MED AR het Bombardement van Brussel. Leiddraad St JosefsKerk- Aalst. c. J. OF Dramatische Geschiedenis uit de voorgaande eeuw, door S. Van der Gucht. X. ZE GAAN ERVEN Terwijl Morus Van Biesbal zijn Zoon bekend maakt met de geheimen van zijn leven, terwijl hij hem den wreeden en wraakzuchtigen Robineau doet kennen, is die bandiet rond zijn Kasteel, op niets denkende dan op nieuwe schelmstuk ken, om, echte Vrijdenker die hij is, als een aardsche God te kunnen leven. Volgen wij Robineau van nabij. Aan den steenweg van Ottergem op Oudenaarde woonde alsdan een vrij zonderlinge kerel, JasparVerkeulen genaamd; in den zomer plukte hij kruiden en geneesmiddels voor de Apothekers, in 't najaar kampernoeliën en foinsen voor d'Ho- telhouders en 's winters hield hij zich onledig met leeuwe rikken en vinken te vangen voor de lekkerbekken der stad. Jaspar was in deze vakken zeer ervaren, hij genoot eene ze kere vermaardheid en vele arme vrouwen en kinderen gingen voor hem kruiden plukken. Ook had hij nog ander koorden op zijnen boog, speelde den praktesijn voor kwijnende ziek- buik? Joseph Verkeulen is hier, zoo sprak ons manne gen die ge nevens mij ziet staan, is mijn wettige vrouw, Lisebeth Biebuyck. Goed, pachter, het is om u het overlijden te laten we ten van M. Adriaan Biebuyck. Mijnen zaligen menonkel, kreet de vrouw. Adriaan Biebuyck, in zijn leven meester schoenmaker te Gent en die gansch zijne nalatenschap heeft vermaakt aan zijne eenige nichte Theresia Biebuyck. Die hier nevens mij staat als mijn wettige echtgenote, herhaalde Jaspar, kom binnen, man-lief, we zullen u 'ne pot op zetten, kom binnen en klapt een uur of twee. Exkusé, Mijnheer de Erfgenaam, ik heb nog twee bood- schappeu te doen, daarbij ik zou u toch niets meer kunnen zeggen dan de brief zal inhouden, ik ben wel den bijzonde ren Bode van den Notaris,echter zijnen geheimschrijver niet. j Ge zult dan toch een drinkpenning aanveerden? Ik dank u vriendelijk, Pachter; onze M. de Notaris heeft niét geerne dat wij ons iets laten in d'handen steken... Daarmee was de Bode verdwenen. Lisebeth, riep Jaspar, den brief in d'hoogte zwaaiende. Lisebeth! Jaspar! Jaspar! Heb ik hetu niet gezegd!... Wij zijn rijk! schatrijk! We zullen een Kasteel hebben, peerden van luxe, dienstboden. I. isebeth, we zijn rijken als zinneloos van vreugd be- gonnnen ze te springen en te dansen rond tafel en stoelen... AFLOTING VAN DE GROOTEN TOMBOLA. De volgende Nrs hebben prijs gewonnen't Gaat per serie van letters; ik heb op mijn loten bij voorbeeld letter B.; ik zie mijn loten na; 229 is er bij. ik heb prijs! 65, ik heb prijs! Mijn gebuur heeft letter U. 95o is prijs; 86400k; 509 ibidem; 711 ook enz. De prijzen mogen afgehaald worden van heden af tot 10 februari alle dagen, van 10 tot 12 ure op de groote Markt t'Aalst in den Kring boven de Wacht. ten en wist de Bedevaarten te zeggen, die men moest deen, \ye zijn rijk om van sommige kwalen te genezen. Met al die middels was MaaJr Lisebeth riep jasp„ eensklaps, waar zijn ons hij «net rijk, doch had een zeker soort van welstand en be- zinnen? we m0eten bedroefd schijnen! onze rijke menonkel woonde een steenen huisje, dat met een hofken zijnen eigen dom was. Lange jaren had hij daar geleefd, gansch alleen iH zijn kluis, tot hij op zekeren dag bij geval in kennis geraakte