoering gekomen, stapte hij uit het rijtuig, ontvin» noderge kmeld, do laatste zogen des priesters, ontkleedde z;ch zelf, liet zich hel hair afsnijden wreede vorncdering do handen vastbinden, cn wondde zich koelmoedig naar hel schavot terwijl do abt Edgeworlh de Firmont hein met geestdrift toeriep Zoon van den II. Ludovicus, klim op ten hemel Als hij zich op de guillotine bevond koorde Lodewijk zich tot de menigte en riep met luider slem Frauschc», ik sterf onplichtig aan al do schelmstukken waarvan men mij beschuldigd, ik vergeef aan mijno vijanden, on ik weiiseh dal mijn bloed nooit Eensklaps werd hem het woord afgoanedon, Santerro deed de Irommols rodelen welke hem beletten voort te spreken. De drij beulen grepen den ongelukkigen vorst, en een oogenblik later ontving hij den doodelijken slag, ton tien uren en tien minuten des mor gends op -t' Januari 1793. Hij was 38 jaren oud on bad er bijna 19 geregeerd. Tachtig jaren zija alreeds vervlogen sedert de treurige dood van den

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 2