DE VLUCHT BËRIC H T E N Thans weer huiswaarts Hoe de Duitschers door den stalen muur aan den Dender kwamen Mutaties in het Engelsche leger DE TELEVISIE IN DIENST DER GENEESKUNDE WI BERICHT Belangrijk bericht Aan mijn Medeburgers Zeer belangrijk bericht BERICHT De Hollandsche padvinders .als postboden B HET ALGEMEEN NIEUWS» DONDERDAG 30 MEI 1940. Wij hebben een vlucht gezien van men- schen, die maar immer verder wilden De Vlaanders in Naar Frankrijk toe Een drie voudige vlucht naar het onbekende. Den eer sten dag zagen wij de zwaar geladen luxe auto's voorbijsnorren. Een ganschen dag, tot diep in den nachtVroeger reden ze naar de kust. En nu Den tweeden dag zagen wij gansche slierten fietsers, jonge mannen van 16 tot 35 jaar. Het is kurieus hoe jong iemand van 16 er kan uitzien, maar ook hoe oud iemand van... boven de 35. En eindelijk den derden dag... toen kwam de mizerie de menschen te voet, de echte vlucht 1 De men schen in de luxe-auto's en op de fietsen wa ren gejaagd. Deze menschen echter waren kalm, stoer. mag komen wat wil Moeten wij U beschrijven de gansche litanie van de zonderlinge vluchtelingen De jonge man, die zijn stokoude moeder vanvoor op den mannenfiets voorzichtigjes verder voerde. De twee boeren, geburen ginder ergens aan het Albert-kanaal, die met have en goed op de vlucht gingen vrouw en talrijke kinderen op twee zware disselwagens; achteraan loopt er nog een veulentje mee. Een huishouden van tien menschen, allen per fiets en dezen voortduwend, geladen met uitballende pak ken. Een krakend karretje, met een ezeltje bespannen dat een vlugstappend paard tracht bij te houden; een mooi meisje uit de Kem pen lacht eens meewarig naar de knikkende menschen. En de jonge moeder, die haar zevende kindje baarde op den wagen, in brandende zon; gedienstige nonnetjes hebben haar in hun klooster verzorgd en ze kent de grootheid van haar geluk niet meer. En Brus sel op de vluchtpapa. mama en kleine ga min. Het is toch spijtig voor mijn twee hondjes i zegt mama, en ja„ tusschen pak ken en kistes, piepen twee smoelementjes u erbarmelijk tegen. Moeten wij nog verder gaan Neen, allen zijn menschen ontworteld uit hun geboortegrond boer en arbeider, vrou wen en kinderen Ze jammeren niet, ze kla gen niet. Hun oogen staan diep. stoer... naar een onzekere toekomst. Wij hebben de menschen vol liefde voor een nacht in onze huizen opgenomen de jonge moeder met de vele kinderen, een ge brekkige oude man ir zijn krankenwagentje, de oude grijze pastoor, die maar voortdurend schreide, de verschrikte oude veldwachter die onderweg zijn wapens had weggeworpen, jonge kerels uit ons Kempen land met een deken en een gasmasker, moeder-overste en drie, vier jonge benauwde nonnetjes, die meer hadden meegesleurd dan ze dragen konden, een groote loebas van een verdwaalden hond, die aan onze deur stond te janken en maar niet weg wilde. Wij hebben melk gegeven voor de kleintjes, emmers koffie gemaakt, van den zolder tot den kelder slaapgelegenheden gefantaseerd, hier getroost, daar een vroolijk woord ge zegd en soms zelf een traan in onze eigen oogen gevoeld Toen kwamen de dagen van verschrikking ook over ons. Wie is er niet gevlucht Mijn gebuur was weer gekomen en hij vertelde dat hij een parochie verder een pakje tabak gaan koopen was. (Om niet te moeten zeg gen dat hij gevlucht was). In mijn familie waren ze met geheel het huishouden weg. Waarom Omdat Jan en Mie en Jef en Ka- trien ook vluchtte. Mijn oude gebuur wilde niet weg. voor