lHl!kirHIJ£te. lie vrome krljRsman. Hot was In het jaar 1831. Lud.wjk Philip Koning ^*"2, m zijn paleis dei' Tnil-rién oene grooto maaltijd, waar d üoog hield don Staat en het leger vergaderd waren. Hot was vryk«vjjggg wettcu vette maaltijd. Do Koning nam nog al zyn behagen in openbaai ty* der Kerk te minachten en te overtreden. Villeret.eon oude Aan de rechter hand der koningin zat de generaal Brun dealtere krijgsman >lio de veldtochten Si.', t' 4mk« zijnon moed en schitterende wapenfeiten alleen all. O) eilan,l L„bau, had. Vooral had hij uitgeschenen in de «»n rfW (U, vijalKh.lijko waar zonder levensmiddelen en met weinig j l,,,,,.. jlem kwamen poogingon drij dogen lang afwoonde tót dat de lng^ godvruch- ont/.otteu. Voerders had hij ste.-ds in hotlegei en p eoloof hom van tigo gevoelens en gewoonten behouden, welke het zijne kindschheid ingeplant had. i,Pt feestmaal I)o wet van vleeschderving was, zoo w«j gezegd hebben m b»1 over hot hoofd,gezien. I)e soep kwam dan bij au,],.n- aan- ze. Een eerste schotel,wordt hem aangeboden, hij weigerde nogandere nomen had. - Ito generaal, ragt zij. wal antwoordje laehend Ufnh de V.lleret. het van magere schotel hoep dat men eindel,,k toeh nel.range. Bij die onverwachte woorden, die soo rondbora tig g uiaavsehn\k krijgsman betuigden was dc Koningin m poote rl^, had haastte Souiddie het antwoord gehoord had en het <b. rich de Koningin ter hulp te komen en begon teriic godvruchtige getrouwheid dos generaals aan do wcuen getrouwheidzegde hij, die in Weihoe 1 riep met luider stem do genei aal dit scnyui u in;;n thans gij,mijn waren makkergij kent mij genoeg gij c leven nooit des vrijdags vloesch geóeten heb, ten.zij m be «Uai.d^ona mij op dien dag niets meer overbleef als het hoofd van ra J pe 'en krijgs Een eerbiedvol stilzwijgen volgde op het antwoord a man en kort daarna wierden hem ook magere ap^zen S j uij(! Zoo toonde generaal Brun de V.llnret dat ecne ware tinuten pveia zijnen godsdienst kan eerbiedigen en doen eerbiedigen door andoren. De zeven wyzen van Grlekenjund- Een schoolmeester legde de gri.kseh. geschiedenis aan zij». leerlingen mt - \V.,1 hemel! hernam do leerling. "°*l™canf ooK bc,olki,,g ujn kcnland wezen, als er maar zeven wijzen onder zoo een g Dc gestrafte boosheid. ZekereVenetiaan login het ziekenhuis van Pommade .n di.nd.Mverar- sloot de ooren aan alhMgfdeuit ,ij„ b=1l, begon wederom zijne duWsSS-teW uitspruit welken wij slecht, met com, kon als gij bestaat,waarom stratt mm, danmet- De boelemda laatcrincon. oen heilzamen schrik m n heilzamen evu..w Het kind des hoogmoed* hecd schaamte. .ület genoeg!! Twee dronkaards. Toe, deux, g'hobt genoeg gedronken. tol. doch nimmer van ge- noeg gedronken te hebben. Als de bond dood is, trokken do kinderen hem d.liaireu uit dsn stoort. Men zot tot een luijaard. - De Dender komt nooit uit zijn bed. - - Wol is hij gelukkig! - was de antwoord. bfiotiTuit, ze. bitsig deJnge. Do. ,w oogen ope. he.de werkman erop volgen, n \t 't zeewater zout? vroeg een schoolmeester aan zijn leerling. ,r zoodanig veel pekelharingen in zwemmen, was de