levon nam, en dié nu nog, ondanks den last' der jaren, ondanks hst hafijl
sneeuwwit geworden door den arheid, /.ich nog aan u vastkleeft om hot vuui
smeulende onder do assche te dempen
Men heeft hier zondag cene arme vrouw in haar bed dood-
gevonden. 's Avonds te voren had zij nog al gcnever gedronken,
't Parket is hier een onderzoek komen doen.
Zondag namiddag is er l.rand uitgeborsten in bel hof van
de heeren De Windt te Oordcgem, een Half uurnadat men hier
het vuur meester was stond het huis van den lieer Uyllénhove
ook in vuur cn vlam. Dank aan de spoedige hulp is de schade
klein.
liet kamp van Beverloo zal in den loop dezer week, waar
schijnlijk na het bezoek des konings, opgeheven worden en de
milicianen, welke voor het tijdperk der manoeuvres waren inge
roepen, zullen op 21 juli naar hunne haardsteden mogen weder
keeren. i
Na de helling van het kamp zal het garnizoen van Brussel sa
mengesteld zijn uil drie regimentstaflenzes bataillons en half
voetvolk, eene ruslende koinpngnie, vier eskadrons ruiterij en
twee batterijen rijdende artillerie.
M. Chazal zal op 21 juli van Pau, waar bij thans in verlol is,
terug zijn en het opperbevelhebberschap over de troepen dei-
hoofdstad onmiddelijk hernemen.
Zondag was te Gent machtig veel volk, 32 muzieken en meer
dan tachentig muziekmaatschappijen... Men klaagt over de volks
spelen en volksballen die wenzcnlijke schandaalvertooningen zijn,
en het ongeluk van vele werkmanskinderen.
Een hevige brand ontstond maandag te Antwerpen, boek-
steeg, in een groot werkhuis en magazijn, palende aan de gaz-
lalu-iek en aan een geslicht van zinncloozen cn van vveezen.
Kwart voor 9 ure, gat een werkman, De Bock, het alarm. Aan
stonds was de straat vol volkmen begon te blusschen, de vuur
ovens van het gaz-fabriek uil te dooven, de huilende zinneloozcn
en do schreijende kinderen te verhuizen.Ten 13 ure was debrand
grootendeels uitgedoofd.
Uit Frankfort wordt gemeld, dat aldaar op 8 dezer, is over
leden de beroemde schilder Franz Winterhalter. Hij had den leef
tijd van 68 jaren bereikt.
Vrijdag morgend, rond 4 ure, heelt het te Luik zoo hard
«reregend dal men zich niet herinnerde dit ooit gezien te hebben.
De straten waren spoedig in rivieren herschapen vooral was dit
in het lagere gedeelte der stad het geval, cn dewijl de riolen al dat
water niet konden slikken, zijn er honderde kelders onder water
geloopen. Dit heeft natuurlijk veel schade aangericht.
Zaterdag avond, ten 7 ure, is er te Limal, in het papierfa
briek der maatschappij 'I Union de pnpelcnes, toebooreridc aan
M. Zaman, gewezen senateur, een hevige brand uitgeborsten.
Gansch liet vodden magazijn, dat vol grondstoffen lag, is in assche
gelegd. De schade is aanzienlijk, doch alles was verzekerd.
Een Belg,die van de expeditie naar Atchin deelmaakte.werd
zwaar gewond. De linkerhand werd hem afgekapt, van de rech
ter werden vier vingers afgeslagen, terwijl hem nog een zeer diepe
wonde op hel hoofd cn een andere aan de ruggraat werd toege
bracht, en toen eerst stortte hij met een Leve het Vaderland
neder. Hij is echter als door een wonder aan den dood ontsnapt
en is thans in Batavia aan 't herstellen. De naam van dien per
soon is Van O vermenen. v
De prijzen van het vleesch, per kilogram zijn te Antwerpen
ossen. fr. l,'74a 2,05; koeien, fr. 1,52 a 1,88; schapen, fr. 1,54
a 1,94; kalveren, fr. -1,64 a 2,00; en varkens fr. 1,50 a ,78.
Zaterdag nacht is er een stoutmoedige diefstal in een loge
ment der Zilversmidstraat te Antwerpen gepleegd. Twee perso
nen, tamelijk goed gekleed, waren daar komen logeeren. Ze zeg
den Mechelaars te zijn, en gaven zich uit voor personen uit de
burgersklas. Doch, rond 2 ure 's nachts hoorde de baas des hui
zes het venster der eerste verdieping openenhij sprong op en
zag de twee Mechelaars met een pak kleergoed onder den arm
vluchten. De schelmen hadden de lakens van hun bed aaneen ge
bonden en zich alzoo naar beneden laten glijden, het kleergoed
van een ander logistgast meenemende. Tot hiertoe heeft men de
daders niet ontdekt.
Mot groote heoren, kleine kennis.
Booraen die men vec-1 verplant, gedijen zelden.
Hand aan de ploeg, dan zal 't God vorderen.
Wij.hebben twee ooren en maar oenen mond. om niet tc vergeten dal wij
tweemaal meer hoort n dan spreken moeten.Of dit ondi rhondeu wordt
Wijze lieden hebben hunnen mond in hét heit.
Briof van Sis-de-Sclieör aan Bismarck.
klNGYE, '14 JU.! 1873.
Kozijn von'Bismprek.
Kozijn, ge zijt een beestdat geen beest zijt, behalve uw doop
sel, Kozijn. Hier, te Ninove, gaan we niet alom, voor niemand.