geen geld van de wereld c Ik ben hier gewonnen en geboren, en ik wii ook hier sterven I zei hij Twijfelaars stonden in beraad. Die het beredeneerden bleven, de anderen sloegen wild. benauwd op de vlucht, maar werden een paar dagen daarna toch inge haald door de bezetting en moesten terug. Anderen reden een paar uren verder, om den vorm misschien en kwamen weer. Wie heeft er niet getwijfeld Wie van onze moedige mannen heeft niet enkele ston den, enkele uren schrik, ja paniekstemming gekend Ze zijn raar. En ook die dagen gingen voor ons voor bij met verschrikkingen voor bombardemen ten en bezetting. Onze eigen vrouwen en kinderen moesten we kalmeeren en onder- tusschen zelf kalm blijven. Stilaan schoof de donkere wolk voorbij. We zagen plots Duit- sche soldaten. Het geschut liep verder. Wij konden weer voor 't eerst eens even herade men. Moesten we niet meer moed hebben om te blijven dan te vluchten l Toen zette de vierde vlucht in, of beter <$z terugtocht wegen lang afgematte fietsefs, menschen te voet op pantoffels (de schoe nen hadden hun bloed al gedronken), boe ren met kar en paard, vrouw en kinderen hebben wij niet gezegd dat hun kroost onder wegen vergroot was I En moeten wij de fantastische verhalen weer opdisschen, van al wat die vluchtelin gen meegemaakt, gezien en niet gezien had den, wat ze zelf hadden hooren zeggen. Dat is de terugtocht 1 De Brusselaar zweert bij hoog en bij laag dat hij voortaan zijn Mie nooit meer verlaat, Afgeluëpen, ik zie den Palais de Justice en men Mie, en nou goon w' er nen demi-geuze oppakken En vraagt nu wien ge wilt, ze komen van Bo- logne of Arras of Calais en meestal van Abbeville. Ook mijne gebuur is tot in Abbeville ge sukkeld, gevlucht om nen niet Is 't waar dat ge ginder in Frankrijk 50 fr. voor een brood moest betalen Ik persoonlijk heb dat niet ondervonden, men heeft mij dat echter wel verteld. En hebt ge dooden gezien? De menschen vertellen van duizenden lijken, opgesta peld... Ja, ja, ik heb ook dooden gezien. Ik heb er zelf moeten helpen begraven. Maar de menschen overdrijven natuurlijk hier ook weer. En wat peinsder van, jong? Mijn gedacht is, dat ik een groote stom- meteit gedaan heb door op de vlucht te slaan. Ik was niet verplicht van weg te gaan ik heb me laten meeslepen. Hoe dat dit ge komen is, kan ik zelf bijna niet zeggen. De menschen laten zich vangen door geburen- praat, door allerlei geruchten, door schrik beelden en op een zeker moment schiet de schrik in uw lijf en ge zijt weg. Niks aan te doen. De paniek grijpt u aan en ge wordt een kuddemensch. En zoo zijn we van de klavers in de biezen terechtgekomen. Nu echter ben ik kontent weer thuis te zijn aan mijn werk. De rest laten we in Gods han den! Zoo spreken duizenden die weer met een zucht van verlichting de geboortestreek be reiken. Ze vergeten al het leed dat ze op 8 dagen aan den lijve hebben ondervonden en bij anderen hebben gezien. Deze vlucht van acht dagen brengt ons looperkensmaandag van 1914 in 't ge heugen. We zien: de geschiedenis herhaalt zich. Wij hopen met al onze lezers en met gansch ons diep beproefd volk dat iedere vluchteling en iedere soldaat weldra weer thuis moge komen, om opnieuw met taaien Vlaamschen moed op te bouwen wat oorlogs tuig heeft neergehaald, om opnieuw al onze volksche krachten te wijden aan de ont plooiing van onze persoonlijkheid, door ar beid en volksche eendracht, ten bate van gansch ons dierbaar Vlaamsche volk. De voornaamste toegangswegen tot de bruggen