dagen
(c Parijs.
-
85
22, 23, 24 Mei 1871.
(li VERVOLG, ZIE Nr 21).
VI. I1ET UUR DER WRAAK.
Zes uren bleven de bebloedde lichamen der eerwaarde Marte
laars op de plaats liggen, van waar hunne zielen ten hemel waren
gevaren dan werden zij door walgelijke handen aangeraakt, van
alles wat eenige waarde had, beroofd, op cenc stoolkarre gewor
pen, naar T kerkhof Père-Lachaise vervoerd en daar, zonder
doodlaken of kist, ondereen in de aarde gedolven.
Rust zacht, eerwaarde overblijfsels, werktuigen van de edelste
daden, tempels waarin sneeuwblanke engelen eens hun verblijf
hadden uw Vader, uw Wreker leeft en waaktdat ze maar aarde
en steeneu over uwe lichamen werpen eens zal gansch Frankrijk
u met eerbied uil dien ongewijdden grond halen, in de kerken
brengen, tranen van spijt en liefde stui ten en berouwvol voor den
God knielen Dien gij uw leven ten offer bracht
Ondertnsschen naderde voor Parijs het uur der wraak de
hoofden der Commune, hun rijk ten einde ziende, vroegen nieuwe
bloedoffershet gepeupel werd aangehitst.... wreede bevelen
werden rondgeseinü.... en het bloed van 47 onschulJigen, Pries
ters en getrouwe soldaten, stroomde en men herzag, in oiuc 19dc
eeuw, wal nimmer in barbaarsche streken was te zien geweest.
Na dat die 47 mannen, door hel lood getroffen, ten gronde lagen,
traden de monsters op die lillende lijken en deden er het bloed
uitspatten. Zij wilden, de ellendigen, het genot hunner misdaad
smaken. Daarop volgden andere beulen, met beenhouwersmessen,
die de kleederen van't lijf der vermoordden sneden, welke daarna
wanordelijk in eenen vuilnispul werden gesmeten. (1)
Dit was het laatste schelmstuk. toen viel de wrakende arm
Gods op die barbaren neder... De hoofden namen ijlings de vlucht.
Lafaards weihoe, gij vlucht in plaats van uw borst aan 'l staal
te komen loonen gij vluchtgij verleiders, bedriegers van het
arme voll», wiengij gouden bergen Jaeloofdet gij vlucht, Assi,
Ferré, Varrin, Rochefort, terwijl uw volk op de barrikaden
den dood staat te trotseeren gij vlucht.... en laat uwe hand
langers in den brandgij maar geen wonder, vuige moor
denaars ziju altoos ellendige lafaards! gij hadt den moed onschul
dige Priesters, weerlooze ouderlingen neer te slaan, maar de
Yersailjers zullen u slechts op den rug treffen.
Ja, alles verloren ziende, vluchtten de hoofden der Commune
langs de onderaardsche goten, terwijl 't gepeupel, terwijl de ver
leidde werklieden onmeedoogend werden afgemaakt... De laatste
barrikade was omver de oproerlingen hadden hun laatste kogel
geschoten en de wraak begon de kanons zwegen en gedurende
verscheidene uren volbrachten de kogels hunne moordende zen
ding... Aide oproerlingen, mannen of vrouwen, met de wapens
in de hand, of aan het petroolblusschen bevonden, werden zonder
vonnis neergeschoten... Geen smeeken, geen kermen hielp.... de
lucht zelve huilde wraak.... duizenden werden aldus in de eeuwig
heid gezonden, met den laatsten doodsreutel eenen vloek men
gende.
Parijs was als cenc zee van bloed en vuur boven de vlammen
der prachtigste gebouwen, die dreigden gansch Parijs tc verslik
ken beueden, lallooze verminkte lijken... 0, ijselijk was de mis
daad van dit modern Sodoma, ijselijk ook het uur der wraak.
En toen de armen der Versailjers vermoeid waren van schieten,
werden de oproerlingen in huizen, kelders ot verdiepten opge
zocht, en in talrijk getal, als wolfsbenden, naar de gevangenissen
gesleurd... Kr waren er, schrijft men, die aan duivels of duivelin
nen geleken, die, omringd van bajonnetten, nog in het wezen
hunner bewakers spuwden, die de lucht deden weergalmen van
dreigementen en vloeken.
0 menschheid is dat uwe zending moet de hel zelve van
u niet gruwelen zoo diep, zoo laag gevallen onder de die
ren gij, o siersel der natuur gij, o evenbeeld des Scheppers!
gij, wiens schepping den nijd der Engeleu verwekte O, kre
gen de redelooze dieren eene spraak, zij zouden u vervloeken en
vermaledijden neen, kregen de bloemen en vruchten een wil,
zij zouden dieper de aarde inkruipen, in plaats van tot uw geluk
en voldoening tc wassen en te bloeien... o arme rnenschheid
Ja, arme menschheiddie kreet liep als een elektriek vuur
gansch Europa rond, tegelijkertijd met de gepleegde gruwelen...
Men stond verbaasd, beschaamd... En toen priester Lamazou, op
wonderbare wijze van den dood gered, de gruwelen verhaalde
tén lgk droeg de teekens Ti
die hij met eigen oogen had gezien, wilde niemand hem gelooven.
