De Kamer Nieuwe Keus I WET Samenspraak Felix Walgraef. IIet Spaarzame Keukenboek 1 De Kieuwe Troost der Armen Handleiding met Uitlegging F E TP F? tl tfi Die zijn morgenduren verkwist, moet 's namiddags loopen en krijgt zijn werk niet gedaan. Zoo is 't dees jaar wederom gebeurd in de Kamer. In 't begin men heeft altijd tijd genoeg er zijn diskoer sen van 2 uren kijverijen die een heele zitting innemen en de belangrijkste zaken, het onderzoek der Budjetten moet roei-roef gaan, met zeven haasten en vliegende schietspoel. Dees jaar bijzonderlijk, dewijl door de kiezingen de zittijd zeer kort was, moesten op 14 dagen al de Begroo tingen onderzocht worden, in zittingen van 10 tot 12 en van 2 tol 6 uren. Men moest op den kivi staan, en bijna vechten om er eenige bemerkingen te kunnen tusschen lappen. Altijd was ik op mijnen post en heb getracht zoo veel mogelijk voor mijn Arrondissement en voor de werkende menigte te spreken. Onder andere den 26 April werd gehandeld over Bin- nenlandsche zaken en ik sprak alsvolgt Daens (in 't Vlaamsch). Mijne Heeren, in deze zaak, gelijk in vele andere acht ik mij verplicht eerst en vooral te spreken over de Hongerloonen die onze Bevolking fol teren. Door M. Verhaegen werd hier aan de werkende klas den raad gegeven te sparen, voor de Kas van Werke loosheid. Doch hoe is 't mogelijk te sparen, als men op Hongerloon staat en de Vrouw altijd te kort komt. Laat ons dus overal en gedurig de Hongerloonen bestrijden. Wat de Buurttrams aangaat op veel plaatsen o. a. langs Grimbergen; Meysse. Lennick zijn de rijtuigen vuil, zwart en smerig, winden en trokken komen erin de Be dienden hebben 12 a 14 uren dienst. M. Colaert, een der Gpperhoofden van de Buurttrams, zegt in 't Vlaamsch Nooit ontvangen wij klachten. M. Daens. Och, Mijnheer, ge staat te hoog, de Be dienden durven u niet aanspreken 't is daarom dat overal de werkende menigte hare eigene Vertegenwoor digers zou moeten hebben. De loon der Bedienden is be spottelijk, terwijl, daar gelijk elders, aan hooge Beambten vette jaarwedden worden gegeven. Die schandige toestand zou moeten eindigen. Heer Minister Helleputte, gij hebt den loon op 3 fr. fr. gebrachtgij gaat ook den loon der andere Bedienden verhoogen weldra zal het minimum vier franken zijn doe nu toch hetzelfde voor de Bedienden der Buurttrams. En de Verslaggever M. Colaert zal ook willen meê- helpen Om »lle hongerloonen in Rtaats- Onder wij» al te schallen. Hij zal bij M. Gendebien en bij M. Maenhout aan dringen om dees jaar nog de noodige kredieten te doen stemmen. M. Colaert. Ik vraag niets beter, gij weet het wel, heer Daens. M. Daens. Heer Colaert, als gij wilt, op een uur tijds alles is gedaan breng het voor, niemand zal er tegen zijn... Genoeg woorden, werken moeten er komen. Als dees jaar het Wetsontwerp voor de Hulponderwijzers niet gestemd wordt, zal men dan niet mogen zeggen dat gi] u vijandig aanstelt tegenover het Staats-onderwijs. van de 'meest gebruikelijke SPREEKWOORDEN VLAAMSCH EN ;FRANSCH Prijs 1 fr., franco 1,10, sten, hem sloeg met eene verfijnde barbaarsch- heid. Hetzij hij wilde gehoorzamen, hetzij hij eenig plan beraamde, Hector versnelde zijn gang, Janillet was gedwongen zich