ErgoWaar schikt gij te varen, Kozijn Wanneer zultg'u be
teren? als uw lichaam koud en stijf zal liggen en uw zie! voorden
grooten Meester zal staan, die u zal zeggenkerel, geelt reke
ning! g'hebt twist en oorlog doen ontslaan, g'hcbt vrouwen en
kindereu in den druk gebracht, g'hcbt mijn Geestelijkheid ver
volgd! geelt rekening!.... Ivunt ge daarop denken zonder beven
Kozijn? of zijige misschien van-de-die die daarmee spottenen
lachen, gelijk er hier in ons Ninove ook zijn'k hoorde ze overlest
bezig, ze zeggen dat een ander leven onmogelijk is omdat ze niet
verstaan hoe dit kan zijn, hoe al die eeuwige menschen terug
kunnen komen, te samen leven, en veel ander vijven en zessen.
Ze verslaan dit niet! maar verslaan ze iets van 't geen hun om
ringt? Verstaan ze hoe een mensch met zijne kleine bolletjesin 't
hootd, uren ver kan zien, en met die lapjes vleesch kan liooren
Verstaan ze hoe ons verstand zich duizende uren ver kan bege
ven, zonderden voet te verzetten? Leg mij dat eens uit Kozijn....
En onmogelijk, zeggen die arme sukkelaars! Is er den Schep
per iets onmogelijk Uch, Kozijn, kijk eens in 't firmamentde
wereld, zoo groot, zoo schoon, is maar een nietig tjijre bij al de
andere verschijnsels. Met ons oogen kunnen wij twee duizend
starren zien; doch er zijn er milljoenen anderen; de melkweg is
eenen mierennest van sterren; en iedere ster, Kozijn, is grooter
als de wereld; ei, ei, ei, zult ge zeggen, hoe is dit mogelijk? En
nogtans, 't is zooen de sterren zijn zoo ver van ons dat een ka
nonbal 5,060,882 aren zou noodig hebben om van uit de starren
op de aarde te vallen.
Kozijn, kozijn, wat wonderenwat wonderenEn voor Hem,
vcor den Schepper die dit alles op een oogenblik heeft gemaakt,
zou het onmogelijk zijn ons een ander leven te bereiden? En wie
is't die dat zegtEenen aardworm, oenen niet, die heden is en
morgen van de aarde verdwijnt. Och Kozijn, we zouden ons tot
op den grond voor den schepper moeten buigen, cn wij zijn dik
wijls zoo vermetelwe mistrouwen hem, wij loochenen zijne
macht; en gij
Zie 'k zou van kolere, mijn persplank naar uw hoofd smijten.
Rampzaligen meuschge kunt veel goed doen, cn ge doet zoo veel
kwaad. Kom eens een jaarken op mijn kleermakerstafel zitten en
laat mij in Pruisen betijen; ge zult een ander leven zien; ik zal de
kommcrcie doen floreeren;ik zal mijn geld niet verkwetteren aan
kanons, maar ik zal gezonde werkmanswoningen bouwen, de
nijverheid aanmoedigen, de onvruchtbare gronden doen beploe
gen; mijn volk zou mij niet vreezen, maar mij beminnen; mij niet
vervloeken, maar mij gebenedijdenKwest hoe 't nu met de 5
milliards al zitAlfa, Bismarck, ge zijt 'ne platzak en ge zult
varen gelijk Aman, gelijk Cromwcl, gelijk Cavour en al de andere
krawallen. 'k Wenschte dat ge nooit in ons lamiljc gekomen
waart; doch 't berouw komt altijd na de zonde.
«Kozijn, mijn vrouwmensch spreekt zoo schoon, opdat ik er
toch een goed woordeke zou bijvoegen. Wal zal ik u zeggen
Overlest kwam hier 'nen schoenmaker, een huisverdriet die zijn
laatste oordje in den genever had verpasude man was in de dron
kenschap gecontijt gehjk gij in 't kwaad, en nu lag hij in desespe-
rathie: Vriend, zei ik hem, zoolanger leven is, is er hoop; zeli's
onder de galg kan men zich beterenergo, begin eens voor goed;
maak een krachtig besluit, en ge zult gelukkig wordenBis
marck, uw galg slaat al gereed; Kozijn, 't laatste bundeltje steekt
op; g'hebt geen oogenblik te ver liezen, j
De complementen aan de familie.
Uw vergramde Kozijn, Sis-de-Scheer.
Zekere boerin was «le pap aan het roeren, haar klein kind op den arm hou
dende. toen de burgemeester «ter gemeente voor eene zekere /aak binnentrad
bij bet aanschouwen van den burgemeester,was de verslagenheid van Je boerin
zoo "root. dat zij den paplepel uit hare hand in de asschcn liet vallen. Ter-
stona raapte zij hem op en wreef er het vuil af aan het vel van den hond, die
dicht bij het vuur lag te slapen, en stak den paplepel wcér aanstonds in de
pap en begon op r.ieuw te roeren. Bij het zien van zulke proprcteit kon de
burgemeester zich niet onthouden van lagchen. De boerin dit bemerkende,
'zegde: - Ja, ja manheerc den burgeineestere, lacht maar, menigo vuil smots
zou er den paplepel zoo maar zonder afveegen wéér insteken
Opeen kerkhof te Barcelona leest men het volgende karakteristieke graf
schrift
n Ik heet X Ik heb twee-en-zeventig jaar geleefd zonder ziek te zijn ge-
.veest, zonder ooit een doktor te hebben noodig gehad. Ten laatsto hen ik
verhoud geworden en ik heb een doktor laten roepen, dien ik maar niet zal
noemen. Hij heeft mij een braakmiddel voorgeschrevenik weigerdehij drong
aan ik gaf toe, en daar lig ik nu