Paulis TAK VOORDE urst< EEN BLOEDIGE WRAAK. MARKTPRIJZEN VEEMARKTEN. OF door Silvain Van der Gucht. 1 o— Men was in de eerste dagen der Lente van het jaar 1584. De zon begon reeds naar het westen te dalen en de aardsche voorwerpen, die zij nog met hare zwakke stralen bescheen, met langwerpige schaduwen at te teekenen. Het, was een bijzonder schoon weer, de lucht zuiver en onbewolkt, hetgene voor den volgenden dag voortdurend een eerlijk weêr scheen aan te kondi- fenBoomen en heesters begonnen reeds uit te botten, maag- elievekens en lentebloemen doorweefden beemden en weiden, echter hoorde men weinige vogels kwikkelieren en waren onze Vlaamsche Velden eenig en stil.... Ook zou men er te vergeefs een vlas- ot sloorbloem hebben gezocht, welke zich eertijds met gan- sche kauters,door een zoet lentewindje gedreven, als een golvende zee bewogen... Ja, zelfs het graan en tarwe was er schiers niet te vinden, niettegenstaande de vruchtbaarheid van onzen Vlaamschen bodem.... De oorzaak daarvan was echter niet ver te zoeken; achttien volle jaren, van 1566 tot 1584 hadden de Beeldstormers ons Vaderland in vlam en vuur gezet, en Pest en Hongersnood hadden meer dan den heltt der Bevolking meêgerukt.Nu waren echter sedert eenige maanden deNederlandsche beroerten geëindigd; maar door dien schier al de Landslieden uitgestorven waren en de overige, door den hongersnood gedreven, het Land hadden verlaten, wa ren de meeste"velden onbewerkt blijven liggen, toestand waar ze reeds meer dan zeven jaren in verkeerden... Ook stonden er vele boerenwoningen ledig, ja, zelfsgroote pachthoeven die op eenigen afstand der Dorpplaats gelegen waren en welkers inwoners be hoedzaam de wijk hadden genomen; en daar veeldezer gebouwen reeds bouwvallig waren, droeg hun aanblik niet weinig bij om de streek nog akeliger te maken. Zoo stond er in de gemeente Welle, dicht aan de heirbaan die naai' het levendig stadje Ninove geleidt, een soort van klein pacht hof die een der eerste verlaten was geweest en dusvolgens veel bouwvalliger scheen te zijn dan de overige woonsten.... Op het oogenblik dat ons Verhaal begint, was echter de eigenaar, met name Jan Van Dam, die zoo vroegstondig met vrouw en kinderen, Oorlog, Pest en Hongersnood was ontvlucht, eens komen zien of zijn huis niet plat gebrand was, met 't gedacht, indien deszelfs toestand het toeliet, met zijn huisgezin terug te keeren; en nu stond hij het gebouw eens terdeeg in oogenschouw te nemen.... Het scheen echter dat Jan zich aan een veel slechteren toestand had verwacht, want alhoewel treurig, scheen hij zijn zeiven te troosten, binnensmonds mompelende: Bah het zal toch geenen wereld kosten om mijn huislangsden buitenkantin zijnen vorieen staat te herstellen; laat ons nu eens van binnen gaan zien hoe het daar gesteld is. Dit zeggende, trok hij den sleutel uit zijnen zak, waarvan hij zich voortijds bediende en meende er de deur meé te openen; doch, hier was hij niet weinig teleurgesteld, daar, wat pogingen hij ook aanwendde, het hem onmogelijk was binnen tc geraken; én "geen wonder! want hij zag nu ter oogen uit dat men gedurende zijn afwezen, het slot had veranderd.... Jan Van Dam gaf echter den moed niet op en na zich een weinig te hebben bedacht Langs achter, zegde hij, langs achter, aan den acliterlijst van het huis is in den muur een poortje dattoegang geeft in de spende waar gewoonlijk mijn vleeschkuip stond en welkers sleutel ik ge- lukkiglijk heb bewaard en meegebracht; misschien zal ik langs daar binnengeraken. Hij begaf zich naar den achterkant van 't gebouw en zag met voldoening dat 't poortje nog