asmssmïSssSAS
hecll.'"ii
Ao bieden. Het goi-
veiligheid te stichten, ton einde aan de Carlisten het
verneraent van Madrid hoeft zich tegen dien maatrt4M^„(.r m Arragon, hééft
Generaal Qu/.on, gelast met het her-inrichten vagan (j^gorio, nabij Saria-
met dit doel da werken voor een kamp op den be'
gossa, doen beginnen. naar (|jt 'Kamp vertrokken, die
Een bataillon Van Savoye is uit Barcole t p-t ida voor hetzelfde
der jagers van Havanna en AsturiS verb
kanlI'' Aim* in Frankrijk. Dorregarajr ia
Iflk. m mlilaira maebl ,Kmn, „aar levendig. worawbag
f™»» °ietdc
gaan.
uiiil
uienneh <le «scbcimeii der Codsdicnst gcloovenf
Antw. Geloof dan nietsniels ter wereld, zelfs niet dat gij leeft,
dat gij ziet, dat gij spreekt, dat gij hoort, enz.want ik tart u om
een dier verschijnselen te begrijpen.
Wat toch is het leven? wat de spraak? wat is het gelmd, wat is
het gedruiach, de kleur, de reuk, enz.
Wat is de wind? waar begint hij? waar en hoe houdt hij op.
wat is de koudede warmte?
Wat is slapen? Hoe komt het dat, gedurende den slaap, mijne
ooren open blijven, even als wanneer ik waak, en dat ik toch
niets meer hoor? waarom, hoe word ik wakker? en wat geschiedt
er dan
Wat is de vermoeidheid, de pijn, het genoegen, enz.? W at is de
slof, dat ik weet niet wat, hetwelk alle vormen, alle kleuren aan
neemt, enz.
Wie begrijpt wat het is
Hoe koint het dat ik met mijne oogen, met die twee kleine
zwarte bolletjes daar binnen, alles zie wat mij omringt, en tot op
duizende uren afstands (bij voorbeeld, de sterren)
Hoe komt het dat mijne ziel zich van mijn lichaam zou afschei
den, indien ik niet regelmatig, in dat lichaam, door het voedsel,
stukken van doode dieren, van planten, van groenten, enz. deed
ingaan?
AlleS-is aeheim in mij, tot zelfs de meest dierlijke, de meest
güwdhe' dirögen.
Welke geleerde heeft het hoe en het waarom der natuurver
schijnselen begrepen? Wie is er, die een enkel dier verschijnselen
heeft begrepen. Welke geheimen!!
En dan wil ik Dengene begrijpen, die al die wezens heeft ge
schapen, welke ik niet begrijpen kan. Ik begrijp het schepsel
niet, en ik wil den Schepper begrijpen
Ik begrijp het eindige niet, en toch wil ik het oneindige hegrij
pen! Ik begrijp een eikel, eene vlieg, een keisteen niet, en ik wil
God begrijpen en al hetgeen Hij ons geleerd heeft
Maar dat is immers ongerijmd! Een ander antwoord kan ik
daarop niet geven.
Men kan de geheimen der godsdienst vergelijken bij de zon.
Ondoordringbaar in hen zeiven, verlichten en bezielen zij degenen,
die in de eenvoudigheid huns harten in hun licht wandelenzij
verblinden daarentegen het oog van den vermetele, die hunnen
luister wil doorgronden.
De geheimen zijn boven de redeen niet strijdig met de rededat
is niet hetzelfde. De rede ziet niet, door hare eigene kracht,
de waarheid die zij uitdrukken, maar zij ziet ook niet de onmoge
lijkheid dier waarheid.
Het geloof is voor de rede, wat de teieskoop voor het bloote
oog is. liet oog ziét, met behulp van den teieskoop, hetgeen het
anders niet kan zien. Het dringt door in de streken, welke het
zonder die hulp niet kan bereiken. Zult gij daarom zeggen dat de
teieskoop strijdt tegen het gezigt?
Dat is ook waar omtrent, het geloot. Het regelt en breidt de
rede slechLsuit. Het geloof laat de rede zich toepassen op al het
geen tot haar gebied behoort, en daar waar hare natuurlijke
krachten niet kunnen reiken, neemt het geloof de rede, heft haar
op en doet haar doordringen in nieuwe, bovennatuurlijke, godde
lijke waarheden, tot in de geheimen van God.
Ik geloof dus in de geheimen der godsdienst, even als ik geloof
in de geheimen der natuur,'omdat ik weet dat ze bestaan.
Ik weet dat de geheimen der natuur bestaan, omdat de onwraak
bare getuigen bet mij doen zien en die getuigen ziju mijne sin-
tuigen en bet gesond verstand.
