©maarö - iteit - öniucl.
Turijn heeft 60,000 fr. gestemd voor de inkomst van den
Sehah.
Men vreest, overal waar don Carlos in Spanje niet beveelt,
de uitroeping der Commune. Igualaga, eene sterke stad, is dooi
de Carlisten genomen.
D'expositie te Weenen slabakt, door de schrokkigheid der
Weenenaars die de vreemdelingen 't vel zouden afdoen, door de
danige hitte en vrees van besmettelijke ziekten.
Zaterdag is uit een waterput op 't Veldeken te Waarschoot
het lijk opgetrokken van liet tweejarig zoontje van Ed. De Greve.
In 't afzijn van zijne ouders was bet kind in den put gevallen en
verdronken. Hoeveel ouders zijn er niet al te onachtzaam op
hunne kinderen Terwijl ze naar den akker gaan werken, laten
zij hen langs wegen en grachten aan zichzelven over. Dat gebeurt
vooral op dit tijdstip des jaars'. Dat zulke ouders aan dit geval
eene les nemen
Ei'gebeurde talrijke aanrandingen op den openbaren weg
door geheel Spanje. Zoo zijn de rijtuigen welke uit Irun vèrtrok-
ken waren, te Gahinchuzgucta aangehouden. De koopwaren wer
den in beslag genomen en de paarden en reizigers door de aan
randers weggevoerd.
Uit oen noorweegsch schip is eene crocodil in de stad Gees-
temunde, Pruisen, gesprongen. Tot hiertoe is zij nog niet terug
gevonden.
In Frankrijk gaan militaire parochiën ingericht worden.
Men heeft te Yloersegem-Smeerhebbe, verscheide honden
moeten afmaken, van dolheid aangedaan. Ongelukkiglijk hebben
zij drij persoonen gebeten, die reeds op weg zijn na St-IIubert.
(41° VERVOLG, ZIE Xr 39.)
De kluizenaar wist met zijne vreugd gcenen weg omdat hij nu
zijne duurbare belofte kon volbrengen. Welhaast had hij de volle
toestemming van graaf Baldwijn; bekwame metsers en steenhou
wers werden herwaarts geroepen en twee jaar nadien, dag op
dag, geschiedde de plechtige inzegening der kapel, (1) waar de
Moeder Gods onder den titel van Onze-Lieve-Vrouw van bijstand,
sedert dien tot den dag van heden aanroepen wordt.
Weldra kwamen de verspreide bewoners hunne hutten rond
den berg bouwen en eenige jaren nadien was de bevolking reeds
zoo groot dat graaf Baldwijn,na de barons van Vlaanderen, Hene
gouwen en Brabant geraadpleegd te hebben, de volgende voor
rechten aan de Geeraardsbergenaars schonk, welke al de barons
zwoeren te zullen handhaven.
4. Iedereen, van welken stand hij ook weze, die zijne woonst
in de stad Geeraardsbcrgen heeft, zal vrij zijn, op voorwaarde
van de wetten der gemeente tc onderhouden, onder 't schepenen-
bestier.
2. Hij zal de stad mogen verlaten, volgens goeddunken, na
zijne schulden voldaan en zijne verbindtenis volbracht te hebben.
3. Niemand zal kunnen gedwongen worden tot het tweege
vecht, of tot de preuf te water ol te vuur.
•4. Sterft iemand zonder erfgenaam, hij heeft het recht van
zijne fortuin in aalmoezen te geven aan kerken of armen.
5. Als de zonen of dochters van hunne ouders een erfdeel of
geld ontvangen hebben, zullen zij het, als vader en moeder ko
men te sterven, in 't gemeen leggen om verdeeld te worden.
6. Als een burger, in presentie van vrije mannen of schepenen,
een hoegenaamd goed in pand zal gekregen hebben, gelegen in
de stad, dan zal hij er, bij vonnis der schepenen, in bezit van ge
steld worden.
7. Weigert iemand zijne schulden te betalen, dan zal hij tot
dies door de schepenen gedwongen worden.
8. Die iemand doodslaat, of verminkt, zal lijf voor lijf, lid voor
lid verliezen, ten ware in geval van wettige zelfsverdediging.
9. Die iemand zal slaan, stooten, omversmijten of bij het liair
grijpen, zal aan den graaf 60 stuivers betalen; gebeurt dit 's maan
dags, dan valt hij in eene boet van 6 ponden. (2)
10. Die een Schepen of een schout belecdigt, betaalt 60 stui
vers; 's maandags zes ponden.
Zoo begon de stad Geeraardsbergen haren bloeienden loop
door de eeuwen in 4084 werd de abdij van Dickelvenne naar
Geeraardsbergen overgebracht en in 1494 was zij reeds aange
duid als eene der goede vlaarnsche steden. Haar bloeien duurde
tot in de 46" eeuw dan, geruineerd door brandrampen en be
stormingen, bovendien, buitenmate belast, kon zij haren rang niet
behouden evenwel, was 'l in 1627 nog eene groote on schoone
stad, verdeeld in zes sektien en van eene uur uitgestrektheid;
kunsten en nijverheden bloeiden er en hare tapijtwerken waren
gansch Europa door beroemd.
