door i HEDWIG COURTHS-MAHLER 25 KORTE INHOUD vertaald door Mevr. P. KAPTEIN HET ALGEMEEN NIEUWS ZONDAG 23 JUNI 1948 DIANA. De sedert drie jaar, tengevolge van een val van het paard aan beide beenen verlamde Herman von Steinach is met zijn vrouw en pleegdochter, Diana, op het landgoed Dor- neck komen wonen op verzoek en bij testa mentaire beschikking van Diana's vader, hobo von Dorneck, die Diana, die nu de eigenlijke meesteres is van Dorneck, na den dood van haar ouders onder de hoede van goede vrienden wilde achterlaten, vooral met het oog op zijn eenigen bloedverwant, een neef, wiens levenswijze slechts zijn verach ting inboezemde. Diana wordt door roodvonk aangetast en de vrees dat die neef zijn rechten als eenig erfgenaam zou doen gelden bij den dood van Diana, brengt haar tot het besluit Lo- thar, den eenigen zoon van de von Steinach's te huwen waarmede deze en zijn ouders, na aanvankelijk vele bezwaren, tenslotte in stemmen. Na Lothar's vertrek naar Zuid- West-Afrika treedt echter een plotseling herstel in van Diana. Op een feest bij het huwelijk van een jon gen luchtvaarder, Koenraad Haszler, met Hïlde Woilman, maken Dora Sanders en Susanna W a liner, Diana's beste vriendinnen, kennis met een oud studievriend van Diana's man Lothar, Dr Alexander Heinzius en zijn broeder Hans. Deze kennismaking loopt al spoedig uit op de verloving van Susanna met Hans Heinzius. Na een winterverblijf te Berlijn komt Dia na terug op Dorneck Nog slechts enkele we ken gaan voorbij als Gok Lothar hen verrast met zijn terugkeer. Hans Heinzius is met zijn verloofde Su sanna en zijn broeder Alexander op bezoek bij Dora Sanders van wie Diana en Lothar nu de uitnoodiqing ontvangen hebben het gezelschap op Buchenau te komen vervoegen. Ook dit samentref jen loopt hier uit op de verloving van Dora met Alexander. Ongemerkt keek hij zijn jonge vrouw van ter zijde aan. Haar lieve, bleeke gezicht was hem nooit schooner voorgekomen dan thans. met dien onmiskenbaren lijdenstrek. Zij waande zich onbespied en was zoo in haar weemoedige, treurige gedachten verdiept, dat zij vergat het bedrieglijke glimlachje te be waren. Zijn hart klopte heftig in de verwachting der beslissing, die hij nu tot iederea prijs wil de uitlokken. Ten laatste richtte hij zich, een besluit ne mend, op. Hun weg zou in een uur afgelegd zijn en dat uur moest hij gebruiken. Zijt u erg moe. Diana vroeg hij zacht. Opschrikkend uit hare gedachten zag zij hem aan. Neen. Waarom vraagt ge dat Omdat ik iets met u zou willen bespreken, als gij in staat zijt er naar te luisteren. Zij sloot een ougenblik als in hulpelooze angst de oogen, want zij geloofde, dat hij over de bijzonderheden hunner echtscheiding zou gaan spreken. Liefst zou zij hem gevraagd hebben Be spaar mij al die bijzonderheden schik alles, zooals ge zelf wilt kwel mij slechts niet met de bespreking ervan, want dat doet mij zoo'n pijn. Maar zoo mocht zij niet spreken, als zij niet wilde verraden hoe het er in werkelijk heid bij haar uitzag Daarom keek zij strak voor zich uit en zeide kort Spreek maar ik ben niet moe. Lang keek hij haar nadenkend aan; daarop zeide hij, zijn stem met moeite beheerschend Ik moet nog eens terugkomen. Diana, op datgene, dat wij gisteren op onzen rit naar huis reeds aanroerden. Ik beloofde u de ban den los te maken, die u aan mij verbinden. Wat het mij gekost heeft u dat te zeggen dat weet slechts ik alleen. Maar op mijn woord dadelijk na de feestdagen zou ik naar den notaris gegaan zijn om alles met hem te regelen. Maar nu is er iets gebeurd dat. mij heeft doen inzien, dat ik, geleid door een verkeerden indruk een innerlij- ken drang volgend heb aangeboden u vrij te maken. Zij wendde langzaam haar bleeke, trillende gelaat naar hem toe. Wat bedoelt gij? Door welken indruk hebt gij u laten leiden Hij zag haar met zulk een wonderlijken blik in de oogen. dat zij er door sidderde en het bloed haar gloeiend naar het