I ARS VONVED
I
oopende N uws.
SAVONAROLA
V OLKS-CON GRES.
1547 - 12 Oogst 1898
JLf of <le
de Koning der Noordzee.
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor BelgiS 2,50; de vreemde Landen 4,50.
Men schrijft in op alle tijdstippen des jaars.
P. DAENSHHAYART,
EILAND CHIPKA, WERF, AALST.
26* JAARGANG.
Den Oogst !^den Oogst.. Meester
Van der Schueren herweêral de
battalje gewonnen; bij zit aan den
buit. En wat hooren wij De
grootc stad Keulen bijna gansclt ver
woest door een ongeweerte.Keulen
aan den Rhein Te Berlijn heeft
dé Stadsraad besloten den Verjaar
dag van Sedan niet rneer te vieren..
Een wijs gedacht 1— Wij moeten de
waarheid durven inzien In Fran
krijk hebben de Socialisten 14 zetels gewonnon.. Wat is er noo-
dig 't Werkvolk VRIJ laten; den toestand verbeteren.. Overal
vraagt 't Volk Leven en huiselijk geluk kunnen genieten. Te
f' Gent over de Vlasfabriek de Lieve, waar er 21 hun boeks^en
kregen, o. w. veel werksters en dat anderen in werkstaking gin
gen, over dit feit zijn Vooruit en Volk in akkoord dat de
Direkteur te veel meester is en on betamelijk, ja brutaal hanclrff
Een algemeen verbond van 't Werkvolk zou in zulke gevallen
moeten RECHT vragen. Do werkmenschcn zijn toch geen honden.
Vooruit heeft die rechtveerdige zaak eerst van al en krachtig ver
dedigd. Aartsbisschop Ireland geeft de volgende vermaning in de
Kerk enonze Eeuw, bi. 114
Katholieken Als korps zijn wij de stilte zelf. Wij doen onze
gebeden, wij prediken, wij luisteren naar de sermoenen over de liefde
Gods en de gelatenheid in bet lijden; of, als wij ons in het strijdperk
wagen, is het op de elfde uur, als de anderen ons sedert langen tijd
zijn voorgegaan en de openbare meening reeds gansch gevormd is.
Dit alles is zeer zonderling. Christus heeft van het maatschappelijk
vraagstuk den grondslag zelve van zijn bestuur gemaakt want ziehier
wat hij gaf tot bewijs van zijne goddelijkheid De blindc-n zien, de
kreupelen gaan, de melaatschen worden gezuiverd en de armen in het
Geloof onderwezen.
Och Vrienden, laat ons mannen zijn van onzen tijd laat ons
niet vragen Wie volgt ons 1 wie is tegen ons Iu de sociale zaak,
voorwaarts, zonder omzien. In de koolmijnen van Wallis (En
geland), is 't werk hernomen. Men heeft 't verschil in twee ge
daan. In Italië begint meu eenige steden uit de manu militar i
te verlossen.. Wegens de oproereu door den Honger zijn reeds
1307 jaar straf gegeven.. Meer dan 3000 Personen waren aange
houden... Te Venetia zal 't Ros Beyaard uit
gaan.. In den tijd is in ons Land een oorlog
van 7 jaar geweest voor 't stelen van een
koei; te Palermo is in een herberg 'ne mensch
doodgeschoten voor 1 stuiver, in een herberg.
Do schoonste Lauden hebben de wreedste
insokten.. Schoon is niet altijd goed, zei Ma-
rus toen hij in de Meimaand naar de galg
werd^gevóerd. T'Antwerpen is de karra-
vaan uit den Congo teruggekeerd... Er zijn
twee dooden gebleven, op die korte reis en
met al die voorzichtigheid.. De uit den Congo terugkeerende Lie
den worden ontvangen als een Erfdeel... In 't jaar 1793, als
d'eerste Jacobijnen hier aankwamen, slond aan de Zoutstraat-
poort 'ne voddekoopman aan zijn deur e- riep Ons Verlossers
GROOT DRAMATIEK VERHAAL.
