öoe maar voort, Sire j
TOLK DER CHRISTENE VOLKSPARTIJ
Inschrijvingsprijs voor Belgenland
Vooruit voor
onze rechten
't Gedacht van
goddeloozen
De ware grondbeginsels
Zondag 9 Oogst 1908
't Ëiad 5 centiemen
1 5' jaar IM" 30
HET RECHT
Voor God en Volk!
Alles voor Vlaanderen!
Vlaanderen voor Christus!
Een jaar fr. 3.oo. Negenpa:,-don fr. 2-25
Zes maanden fr. 1.75 Drie maanden fr. x.oo
Voor buiten het land, de vrachtloon daarbij.
Hoofdopsteller H. PLANCQUAERT.
Men schrijft in ten bureele van dit blad en bij alle postmeesters en brievendragers
Alles moet vrachtvrij gestuurd worden naar het bureel van het blad
COUPUREREI, BRUGGE
AANKONDIGINGEN
Bekendmakingen, per drukregel fr. o.a5
Reclamen, op de 4® bladzijde. 0.45
3® 0.55
Bijzondere voorwaarden voor notarissen, zaak
waarnemers. Afslag voor herhaalde invoeging.
't is toch ongelooflijk hoe het 'ver
overen der rechtvaardigste rechten
geweld lijdt, en welke moeite het kost
de rechtvaardigheid te doen zegepralen,
als wanneer vijandschap, gepaard met
lamlendigheid en verraderij, de zaken
eenèn slechten plooi hebben doen
nemen.
De Vlamingen weten ervan te spreken
Sinds tachtig jaar is de omwenteling,
de noodlottige opstand van 't jaar
dertig heengevlogen, en nog mogen wij
niet jubelen over de gelijkheid der
Belgen voor de wet, alhoewel deze ver
klaring, dit grondbeginsel, in deGrond-
wet plechtig voorkomt.
In zake van onderwijs, bij voorbeeld,
bestatigen wij, dat wij het een.igste
beschaafd volk der aarde zijn, welke
over geen hoogeschool beschikt. In de
vlaamsche gouwen, 't is te zeggen in
beide Vlaanderen, in Antwerpen, in
Limburg, alsook in de omschrijvingen
Leuven en Brussel is het middelbaar
onderwijs nog op geen vlaamschen leest
geschoeid, zoo als het zou behooren.
Nog treft men hier en daar in de
vlaamsche steden en vooral te Brussel
in de middenbesturen, ambtenaars
aan, welke de vlaamsche taal, 't is te
•zeggen de taal der groote meerderheid
der Belgen, niét machtig zijn, en bij
gevolg onbekwaam zijn hunne jaarwed
den behoorlijk te verdienen.
Zoolang het vlaamsch de voertaal
niet is van gansch het onderwijs in de
vlaamsche gewesten, zooals het fransch
in de Walenstreek zoolang in deze
laatste het vlaamsch als tweede taal niet
grondig wordt aangeleerd, zooals het
fransch, insgelijks als tweede taal in
Vlaanderen
Zoolang men van alle ambtenaren
van gansch België de kennis niet vergt
van beide landstalen, zooals deze thans
geëischt wordt van de vlaamsche be
dienden, zal de overgroote meerderheid
der Belgen, zullen de Vlamingen in
het Walenland en zelfs maar al te dik
wijls te Brussel zelf, als vreemdelingen
behandeld worden, en dat in hun eigen
land
Reeds lang genoeg heeft dit geduurd
Verandering moet en zal er komen
't en is niet genoeg van ons, Vlamingen,
ieder jaar een broksken toe te werpen,
om er aan té knagen, en dan, met veel
bombast, uit te roepen Beziet eens,
vrienden wat gij reeds hebt verkregen
Daarmede mogen wij ons niet te vreden
stellen wij moeten ons volle recht
genieten wij vragen niet meer, maar
ook niet min
Wij Vlamingen, mogen niet vergeten,
dat wij de groote meerderheid uitmaken
der Belgen, en ieder jaar groeit deze
aan. Naar de Kamers sturen wij negen
en negentig volksvertegenwoordigers
tegen de Duitschers een en de Walen
zes en zestig. Binnen twee jaar, door
den aangroei der bevolking, genieten
wij nog eene aanzienlijke aanwinst.
Wij hebben dus maar te willen, om
ons recht te laten wedervaren.
