©ccraari) - öcn - öutucl.
(2e VERVOLG, ZIE Nr 28).
Ja, prachtig, onbeschrijfelijk was dit schouwspelals de zon,
reeds voorafgegaan door den rozenkleurigen wolkenloozen dage
raad, hare intrede op het aardrijk deed. Jubelkreten stegen op als
voor de schitterende ontvangst eener welbeminde koningin.
Welkom 1 riep de gansche natuur welkom, o moeder die
ons laaft, die ons voedt, die ons verheugt Zonder u, is 't zoo
somber, zoo droef! zonder u, kwetterde 't gevogelte, kan onze
zang niet hemelwaarts klimmen zonder u, dankten de bloemen,
zouden onze kleuren niet schitteren zonder u, neuriede het
grasje, zou ik slap en levenloos tegen den grond vallen Welkom,
o koningin der natuur
Ilier bijzonder, op dezen lioogen berg, (1) kon men al het luis-
f terlijke der opkomende zon aanschouwen noord- en westwaarts
zag men de ïiaspaillen- de Ardennen- en de Mnnenbosschen ter
wijl in hel zuiden on het oosten, de dender slangachtig de heide
doorkronkeldeZiet, daar rijst het wonder op, met eenen hof
stoet van roode en glanzende stralen, bij welke de glans van alle
andere hemellichten verdwijnt die stralenbundel verbreedt,
wordt schitterender en weldra verschijnt de zon, schitterend van
ondoofbarenne gansch vlekkeloozen gloed. De stralen verbleeken,
verdwijnen en het weldoende wonder zendt haar leven en haar
licht gansch het uitspansel door, is mild en goederlieren jegens
allen,goeden en kwaden, dankbaren en ondankbaren.
Zoo verscheen op het aardrijk de Maagd, die in heerlijkheid,
luister en goedheid de Zon verre moest overheden de Koningin
des Hemels, heerscheride over de bezielde en onbezielde natuur,
die verkwikt en zegent, zonder onderscheid, al die hare hulp be
hoeven.
Ja, de plaats van waar men zoo schoon de opwaart der Zon
aanschouwde, scheen als geschikt om der I-I. Maagd te worden
toegewijd daar, op de tinne des bergs, moest eene kapel ter ha
ver eer worden opgebouwd, en gansch de omtrek een toevluchts
oord voor lijdenden en ongelukkigen worden.
Had Geeraards broeder misschien zulke gedachten in den geest,
toen hij gansch verrukt, de oogen rond den berg liet dwalen
zag hij misschien wat de toekomst op en beneden dien berg be
reidde Of was zijn hart slechts bezield van bewondering en
dankbaarheid voor den algoeden Schepper die ons in de Zon een
straal heeft getoond der pracht welke hij eens over onze zielen zal
storten
En Geeraard Geeraard bleef ijskoud voor al die schoonheden,
als ware zijne ziel uit staal gesneden. Hem was het onverschillig
of de Zon praalde of niet hem verrukte gcene taal van gevleu
gelde zangers; geen geurige reuk van planten en bloemen streelde
zijne zinnen hij was ten prooi aan de hevigste schuddingen,
verscheurd door de heetste strijd.
Een gunstig oogenblik >5 blies hem de geest des kwaads in
de ooren; Geeraard,wees moedig
Wat gaat ge doen murmelde zacht de geest des goeds
't Is uw broeder uw welbeminde broeder
Anders hebt gij Elisa nooit! klonk het in zijne ziel. Geene
rust, geen geluk
En God en uwe zaligheid sprak hem eene andere stem
toe.
Denkt dat gij Christen zïjt
Kinderpraat riep hem de booze geest. Wie zegt dat er
eene zaligheid is geen oog zal 't zien, geene tong vertellen
Geeraard hief den arm omhoog en stak hem reeds tot zijn broe
der uit, toen de goede engel, als laatste poging, hem liet beeld
zijner overledene moeder voor oogen stelde. Geeraard zag die
teedere vrouw op haar sterfbed de handen over haar twee zonen
spreiden Bemint elkander had zij gezegd; gij, vooral, Herman,
draag zorg voor Geeraard Bemint
Neen, sprak Geeraard, neen, weg booze geestweg, ik wil
van u niet hooren weg
Toen schudde Sultan woedend zijn helsch hoofd, terwijl een
snijdend' pijngehuil zijnen gorgel ontsnapte.
Eén man staat u in den weg lafaard kiesteen ellendig
leven of't geluk 't geluk met Elisa, of de kwijning zonder haar
wie weet of uw broeder
Geeraard stond radeloos bij het hooren dier woorden;... eilaas!
de booze geest zegepraalt... Zie,.... Herman wendt zich
Geeraard, lieve broeder, ach, hoe schoon
(li Do Oudcnberg, vroeger iiUNMiinncn ofHCNSKXBERG, ligt 113 meters bovon het waterpas
der ree en 97 meters hoven dit des Dcnders
En Geeraards oogen draaien verwilderd in zijn hoofd.
