rho
DE DRIE BROERS EN HET SCHAPEN-
VRAAGSTUK
Gulden Sporenslag
PLAATJE OM NA TE TEEKENEN EN TE KLEUREN
WAT HET GELAAT VERTELT
HET ALGEMEEN NIEUWS DONDERDAG 11 JULI 1940?
Een vertelling uit het Kaukasus-gebergte
In het woeste Kaukasus-gebergte, leeft nu
nog een overblijfsel van het volk der Boesji-
boesoeks. Het was een volk van bergroovers,
die in de wouden op jacht gingen, maar nog
liever in diepe spelonken of donkere rotsklo
ven op den loer lagen, om eenzame reizigers
of een karavaan van handelaars te overval
len. Vooral toen de sterke Bekboeatoff het
opperhoofd van die bende was.
Bij een der talrijke gevechten echter werd
Bekboeatoff zwaar aan den rechterarm ge
wond. En toen hij zijn einde voelde naderen,
riep hij zijn drie zoons bij zich en als een
verstandig vader sprak hij
Ziet, jongens, hoe het mij met al die
rooverijen is vergaan. Bovendien durft te
gen woordig geen reiziger of karavaan meer
langs te trekken, zóó zit de schrik er in.
Kiest liever een ander beroep. Gaat schapen
hoeden en verkoopt de wol. Een eerste begin
is er al, want ik laat u negentien mooie bees
ten na, die verdeeld moeten worden op de
wijze, dia ik zal aangeven.
Dmitri, gij zijt de oudste en hebt u het
minst tot het rooversleven aangetrokken ge
voeld. Gij krijgt de helft van mijn erfenis.
Voor Sergej, mijn tweeden zoon, is 'n vier
de gedeelte bestemd en Iwan, als jongste,
krijgt een vijfde. Geen der schapen mag ge-
Als die het niet wist, wist niemand het.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Terwijl ze de ne
gentien schapen bijeen dreven, togen ze ge
zamenlijk naar den wijzen man, die juist
bezig was vóór zijn hutje zijn eenige schaap
te scheren, dat bovendien ook nog zwart
was.
Rustig luisterde WaSsili naar het Verhaal
van Dmitri en aan den zwaren rimpel tus-
schen zijn wenkbrauwen kon men zien, dat
hij nu diep nadacht. Daar Dp legde hij een
vinger langs zijn neus en terwijl hij naar
de kleine kudde keek waar het zwarte schaap
van weze zijn donkere vacht met minachten
den blik dooi zijn rasgenooten werd aange
keken, 2ei hij
Goed, dat ge bij mij komt, want, ik al
leen kan u helpen. Doe wat ik zeggen zal.
Ik leen u even mijn zwarte schaap. Er staan
er hier dus twintig bijeen, Dmitri, de helft
is er van voor u. Kies er tien uit
Dmitri deed wat hem gezegd was en koos
er de tien zwaarste uit.
Een vierde, dus vijf stuk?, zijn voor u,
Sergej vervolgde de Shaman, terwijl hij
op de tien overgebleven schapen wees.
Van dit tiental zocht de tweede zoon er de
vijf beste uit, zoodat er nog vijf. waaronder
het geminachte zwarte schaap, bleven staan.
slacht worden. Denkt er goed aan. Verdeelt
eerlijk de erfenis, zooals ik dat wensch.
Dit waren zijn laatste woorden.
Boesjiboesoeks zijn over het algemeen geen
rekenmeesters en dit drietal zeker niét. Dmi
tri krabde zich al gauw bedenkelijk achter
het oor. Serpej tuurde voortdurend op zijn
uitgespreide vingers en toen hem was duide
lijk gemaakt, dat hij er maar tien had en
negentien bijna het dubbel van dit aantal
was, trok hij zijn zware vetleeren laarzen uit
en riep zijn teenen te hulp.
Hoe kan dat? vroeg Iwan zich moede
loos af. «Daarvoor moest men toovenaar zijn.
Dat was hem te geleerd
Toover.aar... toovenaar?!.. Plotseling kwam
hij op een gedacht. Ze zouden Wassili, den
Shaman of tooverdokter om raad vragen.
Iwan, een vijfde of vier stuks is uw aan
deel van de erfenis zei de wijze man daar
op.
Nu. Iwan behoefde niet lang te zoeken. Het
zwarte beestje, dat niemand wilde, omdat
het ongeluk aanbracht, wilde hij ook niet,
zoodat hij de vier andere koos, waarop het
halfgeschoren zwarte schaap, dat alleen was
achtergebleven, blatend naar zijn meester
liep, die nu afscheid nam met de woorden:
Ziezoo, nu heb ik mijn uitgeleend beest
terug en de erfenis van negentien schapen
is eerlijk verdeeld.
Verheugd gingen de drie broers weder huis
waarts, maar nog heden ten dage begrijpen
ze niet; hoe de tooverdokter dat moeilijke
vraagstuk zoomaar in een hand omdraaien
heeft opgelost. Maar daarvoor is hij ook een
Shaman, dachten ze dan.