met een bejaarde jonge dochter Lisebeth Biebuyck, ook een neerstig spaarzaam men6ch en die eenen goeden stuiver kon bijbrengen. Weldra was de kennis gemaakt, het akkoord gesloten en korts nadien was Jaspar en Liesbeth als man en vrouw door den echt verbonden. Middelerwijl had Jaspar kennis gemaakt met Robineau, welken hij voor een deftig en eerlijk man hield; door slimme pluimstrijkende woorden en verscheide kroonen drinkgeld ,wierd hij, zonder het te weten, handlanger der wilddief te; t was bij hem dat Robineau het gestolen wild liet bestellen, om het 's nachts aan den Postwagen te behandigen Zoo wierden verscheide nacnten de bergplaatsen van wild der pensjagers uit het Half bundel geroofd, naar het huis van Jaspar gebracht en van daar met den Postwagen naar Brus sel vervoerd. Jaspar w s verre van te denken, dat hij de houtkappers van Erpe hielp bestelen en dacht met genoegen op de geld stukken die hij daarmeê kon inrijven en in zijnen spaarpot steken. Robineau won er groote sommen geld meê; ons Vader land was destijds sedert een aantal jaren door den oorlog ge teisterd; de groote Legeroversten hadden zich in de bijzon derste steden gevestigd, zij wilden er gediend worden als prinsen en zoo was het wild bijna niet meer koopelijk gewor den. Onze Jaspar leefde dus gerust en gelukkig in zijn huizeken met zijn brave Liesbeth; hij was trotsch op zijne vriendschap met den rijken heer; de arme sukkelaar! weldra zou hij zijne lichtzinnigheid bitterlijk beweenen; terwijl hij Kasteelen in Spanje bouwde, was men bezig zijnen ondergang te berok- schijnen! onze rijke is dood! we zijn in den rouw en als er iemand inkomt, we moeten treurig zijn en weenen... Doch nu hebben wij den brief nog niet gelezen! 't Is waar! 't is waar! maar 't Erfdeel is echt!... Jas par, mijn lieve bruidegom, lees algauw dien brief. AJgauw! algauw 't is rap gezegd; maar een geschrift is zoo gauw niet ontcijfferd. Eu Jaspar begon er zijn studie op te maken: Man! laat hooren! 't is toch uit Gent, van den Notaris! over mijnen rijken menonkel? Ja, vrouw; luistert: Gent, 26 Septembris, anno 1694. Aan Jufvrouw Elisabeth Biebuick te Ottergem. Jufwouw, ik late u bij dezen weten de dood van uwen Vaderlijken Oom Mijn heer Adriattus Biebuyck, alhier ter stede na een korte ziekte overleden. Daar bo- vengemelden Oom binst zijn leven te mijnen kantoore heejt getestateerd, en u alleen al zijn geld, gronden en erven eeuwig en erjelijk heejt gemaakt en er alvorens nog eenige formaliteiten te vervullen zijn, verzoek ik Ued. vriendelijk dat gij, bijge staan van uwen Echtgenoot Mijnheer Jaspar Verkeulen, Ued. morgen in den voormiddag ten mijnen kantoore zoudet 'willen aanbieden om alles volgens de ordon nantiën der wet te kunnen schikken. In afwachting blijj ik uwen Serviteur Con- stantinus Lymans, Notaris ie Gent. Constantinus Lymans, notaris te Gent, sprak Lisebeth; man-lief, ge ziet dat wij al rijke menschen zijn, aan de be leefdheid van dien heer... En wat nu gedaan? Maar, vrouw, 't wijst zijn eigen uit.. Ons rap aanklee- den. Ja op ons beste, ons trouwkleêren. Ons rap aankleeden en naar den steenweg loopen, het zal nog tijd zijn voor den postwagen van Brussel; dezen avond zijn wij te Gent; wij vernachten er; er zijn daar Ho tels genoeg en morgen voornoen gaan wij samen bij denNo- taris Lymans... Den