Wat hebt gij, Geeraard
En Geeraard zwaait dc armen in de hoogte, grijpt zijn broeder,
duwt hem vooruit.
Broeder broeder gilt Herman, het evenwigt verliezende
en in den diepen afgrond rollende.... Eer de jongeling beneden
was, stond zijne ziel reeds voor de rechtbank Gods.
De goede geest van Geeraard dekte zijn wezen met de vleugels
en vloog omhoog, om er aan te kondigen dat weer een Adams
kind was gevallen, terwijl Satans zwart wezen zich tot eenen lach
poogde te rimpelen dc hellegcest blies iets in Geeraards ooren
en fladderde dan naar de verre atgronden, om er nijdige vreugd
te vieren over den nieuwen Ca'in.
211.
Vndei Augustinus had het laatste Requiescat in pace over
het lijk van Herman uilgesproken daarna namen twee dienst
knechten den lichter op en droegen hem in den grafkelder van
't slot van Vianen.
Arme meester zoo jong en reeds een lijk Ernest, wie zou
dat gezegd hebben
Ja, zoo is 's menschen leven, Karei eene roos die 's mor
gens ontluikt en's avonds neerligt. Hebt gij bemerkt dat vader
Augustinus zijn oogen vol tranen schoten
Hij zag Herman toch zoo geerne; en ook, wie zou die goede
ziel niet bemind hebben Hoe iemand aan zijn ongeluk komt
Ja, Karei, wie weet wat daaronder schuilt ik voor mij
vindt het aardig ze gaan samen uit wandelen naar den Hunnen-
berg, en eenige uren later vindt men het lijk van Herman beneden
liggen
En Geeraard
Geeraardvoorzichtig, Karei, wc zijn er bijna... Zie,
daar ligt de mevrouw en een weinig verder de oude heer, een
knappe ridder in zijnen tijd, ik heb hem gekendGeeraard,
zegde ik, kwam 's middags thuis als een wanhopige en ging zich
in zijne kamer opsluitenToe, hef op, een weinig hooger
juist Requiescat in pace gelijk vader Augustinus zou zeg
gen weet ge wat ik denk
Te weten, Ernest?
Dat de dood allen gelijk maakt, graven en dienstknechten,
geen onderscheid allen moeten denzelfdcn weg in.... Als Gee
raard nu maar wat menschelijker wordt; anders zouden wij varen
gelijk de Israëlieten die van het manna op de serpenten geraak
ten. Zoudt ge gelooven, Karei, dat ik hier reeds bijna 37 jaren
in dienst ben ik ben met Herman's vader (God wil ziin lieve ziel
hebben) naar't Heilig Land getrokken, man Ons werk is
hier gedaan wacht,... eerst een gebed tot rust der ziel.... Rust
zacht, meester, Ernest zal niet lang wachten u te volgen... Kom,
Karei, onderwege zal ik u vertellen van 't H. Land.
En dc oude dienstknecht veeg met het averechte der hand een
traan uit zijn oog, terwijl hij den grafkelder verliet.
Ha, heb ik u dit voorts verteld van meester Geeraard die
titel komt hem nu toe hoe hij eruitzag bij 't lijk zijns broeders?
Neen, Ernest.
Luistert dan (Vervolg nadien).
LATERE TIJDINGEN.
Dc steenbakkers naar Duitschland vertrokken, zijn er in ellen-
digen toestand. Was dit niet te voorzien, als men denkt dat de
Duitschers hun land verlaten van armoede. We wenschen onze
jacquardwevers een beter lot.
Door de vriezerij der verledene week zijn te Boom, Niel en
omstreken 17,500,000 steeneu vernietigd, 2,400,000 pannen en
2,000,000 plaveien.
Brand te Gent. Een vrceselijke brand heeft donderdag het
Sl Amands-pensionnaat. bestuurd door Broeders der Christelijke
school, gedeeltelijk in puinen gebracht. De brand begon in de ka
pel. Alles was verzekerd.
Eene groote statie van den ijzeren-weg is te Manchester in
Engeland afgebrand. 120 wagons vernielden 50 lokomolieven.
De Carlisten liggen nn rondBalbao te Madrid schijnt alles
van het oogenblik stil.
In indiën hebben de Modocs-Indiancn eene overwinning be
haald. Men vreest voor eenen algemeenen indiaenschen oorlog.
BRIEVENBUS. Vriend A'bcrt, de vriend Lippen zal zondag op bet
feest komen. Brave werkman V. te B. ik zal eens scbryven.
X3é