vast te hou den aan de manen van het paard, wilde hij niet vallen en Pierre wist niet, wat te denken van den zonderlingen draf van 't dier. Plotselings wendde het zich naar links, waar zich een reus achtige boom bevond, nam een aanloop, bukte het hoofd en verbrijzelde zijn schedel, terwijl het Janillet en diens makker op den straatweg smakte. De soldaat hield den knaap overeind. Hij had enkele nietsbeduidende letsels bekomen. Maar wat de knaap betreft, deze geyoelde aan den knie eene stekende pijn en het was hem bijna onmogelijk verder te gaan. De soldaat klemde den jongen in zijne armen. Keer naar het dorp terug, zeide hij, en laat niemand weten, wat er is voorgevallen. Hector was op de weide, men zal gelooven, dat hij ontsnapt is, ik zal de schade vergoeden zoodra ik kan. Ga naar mijne moeder en zeg haar, dat de kracht mij ontbrak haar te beken nen, dat ik dienzelfden avond moest vertrekken. Later zal zij weten, hoezeer ik haar beminde. Janillet begaf zich op den weg terug naar 't dorp, terwijl de soldaat zijne schreden richtte naar de stad. Hij kwam slechts struikelend vooruit, terwijl hij voortdurend smartkreten uitstootte, eene pijniging doorstond, waarvan niemand zich een denkbeeld kan vormen en hoe langer hoe meer ontstelde naarmate helderder werd. Twintig malen was hij genoodzaakt langs den weg te gaan rusten en te wachten tot de hevige pijn weer voor korten tijd eenigszins verminderd was. Hij stond op om zich weer voort te slepen; maar uitgeput door 't lijden, verloor hij ten halve, gedurende een dier gedwongen halten, het bewustzijn en toen hij weer bijkwam, oor deelde hij aan den stand der zon, dat het reeds op den middag was. Zou hij toch nog naar de kazerne terugkeeren? Bijt Sterfbed eens Rijken Daar ligt hij, de smachthals, geknakt als een riet, Ontzield en ontademdZijn rijkdom verliet Hem aan d'ingang van 't landschap der dooden... Zijn geld, hier op aarde zijn opperste goed, Gaf hem geen vaarwel of't en sprak hem geen moed In het herte, toen hij werd ontboden.? Miljoenen Miljoenen I uw heer is in nood I Doch neen, ik vergis mij, uw dienaar is dood 1 j Gaat en stelt u te weer tot zijn voordeel Gaat, pleit zijne zaak voer de vierschaar van God, En doet daar zooveel en verdedigt hem tot j Het hem gunstig verga in Gods oordeel. Welaan dan, op u heeft hij immer betrouwd, Met u was hij wijs en verstandig en stout, En zoo deed hij 't onbuigbaarste buigen En 't kromme werd recht en het reehte werd krom; De man was zoo rijk, was zoo rijk en daarom Moest eenieder hem eerbied betuigen Maar vruchtloos is 't hopen op stoffelijk goed, Wanneer men zijne intrede in de eeuwigheid doet, W ant daar zijn 't maar de deugden die tellen Die houdt men daar enkei voor goed en voor schoon s En daarom vermogen ze eene eeuwige kroon Op het hoofd van den stervling te stellen. Wie dan op deze aarde den rijkdom geniet, Hij wete dat God hem het weldoen gebiedt, Ofdoor 't oog eener naaide geen kemel 1 En, wie onvermogend zijn dagen doorleeft, Die denke dat hij ook geen vracht op zich heeft Die zal hindren bij 't gaan in den Hemel. Opdorp, 1882. Te bekomeu in ons Bureel Maria ran Brabant Wonderschoon historiek dramatiek Verhaal 0,40 De Boeren van Ooien boertige en kluchtige geschiedenis. 