En wanneer hij, op zondag 28 Mei, in de heropende Madeleine-
Iierk, dc gcloovigen aan den voet des. outanrs vereenigde en ge
beden vroeg voor den vermoordden Aartsbisschop, voor clen
vermoordden grijzen Pastor, ontsnapte aan aller borst een kreet
van pijnlijke angst mannen en vrouwen sprongen recht om te
protesteeren; de gcloovigen, zelfs de meest doordrongen van eerbied
voor Gods huis, schenen het hoofd verloren te hebben en riepen
luidop met al de anderen
Neen, neen, dit schelmstuk is niet mogelijk
En nogtans, het was mogelijk geweest
Waarom (Wordt voortgezet).
1) KET WËSSKM. 0
'k Verloor mijn vnrlor en mijn moeder,
'k lien op de wereld gans. li alleen.
Maar neen mij blijft nog d'Albelioeder,
Die ti oosting geeft aan elk geween.
Mij blijft nog hoop yiij blijft nog 't wonseken
Nog zonnelicht in "t droef v<
God dank
zijn nog 1.
Kn God verlaat zijn kind'i
Ik
-.rel dat men in het leven.
Moot lijden, strijden vol gevaar.
Maar ach men is zoo ras aan "t heven
Is niet de diei-brc Moeder daar.
Wie zal gocn hulp van Vndcr w
Hij kloeke stuurman in 't verdri
Maar toch er zijn nog brave mi
Kn God verlaat zijn kiud'ren ni
Gij zult alleon mijn moed versterken.
Ik v raag maar werk in al mijn nood.
Ik vraag geen aalmoes, ik wil werken.
Kn eerlijk winnen 't dagclijkseh brood.
Wat kan de brave beter wonschen
Hot loeren, 't werk dat gij mij biedt,
I Int 's handelen recht als rechte mensehen 2
Do goodc God vergeet dat niet
DE ZAAI1NG.
De lijJ (Ier zaniing nabij zijnde, zoo licht ik mij lot do landbouwers die
ook in !i linnen hoMioveniers zijn) in 'i algemeen en lol de hoveniers in
'i bijzonder, omjliun dosaangaanoe eenige gedachten mede lo deelen die ik
door opzoekingen, lezen en omgang mei mannen van rijpe ondervinding
vorgaard lieb.
(>e grond lot de zaaiing bereid zijnde, zoo zal men lot dio gewichtige
bewerking mogen overgaan, l'it bel spreekwoord dal zegt: men maait ge
lijk men zaait, blijkt boe belangrijk deze bewerking die helaas maar al lo
dikwijls mei onverschilligheid gedaan wordt) uoglans moei zijn. Onnuttig
ware liet, linvt lezers uwe hersenen te toen spannen, door de opsomming
der wijzen van zaaiien, zoo in groot als kleine hoeveelheid, dit immers
weel ellt van u genoegzaam, en hangi daarenboven af van den grond, van
hel zaad, van het tijdstip, van liet wedor enz ik wil uwe aandacht der
halve sh'Chls roepen op het jaar 1872, waarin zoovele landbouwers eeno
merkelijke misgreep hcgaaii hebben, locn zij in hel voorjaar zaaiende zoo
veel zaad, ja sommigen meer bezigden dan in hel najaar motst de vorst
hetgeen ik niet hoop en nog veel nrin wunsch, nog eens uwo vruclilen doen
vervriezen, ik geloof dal de ondorvindingsles n wijzer zoude g.-muakl heb
ben, en dal g:j zoudt verslaan dal men in hel voorfaar beier zoude Hoen de
vier vijfden van hel zaad Ie gebruiken dal men in hel najaar zonde bezigen.
Hel zaad lolde zaaiing gebruikt speelt den groolsien rol, en is oorzaak/zeer
dikwijls,van de lukking of mislukking der vruchi of des moeskruids.eii nog
tans. nog eens boe bedrukkelijk ziel men vele landbouwers, hoveniers xelfs
niet le werk gaan, in den keus van het zaad,-waar noglans zooveel van af-
hangt. Ik ga u niet zeggen welke zaden gij onbeschroomd moei verwerpen,
neen, ik wil u liever in uwen keus leiden. Vooreerst zaait nooit geep zaad
waarvan gij do verdionsle 'l is le zeggen, hel goedzij'nniet kenl. Gij moet
hel zelf opgedaan hebben, of Ion minsten het opdoen van mannen, gekend
voor goede landbouwers of hoveniers, die mei uil zijn om u lo bedriegen;
de zaaddragers waarop het gewassen is moeien kloek gevormd zijn, en als
de volmaaktste van de andere gclijksoorlige plooien kunnen aanschouwd
worden. Indien men ondervond dal nieilcgensiaande alle voorzorgen, de
soorl eerder verslecht dan verbetert, is het goed eens van zaad te verando-
icn. u. D.
HISTORISCHE DAGWIJZER, MAART 1873.
Z. 23 Leetare. Evangelie. De heer Jezus spijst vijfduizend mensehen mei vijfger-
sienhrooden en twee vissclien 'I Volk roept Deze is waarlijk dc pro
pheel die inde wereld komen moet. II Gelukz. Merbodius, mart. in
Huilscbland. XII Eeuw.
M. 2i II Aartsengel Gabriel.
i). 23 0. L. V. Boodschap. Kapellekeu kermis in de Werf,
\v. 26 II. Ludgevus, Bisc. van Munster, IX.
n. 27 II. Ilupcrbus, Bisc. van Worms.
v. 28 U Goutranus, kleinzoon van de II. Clolildis, en Koning van Burgorjo,
i. 29 Gelukz. Hugo, van Kamerijk, Xllf.