:o::o:
XXVII. NA LIJDEN KOMT VERBLIJDEN.
Er zijn geen Landen in de wereld, waar men huiselijke
Feesten kan vieren, gelijk in Rusland, Noot wegen en De
nemarken.
Veel dagen zijn daar kort, de Winter is daar lang; acht
maanden in 't jaar, men heeft het groen der hoornen en de
pracht der velden en hoven niet; derhalve zoeken de men-
schen daar een schadevergoeding in glanzende en schitte
rende Feesten.
In de schoonste streken der natuur maken de men-
schen minst werk van hun huizen.
Maar nooit, nooit had men in Kopenhagen gehoord van
een Feest, gelijk er nu een ging plaats hebben; men zou
gezegd hebben dat Koning Frederik zijnen lesten gulden
ging uitgeven, om de wereld te verbazen door den luister
zijner Feesten.
Verscheide weken werd er gewerkt en gezorgd; schil
ders, behangers, goudsmeden waren in 't Hof niet weg,
alsmede de Beuckers van Denemarken voor bloemen en
prachtplanten. Met de grootste zorg waren d'uitnoodigin-
gen gedaan. Geheel de hooge wereld van Denemarken
moest daar zijn. Men sprak van niet anders. Het geld rolde
niet alleen voor den opschik der feestzalen, maar ook voor
de uitgenoodigden.
Daar is de groote dag.
't Is éen gerij en éen gerots.
Niemand werkt in de stad.
't Publiek heeft zijn behagen in den optooi der Feest
genoten.
Binnen het Paleis staat elk op de pointilje; de bedien
den loopen rond met oogen als arenden en ooren als vin
ken. Al 't groot Volk is vergaderd in de groote feestzaal;
men spreekt in stilte, laat ons liever zeggen Men fluis
tert.... Op 't einde der zaal is den Throon in zijde en flu
weel, omringd van geurige prachtplanten en gouden lus
ters. Daar staat, een der eersten, de oude generaal Otto
Gram, met zijn schede zonder degen... Hij ziet er zeer
bekommerd uit... De breede deuren vlogen open. Een
zijn daar Vivau ons Verlossers
antwoordde hem En sprèkt zoo rap niet
Die Voddeman is later 't Klooster Affli
kóopen... 't Geld en riekt niet, zegdh hij
hoorde men hem een half uur ver roepen
Permanente de béslissing vernietigd
een oud Vrouwken
Volgt eerst uwen neus!
hem gaan helpen ver
maar op zijn ^terfbedde
Te Gent heeft de
^r%.den Gemeenteraad,
waarbij de Berg van Bermhertigheid wt afgeschaft. -
Zel-
i*n.'t orde van den dag.
V.: n heeft er een groote
saete, och wat zeggen wij, STEKENE is
BoerkoVan Brussel naar de Kamer.. L
zending; 't is den eersten Boer die in de kamer zetelt; als hij goed
slag houdt, de Landbouw zegepraalt. Later moet de Minister van
Landbouw een waarachtige Boer zijn.. Dat is 't linea recta, met
recht en rede.
