©sus Kinderhoekje De Blauwe Lamp *§r DE TUINMAN Kampeeren Wie is Adamson? Rebus HET ALCEMEEN NIEUWS WOENSDAG 29 MEI Moe, hebt ge voor mij een laken 'k Wou zoo gaarn een tentje maken, En dan boven op den top Plant ik hoog de vlag erop. Moeder gaat op zolder zoeken Achter linnen, laken, doeken Koorden, hamer en nog meer Voor het tentje van meneer. En nu spant en spijkert 't ventje In de zon aan 't witte tentje. En na een uurtje op en top Hijscht hij de vlag erop. Moeder brengt hem wat te smullen Nu kan 't vente z'n buikje vullen, Want 't vele werken aan de tent Is ons kleine ventje niet gewend. En als de zon is aan het dalen Komt zijn moeke 't ventje halen 't Wordt nu tijd naar bed te gaan Om morgen weer vroeg op te staan. (Plaatje om te vergrooten en te kleuren) ben we immers Er was eens een soldaat die den koning lang en trouw gediend had, doch zoo vaak gewond was, dat hij niet meer kon vechten. De koning zond hem daarom weg, met de woorden dat hij nu geen nut meer van hem trok, en hij geen man kon betalen die zijn werk niet kon verrichten. De soldaat wist niet, wat hij beginnen zou, en liep treurig rond, tot hij tegen den avond bij een bosch kwam. Toen het donker werd, zag hij een licht; daarheen richtte hij zijn schreden, en hij bemerkte dat het 't huis van een toovenares was. De toovenares beloofde hem een onderko men. als hij den volgenden morgen haar tuin wilde omspitten. De soldaat stemde hierin toe, en den volgenden dag werkte hij met vlijt, doch hij was nog niet klaar toen de avond viel. c Ik zie. dal gij vandaag niets meer doen kunt zeide de toovenares. Gij kunt hier dezen nacht, weer blijven, dan moet gij mor gen een last hout kloven. Ook hieraan had de soldaat den geheelen dag werk, en de toovenares zeide, dat hij het beste zou doen, maar weer den nacht over te blijven. Morgen zult gij maar weinig te doen hebben. Achter mijn huis is een ledige put. Mijn licht is daarin gevallen, een blauwe lamp, die nimmer uitgaat. Gij moet ze voor mij uit den put halen Den volgenden dag liet de oude vrouw hem in een emmer in den put neer. Hij vond de blauwe lamp; zij trok hem weer op. en toen hij bijna boven was wilde zij de lamp van hem aannemen Neen zeide hij, ik moet eerst mijn voeten weer op den vasten grond hebben Toen werd de tooveres woedend, liet hem in den put vallen, en liep weg I De arme soldaat bezeerde zich niet, en de blauwe lamp brandde door. In de meening dat rooken het eenigste genoegen was, dat hij zich in dit onderaardsche zou kunnen gunnen, haalde hij zijn pijp te voorschijn, en stak die op aan de blauwe lamp. Toen de rook omhoog kringelde, stond een kleine donkerharige man voor hem, en sprak c Mijnheer, wat beveelt u Wat zou ik te bevelen hebben vroeg de soldaat verwonderd. «Ik moet alles doen wat u zegt zeide de kleine man. Help me dan eerst uit den put zeide de soldaat. De klei ne man voerde hem een onderaardsche gang langs, doch vergat niet, vooraf de blauwe lamp mee te nemen. Onderweg toonde hij den soldaat de schatten die de toovenares daar verborgen had, en onze vriend nam daarvan zooveel goud mede als hij dragen kon. Toen ze uit den put waren, zond hij den kleinen man uit om de toovenares te halen en op te hangen. Dit bevel werd on middellijk uitgevoerd. De soldaat had toen voor 't oogenblik niet meer voor den kleinen man te doen, daarom ging deze weg met de woorden Gij hebt slechts uw pijp op te steken aan de blauwe lamp, dan ben ik dadelijk bij u. De soldaat ging naar de stad vanwaar hij gekomen was, nam logies in de beste herberg en bestelde kostbare kleederen. Den herber gier verzocht hij, een kamer voor hem te meubileeren, zoo fraai mogelijk. Daarna riep hij den kleinen man, en deelde hem mede dat hij zich wreken wilde op den koning, omdat deze hem zoo zonder eenig medelijden had ontslagen. Laat in den avond, als zijn dochter te bed gegaan is, moet gij deze hier brengen, dan zal zij mijne dienstbode zijn»., sprak hij tot den kleinen man. De kleine man zeide Dat gaat gemakkelijk, wat mij betreft, maar voor u is het gevaarlijk, want als het ontdekt wordt, zal het u slecht ver gaan. Toen het twaalf uur sloeg, vloog de deur open, en de kleine man bracht de prin ses. c Aha zeide de soldaat. Daar is zeNeem den bezem, en veeg den vloer aan Toen de prinses dit gedaan had, liet de soldaat haar zijn laarzen uittrekken, en wierp ze haar in 't gezicht. Zij moest ze opnemen en schoonmaken en poetsen. Bij het eerste hanengekraai bracht de kleine man haar in haar bed in het paleis terug. Den volgenden morgen vertelde de prinses haren vader den wonderbaren droom dien zij had gehad- Zij was, zeide zij, naar de kamer van een soldaat gebracht; daar had hij haar genoodzaakt, de kamer aan te ve gen en zijn laarzen te poetsen. Het was maar een droomzeide zij, En toch ben ik zoo moe, alsof ik het wer kelijk gedaan had Het is mogelijk, dat het werkelijk ge beurd is zeide de koning. Vul uw zak met erwten, maak er een klein gaatje in en als gij weer gehaald wordt, zullen de