aan den Dender waren afgesloten met een stalen muur van 3 meter hoog Om daarover te komen moesten de Duitschers er over klimmen, aangezien rechts en links zware versperringen waren aangelegd, die een omsingeling onmogelijk maakten. Bij de pogingen om over dezen muur te klimmen bleek alras hoe degelijk deze versperring was aangebracht. Ieder die zich maar een luttel oogenblik vóór den mimr vertoonde werd door het Belgisch machingeweervuur weggemaaid. Wat te doen om er over te komen vroegen zich de Duitschers af. Men kwam tot het besluit dat de muur moest opgeblazen worden. Een groep verkenners waagde rich op klaarlichten dag zeer voorzichtig op den weg. Niettegenstaande zij geweldig onder vuur lagen, slaagden zij er in een 6 kilogram springstof tegen den muur aan te brengen. Spoedig volgde een geweldige ontploffing en de stalen muur bestond niet meer. Meer zuidelijk werd een soortgelijke muur op ongeveer dezelfde wijze vernietigd. Hier werd tevens oostwaarts van de versterkings linie een bruggenhoofd geslagen Nu kon de buitengewoon belangrijke weg naar Aalst door de Duitsche troepen voor oen opmarsch aangewend worden. Kopenhagen. 27 Mei. Volg" as Reuter is het hoofd van de Brit- sche Staf Generaal Ironside, benoemd tot Opperbevelvoerder van de eigen landsverde diging. Generaal Dill werd benoemd tot hoofd van het Algemeen Britsch Hoofdkwar tier. Reuter meldt verder dat Generaal Sir Walter Kirke, de tegenwoordige Opperbevel voerder der eigen landsverdediging op rust zou gesteld zijn. In welingelichte Londen- sche kringen verklaart men dat deze muta- tie's het gevolg zijr van de ontwikkeling der militairen oestand en de noodzakelijk heid zou zijn opgedrongen de verdediging van Groot-Brittannië tegen een mogelijken Inval in de sterkst mogelijke handen te leg gen. BEGRIJPELIJKE JALOEZIE Madam, zei Fiertje, door de deurspie te al de klinke nog vasthoudende, juffrouw Ger- maine ls daar met de rekeninge. Goed. zei Madam, breng ze bij Mijn- heere. De juffrouwe vroeg Fiertje. Bah neen. gie stomme geete, snauwde Madam, de rekeninge I Met vereende krachten. .(Die Woche). We zien hier hoe ver het reeds staat met de toepassing der televisie in zake geneeskunde. Het apparaat, dat electrisch in werking gebracht wordt, is gehecht boven de operatietafel in een groot hospitaal te New York, waar een heelkundige bewerking toegepast wordt. Het is aldus voor de eerste maal dat studenten en dokters, die nagenoeg op ioo meter afstand van de operatietafel vertoeven, de heelkundige bewerking tot in de puntjes kunnen volgen. Er wordt aan de bevolking van Brussel en omliggende gemeld dat de rantsoeneering, die voor zekere hoogstnoodzakelijke waren ingericht werd. toegepast blijft. De kleinhandelaars worden verzocht geen enkele gerantsoeneerde koopwaar aan de be volking te verkoopen zonder de noodige ze gels op te eischen. Brussel, den 20 Mei 1940. De Burgemeesters van Brussel en omgeving. Op bevel der Kommandatuur moeten al de reisduiven vóór Woensdag. 