uit Holland.
ONZE STRIJD.
INSCHRIJVINGSBULLETIJN.
5° Een maatregel in verband met voorgaande
ware het aanplakken, op elke markt, van liet hier-
opstaandc reglement.
6° Wenschelijk ware bet ook, dat elke handels-
of nijverheidstak op dezelfde markt, of hetzelfde
deel der markt geplaatst werd en dat do verschil-
lige, met elkander in nauw verband staande tak
ken, zooveel mogelijk naast elkander geplaats wer
den.
Ik moet er voorwaar niet op aandringen om aan
te wijzen hoe nuttig deze maatregel zou wezen voor
de marktkramers zeiven.
7° De Leurderij meer nog dan de wekelijksche
markt, benadceligt de te huis gevestigde neringdoe
ners der stad, en wie toch zou durven staande hou
den dat leurderij »cn eerlijke deftige handel
dezelfde beteekenis hebben
Voorzeker niemand zou de Raad met mij niet
oordeelen, Mijne heeren, dat eene strenge en recht
matige verordening op de Leurderij van aard zou
wezen om voldoening te geven aan de redelijke
grieven onzer neringdoeners.
Het zij mij toegelaten u kennis te geven van een
bestaande reglement der stad Thienen, goedgekeurd
door een koninklijk besluit, gegeven te Oostende
den 19 September 1892
STAD THIENEN.
"VEIROIRJDEIsrilsr Gr
eene belasting daarstellende op de Leurderij.
De Gemeentebaad,
Overwegende dat het noodig is oene belasting te
heffen op de marktkramers en rondleurders, die
eet- en andere waren te koop stellen op het grond-
gebied der gemeente
Gczieu art. 9, alinea 3 der wet van 29 April
1819
Besluit
Art. I. De toelatingen om op het grondgebied
der gemeente eet- of welkdanige koopwaren, bij
uitzondcriug van visch, rond te venten, zijn onder
worpen aan de voorwaarden dat de belanghebben
den, in handen van den gemeenteontvanger, eene
belasting betalen, vastgesteld alsvolgt
a) drij frank daags voor de kooplieden die
zelf of bij middel van manden rondleuren.
b) vijf frank daags voor de kooplieden die
rondleuren bij middel van hand- ot hondenkarren.
c) zeven frank daags voor de kooplieden die
rondleuren bij middel van karren getrokken door
eenen ezel ot een paard.
Art. II. De agent, met de ontvangst gelast,
zal aan iederen rondleurder een betalingsbewijs
der belasting afleveren, dat hij bij ieder aanzoek
zal moeten vertoonen.
Art. III. Iedere weigering van betaling de
zer taks zal gestraft worden met eene boet gelijk
aan 't bedrag van den verschuldigden taks.
Art. IV. De tegenwoordige beraadslaging zal
overgemaakt worden aan den heer gouverneur ten
einde de goedkeuring van de bestendige deputatie
en de Koninklijke bekrachtiging te bekomen.
Gedaan in zitting van 18 Juni 1892.
Bekrachtigd door Koninklijk besluit, gegeven
te Oostende den 19 September 1892.
Van 's Konings wege
De Minister van Bintienlandsche Zaken,
DE BURLET.
Geieekend
LEOPOLD.
Ik twijfel geenszins, Mijne heeren, dat de be
sluiten genomen te Thienen, ook bestaan kunnen
te Aalst.
8° Ten einde te beletten dat door het samen
spannen van eenige groote huizen, of door werking
van machtige maatschappijen, een deel onzer ne
ringdoeners op onze markt geene plaats zou vin
den, ware het wenscbelijk dat er niet meer dan
éenó uitstalling per handelhuis en per vak geduld
worde en de grootste afmeting der uitstallingen be-
9° Ik heb talrijke klachten vernomen van arme
en geriDge menschen over het bedrog dat er vooral
des winters, op de eiermarkt gepleegd wordt.