antwoord. In de kerk, k Hoeveel Sacramenten zijn er, kind Zes, manheere de pastoere. Hoe zos, liolit gij vergoten dat er zevon zijn Maar zes, menheere, want Vader zegt alujd dat hot huwelijlce of penitentie maar óen uitmaken. Wat kan eeno vrouw best zwijgen! Haren ouderdom. Zeeraoede e» gewntlc drank mr de maai/era. pikkers cn andrre werklieden, alt zij mei bier hunnen (lorsl niet kunnen verslaan. Men; deel brandewijn me. drij of vier. d-el-n water ïeu in volle zweeting gerust nomenzonder eenig „evaar - en; omdat hij bet zweet onderhoudt en nogtans Inwendig.«M "J, verscht AU men veire door dc hitte gaan moet zonder drank te kunn n Kry gen, d.in behoeft men maar van tijd tot tijd oenige drupp Is franwhm 1b™"(« K op do tong te nemen; dit wekt de spaeksel-kl.-ren op en doet dezelve vocht van zich geven, waardoor de mond en de koel verversc.it woulen. ALLE SOORTEN VAN WIJVENNAMEN. Alle soort van viere namen Krijgt een vrouwmensch op haar brood; Mcen'gen lieer die zijn Madame Noemt; Mijnkruis! Mijn oordjen dood! Mijn groote plaag Mijn tang! Mijn zang Mijn kousMijn koof! Mijn kretsel|! Mijn kwaad getrek! mijnsakrament. Mijn slnngevelmijn taai seipent En Melse Knop, Van aan Sint Job. Die noemt zijn vrouw een spinnekop. Een 8pinuekop Meer dan een van mijn hekenden Noemt zijn vrouw Mijn esteroog Mijn misèremijn ellende Mijn gelukMaar hoog en droog Myn spinnewiel Mijn rosse ziel Mijn zaal'ge penitentie Het grootste leed van al mijn kwaad Mijn zuur gezichtmijn zwarte Kaat'. En van den Bril, No garde, vil, Die noemt zijn wijf een krokodil Een krokodil Och! myn pronkster, roept Van doren; - 'tis ons wijf, maar niet de mijn - Kobe zegt: - Ik ben geschoren, Mijn Cornet is kapitein - 'k Heb ei een sloor Zegt Jan Pastoor, Een Liezebetheen sukkel! - Een eerste luteen rechte lijn - «'kBenik zoogoed nictmet demijn, - 'k Heb ik een foks Zei poken Dcckx, Dat is precies een too verheks Ken tooverlicks! - k Weet er die hun huisvrouw hceten - Mijn hairzak mijn g re vin Mijn remedie om te zweeten Mijn tormentmijn duivelin l Mijn koffieblaas - Mijn zot geraas Mijn eeuwige tentatic! Mijn spooksel! mijn harmonika! Mijn vagevuur, - et ctstera. Iin Neel den beer Die riep Mijn scheer Dat is oprecht 'ne Lucifer Ne Lucifer - Waaro - Oindat i de biecht Men vraagt een bakkersknecht die ten minste 1 of jaren heeft rncigcwerkl. TtD burcclc dezer. M., .«OU» bneU voor het „u.tbei. w Led», habbond, «n geni k.b.l. der laudbouwerijzich lo bevragen bij de moedor van het zelve gesticht. B STAES. winkelier ie Wieze (dorp), laat welen aan de «alrijke Bedaardere die met doSinxendag en andere hoogdagen-naar Wiezo komen d»t zij van avonden al. by goede tae koffij kunnen bekomen aan gematigen pnja. Tarwe AALST, 19 JULI. per hectoliter, 32 lit. 28,00 19,50 Masteluin 23,00 Haver 22,00 I ilnzaad 00,00 hE (1872, de 50 k 00 Aardappelen, (roode) de 109 R80,0 (witte) £'00 Boter per 3 K. Eijers de 25 Vlas de 3 K. 5,10 Viggens 2 39,00 35,50 20,25 28,00 26,00 00,00 00,00 9,00 8,00 8,16 2,09 6,25 45,00 AALST, DRUs8F.au van P. Daens.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 4