gelaat steeg. Dat zal ik^u. eerlijk zeggen. Diana, want. zooals ik nu de dingen zie, is een volledige, openlijke uitspraak tusschen ons beiden on vermijdelijk. Ik was door u brieven en door de manier, waarop ge over Alexander Hein zius sprak tot het vermoeden gekomen, dat ge hem beminde en dat ge daarom uw vrij heid wilde terug hebben. Ik dacht, dat ge slechts aarzelde mij die te vragen, omdat ge mij geen pijn wilde doen. Zij klemde de handen in elkander en zag hem met omfloerste oogen aan. U pijn doen zeide zij wezenloos, niet begrijpend. Hij schepte diep adem en legde zijn hoed op de bank tegenover hen, omdat het hem te warm geworden was nu de kap van het rijtuig gesloten was. «Ja, Diana ik weet immers welk een edel, goed hart u hebt. Ik geloofde, dat ge een blik in mijn hart geslagen had dat u wist begreep, hoe maar neen Eerst moet ik u nog een vraag doen en verzoek u dringend, die eerlijk te willen beantwoor den. Bestaat er een man, aan wien ge uwe liefde geschonken hebt, zoodat ge ter wille van hem naar uw vrijheid smacht Zij schudde het hoofd. Ik heb u toch beloofd, dat ik mijn vrij heid zou vragen, als die mij gewenscht zou voorkomen. Dus is uw hart nog vrij Ge bemint geen ander vroeg hij haastig en die vraag brak als een kreet uit zijn borst. Sidderend sloot zij de oogen. Neen ik bemin geen anderzeide zij toonloos. Toen greep hij haar handen. «Diana o. Diana Dan is misschien nog niet alle hoop voor mij verloren Dan kom ik mis schien nog niet te laat als ik wil trachten deze liefde te winnen Ik bemin u. Diana, ik bemin u met alle innigheid, waartoe mijn ziel de kracht heeft. Reeds door uw brieven neen. reeds door uw heldhaftige, groot moedig offer hebt u mij aan u gebonden. Meer en meer zijn die broederlijke gevoelens geweken, die ik voor u gekoesterd heb. om plaats te maken voor eene diepere neiging. En toen ik u eindelijk in uw volle schoon heid en aanminnigheid voor mij zag, wist ik van het eerste oogenblik aan. dat ik u blinde en u met den heeten gloed eener vorkomen mannenliefde in waarheid tot. mijn vrouw begeerde, wat ge tot nu toe slechts ln naam geweest zijt. Maar gelijk met mijn liefde had ik de kiem der jaloesie op Alexan der Heinzius mee naar huis gebracht en ik geloofde, dat ge hem beminde. Toen sloot ik mijn hart, zoo dicht als ik slechts kon, want ik had u beloofd u niet tegen uw wil te zul len behouden. En zco leefde ik sedert mijn terugkomst in een voortdurenden strijd tegen het gevoel, dat mij steeds onweerstaanbaar tot u trok. Dagelijks hield ik mijzelf voor ge moet haar vrijlaten. En toch kon ik het niet van mijzelf verkrijgen dit te doen Ik beefde voor het uur, dat ge zelf uw vrijheid zou opvorderen. Ik begreep, dat ge het nog niet gedaan had, omdat ge mijn toestand gevoelde en mij geen pijn wilde doen. Toen kwam gisteren dat kleine ongeval met het paard. Ik hield u in mijn armen, aan mijn hart. Diana voor het eerst En een oogen blik verloor ik mijn bezinning en kuste u op den mond. Hebt ge het gevoeld. Diana? En zijt ge nu boos op mij? Toen ik u op het paard tilde, weende gij. Uw tranen vielen op mijn hand en ik was zeer ongelukkig en ellendig, omdat ik dacht, dat ge schreide om de smart, die ge mij zou veroorzaken, als ge uw liefde voor den ander zou moeten openbaren. Zoo dwong ik mijzelf tot het besluit, al bezorgde mij dat helsche pijnen, dat ge vrij zoudt zijn Dat was gisteren. Diana. En vandaag mocht ik ervaren, dat ik mij zelf met een spookbeeld gekweld had en gij bevestigt mij. dat uw hart vrij is. En nu ben ik niet meer in staat u zonder strijd vrij te laten. Laat mij toch probeeren. of ik uw liefde niet winnen kan. Laat. mij er naar dingen in trouwe eerlijke toewijding. Zeg mij is het voor mij te laat Ik kan u niet missen. Diana ik kan niet. Als een onbedwingbare stroom was dit alles hem over de lippen gekomen. Hij had haar hand niet uit de zijne losgelaten en drukte die telkens weder tegen zich aan. haar