29 dezer, om 12 uur, door hunne eigenaars op de Politie commissariaten hunner verblijfplaats ge bracht worden. De overtreders zullen streng gestraft wor den. Brussel den 29 Mei 1940. De eigenaars dezer duiven moeten voeder medebrengen voor 12 tot 24 uur. Er werd bestatigd dat. niettegenstaande mijne dringende uitnoodigingen, de drank gelegenheden niet gesloten zijn te 22 uur (nieuwe tijd) en dat dranken geschonken worden in niet verlichte lokalen. Om alle moeilijkheden te vermijden ver zoek ik nogmaals de drankslijters zich aan het gegeven order te wilen schikken. Ik herinner er nogmaals aan dat alle ver keer op den openbaren weg verboden is van af 22 uur (nieuwe tijd). Brussel, den 21 Mei 1940. De Burgemeester, F. J. VAN DE MEÜLEBBROECK De Duitsche Overheid beweert dat ge schoten werd op een harer soldaten. Zij ver onderstelt dat deze daad te wijten is aan een geallieerd militair die. drager van zijn wapens, naar zijn haardstede is teruggekeerd. Indien feiten van dezen aard zich nog mochten voordoen dan zou de Duitsche Mili taire Overheid de strengste maatregelen treffen, niet alleen ten opzichte der schul digen, maar tevens tegenover de bevolking. Zij heeft het voornemen gijzelaars op te eischen en de deportatie der mannen van 18 tot 45 jaar uit te vaardigen. Ieder militair der geallieerde legers is ver plicht zijn wapens af te geven en zich aan te melden op het Politiecommissariaat zijner verblijfplaats. Ik verzoek mijne medeburgers, in gelijk welke omstandigheid, eene onberispelijke houding aan te nemen en zich zelf of ande ren niet bloot te stellen door onbezonnen ge baren of daden, aan harde beproevingen welke ik van hen zoek af te keeren. Brussel, 18 Mei 1940. De Burgemeester, F. J. VAN DE MEULEBROECK Ik heb de eer aan de bevolking kennis te geven van het volgend besluit: MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID Algemeen Secretariaat De i 1 Secretaris-generaal. Gelet op het Koninklijk Besluit van 10 Mei 1940, houdende overdracht van de toepassing van het Koninklijk Besluit van 1 Mei 1939, betreffende het Ministerie van Ravitaillee ring, van het Ministerie van Economische Zaken, Middenstand, en Ravitailleering naar het Ministerie van Volksgezondheid. Gelet op het Ministerieel Besluit van 10 Mei 1940, waarbij de rantsoeneering wordt voorgeschreven, en inzonderheid op artikel 3, waarbij het dagelijksch rantsoen verkrijg baar tegen een zegel nummer 1, op 450 gram brood of 375 gram meel vastgesteld werd; Overwegende dat de huidige toestand der bevoorrading een vermindering dezer rant- doenen noodzakelijk maakt en dat. dienten gevolge. bovenvermeld Ministerieel besluit op passende wijze dient gewijzigd. BESLUIT; ARTIKEL EEN. De eerste paragraaf van artikel van het Ministerieel besluit van 10 Mei 1940 wordt gewijzigd als volgt: Art. 3 De zegel nr 1 geeft recht op een dagelijksch rantsoen van 300 gram brood of op 225 gram meel. 3 zegels nr 1 geven recht op 900 gram brood of op 675 gram meel. Art 2. Dit besluit wordt van kracht op 1 Juni 1940. Brussel, 25 Mei 1940. (Get.) R. DELHAYE KALMTE MOED VERTROUWEN De Burgemeester, F. J. VAN DE MEULEBROECK In Nederland is het postverkeer, evenals bij ons, totaal verstoord. Op initiatief van de Nederlandsche Reisvereeniging is er thans een soort postdienst georganiseerd door middel der padvinders. Aan de lokalen van bedoelde vereeniging zijn tal van plakkaten uitgehangen, waarop men kan nagaan naar welke plaatsen de padvinders zich begeven. De padvinders ma ken hiervoor gebruik van allerlei vervoermid delen, zooals locale treintjes, fietsen, auto- en moto-stop enz. Sommige padvinders maken soms zeer verre tochten, zoo zijn Amsterdamsche pad vinders doorgedrongen tot in Tilburg. Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom, Zeeland en Zeeuwsch Vlaanderen. De padvinders belasten zich met het over brengen van berichten, met het doen van cw soekingen van vermiste personen, eruL, om.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 3