Als" de eieren duur zijn komen er gewetenlooze
handelaars ingeleide eiëren als verschete koopaan-
biedenen zoo weet ik dat deze winter, eene arme
vrouw twaalf eiëren ging koopen voor het ziek kind
harer dochterOp de 12 waren er 9 ingeleide,
niet geschikt om hot lijdende kind als voedsel te
dienen fr. 1.28 verlies voor eene ongelukkige
moeder, die deze som voor haar kleinkind uit haren
mond had gespaard
De eiërmarkt, even als de botermarkt, zou moe
ten in twee afdeelingen gescheiden worden, een
voor de versche, een voor de ingeleide eiëren. De
overtredingen zouden dienen streug gestraft te
worden.
10° Te Gent betaald het vlas geen plaatsgeld op
de markt. Ook is de Gentsche vlasmarkt niet in
verval gelijk de onze.
Ik vraag mij af en ik geef UEd., mijne hee
ren, die vraag ter overweging of de hooge plaats
rechten en zelfs de misbruiken, gepleegd door de
pachters, de oorzaak niet zijn van het verval onzer
Vlasmarkt.
11' Eindelijk, Mijne heeren, ook op de openbare
gezondheid hebben wij, als gemeentebestuur een
wakend oog te houden. Hedendaags bestaat de
vcrvalsching der eetwaren op zoo'n groote schaal
dat de Wetgever zelf de strengste Maatregels heeft
moeten nemen om die vervalschingen te beteuge
len. Die maatregelen vallen reeds moeilijk toe te
passen in winkels en magazijnenHoe wil men
hebben dat die op een stedelijke markt kuu-
n toegepast worden
Reeds heeft ons Stadsbestuur, om die groote
reden,den verkoop van brood en diergelijke waren
ter groote markten verboden en dezen eene plaats
aangewezen ter graanmarkt.
Meent gij niet dat dit verbod op alle andere in
in de Volkstaal genoemde u Winkelwaren dient
toegepast te worden
Deze bedenkingen en voorstellen zijn, meen ik,
uwer grootste aandacht waardig.
Onze Medeburgers zonden ons hier, Mijne Hee
ren, om hunne stoffelijke en zedelijke belangen
voor te staan. Het is om aan deze verwachting te
voldoen, dat ik dees bijvoegsel aan mijn vershig
hechte, met de hoop die niet zal verijdeld wor
den, ik heb er de overtuiging van dat het uwe
belangstelling zal gaande maken.
BESLUIT
Ik besluit dus als volgt deze misschien al te lang
dradige uitweiding
Het behage den Gemeenteraad in zijnen schoot
eene buitengewone Commissie te benoemen, van
3 of 5 leden, die voor zending hebben zal de be
staande verordeningen op stedelijke markten en
rondleuren te herzien en te wijzigen in eenen zin
die voldoening geven moge aan de neriugdoenders
en burgers van allen stand onzer stad en terzelver-
tijd een zoo noodig einde kunnen stellen aan de
misbruikeu van allen aard, welke ik de eer had
zoo even voor een deel aan te stippen.
Deze Commissie zou den heer Burgemeesterin
zijne hoedanigheid van hoofd der politie en Voor
zitter van den Gemeenteraad, als Voorzitter heb
ben hare Leden zouden worden aangeduid door
het Schepenen-College.
HECTOR ARYS.
optrekken tegen de verdelgiug der samenleving.
Eenieder moet het zich ten plicht rekenen ten strij
de te trekken. Niemand mag zeggen, dit gaat mij
niet aau, ik heb daarheen profijt door. Neen,
zelfs geen kapitalist of rentenier mag deze taal
voeren, allen hebben belang dat de middelstand,
welke hedendaags nog de vrede behoudt tusschen
alle standen, niet verdwijne vereenigen wij ons
dus, om met gezamentKjke krachten te werken en
te eischen. Zetten wij ieder aan om lid des bonds
te worden, dat degene die onze rangen verlaten
hebben of willen verlaten, zich meer om meer bij
ons aansluiten, trachten wij in allo steden en dor
pen vereenigingen te stichten welke den strijd voor
't bestaan willen voeren en laat ons wedieveren om
onze rechten te bekomen.