bestond en't slot niet veranderd. Het was hem echter niet gemakkelijk hetzelve te openen, daar het reeds zoolang gesloten had gestaan; maar eindelijk, na veel vruchtelooze pogingen, gelukte het hem en het oude poortje ging al kretsende open.... Jan trad binnen, hij zag eens wel rond en kon zich weldra overtuigen dat, gedurende zijn afwezen, men geen gebruik van de spende had gemaakt, daar alles zich in denzelfden toestand be vond als op het oogenblik dat hij zijn huis had verlaten. Ja, zelfs zijn twee ledige vleeschkuipen stonden nog aan den muur, even als h'j die voortijds had geplaatst.... Hij stond dit alles met ge noegen te bezien en meende reeds de voorkamer binnen te gaan, om daar ook eens alles na te zien, toen eensklaps de voordeur me eenen sleule' al kretsende wierd geopend en twee manspersonen üinnen traden. Deze schenen bezonder in hun schik, zij lachtten en taterden met malkanderen, namen elk eenen stoel en gingen zich aan de tafel zetten, Jan was niet weinig verwonderd over de vrijpostig heid dezer twee kwanten, en bezonder nieuwsgierig om te weten wat zij in dit onbewoond huis kwamen verrichten Op het oogenblik dat hij den sleutel en het slot hoorde kretsen, had de slimme boer zich behoerdzaam achter een vleeschkuip verdoken, en daar de deur der spende met een spleet open stond, kon hij al hooren en zien wat in de kamer gebeurde. Het docht Jan Van Dam de twee personen die zich op weinigen afstand van hem aan de tafel bevonden, nog meermaals te hebben gezien, geen wonder dat hij na hun eens terdeeg waargenomen te hebben, beide kennende werd. Het waren zeer slechte kerels, geuzen aanleiders der Beeldstormers, die hij dacht dat reeds lang het Land waren uitgevlucht om hunne rechtvaardige straf te ont komen. Een dezer twee was een sterk gespierden vent 41 jarigen leeftijd, genaamd Frans De Donker, de andere die slechts een dertig jaar konde tellen, was ook een zwierigen kerel, Pieter Penniek was zijnen naam. Ik dacht, zegde De Donker rondkeikende, Steven Basteels hier aan te treffen, hij die altijd den eersten is Basteels, ant- woorde den andere, zou hier zonder eenigen twijffel reeds aan wezig wezen; daar hij even als wij voorzien is van eenen sleutel, maar hij wilt niet, nu dat wij ons voor de alderlaatste maal bij malkanderen zullen bevinden, wij als droogbeks zouden scheiden, de kluchtigaard wilt ons beschenken, en zal tot dit einde uit de stad een flesch besten brandewijn mede brengen. Dit is een goed gedacht, een goede teug brandewijn zal ons aanzetten om het werk dat wij dezen nacht willen verrichten, be hoorlijk uit te voeren. Penniek meende te antwoorden, maar tcrzelver tijd wierd de voordeur nog eens geopend, en een derde persoon trad binnen; het was Steven Basteels. Deze was een gansch ander maaksel, hij was een weinig min dan van middelbare lengte en ros van haar, maar echter een struisschen kerel. Binnen komende groette hij zijne twee makkers met een lach enden mond, toog een langwerpige likeurflesch van onder zij nen mantel en plaatste die op de tafel. Vrienden, zegde hij, vooraleer voor goed van malkanderen te scheiden, heb ik u in deze flesch iets mede gebracht waar van gij zult weten te spreken Maar... vervolgde hij, zich schielijk be denkende, het ergste van al ik heb de glazen vergeten Zoo dat wij zullen genootzaakt zijn uit de flesch te drinken, het welke in het geheel niet aangenaam is. Daarvoor is geenen nood, antwoordde De Donker, ziet dicht aan de schouw in de oude schapraai staan eenige wijnroomers die alhier achtergelaten zijn, toen wij de laatste maal hebben geban- ketteerd en ik aldaar heb