Vastenavond liij Domieii. Drij dagen te Parijs. m domien. Ja, Toontje, uw eerste Communie nadert; 'nen grooten dag, jongen-liet'wèl bidden 's avonds en 's morgends, en wèl in de leering luisteren, hoordc't. toontje. Ja, vader, dat doe ik ook. toni a Dan zal God u zegenen, Toontje en van u 'nen bra ven, gelukkigen jongen maken. Ge weet, 't is Ons-Heer zelf die in uw hert gaat komen den God die boven alle Koningen en Kei zers is, die hemel en aarde geschapen heeft... Maar, het dunkt mij dat ik de melk in den chocolat mag doen... We zullen nu eens zien of dat beter is een sekure keukenmeid heeft mij gezegd van den chocolat met koud water op te zetten en wel te laten zieden, vooraleer er de gezoden melk in te doen 'ne mensch is nooit te oud om teleeren. DOMiEN. 't Ziedt, Tonia, 'k zie 't 'nen solferstek, Toontje. tonia. Reéél, 't ziedtThreseke de melk toontje. Ha, ha, de meltcchocolat chocolat tonia. Terwijl ik roer, zult gij gieten, Domien; voorzichtig, anders schiet ze 't hoop en 't ware spijtig zulke goede chocolat van Scheerlinckx, neven 't landhuis, den zijnen versche melk, en suiker't ware zondeStillekens aan, Domien, terwijl ik roer. C'esi ca domien. Ons-Heer blijft gezond laat gij de boeren maar dorschen, kinderen we zullen ons eens wel doen dezen avond... Toe, Threseke zet 't tafel de beste kopjes Tonia, dat weet gij zeker niet de chocolat is hier uit Mexiko in 't Europa gebracht, in 't jaar 1520. tonia. Arsch-kadé 't is gereed aan tafel... 'k Heb hier nog iets toontje en threseke. Korentekoeken ai ai oeioei moeder, hoeveel TOrÖA. Elk drij Eerst wel gelezen, voor Ons-Heer die u zulke goede dingen schenkt(zij bidden). domien. Ge kunt hem snijden, Tonia, lekker, lekker nog nooit zoo lekker geweest. toontje. Oei, oei, mijnen korentekoek inden chocolat.... Threseken, help eens. domien. Hoort ze buiten lawijt maken en schetteren Zou den ze zoo veel plezier hebben als wij, Tonia? tonia. Plezier kennen ze dat dit zuiver piezier, als uw hart overloopt van geluk, dat ge zonder knaging of achterdocht kunt smaken. domien. Knaging, ja dat hebben zij, en achterdocht en 's anderendaags armoede en ziekte ongelukkige dompelaars tonia. Domien, nog 'nen koek domien. Danke, Tonia, 'k ben voldaan gelijk nen prins fijne chocolaat was't Tonia, ge moogt bij uw sekure keukenmeid nog om les gaan.... Nu eens Ons-Heer bedankt en dan leute gemaakt. Ik zal eens een liedje zingen. toontje. Ja, vader, van ral ten en „muizen. threseken. Of van de Reuzinne. domien. Ik ken er een nieuw... laat ons eerst lezen... Tonia ook eens zingen, zulle tonia. Mijn stem is beroest, Domien. domien. Al gelijk ik ga eens 't liedje van de dronkaards af geven... Hm, hm... een, twee, drie, luistert wel 's Maandags en 's maandags, Dan itiug ik oio een pimjen, om een pinljen; lk dronk er ivvee, ik drouk er drij, Dronk er lot *ijT en-twintig bij. Doen ze doen ze, doen ze Jan Hebben ze dat gedaan Ja, zei Jan. tonia. Vijf-en-twintig, Domien, dat is wat wreed domien. 't Is voor de grap, Tonia, om te toonen hoe de dronkaards leven. Hoort nu 't tweede voosje 's Dmgsdags, en 's dingsdags, Dan was liet vastenavond, vastenavond Mijn «ijf is op den drils gegaan, Eu ik gmg al op do slrale. Doen ze enz. 's Woensdags, en 's woensdags, Dan ging ik om een kruisken, om een kruisken Wat will gij dat 'k een halvan dag, Ga timmeren cn buisschen Doen ze enz. 