Reeds bestaan er in ons land meer dan 400 coö
peratieven en de wetgever denkt er niet aan maat
regels te nemen tegen die plaag.
Met kalmte, doch krachtdadig, moeten wij ons
wenden tot alle overheden, geestelijke zoowel als
wereldlijke, opdat zij hun gezag en huunen in
vloed aanwenden zouden om het kwaad dat de bur
gerij met ondergang bedreigt, te helpen uitroeien.
Het is te hopen, dat de verschillende steden des
lands hunnen bond van neringdoeners mogen be
zitten, dat de propaganda onverpoosd vooruit
gang moge doen, en dat door de gemoederen het
gevoel voor onzen strijd te doen beseffen, er eenen
stroom moge gevormd worden wiens klachten niet
langer onbeantwoord kunnen blijven. Dat er ons
allen eenen kreet ontsnappo Wij vergen rech
ten, geene voorrechtenWij eischen het recht tot
bestaan
Briefwisseling.
Als uien nu failliet gaat
Op 1 September is de nieuwe wet op het faillis
sement in werking getreden.
De voornaamste verbetering is zeker wel, dat
het faillissement beëindigd kan worden, zoDder dat
de creauciers hun rechten verliezen, zoodat het
faillissement geen schild meer zal zijn voor een
gewetenloos schuldenaar.
Men weet, hoe het dikwijls ging Kooplieden
die aan hun verplichtingen niet meer kondon vol
doen, lieten zich in staat van faillissement verkla
ren was het faillissement beëindigd, ua verkoo-
ping van hetgeen de boedel nog bevatte, dan was
de Koopman weer vrij man, en kon geen der vroe
gere creanciers het hem meer lastig maken.
Dit zal nu bij de nieuwe regeling ophouden. De
creanciers zullen nu, wanneer zij door het faillisse
ment slechts een gedeelte van hun geld verkregen,
volle aanspraak blijven behouden op hetgeen niet
werd afbetaald.
Zoodra de schuldenaar in zijne positie ietwat
verbetert, kan de creancier onmiddellijk weer met
zijne vordering komen.
Gelukkig Holland, waar een goed einde is ge
steld aan het opkomen van zeker soort van nieuwe
rijke menschen
Leurderij.
M. de Minister van Werken en Nijverheid heeft
dezer dagen een brief gezonden naar de Nijver
heids-en Koophandelsveenigingen in heel het land,
om ze te verzoeken een onderzoek te openen no
pens de leurderij.
M. de Minister vraagt onder andere dat men
hem de maatregels zou doen kennen, welke men
denkt te moeten genomen worden, om de leurde
rij binnen zekere palen te houden.
Bravo voor M. den Minister Nyssens 1
Verontrustwekkend ziju de tijden die wij bele-
leven, droevig zijn de vooruitzichten en ongelukkig
zal do toekomst zijn.
Ellende zal de erf zijn voor do kinderen en mach
teloos zullen zij tegen samenwerking streven, ver
delgd, zullen zij moeten bukken voor overheer-
sching door het kapitaal. -
Enkelijk de vernietiging der misbruiken aller
samenwerking, wijziging aan een groot getal be
staande wetten en stemming van verscheidene
nieuwe wotten, kunnen de toestanden doen veran
deren.
Als de tijd dit werk moet verrichten, dan is het
vonnis op voorhand uitgesprokeu.
Daarvoor is het eene noodzakelijkheid geworden
dat ieder Burger, zoowel Werkman als IV e-
rlngdoencr, zich bewege, om zij recht tot be
staan te eischen.