De ondergeschikte toestanden, waar
in wij kwijnen, moeten ophouden, en
sloegen de Vlamingen van alle denk
wijzen de handen ineen, in de eerste
vier en twintig uren ware het vlaamsch
vraagpunt opgelost. En deze oplossing
zou dan nog geschieden met de hulp en
de goedkeuring van vele, zeer vele
rechtzinnige en klaarziende walen, zoo
als het blijkt uit hunne houding tijdens
de laatste besprekingen der vlaamsche
kwestie.
Maar er zijn van die mannen, welke
ons niet te veel betrouwen mogen in
boezemen 't zijn van die oude katho
lieke en liberale behouders, in wier
aderen Leliaertsbloed vloeit, overschot
van het cijnsstelsel Toen die heeren
almachtig waren, liep hun mond over
van spot en smaad jegens onze, ja,
jegens de moedertaal van velen onder
hen; op den dag van heden, om niet
heel en gansch onder de algemeene ver
achting te verdwijnen, trekken zij een
volksgezind masker aan. Oh die lui
hebben niets meer tegen het vlaamsch
Zij beminnen het Zij waardeeren het
Zij zijn enkel vijandig aan zekere over
drijvingen Doch zij verhaasten zich
de eenvoudigste verbeteringen voor
overdrijvingen te doen doorgaan. Ofwel
zij manen ons aan wat geduld te hebben,
de tijd is nog niet aangebroken, dat
kan alzoo met eens niet veranderen, er
dient rekening gehouden te worden van
zekere toestanden
Doch daartégen roepen wij uit al
praat voor den vaak Hebben wij,
Vlamingen, reeds geen tachtig jaar een
hemelsch geduld aan den dag moeten
leggen Hebben de oude liberale en
katholieke besturen de toestanden in
gezien om onrecht te plegen jegens
onzen stam En daarbij, eischen wij
iets anders dan de volkomen gelijkheid
tusschen ons meerderheid, en de Walen
minderheid Waarvoor wij optreden is
recht, is edelmoedig en wie daartegen
opkomt verdient den naam niet van een
eerlijk en verstandig man.
In afwachting dat de Vlamingen wat
krachtdadiger ons terzijde springen,
moet een scherp oog in 't zeil gehouden
worden, voor wat de congozaak betreft.
Daar ook wil men aan onze taal eene
taak opleggen van asschepoetster, daar
ook dreigen de vijanden van ons volk
onze rechten onder de voeten te treden,
opgepast dus En gij katholieke Vla
mingen van Thielt-Rousselaere opgelet
op uwe vertegenwoordigers in 't alge
meen, maar bijzonderlijk op den heer
Beernaert.
i
hun tuin te bezorgen. Aangaande de mijn
werkers, volstaat het niet erop te wijzen hoe
zijl gedurende zoo menige uren van het daglicht
bejroofd zijn, om dit wetsvoorstel te billijken
I?-, die,menschen, verlangend naar dezen bill,
wachten, verwondert me niet neen, maar dit
verbaast me hier gentlemen te zien, die zijden
hoeden dragen en witte gilets en die staande
h,buden dat de mijnwerkers zulke wet niet
b'egeeren of die weigeren ervoor te stemmen.
Men heeft de vraag geopperd Waarom zich
rot de mijnen bepaald Wel ja, waarom
zouden wij niet verder gaan Ik voor mij sta
bovenal den maatregel voor, als een eersten
stap in de richting, waar wij voortaan de
vereischten van den arbeid behooren overeen
j te brengen met hetgeen gevergd wordt uit naam
der wetenschap en der hygiëen. 0
j' Ziedaar wel de taal van een mensch
f die hart heeft en diep menschlievend
i gevoelen
I Doorsnuffel eens de redevoeringen
onzer katholieke behouders Hoeveel
van die heeren die den waren gods-
dienst beleiden en dank aan 't misbruik
van den godsdienst alleen, machtig i
I zijn, vinden zulke schoone woorden
En ziet dan eens naar hunne daden
m Wat doen zij voor onze arme spellc-
werksters die hun borst krenken met i
over hun werk gebogen te zitten en
'I dat voor een spotloon
j Wat doen zij voor de contienue-
meisjes Op welke schandelijke wijze
laten zij de wetten op kinderarbeid niet
verkrachten
Gaat eens naar de cigarenfabrieken
v allen 'iheboeri eene 4ónke„re.
kamér waar jongens en kleine meisjes
ingesloten worden als de toezichter
van den arbeider komt
En die menschen roepen er zijn
geen democraten noodigwe zuilen
dat wel van ons eigen doen als tijd en
stond gekomen is
't Volk begint te beseften dat 't er te
lang naar zou moeten wachten 't heeft
I gelijk ook: als het-zich met zijn eigen
zaken zal bemoeien zal 't rap beteren.