met kussen bedekkend Nu keek hij haar smee- kend in het gelaat. (Wordt voortgezetjf IRIS. Iris zat eenigen tijd naast het raam toen stond ze op en ging naar den ezel. Een paar minuten werkte ze aan de crayonschets, liet toen het houstkool vallen en met een glim lach zette ze zich voor de piano en öegon te zingen. Maar even als het gezicht van den jonge man tusschen haar en de schets was geko men, zoo scheen het zich ook te vermengen met het lied dat ze zong, en dus stond ze met een gebaar van ongeduld en een blos van ergernis, op en sloot de piano. HOOFDSTUK IV De dag verliep, de lichten in de salon wa ren aan, en Godfrey Knighton zat met een boek in zijn hand te wachten op de bel voor het diner. Iris kwam gewoonlijk ee^i half uur voor het eten beneden en de Squire keek af en toe naar de deur, want ze was laat. Eindelijk kwam ze binnen en zijn oogen klaarden wat op, toen ze op haar rustten met een glans van trots en bewondering. Geen wonder, dat Lord Montacute haar tot vrouw begeerde Geen wonder dat alle mannen uit den omtrek aan haar voeten lagen Toen zuchtte hij, legde z'n boek neer en keek haar aan met de ge wone treurige, iina strenge uitdrukking. Ge hebt me nog niets van uw rijtoer van vanmorgen verteld. Iris», zei hij. Ze maakte haar armband vast en haar wimpers trilden even. Zijt ge ver gegaan Nee, ik was op weg naar de Holt, maar ben er niet gekomenzei ze, opnieuw be sloten hem alles te vertellen. Maar op dat oogenblik hoorden ze het grind knarsen en het ruischen van een auto in de oprijlaan. De Squire keek op. Wie kan dat zijn vroeg hij. Ik weet het niet. Verwacht ge iemand «Neen,» zei hij steeds luisterend. Misschien is het een van de leveranciers. Dan benijd ik hem het standje niet, waarop de tuinman hem zal tracteeren. De deur ging open en een knecht kwam binnen. Hij begon juist Een heer voor u. meneer,toen een stem achter hem zei Permitteer me. mezelf aan te dienen Een groote slanke man in een wijde over jas was binnengekomen. Toen Godfrey Knighton hem zag stond hij op, deed wankelend een stap vooruit, hield zich aan de tafel vast en stond zijn bezoeker aan te staren met een bleek, strak gezicht. Iris was te zeer in beslag genomen door den man om te merken, welke uitwerking zijn verschijning op haar vader had en de bezoeker stond hem even aan te kijken met een glimlach, die een vreemden en onplezie- rigen indruk op Iris maakte. Hij was beslist niet leelijk. Zijn teint was bruin, bijna tanig, zijn oogen zwart en glan zend een donker snorretje verborg zijn bo venlip, maar zijn glimlach liet een prachtig wit gebit zien, dat contrasteerde met de zwar te knevel en oogen. Iris merkte op hoe wit zijn eene ongehand- schoende hand was, wit als een blad pa pier en lang en welgevormd het volgende oogenblik legde hij zijn hoed neer en kwam hij op hem toe. Ah. Knighton riep hij uit met een zachte welluidende stem en een accent dat door Iris direct als Italiaansch herkend werd. Een verrassing nietwaar Ge verwachtte mij allerminst En ge zijt overstelpt van vreugde net als ik bij ons weerzien Godfrey Knighton nam de uitgestoken hand aan. en de bezoeker legde onmiddel lijk zijn linkerhand weer bovenop die van Knighton «Het is een verrassing,» stemde de gast heer toe en het was duidelijk, dat hij be slist niet overstelpt was van vreugde, hoewel hij zich hersteld had van zijn emotie. Dat dacht ik al merkte de ander op. zich richtend tot de meubelen. Ik zei al, dat die stommerds van het postkantoor m'n brief aan den verkeerde hadden afgeleverd Ik zei Baptiste, uw goede vriend Knighton heeft uw brief niet ontvangen, hij zal u niet verwachten. Maar wat geeft het Hoe on verwachter het plezier, des te grooter is het, nietwaar Hij keek Iris aan. Dit is een oude vriend van mij, Iris.zei de Squire langzaam en duidelijk. O ja Een oude vriend mompelde de bezoeker, zijn glimlach op haar richtend. Knighton, is deze charmante jongedame uw dochter Ja Dan