Heden is Geeraardsbergen eene stille geruste stad, nog steeds
vermaard door de fijne kantwerken en vol godsvrucht'voor de
Kapel op den berg, waaraan zij, benevens haren oorsprong, dui-
zende weldaden te danken heelt.
En Geeraard was weg en bleef weg de oude Ernest daalde
in't graf, zonder zijn meester herzien te hebbenvader Augusti-
nns lei het hoofd neer en had 't geluk niet zijn herboren zoon te
zegenen Weet men dan niets, hoegenaamd niets van den
boetveerdigen zondaar?.... Ja wel, luistert! lange jaren na de
bouwing der kapel, zag men geregeld eiken avond, een man in
boetkleederen den berg opklimmen en vóór de kapel, bij alle
slaeh van weder, op beide knien blijven lang bidden. Eer hij
heênging, legde hij zich plat ter aarde. Zijn aangezicht was on
der een'dikken baard verborgen. Nooit sprak hij iemand aan,
niemand wist waar hij woonde. Zekere dag kwam de man, bad
langer dan naar gewoonte,' en scheen zich met moeite te kunnen
voortslepen, 's Anderendaags verwachtte men te vergeefs den on
bekende, die sedertdien nimmer verschenen is... Hebben wij
geene reden van in dien boeteling onzen Geeraard te vermoeden?
Hoe 't ook weze, zijn voorbeeld toont dat vrede en geluk
niet thuis hooren bij ondeugd en misdaad; dat goud of macht het
geweten niet zuiveren kandat de Heere-God in zijne oneindige
bermhertigheid, immer gereed is den zondaar te ontvangen.
En nu, lieve lezers van de Werkman, is ons verhaal ten einde.
Heeft Geeraard uwe gunst verworven, dan zullen wij in andere
Vlaarnsche steden stof zoeken om uwe weet-en luslust te voldoen
nu was ons verhaal wat ruw, wat wreed: een ander maal zullen
wijUeêre, reine, geurige bloemekes op het tooncel brengen.
(1) Later werd dia kapel den eigendom 'der abdij van Dickolvnnne in 16-18 werd er het
wonderbeeld geplaatst; iu 1721 is zij door Adrien Roclnpdts, -17 abt der abdij a" Adrian»
herbouwd en in 1797 als nationaal goed verkocht, doch behouden, dank aan den kooper,
een godvruchtig Man, dio Marin's bedeplaats bewaarde.
(2) Vierden de Geeraardsbergers dan al den maandag 1 of was 't omdat de maandag, van
dan af, een vereenigingsdag, of do voornaamste markt was'?
Einde.
Eiiuderdiclitje.
Heiligen Engel Sinte Machicl,
Ik beveel u aan mijn lijf en ziel.
Wil mij wekken met den spoed,
Niet te vroeg of niet te laat,
Als de klokuren slaat.
BRIEVENBUS. Ad. te Brussel, zeer wel. Lippen 1zondag namiddag
zal ik er zijn, Moeder X ook. J. B. te Geeraardsb. g'haalt er eere van.
Lippen III, 'k zal maar 's middags komen. D. de G. te W. de vijf. Tot heel
in 't kort eens. Vriend te Lede, nu zal uw prijsraadsel komen.
De Werkman wordt nu to Blankenberghe en te Oostende, aan de zee, ver
kocht. Vriend G. te BI. maandag, met den eersten trein. Zoek logist voor
twee personen. F. tc K. Tot later, dat het tot later is.
Met Ti lettors is t een toren,
Md vier oenen mensch uitverkoren
Met 3 eeneu afgod en met ieene maat,
Ik twijfel of gij dat zult raden, kameraad.
De Geyter, Gent.
Oplossing van 't vorig raadsel: Defl Gelukkig die in deugden leeft,
tegenwoordige tijd. Oplossers. Een le-I
zer. Denderbelle; F. Sehockaert,
SchaarbekeL. Walravens, Aalst;
Faüt Florimond, idCh. Van Wey-
meirsch, Sinay; R. Kosons, Oostende;?
L. Calsey, idDe broodbijter, idCh.
De Smedt, P. Christiaens, N. Botsens.l
en II. Lover, St. Nikolaas: P. DcGev-
ter, Gent": P. Adriaens, Brussel: C.
Krauw, Hofstade; R M, M D, RD, en|
P D. Oostacker.
HISTORISCH® DA6WIJZER, JULI 1873.
Evangelio van den rentmeester, die zich vrienden maakt,met de tijdelijke goe
deren. Gebod van den arme bij te staan.
Z. 27 H. Bertholdus, in Oostenrijk, XII.
m. 28 H. Victor, Paus III.
n. 29 Gelukz. Beatrix, van Lier XIII. Gelukz. Bartolomeus van Tienen XIII.
w. 30 H. Hathebrandus, in Groningen XI.
d. 31 Ignatius van Loyola, iusteller dor Jeiuietcn.
v. 1 AUGUSTUS. H. Jonatus, in Ilenegau. Gelukz. Judocus, te Gouda,
mart. XVI.
z. 2 H. Gondekar, prin3 van Nassau, BiBch. XI.
me tc vreuen
Van 't verleden
Voor 't toekomende niet beeft,
Hij geniete zonder schrik
't Tegenwoordig oogenblik.
R. Kosens.