H. Plancquaert.
dat zelfs voor kouiDgen palen zijn. Elk mensch,
die nog iels aan zedelijkheid houdt, vindt dat
deze palen in Belgie zeer ver overschreden
worden.
He wel wij nemen uiet aan dat al gelijk welk
persoon die een zedelijk gezag vertegenwoor
digt, zulke menschen in 't openbaar vleit en
overdreven lof toezwaait. Dat kan op wereld
lijk gebied voordeelen hebben op zedelijk
gebied is het slecht, op godsdienstig gebied is
het allerslechtst dat is materialism, dat is het
bewijs der ondergeschiktheid van den gods
dienst aan macht en geld.
Als Mgr Stillemans in den tijd korte en lange
brieven schreef tegen ons, christen democraten,
(we waren zwak) tot groot genoegen van de
behouders (rijk en machtig), hebben wij altijd
die brieven aandachtig gelezen. We vragen
ootmoedig aan Zijne Hoogweerdigheid eens
zijne christene onderdanen eene kleine vrijheid
te willen vergeven.
In 't belang van de eer en reputatie van den
godsdienst in de oogen der ontwikkelde men
schen,en ook in 't belang van uwe ziel die meer
dan eene audere rekening zal moeten geven over
uw woorden en daden hier in dit tranendal voor
de armen) en smuldeisdal (voor de rijken en
hun vrienden) geven wij UEd. den nederigen
en ootmoedigen doch zeer christelijken raad te
lezen en te mediteeren 't leven van den heiligen
Antonius van Padua, die zoo moedig den tijran
Eccelmo het hoofd bood, en dat van de
H. Catharina van Senen.
't Zijn zeer goede geestelijke oefeningen,
Mgr, om zedelijken moed te bekomen.
Uwe allernederigste diocesaan,
H. Pl.
Engeland, wiens volk veel te weinig
gekend is zelfs van onze geleerde stan
den, geeit gedurig goede en schoone
lessen aan de wereld.
In Belgie drijft men nog altijd den
spot met het pensioen van i fr. daags
Engeland komt er een van 3go fr. des
jaars te stemmen. En moest men hier
eens voor den dag komen met het acht
uren werk
Wie herinnert zich niet al den spot
die verkocht werd ter gelegenheid van
deze hervorming
En ongelukkiglijk hoeveel honderd
duizende arme vlaamsche werklieden
zijn er niet die de eerste zouden zijn
om deze uit te lachen en uit te jouwen
die van het acht urenwerk zou spreken
Ware dact niet de ruïne der nijverheid
Wat zouden de menschen doen met het
overige van hunnen tijd enz.
In Engeland komt een wet neerge
legd te worden, verbiedende meer dan
acht uren te werken in zekere vakken,
namelijk in de mijnen.
Ziehier wat een Engelsch minister,
geen lid der arbeiderspartij, maar een
millioenrijk burger te dezer gelegen
heid verklaarde
Onderhavig wetsvoorstel steunt op de maat
schappelijke gronden. De gezondheid, de
arbeidsvermogendheid, de geestesontwikkeling
van 900.000 mijnwerkers zullen ermede gebaat
worden. De democratie was er niet op uit den
werktijd ontoereikend, maar wel den schofttijd
toereikend te maken. De tot de nijverheid
behoorende arbeiders dulden niet langer, dat
hun leven immervoort een gaan en een komen
zou wezen van hun bed. Zij willen tijd uit
winnen om te denken, tijd om te lezen, tijd om
Op derden oogst vierde 't klein seminarie van
St Nikolaas zijn hondersten verjaardag.
Ter eere van het gesticht mag er gezegd wor
den dat het Vlaamsch er den bovenzang zong.
De Nuntius van den Paus zelve heeft er eenige
woorden in 't vlaamsch gesproken. Dit zal elk
vlaamsch hart verheugen, doch enkel de domme
zullen zich in slaap laten wiegen. Inderdaad
die liefde voor het vlaamsch bij de hooge
geestelijkheid dagteekent slechts van den tijd
dat er eene ernstige propaganda gemaakt werd j
om het vlaamsch in 't vrij onderwijs ook ver- 1
plichtend te maken men smijt nu in menig
katholiek gesticht wat vlaamsch in 't gezicht
van ons volk om het te verblinden. Doch dat j
er liefde bestaat bij Jesuiten en hooge geeste- l
lijkheid voor onze taal en voor de heropbeuring j
van onze nationaliteit, daar gelooven wij niets i
van. De hoogere standen zijo verfranscht en
zoolang deze die geld hebben verfranscht zijn,
zal ook de taal van den Vlaming, ook waren
zijn rechten nog zoo heilig, bij de eersten ver-
nederd blijven.