Een machtig leger van vreedzame burgers moet
Mijnheer,
Mijn beleefd verzoek is, UEd. deze regelen tot
lezing te geven, dewijl ieder en alleman naar her
vormingen vraagt, waarom wij niet. Ik ben verze
kert Ued. het billijk zal vinden nu, vergeef mij
mijne hondenpooten.
Mijne meesteres die veel fransen spreekt, noemt
mij, Ratje, ofcher petit Rat,als ze geen migrai
ne heeft.
Dat is geene onverschillige zaak, als zij Ratje
zegt, schiet er altijd iets lekkers op over.
Ik mag niet klagen, ik heb het redelijk goed.
Mijn kameraden zeggen, dat ik een rijkelien's
hondje ben.
Ze liegen nietgelijk hebben ze.
Maar mijn toestand maakt me niet blind voor
<Je nooden van natuurgenooten.
Ik heb veel tijd om na te denken, op een warm
rrtatje, over de Sociale hondenkwestie.
En het resultaat van miju overpeinzingen is....
dat de pouliers en groeutenboeien moesten afge
schaft worden.
Misschien is dit een domme streek. Maar in de
honden heilstaat, die toch eens komen zal, zou voor
pouliers en groentenboeren geen plaats zijn.
Dat is voor het oogenblik het onbereikbare.
Maar het bereikbare zou zijn de afschaffing
van hondenkoersen.
Ge moet weten, dat ik hier ter stede tegen de
Hopmarkt woon.
Eiken zaterdag ochtend zie ik uit de dorpen van
den omtrek de volbeladen kassen komen met een,
twee, soms drie en vier honden er voor.
Hoe zien de arme schepsels er uit, mager, afge
ranseld en ze kunnen niet eens de tong uit het
bakhuis laten hangen, want er zit een muilband
voor en bovenop de kas zit een stevige boer, met
èen stok.
Die stok is erger dan de boer als mijne arme
vrienden, halfdood, soms eens willen rusten, dan
krijgen ze tikken die ik door het venster heen,
hoorenkan.
Ik krijg er kieken vel van.
Onlangs voor het raam gezeten, zag ik zoo'n ne
wildeman van nen poulier bezig met een hondje
te ranselen. De domoor zag niet eens dat 't arme
dier bezig was het leven te schenken aan een drie
ling, och zoo lieve hondjes, die weldra hun dood
zullen gevonden hebben in een of andere beek.
Toen kon ik het niet langer verkroppen.
Ik heb geblaft dat 't huis er van daverde en
mijn meesteres kwam toeschieten.
Zij zag het ook dien gruwel.
Met blaffen en kwispelstaarten heb ik haar dui
delijk gemaakt, dat 't zoo langer niet meer kon,
dat de arme trekhonden martelaars waren en de
pouliers en groentenboeren beulen.
Ik zag dat zij mij niet geheel vertrouwde. Laat
Röntgen dan komen, blafte ik haar toe, om met
zijn stralen in de zwarte zielen der karvoerders te
zien.
Dat bracht haar tot nadenken.
Wel, riep ze: Van morgen af,komt mijn neef met
zijn fotograaftoestel cn die zal plaatjes maken
dan kan ook iedereen nakijken hoe ze die arme
beesten behandelen.
Heel gemakkelijk ging het even niet, om foto
grafieën te maken dat weet ik van den houd van
den fotograaf, die bij de bezoeken zijns meester de
gelegenheid voDd soms liefdepraatjes met mij te
slaan. De pouliers hadden ai gauw het beet en
sprongen van hun karren.
Maar een paar hebben we er toch gekregen
en die zeggen genoeg.
