van een razend dier gebeten c» die aanstonds zijne wonde laat wasschea en uitbranden, kan somtijds genezen worden, ons geloot heeft oen onfeilbaar middel de bedevaart naar St-HubcU, IsOOlT is 't gebeurd dat iemand van een razend dier gehelen, naar St-IIubert is gegaan en de noveen onderhouden, zonder ge nezen le zijn. nil wonder duurt reeds eeuwen en eeuwen, we spreken er nader van. Wat brandende, hitte hebben wij doze weck gehadDijnsdag wees de warmtemeter 31 graden. Vivan de boeren d.e hun werk volk nu een goede poos laten noenen; 't is tocli onycidragelijk, 't is zelfs gevaarlijk van met zoo 'n hitte, in den vollen zonnegloed te moeten werken... Waarom zou men in de steden t zelfde met doen, 's morgens wat vroeger beginnen om 's noenens wat langer te rusten?.. Nog iets, nu vooral is depropretcit noodig als brood, ten einde ongemakken, plagen en besmettelijke ziekten temijaen- Men wachte zich wel van, bezweet zijnde, kouden diank te drinken ot de trokken te zoeken; ge zoudt verschieten, moestct gij de menschen zien dicrwijzc naar 't graf gesleept, zoudt ge verschieten 's Avonds aan de deur. SF.LM. Pfoe I dat b' doof geweest, hein, Ricus? Ricus. Zwygt, 't is een belle! en dat peons, gelijk wij, in die branden de zon op de leör moest staan, 't Wilt iels zeggen! Selm De boeren die nu op 't veld werken, zijn ook te beklagen En ge moest eens 'nen heelen dag op de kleermakerstafel zitten, gelijk wij buiten is er nog wind, maar binnen. Ricus. Enfin, elk klaagt van zijnen stiel.... En wat nieuws 111 do wereld, S«lm? Wat zeggen z'in Spanje? Sklm. 't Gaat er sober, man! gelijk op 'nen graanzolder als de katten dood 7.ijn. Te Madrid, te Barcelona en in and. de krawatten in den boom. Ricus. En de wet? i steden vechten en moorden Selm. Er is daar geen wet meer. De stoutsten zyn meester. Wacht dat de student bier vertelde. Ha, te Alcoo, is "t razend azatschramouillcvolk uanr 't stadhuis geloopen, binst dat de raad verga derd \vnc Roef' op ccn, twee. drie, binnen! Ze pakken de Magistraten vast, trekkende kleéren van bun lijf en gaan danrmeé op don balgon. - Hoe wilt rr' hem bobben - vroegen zij aan de schelmen Zeiden ze dood, hij w.rd gepoignardoerd, huilden tuseclion 't kanailjovolk Ricus. Ai, 'k griezel daarvan! dehelsclio sloebers Sei m. Maar don Carlos gaat komen; bij is al 25,000 man sterk, zei do kollegiegast mij, en gaat er nu met 't blank zwoord doortrekken. Ricus. Allabouheurcn Frankrijk? hoe is 't daar Sklm. Fraiikiijk komt op! de bazen beginnen God te herkennen en to bidden. Go zult zien Frankrijk zal klimmen en Pruisen dalen. Ge woet dat zin Pruisen de Religie blijven vervolgen Dat studenten volk weel toch alios, en nog meer; fijne ratton, jongen, waaruit ze de ministers kweeken. Dc stu dent, die mij alles aanbrengt, wisi ook dat Keizer Williem al aan z.jn derde geraaktheid is Ricus. En nog opstinaat blijvenmaak daar eens uwe zcstien-en-lial- ven af! waar zijn bun anno zinnen toch! Selm. Ricus, dio gasten gelooven aan God niet moer rICL:S. Wel, zijn ze dan stekeblind Als go maar eens simpelijk do natuur aanschouwt en daar, boven ons, die duizende sterren ziet.... Kijk ééns, hoeveel er zü»!- jjk, M Roe lauger ge ziet, boe meer er komen. Ze zeggou dat met no verrekijker nog ontelbare andere sterren te zien zijn. Ziet ge daar dio witte streep?..,. Awel, dat is de schemering van 'nen mierennest van sterren.... En ze zeggen dat iedere ster grooter is als do wereld. Ricus. Oeioei, boe is dat mogelijk Selm. Ge moet weten dat onze aardbol in '1 firmament hangt en ge durig ronddraai!; dus boven, links. rechts, overal is nog eeno oneindige ruimte in welke al de hemellichten zich bewegen. Ricus. Maar, wie proveert dat dieterren zoo groot zijn? Sklm. Hunnen afstand, Ricus ge ziet daar die lichtkes pinken, niet waar; hewel, klimt zoo hoog als ge kunt, en dio sterren blijven even klein in december zijn wij 12 millioenen kilometers dichter bij do sterren en dan nog zijn ze oven grootprovert dit niet dat zij schrikkelijk ver, verder dan iemand denkenkan moeten zijn? Ricus. 'k Begin er iets van to verstaan. Selm. De kollegiegast zrgl dat eene lokomotief 52 millioenen jaren zou noodig hebben om tot de dichtste ster te loopen. Rlcus. Wat wonderenwat wonderen"k zou mijn oogen uitkijken op die sterren. Selm. Erkennen wij den Schepper in al die wonderen den Schepper, onzen Heer cn God die ons. gevallene mensehen, bemint gelijk eeno moeder haar kind. Ricus, Ricus, wat is hier een weinig strijden, een weinig lijden, oradi-wiile van di- n Meester, die hierna, voor eiken mensch, eeno wereld kan scheppen. Als 'tFirmament nu al zoo schoon is. wat zal 't zyn in den Hemel! En wat is 50. 00 jaren moeite en last bij de oneindige eeuwigheid. 