Toch doet het een vlaamsch harte goed als t
het ziet dat onze taal eene kleine aanwinst
doet. Dus proficiat voor 't klein seminarie.
't Spijt mij 't zelfde niet te mogen zeggen
aan Z. H. den Bisschop van Gent. 'k Heb zijn j
toast gelezen en hij heeft op mij een zeer pijn- i
lijken indruk gemaakt. Dat men een heildronk j
uitspreke voor den Koning, 't is natuurlijk.
Doch ons dunkens moet er in alles mate
bestaan juist lijk in eten en drinken.
Ik neem graag aan dat men de vurigste
wenschen uitspreekt voor 't heil van vorst en
vaderland, al had de vorst ook al eens nevens
de schreef geloopen. Doch ik neem absoluut
niet aan dat in omstandigheden als deze een
man die 't zedelijk gezag van eenen godsdienst
vertegenwoordigt, het wierookvat in stukken
sla op den neus van onzen Leopold. De wreed
heden van den Congo zijn bowezen de oor
sprong van de schatten van Leopold II is ge
kend en wat zijn gedrag is weet iedereen
alhoewel we veel moeten vergeten en veel ver
geven aan menschen die rijk geboren zijn en
als koning hun leven lang in alle gelegenheden
verkeerd hebben, toch mag men niet vergeten
Omtrent terzeiver tijd dat de groote neus van
onzen teergeliefden burgervader Leopold II, in
stukken gesmeten werd door 't gulden wierook
vat met krachtige hand gezwaaid door dezen
die de zedelijke macht van de kerk in de
Provincie Oost Vlaanderen vertegenwoordigt,
verscheen een artikel in het blad La Jeunesse
Progressiste opgesteld door jonge koningsge
zinde liberalen, onder den titel het schandaal
duurt voort. Ziehier een uittreksel van dit
artikel.
Wij hebben het recht, in naam der dienaars
van het koninklijk huis, verontwaardigd te zijn
als wij Prins Albrecht en zijne familie van
schaamte en walg zien vluchten bij de aankomst
van het wijf Vaughan ('t honderd vijftigste lief
van den koning) te Oostende en we uiten onze
eerbiedige genegenheid voor de ongelukkige,
zoo droevig verlaten wiens smartelijk doch
onbevlekt leven levendig afsteekt bij dit van
den koning. Wij randen noch den koning der
Belgen aan noch den opperheer van alle
Congo's maar wij laken de schuldige zwakheid
van een oud afgeleefd mensch die zijn titel
omringt met ondeugd en bederf.Wij zijn 't hart
in als wij de burgers (en helaas ook bisschop
pen en priesters en zoogezegde kwezelaars), den
grooten baard zien toejuichen.Is het gemis aan
verstand ofwel wat voor gedachten hebben die
menschen
Zouden zij den raad van M. Woeste (nog
een goede behouder) durven volgen en als
familievaders een leven leiden lijk den koning I
Het land moet het weten deze uitbreiding
van belgische oneer en belgische schandalen
moet eindigen.
Wij roepen tot alle ware vaderlanders Op
voor de verdediging van den naam van ons
vaderland, zooniet wordt de troon van België
veranderd in een mesthoop. i>
Bravo, jongens, dit is wel gesproken, maar
als onze bisschoppen en vele onzer priesters en
Woeste en andere katholieken door hun hou
ding den koning toeroepen dos maar voort,
Sire, geneer u niet, toe, doe maar voort I
Denkt ge dat Sire zich om uw en om ons
geschrijf dan veel bekommert Nu ge hebt
gelijk van zoo te handelen 't doet goed te zien
dat er nog kloeke mannen zijn die de waarheid
durven schrijven.
Een hofnar, 'k geloof dat het Triboulet was
smeet eens zijn zottekap op 't hoofd van zijn
koning, die een groote beestigheid bedreef
(Frans I van Vrankrijk, geloof ik toen hij
Keizer Karei door zijne staten liet reizen om de
Gentenaars te komen straffen) en zette zich
zelf op den troon.
Hadde ik er iets aan te zeggen ik stelde de
schrijvers van zulke artikels aan 't- hoofd ten
mics'.e van eene dekenij en al die platte katho
lieke hovelingen wie ze ook zijn mochten
politieke priesters, kandidaat ministers, kruis-
kenszoekers, enz. gaf ik een patent van koop
lieden in godsdienstige zaken.
H. Plancquaert.