Wat doen die mannen op een kar, met zoo'n paar
soms kleine, afgetobde hondjes er voor, die 't zwa
re gewicht nauwelijks voortslepen kunnen
's Ochtends gaan ze mot de kar naar de stad
's middags als er den geheelen morgend met de
zware manden gevogelte en groenten rondgevent
is, keeren ze per kar huiswaarts. Dan zitten er
twee, soms vier stevige mannen op en laten zich
twee h drie uren trekken door hondjes, die van 2
ure 's morgends tot den middag gesjouwd hebben,
en nauwelijks te eten krijgen.
Ik zal er niet meer van zeggen, mijn honden-
gemoed is te vol.
Maar is het niet meer dan tijd dat er naar ver
betering gevraagd wordt
Er moest een adres gericht worden aan de pro
vincie en een massa burgers op teekenen, ziet
de burgers dat zijn nog menschen, die betalen 9
frank om ons het leven te houden. Mijn meesteres
laat mij, telkens dat ze de 9 frank afgeschoten
heeft, het briefje zien en geef me dan met een vies
wezen, een carreske
De pouliers betalen niets of weinig en geven eten
genoeg om niet te sterven en ook veel slagen.
Neen, er moet hervorming komen en de vraag
moet luiden
1° Het verbod om hondenkarren te gebruiken
als vervoermiddel van personen
2" Het bepalen van een minimum maat van 60
centimeters hoogte voor eiken trekhond.
3° Het verbieden van het gebruik van zieke, ge
wonde en drachtige dieren
4° Het bepalen van een maximum gewicht voor
lading eener hondenkar, als dat de last nimmer
meer bedrage dan 50 kilos per hond
5. Het bepalen van eene wijze van inspanning,
waardoor de honden wel trekken maar niet dragen,
zoo als dit in Duitschland en Zwitserland geschiedt.
6° Zou de bepaling behooren te vervallen dat de
aangespannen honden gemuilband moeten zijn.
Er zullen wel menschen zijn, die dit filantro-
fie r zullen noemen, maar laat zeggen en doet goed,
overigens ik meen dat het, uwe leus is.
Wij honden, weten beter Wie geen hart heeft
voor een beest.. Gelief gij het voor uw geslacht,het
er bij te voegen.
Dikwijls zegt mijn meesteres hoe spreekt Ra£*
je?
Dan Waf ik vrooUjt.
Nu heb ik uit raijzelven geblaft en gekrabbel!.
Doe u best, mijnheer, maak dit bekend, de ware
menschen en de ware honden zullen u er om te
lief hebben.
'k Hoop dat het helpen zal. Syea.
VERGADERING.
Dijnsdag 15 September 1896, om 8 1/2 uren
's avonds. Algemeene Vergadering der Winkeliers
(Kruideniers) bij d'heer Theodoor Keppens, aan de
Groote Kerk.
Dagoede
Stichting der Gilde.
Benoeming van 't Bestuur.
Mededeeling.
Als Ued. wilt wel en naar den laasten smaak gekleed
zijn, wendt u tot
Charles Heiremans,
Heester-Kleermaker,
MOLENSTRAAT, 32,TE AALST,
die lange jaren in de beste huizen des lands Meester-
Snjjder geweest is.
Laatste Nieuwigheden van Engelsche en Inlandsche
sloffen. Men last zich ook met het vervaardigen van
kleedoren, waarvan liet goed eldors aangekocht is.
Spoedige cn zorgvuldige bediening.
L. De Sniet-Siniocns,
KAPPELLESTRAAT, 17, AALST.
Werken bij onderneming. Fabriek van Schrünwerk,
Meubels en Stoelen. i
E. Van Vufl'el-Schcerlinek,
KAPELLESTRAAT, N° 1, AALST,
Negotiant in Specerijen, Amerikaansch spek, vet on hes
pen, enz. Men gelast er zich met hot druppen van
kespen filets d'Anvers, tongen.— Allerfijnste smaak, ge
waarborgd.
DC OlldcrgCtCCkClldC
wonende te
verklaart lil te schrijven op liet blad
recht aai» I fr. per jaar.
straat
liet
Bnrgcrs-
(llandtecken).