ben ik verrukt. Stel me voor. Knighton, doe mij- die eer aan. Elk oogenblik, dat we vreemden blijven, betreur ik.» Hij boog voor Iris en Knighton keek van den een naar de ander met zijn strak, streng gezicht. Iris. dat is signor Ricardo, uit Italië. Uit het zonnige Zuiden, het land der schoonheid,vulde signor Ricardo aan. Uit uw land, juffrouw Iris. Ja. ik ben een oude vriend van uw vader» hij zweeg even om lief te glimlachen tegen het strenge gezicht van den heer des huizes en van uw moe der Iris hield haar hand uit en de Italiaan nam haar in de zijne, boog zich voorover tot zijn mond ze bijna aanraakte. Toen verhief hij zich in zijn volle lengte en keek hij God frey Knighton aan met zijn voortdurenden glimlach. Mijn vriend, ge ziet er patent uit. Juf frouw Iris is ah, ik heb geen woorden en uw bezitting is prachtig, vorstelijk Ik kan niet zeggen hoe groot mijn vreugde is, bij u te zijn. Hebt ge m'n brief dus niet ge kregen Neen.zei Knighton. maar ik ben blij u te zien, voegde hij er langzaam aan toe. «Ons diner is bijna klaar. Wilt ge naar uw kamer gaan Hij liep naar de deur, maar de vreemdeling legde zijn hand op den arm van den Squire. Neenzei hij. ik wil u niet derangee- ren. Geen plichtplegingen, beste Knighton ik ben een oude vriend. De Squire gaf den knecht een teeken en de signor werd weggeleid, nadat hij eerbie dig voor Iris had gebogen. Iris wachtte totdat de deur dicht was en keerde zich toen tot haar vader Wat een vreemd typezei ze half- lachend. en toch met een eigenaardig gevoel van afkeer en bezorgdheid. Hoe zei u ook weer dat hij heette Ricardo.Godfrey Knighton keek strak naar de deur, waai door zijn gast verdwenen was. Ik heb u nooit over hem hooren spreken «Nee. Ik heb hem in jaren niet gezien Lang geleden, in Italië leerde ik hem ken nen. Hij bewees me een een zekeren dienst. Ik kon niet weigeren hem te ontvangen.» Iris keek hem verwonderd aan. Natuurlijk niet. vader Waarom zou u weigeren een ouden vriend te ontvangen En hij kende mijn moeder veegde ze er zacht en treurig aan toe. De Squire bewoog zich onrustig en wendde zijn gezicht van haar af. Iris zei hij en zijn stem klonk heesch en geforceerd, «ge zijt altijd een goede en plichtsgetrouwe dochter geweest Vader mompelde ze verbaasd. «Luister naar mij. Deze man, Signor Ri cardo, kan misschien geneigd zijn over over het verleden te spreken. Ge moet hem daarin niet aanmoedigen. Denk eraan, dat dat alles wat op uw uw moeder betrekking heeft, pijnlijk heel pijnlijk voor me is. Er was een toon van diepe smart, bijna vrees, in haar vaderis stem en Iris legde haar hand op zijn arm. Gij weet, dat ik het niet doen zal,ant woordde ze. Goed, goed Ik kan u vertrouwen. Zou hij lang blijven De Squire fronste het voorhoofd. Hoe kan ik dat zeggen Nee, nee. Ik ge loof niet, dat hij lang zal blijven. Hij ging naar de tafel en nam zijn boek op. als om het gesprek te beëindigen en Iris wachtte op den gast. Spoedig trad hij bin nen Hij droeg een smoking en had blijkbaar in die paar minuten veel zorg besteed aan zijn toilet. De bel voor het dmer luidde juist en God frey Knighton trad naar voren om Iris zijn arm aan te bieden zooals gewoonlijk, maar de Signor gleed tusschen hen in. Niet aldus zei hij met z'n fluweelzoete stem. Het is mijn privilege als gast. Juf frouw Iris wil den ouden vriend van haar vader deze eer wel aandoen Godfrey Knighton trok zich terugIris legde de toppen van haar vingers op den arm van den Signor. en hij leidde haar naar de eetzaal. In het zachte licht, dat over de tafel viel, bekeek Iris den Signor nieuwsgieriger dan ze in de salon had gedaan. Hij was beslist alles behalve leelij-k, of gewoon. Het was moeilijk te zeggen of hij vijf en twintig of veertig was Iris merkte op. dat hij een litteeken had op zijn rechterslaap maar het mismaak te zijn gezicht njet. en alleen duidelijk zichtbaar als hij glimlachte. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 9