Ziehier wat de Paters Preêkheeren van Gent schrijven over
hunnen zoo wreed vervolgden Medebroeder, het zijn leerzame en
belangrijke stukken, ze bewijzen ons dat wij niet moeten verwon
derd zijn, als dergelijke Vervolgingen hedendaags plaats grijpen
n Den 18 Maart 1498, verliet Savonarola voor goed den pre
dikstoel om voldoening te schenken aan den Paus. Sommige Flo-
rentinen nogtans gaven hem uit voor eenen valschen profeet,
voor ketter en wederspannige. Pater Dorainicus, van Pescia, nam
de verdodiging van zijnen vriend, en verklaarde in het openbaar
dat bij bereid was in het vuur te springen om zijne voorspellin
gen on zijne hulp te bevestigen. Het volk klapte geestdriftig in
de handen bij dit voorstel, en den dag der beproeving werd vast
gesteld op 7 April, vooravond van Palmenzondag. Dien dag wei
gerden de tegenstrevers gevolg te geven aan het voorstel, en het
Volk,bedrogen in zijne verwachting,legde al de verantwoordelijk
heid op Savonarola. Men ging zoo verre dat men het klooster van
Sint Mark bezette; eu FranGiscus Salori, verdediger van Savona
rola, werd in den oploop vermoord. Men hield den prior van Sint
Mark vast, alsof hij de schuld was geweest van al het kwaad. Als
hij nu, de handen op den rug gebonden, op de openbare plaats
verscheen, deden zijne vijanden hem alle slach van beleedigingen
onderstaan; men brak hem de vingeren, men sloeg hem met
woeste wildheid, men spoog hem in het aangezicht. In zijn gevang
gaf de pater het voorbeeld der levendigste godvruchtigheid en ge
latenheid. Meer dan eens vond de gevangenbewaker de ketenen
zijner handen verbroken; hij zag hem, onder het gebed, meer dan
een elleboog van den grond opgeheven en van hemclsch licht om
straald, Den 22 Mei, werd hot vonnis der doodstraf, door de ponti-
fikalo cornrniRsarie«f>n bevestigd, w fi 7;jn -medege
zellen, de paters Dominicus de Pescia en Silvester Maruffi, ken
baar gemaakt. De stukken van het geding waren vervalscht
geweest, vooraleer aan den Paus overhandigd te worden.
Savonarola aanhoorde deze schrikkelijke uitspraak, zonder
huivering, overtuigd gelijk hij was, dat hij leed voor de recht-
veerdigheid. De uitvoering van het vounis moest 's anderdaags
plaats hebben; daarom bracht hij den nacht door in het gebed.
Bij het krieken van den dag verkreeg hij de toelating van te com-
munieceeren uit eigene handen, en toen hij de heilige Hostie
hield, deed hij het volgende schoon gebed
Mijn God, ik weet dat gij dé volmaakte, oqzichtbare Drijvul-
digheid zijt, één God on drij personen: de Vader," de Zoon en de
Heilige Geest: ik weet dat gij, Zoon, het eeuwig Woord zijt, uit
den hemel op aarde nedergedaald in den schoot der H. Maagd
Maria, om op het Kruis uw dierbaar bloed voor ons, ellendige
zondaars, te vergieten. Mijn God, ik bid en smeek u om mijne
zaligheid: ik smeek u, o mijn Vertrooster, wil toch maken dat een
zoo kostelijk bloed voor mij niet nutteloos vergoten werd, en dat
het al de zonden uitboete, die ik sinds mijn doopsel tot op den dag
van heden bedreven heb. Ik vraag er u vergiffenis over, Heere, en
ik belijd ze ootmoediglijk voor uw aanschijn. Geweerdig mij al de
fouten kwijt te schelden, waaraan ik mij heb kunnen plichtig ma
ken ten opzichte van deze stad en van dit volk, zoowel in geeste
lijke als iu tijdelijke zaken. Ik vraag ook. ootmoediglijk aan al de
personen hier tegenwoordig, mij te vergeven om uwe liefde.
O mijn God, wees immer gebenedijd. Amen.»
Als Savonarola het bevel ontving het dominikaansch schapulier
af te leggen, riep hij uit: O heilig kleed, hoe vuriglijk heb ik
weleer naar u verlangd Door de gratie Gods werd het mij ver
leend u te dragen en tot hiertoe geloof ik u zonder vlek bewaard
te hebben I
Voor het gerechtshof werd hem zijn priesterkleed uitgedaan, en
de bisschop Paganotti zegde hem: Ik scheid n af van de strijdende,
alsook van de zegepralende kerk. Van de strijdende kerk,
ja, antwoordde Savonarola; maar van de zëgepralende kerk, neeo;
daartoe hebt gij de macht niet. n Amen, hervatte de bisschop:
mocht God er u binnen leidon. n Hij bood hem den vollen aflaat,
dien Savonarola met dankbaarheid aannam.
Aan de wereldlijke ;macht overgeleverd, aanhoorden de drij
kloosterlingen de lezing van het vonnis dat hen ter dood veroor
deelde.