erwten er uit vallen, en het ons mogelijk maken om u te volgen Maar de kleine man stond- in de nabijheid, en hoorde alles. Hij strooide de erwten uit in alle straten. Andermaal moest de prinses tot het eerste hanengekraai meidenwerk doen. Den volgenden morgen zond de koning zijn volk uit, om het door de erwten gemaakte spoor na te gaan, doch te vergeefs, want de arme kinderen hadden ze alle opgeraapt. Het heeft vannacht erwten geregend zei den ze. Wij moeten iets anders bedenken zei de de koning. Houdt uw schoenen aan, als ge naar bed gaat, en verberg er een van, voor ge 's moigens teruggebracht wordt. Dien zal ik spoedig vinden. De kleine man hoorde weer alles, en tracht te den soldaat over te halen, om de prinses dien nacht ongemoeid te laten. Doe wat ik zeg zeide de soldaat, en zoo deed de prinses den derden nacht dienst- bodenwerk. Doch voor zij teruggebracht werd, verborg zij een harer schoenen onder het bed. Den volgenden morgen zond de koning zijn dienaren in alle richtingen om den schoen van zijn dochter te zoeken. Deze werd ge vonden in de kamer van den soldaat en onze vriend werd in de gevangenis geworpen, zon der de blauwe lamp en zonder zijn goud, be halve twee kleine geldstukken, die hij in zijn zak had. Maar hij haalde voor een dier geld stukken een kameraad over, om de blauwe lamp voor hem te halen. Vervolgens stak hij zijn pijp op en de kleine man verscheen. Vrees niets zeide hij. Ga, waar zij u brengen, maar zorg er voor, dat gij steeds de blauwe lamp bij u hebt Den volgenden dag werd de soldaat ter dood veroordeeld, en toen hij weggeleid werd om zijn vonnis te ondergaan, vroeg hij den koning als een laatste genot, om een pijp te mogen rooken. Gij kunt er drie rooken zeide de ko ning, maar geloof niet, dat ik u het leven zal schenken Hij stak dus zijn pijp op. en nauwelijks waren er twee kringetjes rook opgestegen, of de kleine man was er, met een stok in zijne hand. Sla neer de valsche rechters en hunne dienaren zeide de soldaat, en spaart den koning niet. die mij zoo slecht behandelde Toen sloeg de kleine man van den een naar den ander, en ieder dien hij raakte met zijn stok, viel neer. De koning redde alleen zijn leven door den soldaat zijn koninkrijk te geven, en zijn dochter tot vrouw. De te gebruiken kleuren lucht hemelsblauw wolken wit laten huis zacht rood dak hel rood haag donker groen grond waarop de tuinman staat licht bruin grond waarop de bloemen staan: licht groen bloemen rood en geel met gelen en witten knop, blaadjes donker groen tuinman donker blauwe muts met witte strepen, licht roos gezicht, wit-geel hemd, zwarte broek, oranje pantoffels met witte kwastjes schop t bruine steel, wit-gele schop knaapje wit-geel hoedje, roos gezioht, licht rood frakje. Kent u nog een dag- of weekblad dat geen regelmatige rubriek van humoristische tee- keningen er op nahoudt? Ik geloof dat het haast een gewoonte geworden is die zoowat over de gansche wereld verspreid is en dat het meerendeel der lezers het eerst aan deze rubliek hunne aandacht schenken. Ja, het is zelfs een gewoonte geworden, waaraan het grootste deel der intellectuee- len verslaafd is en waar ze zich eigenlijk voor geneeren. alhoewel ze er stilletjes veel voldoening en afleiding aan beleven. De kunst om ie mand te doen lachen is veel moeilijker dan die om iemand aan 't weenen te brengen. In dezen ellendi- gen tijd heb- behoefte aan opbeuring. En hier wil ik JBWF) openlijk hulde LJ7/_ brengen aan de humoristi sche teeke naars,, de kunstenaars van den troost. Een van die kunstenaars is wel O. Jacob- sen, het meest bekend door zijn beroemd ty pe Adamson Er is misschien geen man in de wereld die zoo populair geworden is in korten tijd, als deze meneer Adamson. Hij is geboren in Zweden onder de hand van den zeer jongen teekenaar O Jacobsen. In enkele jaren is Adamson beroemd ge worden in Zweden, Denemarken, Düitsch- land, Amerika... feitelijk in heel de wereld. Omdat de teekenaar zoo goed teekende Toch niet I Veel meer omdat Adamson in gansch de wereld gevonden wordt en men hem iederen dag ziet rondloopen. HIJ is een internationaal type en tevens zoo menschelijk dat elkeen hem begrijpt. Hij is eigenlijk zoo oud als de wereld en ook zoo dom en zoo droevig en zoo vroolijk als alle menschen in de wereld. Iedereen lacht met hem. Juist omdat hij zoo menschelijk doen kan. BEDELAARSKOMMERCE Menheere, hebt gs geen sulferke voor mij? Neen, 'k en hebbe geenc. Hewel, Mijnheere, koop er een doozeke aan mij, 't zijn goé, wee-je GEZONDE REDENS Kerel, zei baas Wagemakers tegen zijne neve, die bij hem de stiel aanleerde, ge komt een halve ure te laten op het werk; ge zijt uwen beloofden opslag kwijt Jongen, voor dees weke. Hé, jamaar nonkele, zei Wiet je, 'k hé van al de trappen gevallen t'huis Zijn datde wel redens, zei baas Wage- makers. moet datde een halve urei duren I... Drukkerij N. V. PERIODICA 127, Em. Jacqmainlaan, Brussel Zl« oplossing volgende week.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 8