brief mogen wij niet vergeten meê te dragen. ('t Vervolgt.) Zekeren dag zat hij met zijn v.:ouwken in zijnen hof op de bank van een klein zomerhuizeken. Liesbeth, zegde hij, ze klagen van den slechten tijd. Inderdaad, man; de Fransche soldaten die den buiten afloopen, sparen niemand. En de L -«anstroopers dan; wie durft er nog's avonds alleen uitgaan?er is geen wet om de schelmstukken te straffen 't Is waar man Maar onzen ponk zullen ze toch niet vinden... Vrouw, wie zou peizen, dat hier, onder de bank waar wij zitten 'ne schat verborgen is?. We zijn rijk, vrouw; vijf honderd gulden van mijn spaargeld En honderd en zes kroonen die ik bijgebracht heb. 't Is een schoon sommeken, Lisebeth; en ge ziet wel dat Jaspar onder geen hinne gebroed is.. In kassen of koffers zijn geld stekeD, is niet goed, de soldaten en de bandieten pijnigen u, tot gij uw geld afgeeft... Hier onder de bank ligt onze schat, wie zou dat ooit vinden? En 't goedaardig Jas- parken lachtte als 'ne zot, van voldoening en genoegen. Zijn vrouwke keek om; haar dacht dat zij een geritsel van bladers en een voetgestap had gehoord, doch niemand was er te bemerken en ze klapten gemoedelijk voort en Lisebeth sprak met volle monden van haren schatrijken menonkel, meester Adriaan Biebuyck, van Gent, aldaar in de Drap- straat woonachtig, werkende met zes gasten, reeds oud en impotent, en dat Lisebeth in zijn testament zou staan als ee nige Erfgename, daar was geen twijfel aan, vermits hij geen ander Familie had. 's Anderdaags ten 2 ure Jaspar was bezig met zijn kruiden en planten, Lisebeth aan haar huiswerk, toen er op de deur werd geklopt. Het was een onbekende manspersoon en een breede toegelakte brief hield hij in de hand. Jaspar meinde den brief te nemen, toen de onbekende sprak: Een oogenblikske, man, want'tis voor gewichtige zaken dat ik hier kom. Te weten? vroeg Jaspar... Van wie? voegde Lisebeth erbij, Is het hier dat woont zekeren Jaspar Verkeulen? Ja! ja! Zekeren Jaspar Verkeulen in echt met Lisebeth Bie- om t merkmeerdig Verbaal van Medar te konnen volgen. In de jaren/694 en volgende, Morus VAN BIESBAL, een bejaarde Kasteelheer mank aanzijn recht been, vroeger was hij Opzichter van 't Kasteel van Liedekerke; zekeren jonkheer Robineau wilde de doch ter van M. Van Zeulen ten huwelijk; Robineau werd geweigerd, om dat hij een slechte kwast was en verkwister; Robineau deed de doch ter oplichten; Morus verlost ze, komt met juffer Polfrida naar huis juist als de Vader zijne dochter gaat terugzien, er bruisschen scheuten uit het boschVan Zeulen dood! Morus Van Biesbal gekwetst aanzijn been; mevrouw Van Zeulen sterft korts nadien; de juffer gaat Brussel bewonen en trouwt er met doctor Gillaert. Morus verliest zijn vrouw en als zijn eenige zoon Medar uit de kostschool komt gaat hij met hem een kasteeltje bewonen nabij Erpe aan de bosschen; de Houtkappers, allen ruwe kerels en te gelijkertijd pensjagers, vermits zij in een vrij bosch woonden, de Houtkappers vreezen dat Morus hun bedrijf zal hinderendoch Morus wierd hun innige vriend; hij gaat broederlijk o m met die Houtkappers oefent ze in 't scherpschutten en maakt er eene bende van voor hem en zijne veiligheid. Robineau verschijnt te Erpe als Kapitein der Fransche Dragonders hij doet er een hofstee in brand stekende weduwe laat er haar