(China.) door den Eerw. Missionnaris Ev. Be Boeek. 10 ShangKai Een Noviciaat. Chineesche Kerkhoven. Eindelijk is de Belgische Missionnaris op Chineeschenbodem; De stoomboot Natal keert terug naar Europa en de koffers worden door eenen stoomboot naar Tien-Tsin gedaan. De Mission naris zou later volgen, vermits hij te Shang-Kai eenige dagen moest blijven. Shang-Kaï moet een prachtige stad zijn, want de eerw. Reiziger spreekt ervan, met geestdriftige bewonderingBrussel of Parijs, zegt hij, hebben er niets aan; men heeft er 3 verschillige groote wijken die ieder hunne eigene Overheden hebben. De Engelsche Stad, schoon en rijkelijk, met groote lusthoven en wonderbare par ken; de Fransche Stad, alwaar men aanstonds het katholiekschap erkent; 't Kruis op den hoogen toren der kerk van de Paters Jesuie ten beheerscht er alleser zijn daar lange breede straten, prachtige winkels, rijkelijke gebouwen. De Zusters van St-Vincentius bezor gen er een groot hospitaal. De Missionnaris heeft daar een Zuster uit West-Vlaanderen aangetroffen. In de kerk der Jesuietengeschie den al de diensten opzijn Chineesch; onze Landgenoot woonde er de Hoogmis bijde Priester, zijn hair was met eenen langen steert en hij had' den ceremoniehoed op, want in China is het een teeken van eerbied den hoed op 't hoofd te houdende choralen hadden insgelijks den hoed op 't hoofd; onder de Mis zong men verscheide schoone lofzangen. Uit die Hoogmis komende, had de E. H. De Boeck weêral 't geluk eenen Vlaming te ontmoeten, zekere Basti- aens, van Akkergemdie mensch was gelukkig men kan niet meer, en hij bad en smeekte den Missionnaris om hem toch eens te komen bezoeken. De Chineesche stad is oprecht aardig: Verbeeldt u, schrijft de Missionnaris, een hoop van kleine houten en kleemen huttekens, doorkruist van smalle, enge, smerige en hobbelige straten, zoodanig vol volk, dat men nog vooruit kan noch achteruitop de plaatsen waar de straten iets of wat breeder zijn, moet men voorzichtig we zen om niet te vallen, de steenen zijn er zoo glad, dat men gedurig vooruitschuift, als op 't ijs. De Gentenaar Van der Stegen gaf aan stonds de rede van die slibberigheid; zij is heel eenvoudig; de Chi nezen bezigen nooit neusdoeken, alles vliegt tusschen de twee vin gers op de kalseiü! Daar ook, in die Chineesche stad, hebben de Paters Jesuieteneen kerk; als wij er aankwamen, schrijftonze eerw. Landgenoot, ging juist het Lof beginnen. Zoodrade kerkdeur openging,een gedruis van lawijt en geschreeuw,gelijk in een school waar de les wordt opgezegddit werkt geweldig ep de zenuwen van de Priesters uit Europa;als zij eerst aankomen, kunnen daar moeie- lijk Mis lezen. Dit komt hieruit: de Chinezen zijn zeer verstrooid In d'eenzaamheid of stillekes bidden is hun onmogelijkdaarom, thuis zoowel als in de kerk, bidden zij altijd te samen en luidop..., 't Schijnt dat de Chinezen zeer wel zingen, en na het Lof voerden een aantal kleine Chineeskens een liefelijk gezang uit, dat eenen zeer aangenamen indruk maakte. Nevens die kerk is een Seminarie met een 20tal Chineesche Seminaristen, die meestal latijn spreken. De volgende dagen ontmoette de reizende Missionnaris een Land genoot in den persoon van Pater Van Dosselaer, uit 't Bisdom van Brugge, en in 't Weezenhuis der Voorzienigheid gaande, hoort hij dat de Moeder een mensch was uit de Kempensedert 19 jaren had zij geen Vlaamsch meer gehoord, en was bijnahare Moedertaal ver geten de vreugd stond op haar gezicht te leze% als zij de klanken der Moedertaal hoorde en na eenige oogenblikken sprak ze weêr Vlaamsch zonder moeite. Een uur gaans van Shang-Hai te Zi-ka-wei, hebben de Paters Jesuieten een Noviciaat, schooner en veel grooter dan het Huis van Drongen; de weg is langsheên een rivier, waarop de eigenaardigste Chineesche schuitjes wiggelen. De Missionnaris nam het noenmaal met de Paters en hunne Noviciën, en ging dan 't huis rond; hij roemt bijzonderlijk de Bibliotheek, waarin de uitgelezenste werken over Godsdienst en Wetenschap te vinden zijn; Chineesche