Ik weet dat de geheimen der godsdienst bestaan, omdat alvye-
der onwraakbare getuigen het mij verzekeren(die getuigen zijn
Jksis CmusTts en zijne kerk). Maar, zoodra ik, met den fakkel van
dan tolde'waarheid geleid. Het geloof spreekt:ikmoet eemou-
1 Zij brengen u na waauhk,» uil den hemel
Ik zou te fovtdoen aan mijne rede indien ik hun woord met
gCAlfmen alleen wil gelooven wat men begrijpt, dan legt men
eene treurige kleingeestigheid aan den dag.
tv t,—rs^SP6^ *cc* piccnti»-
Veel volk^schoone oefeningen. M. baron Bethune sprak eenige
hartelijke woorden tot ouders en kinderen. Eere zij dien edelen
volksvriend... Een wolkje aan dit feest waren de franscheliedjes
en alleenspraken doer de kinderen geraakraakt en van d'ouders
niet verstaan. Men vcrfiansche toch, om Godswil, onze werkmans
kinderen niet. n
Ook te Nieuwerkerken bereidt men zich ïeveng tot de Bede
vaart naar Mechelen. L'it Edixveld, eene werkmanswijk, zijn al
50 personen ingeschreven. Eere zij die menschen welke van de
cenige stuivers die zij verdienen, iets weten te sparen voor die
Bedevaart. De Edixenaars steunen op God, en wel zullen ze varen.
Ze komen ons daar zeggen dat een persoon zich te Lede
opgehangen heeft (welke dwaasheid!) en dat te Berlare eene
vrouw al schurende is dood gevallen.
Men meldt uit Lier Donderdag laatstleden, rond 1/2 ure
des morgends, is er op den ijzerenweg, aan de barrel op den
Beilaarschen steenweg, een groot ongeluk gebeurd. De genaamde
Leopold Van de Putte, 24 jaren oud, ongehuwd, koopman in kal
veren en woonachtig teTongerloo, kwam met zijne kar, door drie
honden bespannen, en waarop vier kalveren lagen, naar onze kal
vermarkt, en had zich onderweg op zijne kar te slapen gelegd.
Nabij gemelden barreel gekomen, werd het rijtuig, waarop hij
zich nog altijd bevond, door den trein getroffen, ten welken ge
volge zijne kar verbrijzeld, de vier kalveren en twee honden aan
smkke.1 gereden en hij zelf een lOOtal metera ver medegesleepl
werd. De machinist dit gewaar wordende, hield onmiddelijk den
trein stil en men zag toen, dat Van de Putte zijne rechterhand at-
gereden, de linkerhand vermorzeld en van den linkervoet de tee-
nen verpletterd waren, alsook dat zijn lichaam verschillende
wonden bekomen had. Men heeft hem in deerniswaardigen toe
stand naar ons gasthuis gebracht, waarna men onmiddelijk over
ging tot het afzetten van den linkerarm en den rechtervoet. Zijn
toestand boezemt groote onrust in.
Koska Joseph Wery, beschuldigd van te Yierset Barse, op
16 Augustus 1872, vrijwillig eene moord gcpleed te hebben op
den persoon van Karèl Gilon, boschwachter, is door het assisen
hof van Luik in zitting van 14 Augustus, bij verstek, veroordeeld
^Ziehier hoe dit schelmstuk werd ontdekt: 's Zondags 's mor
gens ondekte men het lijk des boschwachters, aan den rand van
het woud. Wery had Gilon vermoord omdatdeze hem op de smok-
keljacht verrast had. Niet zoo even had hij zijn schelmstnk ge
pleegd of hij voelde zich door wroeging aangegrepen hij wilde
echter aan de justitie'ontsnappen. Gansch den dag wandelde hij
door het dorp en 's avonds ging hij met zijne beminde naar een
tCeDeze door zijn somber voorkomen verrast, vroeg hem eensklaps:
Maar gij zijt het immers niet, welke dien ongelukkigen
Gilon vermoord hebt
De ongelukkige begon te snikken en bekende weenende zijn-
schelmstuk....
Zijne geliefde verliet hem toen.
Wery vertrok nog denzelfden avond en sinds dn.n hoorde men
van hem niet meer smeken. Is hij doodt Is hij gevlucht» Niemand
weet het, doch de justitie heeft hem veroordeeld tol levenslangen
dwangarbeid.
Vriendje, vroeg een eerw. heer onderpastoor te Gent in den katechmmua,
«1. de koator slaapt. (Men wee, dat,
uit eerbied voor dien onl.«ehl(jken oogenblik, orgel en irang dan zwijgen.)
Wees uiet trotsch over uwen ndcl of over dc schoonheid van
door eeue kleine aiekte kau vernield worden.
r lichaam, welke
Ontkleed u niet voor dat g« slapen gaat.