geborgen, denkende dat die ons later te pas konden komen.... Makkers, ervatte de Rossen Basteels, gij hebt wijselijk gehandeld, ook wil ik er dadelijk gebruik gaan van maken... En zich naar de oude schapraai spoedende, rukte hij die open. Wij zijn beter voorzien dan ik dacht, riep hij lachende uit, hier staat gerief van glaswerk om twaalf man te gerieven Zoo sprekende toog hij na verkiezing drie likeurglazen uit het schapraai en plaatste die insgelijks op ae tafel, toen onstopte hij de flesch en vulde de bekers Makkers, volgde hij, gij weet waar voor wij alhier thoopgekomen zijn Gedurende den tijd dat wij met malkanderen hebben gehandeld, maakten wij goede zaken, maar dezen nacht slagen wij onzen laatsten slag en verlaten wij voor eeuwig de Vlaanderen, om elders in den vreemden als eer lijke lieden te gaan leven. Gij weet dat wij overeen gekomen zijn, om malkanderen in den weg niet te Ioopen, van elk als een toevluchtsoord een landstreek t'e verkiezen, en dat wij het lot heb ben geworpen wie eerst den keuze mocht doen. Het lot was mij gunstig en ik wierp met de teerlingen het hoogste getal. Daar wij tijd hadden om ons te beraden tot op dezen dag, maakte ik daar van gebruik en ben van gedacht naar Holland de wijk te ne men. Ik,sprak Frans De Donker, wil mij naar Frankrijk begeven. En ik, zegde Pieter Penniek die het laagste punt heb gewor pen, zal.trachten in Duitschland in vrede te leven. Zoo is het gezegd en wordt het gedaan, meende de Rossen Basteels; makkers op uwe gezondheid en het wel gelukken onzer laatste onderneming! Dit zeggende nam hij zijn glas en tilde het in de hoogte. De twee anderen volgde zijn voorbeeld en tikten onderling met mal kanderen, waarna zij hunne glasjes tot op den bodem ledigden. Het begon inmiddels van lieverlede donker te worden, en Jan Van Dam die zich in het geheel op zijn gemak niet bevond, be sloot van de halve duisternis gebruik te maken om behoedzaam langs de Spende de wijk te nemen. Hij kroop dan zoo voorzichtig mogelijk van achter zijne vleeschkuip tot aan het achterpoortje, langst waar hij binnen gekomen was; van daar was hij weldra in het veld en spoedde hij zich naar Lombeek, waar hij reeds twee maanden met vrouw en kinderen tijdelijk verbleef. Van hetgene hij de schurken had hooren zeggen was hij redelijk in zijnen schik. Hij had verstaan dat zij het Land gingen verlaten, en dus- volgens behoefde hij niet meer te vreezen dat zij naar zijne woonst zouden wederkeeren, daar had hij volkomen vrede mede. Wat nu den aanslag betrefte die zij nog den zeiven nacht, voor aleer van eikanderen te scheiden, van zin waren te plegen, die had veel van zijne aantrekkelijkheid bij hem verloren, daar hij niet wist op wie het de schelmen hadden gemunt. Echter speet het hem dat hij het aangeduidde slachtoffer niet kende om dezen bij tijds te kunnen verwittigen ('t Vervolgt.) Burst BurstDe Jubiléviering van den Herder Zelden is dat beleefd Zoo prachtig en zoo eendrachtig 5o jaren den heer toegewijd So jaren de Middelaar tusschen Hemel en Aarde 5o jaren de* zucht des Heeren volbrengen: Ik heb dorst naar Zielen Ik wil de verlorene Schapen opzoeken; ik wil degenen die beladen zijn en belast zijn, verkwikken 5o jaren van studiön, wa- kingen, opwekkingen, gebeden, zelfsopofferingen voor de Deugd en voor de Welvaart Voor den Vrede in d'Herten en in d'Huisgezinnen Wij moeten toch de waarheid durven zeggen De liberalen gazetten die zoo onrechtvcerdig en zoo wreedaardig de Priesters uitschelden en vervolgen, verrichten een helsch werk; maar den Geestelijken stand eere en huldigen, een Priesterlijk leven van 5o jaren