Savonarola overlaaddo zijn kruisbeeld met kussen, en zegde tot
degenen die hem omringden: Welhaast zult gij wonderen zien ge
beuren, die het klaar bewijs zullen zijn van de zaligheid onzer
zielen. Hij ging plaats nemen op den brandstapel, onder het bid
den van den Credo. Als hij boven gekomen was, keerde hij zich
om, ten einde een laatste blik te werpen op het Volk dat hij zoo
rechtzinnig bemind had. Niettegenstaande de hevigheid der pij
nen, wist hij toch al de kalmte zijner ziel te behouden, en het was
met de zoete namen van Jesus en Maria op de lippen, dat hij den
laatsten adem uitblies.
Zulkdanig waren het leven en de dood van Savonarola. Zy ver-
wezentlijkten wonderwel deze woorden, die de H. Franciscus
de Paula schreef op 13 Maart 1479: Hij zal benijd, gehaat,
onrechtveerdig beschuldigd worden bij den heiligen Vader, ter
dood veroordeeld door valsche getuigen en een vervalscht geding,
en eindelijk gehangen aan een galgenhont tusschen twee zijner
broeders.
Wie wij daar hebben, Trien uit Brabant!
Ja, Werkman, om u in 't pass'int den
goeden dag te wenscen, in den naam van al
ons Volk.
- Vansgeiijken, Trien, danke, ons greete-
nissen.
En'u 't ean enj't ander te vragen.
't' Is geeAae gedaan, Trien, zet u neèr en
laat hooren.
Zeg 'ne keer, als 't blieft... Meestert
Pastoor Kneipp nog
Zekerlijk, Trien, door zijn boeken en ge
schriften.
't Was, als ge nog in korrespondentie zijt
met dien braven Mr de Pastoor uit Beieren,
dat ons SophieKen Hoe oud is 't 4 Jaar,
dat 't kind zooveel afziet in zijn buiksken; w'hebben al veel remediën
gebruikt; niets en helpt eraan; 't kind wordt deirlijk, 't is verdrietig, 't
moet herpakken of we vreezen
Trien, ge zijt in uw geluk gekomen; ge ziet daar op tafel 't Is den
grooten boek van Pastoor Kneipp en justement ligt hij open op bi. 174
Kolieken en buikpijn der kinderen; luistert
n De kinderkes lijdeu dikwijls aan buikpijn; dit komt meerendeels in
den tijd dat hun eten te zwaar is, niet kan verteeren, of in de groote hitte,
dat hun drinken te koud is, 't eten te koud of' slecht gekookt, 't Buiksken der
kinderen is gespannen; ze zijn ongerust; hun asem gaat moeielijk en zelfs ge
beurt het dat zij ziek vallen. Ouders, wilt gij uw kinderen soulageeren, het
beste dat gij kunt doen, is eenen handdoek nat maken in water met een derde
azijn, (koud als de kinderen warm hebben, warm als de kinderkes beven van
de kou,) ge wintelt ze daarin van aan d'oksels tot aan de kniën voor een uur
of eeu uur eu half en ge legt ze iu hun beddekon, dat ze goed warm hebben.
Ordinaris oetert het aanstonds; zoo niet, herbegin dit 2 a 3 maal; ge kunt ook
4 a 5 keeren daags 'ne lepel gehoningd water geven of honing gekookt met
venkei... G'hebt dat wel verstaan, Trien
Ja ja, Werkman, maar om dat al t'ohthoudeiT,
'k Zal 't in de gazet zetten. Trien, in de gazet van dees week,
waarin Lars Vonved eindigt.
Ja Lars Vonved; dat was 't eerste als de pazet kwam, naar 't Ver
haal; Werkman, dat was schoon bij schoon; ons Mansvolk iprak van
niets anders.... En ik nad toch zulke compassie met die arm° sloor va»
zijn vrouw... Dat mensch heeft afgezien Eu bij ook, in zijn gevang
onder den prond Geen een gazet- heeft zulke verhalen.- En «1- »-?•
En dan zijn er no„- die De Werkman als een slech e gazet uitgeven..
Och ja, Trien, zie, ge ziet dien brief liggen; hij komt uit Oeot, van
een oude jonge Dóchter, die haar gazet niet wil betalen, omdat, schrijft
ze, de Heilige Kerk gesproken heeft en dat zij De Werkman niet meer
mogen lezen.