O. L. VROUW
VAN DEN VREDE
De te gebruiken kleuren:
al de kleuren (van torens,
kleeren, lucht en cirkels)
zetten sterk aan van onder
en sterven al stijgend stil
aan uit. Licht blauwe
lucht, roosachtig kleed van
O. L. Vrouw, green-geel
kleed van Kindje Jezus,
rood-bruin van torens, de
twee kleine cirkels achter
het hoofd der Lieve Vrouw
en van 't Kindje Jezus
verguld, tweede cirkel
rood, groote cirkel oranje,
geel. Beteekenis O L
Vrouw waakt over de we
reld en houdt het Kindje
Jezus beschermend in de
handen. De kleine Jezus
slaat gul zijn armen over
Vlaanderen en de gansche
wereld.
Ook de kleine lezer moet wat meer afweten
van den grooten Vlaamschen schilder, Peter
Pauwel Rubens, die dit jaar de wereld door,
maar speciaal bij ons, gevierd wordt.
GEBOREN TE SIEGEN IN DUITSCHLAND.
Peter Pauwel Rubens werd geboren te Sie-
gen, niet ver van Keulen (Duitschland), op
28 Juni 1577. Dan is hij een Duitscher zult
ge zeggen Toch niet Dat zuilen we gaan
zien.
De vader van onzen grooten meester heette
Jan Rubens; hij bracht zeven jaar door in
Italië en werd te Rome in 1554 tot doctor
in de rechten uitgeroepen. Hij was schepen
van Antwerpen van 1562 tot 1567. Toen Alva
hier aangekomen was, begaf de vader van
onzen schilder zich naar Keulen, waar hij
in 1568 aankwam. Hij werd de advokaat van
Anna van Saksen, vrouw van Willem van
Oranje. Door de trawanten van Jan van
Nassau opgelicht, werd hij naar Dillenburg
gevoerd. Hij bleef eekerkerd tct in 1573, toen
hem. op de smeekingen van zijn vrouw, Maai
ke Pvpelinckx, dochter van rijken koopman
uit Antwerpen, toelating geschonken werd
om zich meet haar te Siegen te gaan ves
tigen.
Hier werd Peter Pauwel in 1577 geboren.
Hij verbleef te Siegen tot zijn tiende jaar
tot aan den dood van zijn vader (1587). De
weduwe Rubens kreeg alsdan verlof met
haar twee kinderen naar Antwerpen terug
te keeren.
JEUGDJAREN TE ANTWERPEN.
Zijn moeder wilde hem in den beginne
page maken van de gravin de Lalaing uit
Oudenaarde. Maar Peter had zijn loopbaan
al gekozen hij wilde, spijts alles, schilder
worden.
Hij mocht dan in de leer gaan bij Tobias
Verhaecht, een schilder van tweeden rang,
waar hij het niet lang uithield Hij kwam
dan bij Adam van Noort in 1592. Rubens
maakte zeer snelle vorderingen en werd ein
delijk aangenomen bij den meest bekenden
schilder en teekenaar van diet tijd: Otto
Venius.
STUDIEREIZEN IN ITALIË.
In 1606 ging Rubens naar Italië om
zich daar door de studie der meesterstukken
van oude en nieuwe kunstenaars te volma-
1 Hij maakte te Venetië kennis met een edel
man van Matua, in dienst van den hertog
van Gonzaga. Rubens werd naar Mantua
geroepen, waar hij tot hofschilder werd be
noemd. De hertog van Gonzaga bemerkte
dat de toekomst aan de Nederlandsche schil
ders behoorde; reeds voor 1600 bracht hij
van zijn reizen Vlaamsche kunstenaars me
de. Rubens begon met portretten voor den
hertog te schilderen. In 1601 gelastte deze
Rubens naar Rome te gaan, om daar groote
werken na te schilderen. Rubens bleef in de
hoofdstad tot 1602 hij ontving daar bestel
lingen van aartshertog Albertus.
In Rome verloor hij zijn tijd niet, hij be
studeerde Mantegna, Bellina, da Vinei, Cor-
reggio Michaël Angelo, Rafaël, Palma, Ro
mano, del Sarto, Tiziano. Veronese, Tintoret
to, Porden one.
OPDRACHTEN IN SPANJE.
Nadat hij sinds een jaar uit Rome terug
gekeerd was, wilde de hertog een aantal ge
schenken aan den koning van Spanje, den
hertog van Lerma en andere aanzienlijke
personen aanbieden. Daar hij bij dezelfde ge
legenheid de portretten van het hof voor
zijn verzameling wilde doen vervaardigen,
viel zijn keus op Rubens om hem te verte
genwoordigen. Onze schilder vertrok in 1603
naar Spanje. Hij begaf zich naar Valladolid.
waar de hertog van Lei-ma verblijf hield. Hij
had een tocht van 20 dagen afgelegd, door
onophoudende regens, zoodat de schilderijen
erg gehavend waren. Rubens Kon echter de
schade herstellen en twee stukken van zijn
hand maken, die hij bij de overige voegde
Democrief en Heraclief. Nadat de schilderijen
overhandigd waren en hem veel lof werd
toegezwaaid, bleef Rubens nog in Spanje, om
zijn opdracht verder uit te voeren. Hij maak
te voor den hertog van Lerma dezers ruiters-
beeld alsook andere werken waaronder «Kris-
tus met de Apostelen
TERUG IN ITALIË.
