Drij dagen te Parijs. Zoo getuigt. God, o Kind, 7,ijn tegenwoordigheid in 'l H. Sncrainent. Nog eens, bereidt u ncerslig denk niet opdeschoone kleederen. op de ver maken van dien dag, maar wel op 'l geluk dat ge zult smaken van Jezus, den God-.Mcnsoli te ontvangen die u dan voor altijd zal gelukkig makon. nosiiES. Genoeg, Toontje; geet hier 't boekje 'k zal er een pampierken in leggen... We zullen nu eens hooren of gij alles wel verslaan hebt. GENK 0.1'HE SLECHTE GEWOONTE. ln den builen beslaat, onder vele andere, do slechte gewoonte doode ratten, mollen of andere schadelijke gedierten in de boomon op te hangen zulks is zeer gevaarlijk. Indien eene vlieg zich op deze tol hederf overgaande dieren plaatst, neemt zij eene meer of min vergiftige natuur aan en wordt haar steken govaar'ijk. Hel ware dus Ie wenschen, dat men deze dieren, oven als zoovele andere, die in vij vers, sloolo'i en op landerijen liggen te bederven, onmiddellijk begroef. 22, 23, 24 Mei 1871. (lO VERVOLG, ZIE Nr 2o). De wreede beulen omringden hunne slachtoffers voor waarts klonk het; en allen stapten voorbij al de andere cellen, den gang door, naar beneden. Ms' Darboy ging gcanncl met M' Bonjean priester Deguerry met palet? Dueouüray; pater Clcrc en priester Allard volgden achterna. Wat moest er in het hart der Martelaars omgaan Welke vuri ge beden stegen niet omhoog, naar den God Welken eenigen in bun hart hadden ontvangen, voor Wien allen gingen sterven en Wien zij door hunne dood hoopten tc verheerlijken. Te Martyrum cmuWlatus lawlat emercilus. liet schitterende leger der Martelaars verkondigt uwen lof. Ja, krachtig klommen die lofzangen hemelwaarts en" verdoofden de goddelooze rampen die zoo dik uit Parijs opstegen. Beneden voor de deur des achterplcins, bleef de stoet stil. cc Wat is er vroeg de officier, voorwaarts Wacht» was de antwoord des cipiers ik moet toch den sleutel zoeken. Terwijl dit gebeurde begonnen de Connnunaars Mgr Darboy en zijne gezellen op de snoodste wijze tc beschimpen. «Maar hebt gij niets voor de Commune gedaan vroeg men. Ila, verraders, zwart gebroed oorzaak onzer ongelukken 1 De Commune gaat uwe rekening effenen Mijne vrienden, sprak mei zijne zoele slem Mpr Darboy heb ik niet alles gedaan om den burgeroorlog te beletten Ware ik niet sedert twee maanden streng opgesloten, zeker ik zou meer voorden vrede hebben gedaan: Ilij liegthij liegt! klouk het uit menige mond. Doch de Aartsbisschop sprak met zulke mannelijke kracht dat de officier, getroffen, tot de zijnen riep Zwijgt, szwijgt, zeg ik u ge zijl hier niet om te redeneerenIs 't daar bijna gedaan 1 Wringt liet slot open... zooWe zijn er Men was nu op het plein, onder de vensters der ziekenzaal. Hier, verbalen ooggetuigen schenen de beulen een weinig te aarzelen de hooiden beraadslaagden ondereen doch trokken na eenigo oogenblikken, het plein over naar de hoek van den tweeden ringmuur der gevangenis. Pater Allard zong met half luide slem de gebeden waarmcé de Kerk hare stervende kinderen naar de andere wereld vergezelt Halte deed de officier, toen zij aan eenige stappen van den muur waren genaderd. Juist eene geschikte plaats De wapens overzien vijftien mannen is genoeg en wel gemiktgij daar, op twee meiers afstand van elkander Binst die droeve toebereidsels vielen de slachtoffers op hunne kniën. 'T Was eenige minuten van 8 ure op dit oogenblik waren dui- zendc Christenen, de gansehc werüd door, voor het versierde beeld der Moeder-Maagd vereenigd wees gegroet, koningin der Bcrmhertighcid, galmde het over steden en dorpen lot L' roepen wij tot U verzuchten wij in dit dal van tranen. Wend naar ons Uwe bermherlige oogen, o genadigste, o zoele maagd Maria Wellicht was dit gebed ook op de lippen der geknielde Pries ters want ziet, boe vurig hunne blikken daar, boven de wolken, troost en sterkte zoeken. Kalotins, op uwe plaats twee meters van den muur roept eene barsche stem. Zij staan op M6r Darboy zegent eene laatste maal zijne gezel len;.... Allen staan recht, op ééne linie Vijftien geweeren worden in de hoogte geheven, naar hun gerichtVijftien vin gers raken den baander wapens Dertig gierenoogen loeren naar die edele borsten Feu Vuur Uit vijftien vuurmonden flikkert eene heldere vlam poeier- damp vervult de lucht.... de kogels hebben hun doel bereikt.... zes menschenlijken vallen néér...... o Zes hagelwitte engelen drijven naar beneden twaalf engelen vliegen heen terwijl Fr&nkrijks' beschermgeesten dit ware