leven bijMorus redt Steven haren zoon en neemt dien jongen boer in huis als vrienden hovenier.... Robineau wordt als Kapitein afgesteld- Ro bineau doet't wild der Houtkappers stelen en zoekt op alle manieren om rijk te worden, om zich te wreken op Morus en op de' familie Van Zeulen, waarvan hij vroeger verstooten wierd.... In dees en volgende Hoofdstuk haalt men een der menigvuldige bedriegerijen aan van dien Robineau, dan worden de tooneelen verplaatst naar Brussel. I Beurs in goede strekking. Belgische staatsrenten ge. vraagd, 3 1/2 0/0 van 102.3o tot i®2-40 3 0/0 06 - annuitei- ten 3 0/0 92.90. Antwerpsche en brusselsche loten met goe den omzet, de eerste aan 90 3/4, de tweede aan 92; deze loten staan nu op gelijken voet; tusschen beide mag er voor het oogenblik een verschil bestaan van fr. 1.25 zijnde het be drag van zes maanden intrest. Het beschikbare geld heeft eenen goeden invloed uitge oefend op den koers der 3 0/0 stedelijke leeningen; vele aan- koopen van loten zijn er gedaan, en de prijzen zijn meestal gestegen; zoo als die van Verviers, welke op veertien dagen tijds van 100 tot 102 geklommen zijn. A. B. D. 178 849 504 337 459 992 798 393 419 3' 8 267 510 224 711 659 533 641 730 109 773 177 620 213 858 75 669 207 517 833 659 318 7 176 7 8.9 217 562 920 424 574 275 358 996 i'3 524 821 172 297 854 841 651 866 286 675 942 965 220 68 3+1 430 104 951 74+ 212 241 638 770 859 634 534 571 128 698 487 915 958 430 504 130 939 870 884 745 580 290 881 177 49 X 512 744 175 904 487 347 190 26S G. H. I. 22 597 269 321 698 232 201 107 645 119 794 74 20 X 566 42 81 316 193 532 153 89 490 284 554 949 220 37+ 525 869 738 630 393 220 890 578 669 *59 359 295 561 377 256 287 364 952 10e 246 615 540 943 989 945 267 539 799 7X1 788 415 570 8+7 266 672 385 5i 298 266 581 747 II5 7 116 253 728 994 587 7S6 397 241 39+ 874 156 24 922 +23 393 5 173 323 769 870 537 152 164 509 362 5 M. N. 0. P 167 649 160 230 881 162 75 997 54 570 22 969 130 74 593 !05 902 874 606 980 229 337 723 685 1000 434 869 823 147 961 641 395 372 133 865 1+5 702 322 729 940 615 831 442 5 824 944 237 791 399 711 421 767 232 230 308 809 256 312 702 95 531 255 648 970 863 327 5+0 418 672 605 211 459 80: 326 872 855 344 764 392 338 711 266 533 168 803 304 975 687 650 550 380 167 584 699 4+6 315 S. T. U. 624 375 g5o 18 840 898 66 257 34o 64 999 538 968 841 524 768 125 125 784 S80 164 34o 786 3aS 2l3 S58 5i3 281 5S7 864 519 792 5og 302 746 040 299 977 408 461 io3 65q 345 gi5 711 102 46 93o 662 263 33i x3o 496 969 x6o 5a8 949 128 17 180 187 585 3o8 845 735 491 689 3o3 i34 172 137 121 E. 561 423 6n 834 228 865 159 945 687 889 «5Ï 8x4 590 719 730 877 856 659 98 385 927 859 7 539 K. 60 315 395 569 902 42 870 109 126 693 484 145 606 519 937 981 340 946 327 996 866 949 726 7S8 Q 290 339 461 21 940 330 175 229 564 9S4 439 34« 679 2X2 198 469 530 827 845 798 579 509 577 706 F 581 676 247 586 94 98 228 904 284 167 915 80a 171 394 640 591 389 2X8 563 153 491 314 543 307 L. 380 173 682 850 660 972 996 905 667 542 983 75 241 372 943 361 230 876 55 844 347 124 852 308 845 212 191 153 ï97 807 538 660 664 840 771 728 380 591 S71 790 627 830 595 V. 679 693 784 109 819 £00 3oi 42 65 25 285 76 54S 465 99+ x36 780 74 7 935 70a 991 246 3n 297

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1890 | | pagina 3