Do slawelle, den deugeniet, die dat durft schrijven!., 't Moet een
kwezel zijn die meint dat de Religie bestaat in te lezen dat haar tanden
vlassen,en in te kommeeren.en d'eer en de reputatie vandenErenmsnsch
te ste en gelijk zij hier doet, de krokkedilje.
Ja zekerlijk, Trien, en 'k zeg t volgende voor haar gouv, rne Als
ze rechtzinnig te biechte gaat, ze kan geen vergiffenis krijgen of ze moet
restitutie doen, de Christene Leering is formeel in dat punt... Wat mei-
nen ze wel
Sa, sa, sa, ge vindt toch rnenschen die met hun verstand van huis
zijn; ik versta dat van rijke wrokken; maar werkmenschen die tegen
hun eigeo bloed zijn Dat ze z oh liever in 't stroo steken en de wereld
bedanken... En wat gaat er nu volgen op Lars Fo fed
Wat er gaat volgen. Trien Een schets uit den tijd van Napoleon
den Eersten, ook met wondere gebeurtenissen, waarin eenieder profijtige
zedelessen zal v'nden En achterna, langs de kanten van den Winter....
Och hij nadert, 't is al ten 7 ure donker, 's avonds worat men bij
zonderlijk gewaar dat de Zomer pak en zak maakt.
Trien, 't is gelijk in den avond van ons leven. Tegen den Winter
oeginnea wij een Werkmans-verhaal uit dezen tijd, te Ninove gebeurd.
En wat ander nieuws, Werkman
Ge zult het in de gazet vinden. Trien.
Hoe is 't met den orlog in Amerika
Trien, de Vrede is zoo goed als geteekend.
Proficiatwat zullea de rnenschen daar ulij zijn! alles is er nu toch
verdestruweerd; dengrond omwoeld ge ijk na een eerdbeving; al de Boer-
kes plat gereneweerd...En d'arme saldotjes Spanje legt er zeker wreed
aan toe
Gelijk ge wel kunt denken, Trien; die onder ligt, moet het al beia
len Spanje is den Cuba kwijt, de schoonste perel der kroon; Porto-ELi,
kwijt, ook een eiland van onschatbare weerde, een Eiland zoo groot als
den Belgik;over de Philippienen zwijgt Amerika.
Maar 't Volk zal daar ook willsn vrij zijn
Gelijk ge zegt, Trien; de rnenschen zijn niet geschapen om aan den
band te liggen. Span e is onrechtveerdig geweest; al waren ol de boomen
galgen, de waarheid moet eruit; Spanje hoeft verdrukt en Spanje ligt met
schande tot in dengrond gebukt.. En hoe is 't op den Buiten, in Brabant?
Op den Buiten in Brabant Werkman De Boeren liggen er met
den korten asem. 't Is ongeloofelijk hoe er gebrek aan geld is... De Col
porteurs zullen 't u wel zeggen; elk moet het ondervinden. Den Oogst
staat schoon, maar w»it komt ervan En veel Paohten staan t'hoog.
Trien, hebt ge de Redevoering gelezen van Priester Daens in de
Kamer over 2jaar twee dagen achtervolgens heeft hij gesproken over
den Landbouw, te samen wel 3 ure om elk te overtuigen.
Och ja, Werkman, wij weten 't, elk weet het; maar wat zullen .-•'ij
zeggen Die voor 't Volk strijdt, moet het uitboeten; die groote .7eeren
zijn te koppig en willen blijven alleenheerschen.
Hoe is 't met d'Hop. Trien
Eiwel, soberkes; er komt een weinig geranksel aan; 't wc'r doet al
wat het kan, dio oude sukkeleS van 't weêr; maar 't was te ver gekexeen;
er komt nog gedurig zwert bij; d'Hop van de bosschen en van d'anmst-
landen is van dees j^ar de beste. Zoo is t met d Hop... En r- 'ij sveg
Hoevee'is't voor't advies Niets, Trien, geene eens; doe, v 4
goed werk tot intentie of wilt gij iets geven voor Charelke» --
of voor de Kapel van St Antonius te Ressegem