1,25 SCHOONE HISTORIE VAN FORTXJN" A.TTJS BORZE en zijn Wenschhoedeken. Derde uitgave. 0,75 Geschiedenis van ROBRECHT DEN DUIVEL 5 Hertog van Normandië. 0,70 j Geschiedenis van het GEBOCHELD TVTA "KTTsTT^T-C T^T<r f en van de zes broeders van den Barbier. 0,50 Wonder Leven van Cartouche Hoofdkapitein van eene groote bende Beurzensnijders, GauwdievEn en Moordenaars, Opnieuw verbeterd en i vermeerderd met het boeiend verhaalDe laatste dag t van Cartouche. o,75 Om Fransch te leeren i zonder Meester 1 schrijven en uitspraak, door A. Yervarcke. Eerste deel voor beginnelingen 26 en 3e deel voor meer gevorderde. 3,50 Huishouding en Landbouw of Raadgevingen en Voorschriften door Rector Van den Bosch. 1,50 Gaston Blankaert of de eerste Binders. Romantieke Verhalen uit de voor gaande Eeuw, door Silvain Van der Gucht. 1,50 Handboek voor Lijdenden of genezing zonder Geneesheer, door Rector Van den Bosch. Elfde vermeerderde uitgave. 1,50 CALLEWAERT'S Woordenboek (Dictionnaire), zeer nuttig voor elk, 6,00 door CAUDERLIER. 4,00 KEUKENBOEK door Cauderlier 10* utgave bevattende de gebakken met Mondamin ver vaardigd. 1,00 l GEBAKKEN EN CONFITUREN 2,00 i Beproefde voorschriften 1 voor het vervaardigen van warme en koude Bowl's 1 en van eenige warme en koude Dranken 1,00 PRACTISCH KEUKENBOEKJE voor Werkman en Burger, door Me Goemans-Buys. 0,50 Belgische Negociant of tafel van rekeningen,zeer dienstig voor Koopmans, Winkeliers, enz. 1,50 i De Kabinet-Secretaris allernuttigste boek voor elk 1,00 of onwaardeerbare sclint va: licht'-e scuve:cineremcdiëi tegen verscheidene Ziekten, den. Gezwollen on au- derc kwalen van 't monschelijk Ik-ii.uni 1i'1'" druk ver- i moerdord met ren Bijvoegsel en ct-mg Hemediën voor i Paarden on Hoornbeesten. prijs 0,50. i aangaande beslissingen die kunnen genomen worden door heeren Burgemeesters, Schepenen, Gemeenteraadsleden, Becretarisseu, Gemeente-Ontvangers, Veldwachters, Po lieie, Axhj-4 Kerkraden; door Thom. Lathouwers. *r" priw 1,50 op'de Groote Markt van Aalst, Zondag voornoen. Jan. Sis, jongen, 't wordt heet Sis. Jan, Vriend, ik bezie ons oud Stadhuis. Jan. Eer. fel monument, Sis, met 't koperen venjel, de twee Graven van Aalst. Sis. En den bol die 't weêr voorzegt; ze zeggen, Jan, dat hetrareteit is. Jan. Sis, de klein Saldotjes spelen schoon Sis. Z'halen er eer af Jan. Spijtig Sis, met die flakke zon ze, de Merkt is als een kerkhof het wei nig Volk dat er is, moet langs 't Pavil joen of Craeckersen hoek. Sis. Jan, wat peist ge daarvan Dat er Boomen, schoon hooge Boomen, met veel lommerte op ons Groote Markt. Jan.'t Zou niet misstaan, Sis, voor de kramen moeten z'het niet laten. Sis. De Marktdagen zijn zoo goed als dood, Jan. Jan. D'ontvar.gsten, Sis, zijn kleinmaar de Woesten van Aalst schrikken en beven van 't groen, Sis. Gelijk den duivel van 't wijwater. Jan. - De preuven zijn er, Sis, aan den Cerkel Catholiek d'herstelling komt niet uit de blaffeturen zouden moeten in 't groen geverfd zijn. Sis. En ze willen dat niet Jan. Voorde dood niet, zeggen ze, liever rood.. Sis. Jan, ik zeg dat de Saldotjes schoon spelen. Jan. Die andeis sproken, liegen. Maar sprekende van de