met Dank, Glorie en Triomf omringen, dat is verheffend en heraelzalig Burst! We zijn daar geweest 's avonds; van op den trein ge zaagt door de boomen de gloed der verlichting; de menschen spraken met luister en met op hef van den Jubilé; van de Mis met 7 Priesters, zoo schoon gezongen; dat Mr den Deken van Aalst toch zoo hertelijk en zoo schoon had ge- preêktDat is 'ne- Man, zegden ze te Burst; dat er in 't Klooster zoo wonderlijk gezongen was door de klein Congregatie der Jongelingskes; dat er zoo veel geschenken gegeven waren door de Parochie; 'ne kelk welke de oude blinde Kanunik Oste zijnen Vriend aanbood, een Mis saal, een Christusbeeld, Kandelaars een groot Portret, door de Pa rochie; een prachtige Steel, door de Pastoors der Conferencie. bloem ruikers en bloemkorfjes; en dat 't Muziek van Oordegem zoo wel ge speeld had.... We' heil ge deugd, dat was iets op BurstOp 't dorp, een Volk gelijk op een kermis, al d'Herten vol vreugd, al d'Huizen ver sierd en verlicht: S prachtige Arken, eene door M' den Burgemeester, eeDC door M. 't Kim. Schepene, eene door M. Philips, Schepene, eene door Mr Kanunik Oste, en de vijfde van Juffer De Vuyst, 5 arken met groen en bloemen fijn afgewerkt en van onder tot boven verlicht; die verlichting van 't dorp was betooverend schoon, dat moet elk zeggen, die menschen verdienen geprezen en gedankt te worden, maar 't huis van M. Philips spant de kroon Transparanten aan al de vensters, Transparanten in schitterende kleuren, met pe afbeeldsels van 't Pries terschap; ge zoudt er u stom en doof op gezien hebben, daar moeten de Teekenaars van Keikxken aan meegeholpen hebben.... 't Vuurwerk is allerbest gelukt, maar de verlichting der kerk is tegengehouden door 'ne contrarie wind... Maar Burst mag kontent zijn en dien Dag eeuwig onthouden, want 't was een liefelijk weêrcn de Feestviering is gelukt extra.... Eere en Hulde en Lang leven aan den Jubilaris Eer en Dan^ aan d'Overheid Dank aan al de Parochianen! ANTWERPEN, Tarwebloeminlandsche o Roggebloem Lijnzaad Zwarte Zee Azoff Bombai Aalst zaterdag Hoppe 1890 bell.-een o,l5r a 0,162 00,00 a 00,00 19,00 a 2/,00 16,00 a 17 5o 14,5o a i5,oo i5,oo a 14,:o a i5 ;ew. pluk Tarwe Masteluin Rogge Garst Haver Lijnzaad Lijnzaadolie 53,5o ajt ,26,5o 27,50 22,5o 26,75 00,00 28,75 Li EBB EES Roode tarwe 18,00 a 39,25 Masteluin 16,00 a ,00 Rogge 96 kil. i3,5o4 i5,oo Garst 100 kil.,00 a i5,5o Haver 100kil.o a 14,5c Roode aard.a Witte a Boter, 3 kil. 6,80 a 8,02 Eiersde26 2.2722,60 Eekloo, Lijnzaadk. I7,5o aWitte tarwe 18,00 a Aardappels 5,co a 06 00 Roode id. 10,a Boter per 3 k. 7,01 a 7 27 Rogge io.5o a Eieren de 25 2,45 a 2 6} Boekweit 12,5o a - Vlas de 3 kil. 3,ooa3 75 Haver 06,00 a- Viggenskopp .35,—a45— j Garst il,foa Nincve, Dinsdag 5 Aardappelen 5.—a o— Tarwe 100 k. 19,50 a 2060 Boter, pel k 2.70 a Rogge Haver Garst Boonen Aardappels Koolzaad Lijnzaad Boter, per kil. J4,5o a i5 So Eieren, de 25 2,40 a i5, c a 1600 I Kleine varkens i5,aa6 16,5o a 17 5c Loopers 3o,— a 54,— i5,00 a 16,00 Hoornvee c 65,—a 200 6,—a 5,I Haiiüi, 28,— a 27,-- Aardappels o5 a 06 26,— a 27,— Kemp 11 k. 8,5o a 09,5o c2,20 a 2,5o Boter per kil. 2,45 a 2,71 Eieren, de 26 2,25 a 2,5o Eieren per 26 2,54 a 3,— Hoppe 00,a S Lijnzaada S T- N I K O L A AS g ZOTXBGEÏ. Roode tarwe i8,50 a 19,5o j Roode tarwe 19 co a 21 00 Witte tarwe 18,co a 19,00 i Masteluin 17 00 a 18 00 oldertarwe 17, - a 18,— Rogge i3 5o a i5 to Rogge 10,5o a 11,50 Haver i4 5o a i5 oc Klaverzaad 01,3o a j Paardeboon. 