In 1606, teruggekeerd te Mantua, schilderde
hij daar nog drie groote stukken voor de
kerk der Jezuïeten. Deze stukken werden ver
nield in 1797, wanneer Mantua door de
Franschen werd ingenomen en de Jezuïeten
kerk tot hooimagazijn werd ingericht. Het
Er zijn van die ge
leerde menschen, die
aan de vorming van
't gelaat kunnen af
lezen of de menschen
dom of slim of ge
vat zijn.
'n Engelsche ge
leerde, 'n kenner van
de physionomie zoo
als die wetenschap
heet, ging eens 'n
sigarenwinkel bin
nen en zag achter de
toonbank 'n juf
frouw staan met
diepliggende oogen, 'n naar achter-wijkend
voorhoofd en 'n neus, die te veel naar boven
wipte allemaal kenmerken van domheid,
't Was voor de geleerde 'n heerlijke gelegen
heid om 'n proef te nemen.
Hij bekeek 't kistje sigaren en koos er 'n
paar uit. Toen zei hij plotseling Neen, ik
zal maar 't doosje sigaretten nemen
Hij lei de sigaren terug en nam de siga
retten van denzelfden prijs. Hij wilde naar
de deur stappen als de juffrouw hem nariep
Mijnheer, u vergeet de sigaretten te
betalen.
Pardon zei de man beleefd, die
heb ik genomen in plaats van de sigaren.
Betaal u dan maar de sigaren
Ik denk er niet aan om sigaren te be
talen, die ik niet rooken zal. Ik heb die
sigaren toch voor eigen oogen in 't kistje
teruggelegd
O ja... dat is waar ook gaf de juf
frouw toe, die er nu heelemaal niets meer
van begreep.
Ze voelde toch dat 't zoo niet goed was,
en dacht erover na, Intusschen was de koo-
per verdwenen. Toch heeft hij later z'n
schuld betaald, maar 't meest verheugde hij
zich over de goed geslaagde proef" in 't af
lezen van 's menschen physionomie.
middenstuk werd in lappen gesneden om
naai* Frankrijk te worden vervoerd, de Trans
figuratie ging verloren; de Doop van Krist us
viel in handen van Milaneesche opkoopers
en kwam later na allerlei lotgevallen, in Ant
werpen terecht. Rubens maakte verder neg
twee kopijen naar Correggio voor keizer Ru-
dolf n. Op het einde van 1605 verliet hij
nogmaals Mantua om zich anderhalf jaar te
Rome op te houden met de studie der groote
meesters.
In 1606 kreeg hij van den hertog van Man
tua bevel Rome te verlaten om met hem op
reis te gaan. Rubens verliet zijn werk niet,
dan na, door tusschenkomst van Kardinaal
Borghese, de belofte ontvangen te hebben, in
de pauselijke stad te mogen terugkeeren,
zoohaast de reis zou afgeloopen zijn. In 1607
kwam men te Genua. Vandaar keerde men
terug naar Mantua. Gedurende zijn verblijf
te Genua, vatte Rubens het plan op van het
plaatwerk, dat hij eerst in 1622 door Rijck-
mans liet graveeren en uitgaf onder den titel:
Paleizen van Genua Bij zijn terugkeer
reisde de hertog over Milaan, waar Rubens
de kopie maakte van da Vinci's Laatste
Avondmaal. In 1608 was Rubens te Rome
terug.
(Wordt voortgezet.)
Zc waren al mooruend uit 't Zuiden gekomen,
Ze dronken op 't einde van 't Vlamingendiet.
Ze zwoeren voor altijd den Leeuw te toornen
En zagen hun zege reeds klaar in 't verschiet.
Ze togen door 't golvende veivette land,
En achter hun heir bleef slechts puin en
t j Tslechts brand.
Toen stonden ze steigrend op 't Groeningeveid
Voor 'n ijzeren drom van woest geweld.
Het woedde geweldig daar rondom de beek,
Men kerfde, men kapte geen Vlaming en
(week.
'k Zie Breydel, bezeten met reuzenkracht,
't Is of hij een kudde ter slachtbank bracht!
'k Zie Jan van Borluut door de leliaarts om
kneld.
Hij splijt zich een weg naar het opene veld!
'k Zie Willem van Gulik door den vij&nd
bedreigd
k Zie Robrecht den Leeuw en de geest
drift steeds stijgt
'k Hoor Vlaanderen den Leeuw I en de
vijand nu zwicht,
En vaal vloeit de beek, wijl 't avondrood licht,
't En keerde geen tien op de duizend weerom
't Lag alles gekneusd en geslagen en stom.
Ze hebben gebeten in 't bloedige zand.
En lieten hun sporen tot gulden pand.
De torens die zongen een jubelend lied
En Vlaanderen juicht om een vrijer verschiet.
BERT VAN DEN BROECK
Uit «c Nieuwe Jeugd
Zoo leert men teekeneru