groen kleur. Sis O groene Vlag, de kleur der Weide. Jan. Ge moet dat ook al g'hoord hebben, Sis, een groot deel der Katholieke Partij en 't beste deel vraagt dat de Groene Vlag zou omhoog gesteken worden. Sis. De Groene Vlag omhoog gesteken Jan. Ze zien Sis, dat het de eenigste redding is hoe dikwijls lezen wij niet in de gazetten Aan 't Volk komt de macht Sis. Jan, meer dan eens heb ik Pastoor Daens hooren uitroepen. Jan. Met zijn zoete schoone stem, Sis. Sis. Wat riep hij uit, Jan Wij zijn in de Volks eeuw, de Eeuw van 't Werkende Volk Jan. Welnu, Sis, de ware Katholieken zien dat zij in 1893 en 94 misdaan hebben met de Kristene Volks partij te verstooten en te bevechten. Sis. 't Berouw komt altijd na de zonde, Jan. Jan. En die soort van Katholieken vragen de verzoening. En 't is daarop dat de Liberalen en Socia listen al begonnen uit te roepen De Democraten zijn verkocht aan de Katholieken Sis. En wat zeggen de Demokraten daarop Jan.Sis, ge moet het Land lezen en de Vrije Klok van vandaag; ze zeggen ten eersten, al zijn wij arm, wij zijn niet te koop VOOR NIEMAND. Sis. Bravo, Jan, EERLIJK EN VRIJ. Jan. Ten tweeden, 't staat in de gazetten, ge moet het lezen ten tweeden, de eenigste Verzoening mogelijk is dat de Katholieken ons vrij laten werken en ophouden ons te bevechten met den Godsdienst... Ja, ze gaan hun leste stuk spelen. Sis. Jan, Muziek is toch schoon en onzen Donsj staat daar ook, hij gaat daar op de plaats waar hij over eenige jaren gepakt werd en in den bak gesteken. Jan. In 't Salon-Pierre en nu in de Kamer. Sis. Den Denjerboei nijder knerseletanden. Jan. Dat kunt gedenken, Sis eere rijdt, waar nijd krijt.. Ge ziet onzen Donsj daar gaan met wer kende Vrienden Sis. Fierheid kent hij niet. Jan. Arm en Rijk, 't is hem al gelijk hij drukt nog liever d'hand van eenen Arbeider dan van 'ne Mi nister Presantant of Senateur en zit zoo geerne in derde klas bij de Reizende Werklieden, Sis. Zijn beste Vrienden Jan. Als ;in Luks ot Réservé Sis. Dat noem ik Volksvertgenwoordiger zijn. Jan. En omdat hij d'Eer niet achterna loopt, Sis, ze komt hem te gemoed Sis. Jan, ik zag hem daar op snee voorbijgaanme dunkt me, al wordt hij oud van jaren Jan. Sis, vriend, lang leven en niet oud worden, die Kunst nog niet uitgevondeu is Sis. Anders hij ziet er goed uitgenezen Jan. Settadire, Kameraad, genezen en niet gene zen en toch genezen hij zat op den Omnibus naar 't Kerkhof nevens den Keunink van Engeland Sis. Die dood is en begraven Jan. Terwijl onzen Donsj gesalveerd is, ik weet het van goed paart, maar hij moet, stjernibliksem, hij moet hem uit 't gewoel houden, rust nemen, kloekte, veel wandelen, een stoksken in d'hand, de frisse locht hebben, Sis en niet veel lezen of schrijven, iets dat dat hem zeer lastig valt. Sis. Hij moet oppassen, absoluut; want moesten wij hem kwijt zijn, Jan 1 Jan Jan. Kalmeert u, Sis, het zal hem gezegd.. Maar vooraleer naar onzen Tabeldot te loopen, Sis, iemand van mijn Vrienden is op ons Gemeentehuis geweest, en verzekerde mij dat het daar afgrijslijk en stinkende vuil is.. Ze zullen toch zeker doen verwen en witten voor Kerremis-Oiistj

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1910 | | pagina 3