17 00 a 18 00 DuiveDboonen 20,coa2i,oo Aardappels 8 00 a 7 00 Paardeboonen x5,ooai6,oo 5 Boter p. kil. 2 35 a 2 27 Aardappels 4i°o a 5,00 J Eieren de 26 2 40 a 2 27 Gr. konijn, stuk 1 5o a 2 Kiekens 'tkopp.2 00 a 2 So Kiekens't stuk 1,09 a 1,27 Hooi 100 b. 3i,433,oj j.rr... Boter per kilo s,45 a 2,27 Audenaeu*, F.iPTpn rif»r of, o 0-7 a o na -u Eieren per 26 2.27 a 2,09 Boekweit 14,00 a i3,oo Haver 10.5o a n.5o Wint er garst 11,5o a 12,00 Gent. Tarwe 17,5o a 21,5o Kogge Geerst Boekweit Haver] 16,5o a 17, Peerdeboon. 19,00 a 20,00 Duiveboonen a Koolzaad 33,co a Lijnzaad 37,00 a 00,5o Boter per kilo 2,35 a 2,70 Eiers de 26 2,25 a 2,40 Wakbceu, zaterdag. Op onze vlasmarkt wa ren omtrent i5o balen te koop gesteld, die verkocht werden aan de volgende prijzen i* kw. p. k. i,.ï5 a i,3o 2* id. id. 1,00 a i, to 3* id. id. o,85 a 0,90 Werk o,58 a o.— Aardap. 100 k. 5,00 a 7,00 Boter p. k. a,5o a 3,00 Eieren de 26 a,5o a 2,70 Konijnen't stoki,5oa 2,5o Kleine varkens 25 a 3o WitteTarwe per hect. 20,00 Idem roode 19 io Masteluin 16, Rogge 14,00 Boekweit Boonen - UUUllCU i4,5o a i5,Aardappelen 6,00 6,5o 16,5o a 18,00 Boter per kilo 2,27 4 2,81 ï7y°p I7>°° Eieren 25 2,18 a 2 09 Viggens 20,00 4 3o,— Hespenper kilo 1.40 a x 55 ZlLI, Tarwe 17 a 00 00 Rogge 10 5o a 12 Garst 00 00 a 00 00 Haver il 00 a 00 00 Aardappels o 00 a o oc Boter p. kilo 2 72 a 2 45 Eieren 2 45 a 2 go Kemp 11 kil. o 00 a o Me HELEN. Tarwe 19 00 Rogge i5 Boekwet 18 00 Haver 18,5o Aardappelen 5,00 Boter per kilogl2 36 Strooi per 100 kil. 3 4c Hooi 4 5 o Garst 16 5o Koolzaad 00 00 ROUSSELARE.Zaaitarwe fr. 25 00 nieuwe 22 oude 23,50 25; roodel9 a20,50 roggel5 15,50 Haver 15,00 d 16,00; Boonen 18 a 20,00; Aardap. 5,50 a 4; Roter 2,60 a 3,00 de kil.; Eiers per 25, 2,70 a 2; Viggens 20a 25; koolzaadolie 61 d 60,50; Lijnzaadolie 55 a 54,50. Brussel Kalvermarkt: er waren 740 kalvers, kilo levend gewogen 65 4 1 i5. Ter veemarkt 1260 beesten, prijs per kilo,levend gewogen: Ossen 74 1 00; Stieren 56a 8j; Koeien en vaarzen 54 4 80. Er waren 65o varkens te koop; men betaatt per kilogram op voet 8p tot 0,92. 000 Schapen aan 18 a 22 fr. Veemarkt van Antwerpen Verkocht vee: 054 ossen 1*0,98 2* 0,88 3* 0,78; C40 koeien 0,86 0,76 0,66; 028 vaarzen 0,92 0,82 0,72; ooSstieren 0,84, 0,74 0,64 264 kalveren i° kw. 0,50 2*kw. 0,83 3* kw. 0,70 Gent, Er waren 0757 kceibeesten,goede stalbeesten gingen van i,40toti,65de varkens golden vano 80 toto 93 cent. per kilo, levend gewogen. 1 Liep reeds onder den V mond over de. baronnes Crombeen, van Steenbeke, die t'Erembodegem begraven is over eenige dagen... Ze bewoonde 't Kasteel van Vel- siquemet haren Echtgenoot, en hun zoon Gaston, oud 24 jaren, maar ijlzinnig; hij w ide niet eten dan alleen en gediend door zijne moeder en een meid. Wegens dies, was dit Kasteel als een Wildernis. -. Er wordt meer ge lachen in hutten dan in paleizen... Zelden ziet men no bele en hooge Personnagiên hartelijk lachen... Nu. op 't Kasteel van Velsick, onlangs Gaston iS aan tafel en mevrouw Crombeen roept aan de mèid van Brood boven te brengen. Eensklaps hoort men 'ne sebreeuw, de Ba ron en de Meid loopen naar boven en vinden Mevrouw op defl vloer uitgestrekt liggen. De Meid dacht dat het maar een bezwijming was en loopt om water en azijn, maar Mevrouw was dood; Doktoor en Pastoor kwamen te laat; er was een wonde boven de rechterdij, wonde 24 centimeters groot.... Nu zag men Heeren van de Jus- ticie in 't zwart gekleed, naar 't Kasteel trekken men sprak er geheimzinnig van; men durfde niet luidop klap pen. Was er ongeluk of misdaad Nu hoort men, dat de Zoon in d'handen van 't Gerecht is, om inlichtingen te geven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1890 | | pagina 3