tooneel met hunne vleugelen voor Godes oogen'willen bedekken... Ze liggen daar dan dood uitgestrekt, die toonbeelden van rein heid en van deugd, die als geurige bloemen, te midden van ver giftigde planten, der wereld tot siersel dienden. Niet kon hun ten laste worden geleed ze werden enkel gehaat, vervolgd, gedood om de wille van dc Meesters Welken zij dienden, om de wille van hel kleet dat zij droegen Nu is uw zwart werk volvoerd, schurken der samenleving, die met woord en pen, laster en logen op die onschuldigen wierptKomt hier nu, hièna's en drinkt hel bloed uwer slachtoffers op u weegt het bloed dier onschuldigen U zal de Rechter die misdaad aanrekenen, strenger dan van liet arme volk, door u misleid en bedorven Nadert, godsloochenende bestuurders, die een volk meent te kunnen re- geeren, met het burgerlijk wetboek en de gevangenissen ziet tot welken graad van barbaarschhcid dit volk' is gezaktTreedt toe, leermeesters in dc zedeloosheid, bazen van werkhuizen waar de ontucht in dc jeugdige kiiidersharten wordt gedruppeld.... Gij hebt Frankrijk aan de Verlosser onttrokken en der wilde dieren overgeleverd Maar, liet kanonnengedonder wordt oorverdoovend de lucht is ecu vuurmen hoort slechts gekraak, gekerm, gezucht, ge vloek 'T Is als de wrakende stem Gods die tot deze Cains don dert Wat hebt gij met uwe broeders gedaan 1 En, even als an dere Gains, staren dc Commuvanls verbluft, dit ramploonecl aan zij vluchten niet wetende waarin, waarheen, velen Joopen blin delings den dood, de straf te gemoct, terwijl dc vuurkolom voor wacht der Versaillers, immer verbreedt en gansch Parijs dreigt te versmachten. (vervolg nadien). SIS DE SCHEER AAN BISMARCK. R1S0VK, 3 MAART 1873. KOZIJN BISMARCK, Wat is de 5,l# zonde legon den II. Geest Ge staat bot hein, kozijn, en ge kijkt gelijk een koei Oio saffraan heelt geëten. En go wilt gij no-lans meer van religie weten als de Paus en do bisschoppen Hoe dwaas de 5dn zonde legen den II. Geest is hardnekkig zijn in dc boosheid. Oio zonde bedrijlt gij, kozijn ja, ge zijl obstinaat in uw boosheid ge ziet dal ai de IrefTelijkslc incusclien uwen handel en wandel afkeuren ge loopt me 'ncn aanhang van krapul en van deuyeinelea uw eigen consciëntie berispt u, en iiogluns ge gaal voort, altijd voort gelijk den dwalenden Jodc, voort naar uwe straf. Ge ziet wel hoe dat Amedée gevaren is hij zit daar nu gelijk eene katlij- yige mensek spiegels voor 11 Hebt gij een mollenvcl voor uw o«gen of is uw versland van 'i lampetten naar do maan want 'k heb, van bon part, gehoord dal gij te veel halvekes neemt. Arme sukkelaar ge denkt groot lo' zijn, en ge zijl zoo miserabel klein. Weet ge wat er van u zal gebeuren Als al uw poeder zal verschoten zijn, er. dc uur der Voorzinnigheid gekomen, dun zal de Grootc Heister (riet dc grootmeester dor logie, zulle zijn klein vingerke verroeren.. en ge ligt op dc hooizolder, bij Napoleon, bij Amedéo bij Viktor Emmauud en andere lappen cn vellen ge wordt vergoten, ge sterft, go wordt geoordeeld... on de geschiedenis zot u op Tbladje'dor trawallen Wal schande voor ons familje, kozijn Beter u,'t is neg.... maar 'k heb schoon mijn latijn m u te verslijten, ge gaat uwen gang voort, en nu zeggen z'hicr dat gij al do paaiden doet opkoopen Waarom om weêr te vech ten en legen wio is er geen bloed genoeg vergoten Ja, ja ge zult nog zooveel uitrechten, dat ik met de persplank zal moeien afkomen en eens uw geuzcurebbeiicn ovorgeessolen. Eu dan breng ik, waarachtig, Pjic den dui vel van Ninove meé Maar, kozijn-lief, ga toch in uw zeiven. Wat zijn wij op de wereld? Wolkjes, stofjes, zecpblaasjes en we maken embras we verbitteren elkanders loven Och, kozijn, we kunnen allemaal gelukkig leven, door do eendracht, door do liefde Alia, als'nen goeijen 't is nooit te laat om zich ie beleren, leest eens 'uen goeijen Vaderons en doe geweld op u zeiven dit is du vraag vau uwen Kozijn, SIS DE SCHEE II. HISTORISCHE DAGWIJZER, MAART 1873. Z. 9 Reminiscere. II. Fraocisca, XV. II. Calliarina van Cologne, XV eeuw. si. 10 Uil40 Martelaren van Sebasteu IV i>. II H. Vindicianus, Bischop te Brussel gestorven, VIII. w. 12 II. Grcgorius-de-Groole, Paus van Home VII. fierw. Dionisius do Catliuijser, bij Luik geboren, XV. n. 18 H. Euphrasia, Maagd te Coiihtantinopelon V. v. 14 II. Mathildis, Koninginnne, moeder van den H. Bruno, X. z. 43 II. Zackarias, Paus van Rome, VIII. II. Longir.us, Soldaat, I.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 3