boeken zijn er ook in groote menigte; in't klein en grootseminarie te samen zijn 100 leerlingen; in datzelfde Noviciaat is een Weezenhuis voor jongens, alwaar men oprechte meesters vormt in de beeldhouwerij, in't snijwerk, in het timmeren, in't schilderen, in de boekdruk kunst; 't is daar dat men de boeken drukt voor de Christenheid van China. Er is daar ook een Observatorium; een Pater verblijft er stand vastig en levert aan verschillige Observatoriums van Europa de kostelijke vruchten zijner geleerde waarnemingen; ook een telephon is daar en verbindt het Noviciaat met de gestichten van Shang-Hai. De Pater van 't Observatorium zegde hem dat in Shang-Hai de horlogïën met die van Brussel 7 uren en half voorgingen, zoover was men reeds oostwaarts gevorderd; Shang-Hai is 3144 uren van Marseille. Men heeft daar ook een museum van schoone dieren, visschen, schelpen, planten en insekten uit China. Die met eenige aandacht deze merkweerdige Reisbeschrijving gevolgd heeft, moet getroffen geweest zijn door de Gestichten van Liefdadigheid, overal opgerecht door de Missionnarissen; Pompei, die heidensche rijke stad onlangs opgedolven, te vergeefs zocht men er een enkel gesticht van Liefdadigheid; badplaatsen, feest zalen, theaters, paleizen, ja, maar nergens een Weezenhuis of een Hospitaal; overal waar 't Christendom komt, verschijnt de Liefda digheid, de hulp voor Weezen, Zieken en Ouderlingen. W'hebben reeds gezien dat er te Shang-Kaï Weezenhuizen en Hospitalen zijn; en dicht bij 't Noviciaat der Jesuieten te Zi-ka-wei is weêral een groot weezenhuis voor meisjes, verzorgd door de Zusters derH. Voorzienigheid, met een heldhaftige christene liefde en een orde, die men te vergeefs in de civiele gestichten zou zoeken. Van Zi-ka-wei naar Shang-Hai komende, zag de Missionnaris een der talrijke heidensche superstitiën; 't was juist de nieuwe Chi neesche maan en d heidenen brachten hun eerbewijzingen aan de overledenen hunner Familie; de Familie komt voor 't graf, eerst ontsteekt men een klein vuurken, daarna geven al d'aanwezigen volgens orde van ouderdom en weerdigheid den ka-to of grooten salu aan de dooden; de ka-to, dat is driemaal buigen en driemaal den grond kussen.en daarvan houden de Chineezen; zelfs Christen geworden zijnde, 't is op die manier dat zij de Missionnarissen groeten; den ka-to nu volbracht zijnde, zelfs met de kleinste kin deren, dan neemt een der Familie in den naam van allen 't woord, hij valt uit in lamentatiën zonder einde, terwijl al d'andere snikken en huilen dat het wreed is om hooren. Als dat spel een half uur geduurd heeft, gaan zij vrolijk en blijgeestig naar huis. Hoort nu hoe de Chinezen hunne dooden begraven: Kerkhoven bestaan er hier niet: als er iemand in eene familie sterft, dan koopt men ieverst te midden van het veld eenige voeten gronden t is daar dat men den lichter plaats met het lijk erin; men graaft geenen kuil, maar men overdekt alleenlijk de doodkist met wat steenen, waarop men dan wat aarde werpt, zoodat men een kleine hoogte vormt van eenen goeden meter: die hoogte zal ten al- tijde geëerbiedigd blijven, 't is gelijk aan wie dat het land later verkocht wordt,nooit zal men aan de hoogte of aan het graf raken, want de Chinezen gelooven te veel aan de terugkomende geesten, en moesten zij iemand in zijnen laatsten slaap stooren, die geest zou zich, zoo zij zeggen, op hen wreken en hen ongelukkig maken. De armen die geen geld hebben om den noodigen grond tekoopeA, plaatsen eenvoudiglijk de doodkisten langs de wegen of aan de rivieren, waar zij door iedereen om de boven genoemde redens, tot de uiterste verrotting, vereerd blijven staan. De lichters, ze worden gemaakt van planken bijna zoo dik als eenen gewonen halven volwassen boom: niets waar dat een Chi nees meer meè inzit als met zijnen lichter; hij doet hem lang voor zijne dood maken, legt er zich van tijd tot tijd in, om te beproeven of hij gemakkelijk is en geneert er hem iets in, de schrijnwerker moet er de nood'ge veranderingen komen aan doen: de rijken