's Donderdags, en 's donderdags, Dan was 'l de dag van eten, dag van eten Zij stelden mij al de beentjes voor, En 'l vleesch was afgeëten. Doen zo enz. toontje. gedaan Ja, zei Jan. domien. - Ge kwaamt Ie laat. Toontje beter opgelet 's Vrijdags, en 's vrijdags, Dan was de dag van slapen, dag van slapen Mijn wijf was uil kommeeren gegaan, Mijn bed was nog to maken. Doen zo enz. 8 Zaterdags, en 's zaterdaags, Dan wa3 de dag van renten, dag van renten Ik bragt geen enkel oordjen t'huis, Wij vielen aan 't ballimeuten. I'ocn ze enz. tonia. Compleet alzoo eerst gedanst en dan gebatterd en gepronkt. In dat bedje is veel zin, Domien, maar ge moet het wèl verslaan dat rappclcert mij.... domien. Ja, ja dat rappeleert mij dat gij ook eens moet zingen... geen complementen te maken... achterna zullen we ge noeg vertellen. TOMA. In Godsnaam dan Wacht eens, wat ga ik afeeven van t huishouden. toon™. Ja, moeder, van den H. Rochus zonder kop cn het blikken scheel, dat is zoo schoon. tonia. Alia, ik begin, Threseke, help mij een beetje 22, 23, 24 Mei 1871. (9 VERVOLG, ZIE Nr 19). Voici, Citoijen een bevel van de commune lees Van de Commune, ha ha laat zien de Commune zal niet lang meer te bevelen hebben, zeggen, ze Is 't waar, officier, dal de VersaiIjers schrikkelijk rap naderen Dan kies ik ook ras een gatHa, ha, bevel om.... ZesPriesters voor den kop te schieten.... De namen erbij.... En die vent wil mij" voor de tweede maal terug zenden Voor de tweede maal Zijt gij nog hier geweest Ja, dan moest ik er 68 hebben uw plaatsvervanger, daar zond mij terug, zeggende dat dit geial niel in evenredigheid was met dit der vermoordde Communards en.... Ja, bemerkte Frans, voor zes Zwijg hond dat ge zijt! brulde de cipier evenredigheid' kent de Commune evenredigheid en plaatsvervanger wacht hier een oogenblik ik ga met dien verdachten schurk ellen rekening maken. Dit zeggende slingerde hij Frans naar buiten Hoort, kerel, alles is met ons afgedaan 't is uw schuld dat wij geen 08 gijzelaars mogen expedieeren. Ik wil u hier niet meer zien, en rap weg, of een kogel vliegt u door het hoofd. (1) Frans was als- aan den grond genageld en de hevige aan doening belette hem het spreken. D De Cipier nam zijnen tweeloop, spande den haan en richtte dit wapen naar Frans zijn hoofd Maar neen brulde hij ik zou te veel spels met uwllijk lieb- bcnA11°- buiten ge gaat niethé citoyens, de poort open geen verweeren helpt hier is een kalotin... neem, citoyens en citoyennen van daar buiten een verrader der commune te uwer beschikking een, twee, drie... En Frans vloog bedwelmd te middèn der zatte en razende me nigte.... Nu de rekening der andere, sprak de cipier, bij den oBicier terugkeerende zes priesters, zegt gij Ja, met naam en stuk op dit'papier Maar, Citoyea, mijne keel is zoo drooghebt gij niets te drinken Zooveel het u lustkijk, hier is juist een geladen kanon. Ja maar zoo met, ik cer.st, als ware broeder.. (Coul goul ging bet cn de helft der flesch lranschen rolde in zijne keel). Nu gij een fel mondstuk de rest tot straks, en nu naar boven Een oogenblik spiak de officier, en de deur half openende nep hij met kloeke stem Les hommes de guorre sout Us pró/s (2) Zijn de krijgsmannen veerdig Buiten werden de geweeren opgenomen en een twintigtal woeste kerels snelden naar de deur. Vijf binnen de anderen wachten tot dat wij met de gijse- laars komen leve decommune! wraak en bloed (1) Leltoriijk getrokken uit do proces-verbalen verklaring van M Puv- moyen, genoesheer van la roqpettb. (2) Dit kommando, schrijft priester Lainazon, klonk in ons «oren iclkoos dal men gevangenen voor eene strafuitvoering kwam ophalen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 3