't wordt laat, 'k ga binnen lezen en slapen. Goe::*» llicus. Goeiëu nacht, Selm. n buiten, dood of levend sc, levend, men smeet hem De geneesheers bewijzen dat do geneverdrinkers hun lichaam bereiden tot alle slnch van besmettelijke ziekten in 1832 stierven te Albany, op ,.i,000 zielen, 336 personen van den cholera; van 5,000 personen die geen genevei- drinkers waren, bezweken er maar 2. GOOcboleristen, in t gasthuis van New- York waren schier allen geneverdrinkers. Alle ziekten worden bij den geneverdrinkcr gevaarlijker. Jaarlijks sterven in Engeland 100,000 personen door den overdaad in sterke dranken. Diezelfde liefhebbers vormen den helft der krankzinnigen en het derde deel der kwaaddoeners. Hier, in België, op 3,6.>0 die in 1850 veroor deeld werden, telde men 1080 felle geneverdrinkers. Meest -A de schelmstuk ken die voor 'l assisënhof komen, hebben hnnneu oorsprong in t goneverglas. Wat is me dat? We zien weer personen al hinkende en man kende over straat gaan, van d'exteroogen. Daarom herinneren wij ons remedie van verleden jaarprineessen- en boonenbladcrs en ranken in regenwater gezoden, daarin 's avonds een voetbad genomen, de bladers op dc exteroog gelegd, dit 2 3 koeren ge daan, en krak! d'exteroogen vallen er uit, dalz'er uitvallen. Gelukkige plaatsen die eene goede spaarkas bezitten. Don derde huisgezinnen hebben er hunne welvaart, hunne opkomst aan te danken... Hoe moet eene spaarkas zijn, om die heilzame vruchten te kunnen voortbrengen? Z. M. de Koning is in 't kamp van Beveiloo geweest en was ten uiterste voldaan over het leger... Waarom moeten zij het dan veranderen? Onze Koning gaat met de kermisfeesten naar Antwerpen. De Koningin is te Spa. Dc vlaamsche Wet is nog met gestemd. Men begint veel te spreken van dealgcmeencBedevaart te Mcehelen. Herdersem ging maandag stoetsgewijze beêvaarden voor Kerk en \aderland. Dijnsdag avond, rond 9 uren, is er eenen hevigen brand ontstaan tc Denderleeuw (geliuchte Huysegem);zes huizen (9 woon sten) zijn ten gronde afgebranddank nogtnns aan de goede voorzorgen en de medehulp van de gemeenie-overheid, den Bur gemeester voornamentlijk die zich in de redding doen uitschijnen heeft, alsook Mijnheer Teurekcns, onderpastoor der gemeente, anders zouden er voorzeker nog veel ander naburige huizen afge brand geweest zijneenige bediendeu van den ijzeren weg, die het hunnen dienst toeliet,'" zijn ook ter plaats gesneld en hebben zich nog bijzonderlijk doen uitschijnen om alles wat mogelijk was te reddeneenige huizen waren tegen brandgevaar verzekerd men wceliot heden de oorzaak niet van den brand; de verliezen i nacht, Ricns, Verieden woensdag, rond 11 ure 's morgends.zijn langsheen de Leie te Wcvelghem, mi eenige uren 90 vlasmijtén de prooi dei- vlammen geworden. Dit vlas hoorde toe aan een twintigtal koop lieden en men schal het verlies op ongeveer 130,000 fr.waarvan voor eene weerde van 23,000 fr. niet verzekerd washet overige is verzekerd door vier maatschappijen: Ongelukkig hoorde het niet verzekerd gedeelte toe aan kleine kooplieden, welke door die ramp van hun gansche fortuin zijn beroofd. Men denkt dat de ooizaak van den brand aan de onvoorzichtigheid is toe te schrijven van eenen werkman, welke eene niet uitgedoofde pijp in den zak zijner vest zou hebben gestoken. Vrijdag namiddag is een droevig ongeluk op den ïjzerenweg tusschen Brugge en Oostkamp voorgevallen. Een soldaat van het 2 linie, die van Oostende in verlof naar Aalst kwam, is uit eenen trein, die ten 3 ure 3 minuten door onze statie trekt, gesprongen of gevallen, en heeft zich doodelijk gekwetst. Men heeft hem naar het militair hospitaal overgebracht. Een afgrijselijk ongeluk is donderdag morgen bij de statie van Chenéc voorgevallen. Een werkman haakte twee waggons los en een dezer rolde de helling af. Het was hem onmogelijk denzelven in te halen. Een telegram in tijds naar Angleur verzon den meldde de vlucht van den waggon, en derwijze werd hier door elk ongeluk verwijderd. De werkman echter, aanwien dit ongeluk was overkomen, ifa eenigen tijd achter het vooruitsnellcnd rijtuig geloopen te hebben, keerde hij op zijne stappen weer. Ongetwijfeld was lnj diep m ge dachten verzonken, want hij hoorde hel gerucht van een aanstoo- mend locomotief met... Op het laatste oogonblik wilde hij zich mijden, maar helaas de schrik had hem verblind, en hij liep recht onder de locomotief, die hem gansch over het lijf reed..., Hubert Delwart, die getrouwd en vader is van vijf Irindeven werd op den slag gedood? Zijn broeder is over een tiental jaren insgelijks onder den trein geloopen cn gedood geworden. Maandag morgend was hier aan de vaart een arme zatlap die met alle geweld en verscheide malen, met den kop eerst, van op de brug in 't water sprong. Zonder brave vaartwerkers die er hem uithaalden en wegduwden, ware hij zeker en vast nc man min geweest.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 2