be- 'eS&en hem met fijn fluweel en de armen zelfs weten al eenige centen bijeen te krijgen, om hunne laatste rustplaats zoo gemakke lijk mogelijk te maken. Maar laat er ons nu maar van zwijgen en onzen weg naar Shang- Hai vervorderen Wij kwamen rond 6 ure van den avond in de procure aan, waar wij vernamen dat dien nacht zelve eenen boot naar Tien-Tsin vertrokjer was nog tijd om onze kaartjes te nemen, en daar wij vroeger alles reeds geschikt hadden, konden wij niets beters doen dat de gelegenheid maar waar te nemen om onze reis voort te zetten. Na dat wij onze vurigste wenschen aan Mr Meug- niot met onze dankbetuigingen hadden aangeboden, begaven wij ons rond 8 1/2 ure van den avond aan boord van den Hai-Ting, een prachtige Chineesche stoomboot die ons naar T'ien-Tsinmoest overbrengen.Het is nu te laat om den boot na te zien en te beschrij ven; wij zullen er maar eens op slapen en morgen bij klaren dage zullen wij er een woord van zeggen. 't Vervolg. j GENT. Verledene week, den donderdag avond is aangehouden 'ne manskerel, die onder eenen kapmantel verborgen was. Ei, een meisken van 11 jaar, Hortenseken Van Gent, vrijdag ten 5 ure 's avonds voorbij St Baafs in d'Hoogezonnestraat, 't kind wil plaats maken voor 2 wagens en haar rechten voet wordt afgereden. Nabij de statie van Ledebergzijn wreê spektakels geweest met een koe die t zot in den kop kreeg; ze liep door den hof van Madam weduwe Vervaene, vandaar over d'ijzere route,en stommelings.over een haag, in 't pa k van madam weduwe Eggermont. Dan was er volk achter en de statie-overste Stevens lostte op 't dier verscheide revolverscheuten, maar de razende koe had een paliugsleven en ging voort haren duivel te scheereu, zelfs wierp zij den chef ten gronde, totdat de Policie-Commissaris vanLedeberg aanhaar dwaze paretten een einde stelde. LEUVEN. Ze zegden zondag dat Armand Peltzer op sterven lag.... De rampzaligaard!... Zoo gelukkig kunnen zijn, den troost zijner moeder en door d'ondeugd zoo diep vallen, dat zijn oude Moeder van verdriet't Land is uitgeloopen.... Eenige dagen voor zijn arrestatie, Peltzer riep en schreef: Ik zal de gazetten betrekken die op mij schrijven en die mij schelm noemen! NEDERBRA.KEL. Op Witten Donderdag 's avonds, is aldaar afgebrand het pachthof van Van de Wal!e, nabij de statie; bijna alles wierd gered; langs de schouw schijnt 't vuur ingekomen te zijn. Door een hevige N >orderwindaangeireven, nam 't vuur d'hof- stede van de weduwe Van Nieuwenhove, maar de moedige menigte klimt het dak op en deze tweede ramp wordt tegengehouden. HOERBEKE KOEWACHT. Op woensdag laatst zijnde t April des morgends, om drie ure werd in onze Gemeente hetbrandalarm geroepen, in weinige ston den was geheel de bevolking op de been, het was de groote schuur, stalling en magazijn van den heer Frans Suy, landman en winkelier in ons dorp, dat in vlam stond. Zoo gauw de heer Burgemeester van Koewacht Ze iland de ramp vernam, gelastte hij terstond het Pompierskorps om met hun bluschmaterieel de vlammen te overmeesteren, en de andere gebouwen te bevrijden. Eerder als ik het kan melden,waren zij met hunnespuit ter plaats eaook aan hun heb- benlwij het grootelijks te danken dat niet veel ander gebouwen zijn verbrand, ofschoon dat eenieder toch het zijne bijdroeg om den bran i te bestrijden, want het was ook heel noodzakelijk. Zoo kunnen wij niet nalaten van den heer Bur gemeester van Koewacht te bedanken, van zoo vele pogingen te doen, in een ander wijk en dan verders zijne pompiers en immers allen die aan d'eei vernielend element het hunne hebben bijgedragen. Heden z jn de heeren der Verzekerings compagnie ter plaats om de scuade te prijzen die ook nog al aan zienlijk is. Karei Soeels van Blankenberg, en de gebroeders Van Ityckhem van Brugge, zijn maandag ten half tien in de Mariastraat van Brugge aange pakt door 2 kerels, met dikke stokken gewapend. Oo 't geroep 13 de Po- licie gekomen en heeft een der stokkemans gepakt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1885 | | pagina 3