JAN VLEM
Tliielt
MEENEN
MOESCROEN
DEERLIJK
Dekien veroordeeld geweest zijn. Deze zou
daarbij eene schadevergoeding aan zijne werk
lieden moeten betalen hebben. Doch Coole
heeft geschreven wat hij niet kou bewijzen. En
deze die dat hem durft zeggen, spant mede met
de werkgevers. Om met de fabriekanten niet
mede te spannen moet men alles durvep zeggen,
waarheid en leugens.
En 't is zulk ne kerel die iemand den naam
van plaatskensjager zou toewerpen.
Maar zeg eens jongen, gij die zoo goed de
beteekenis van het woord moraal kent, is dit
soms geene socialistische moraal
k O gij vos zonder korte ooren wat zijt gij
toch nen held I Nestor Robrecht.
Over die zaak schrijft men ons nog uit
Kortrijk
De gevangzitting van Coole was 'n komedie
spel van eerste klas. Noch Vandc Velde, noch
Anseele.noch geen één van al de rijke socialisten
gaven één cent om hem uit 't gevang te houden
Vraag eens of 't sop misschien de Coole -
niet waard was.
Hadden de 36 socialisten kamerleden die
ii fr. trekken per dag, elk 20 fr. gegeven voor
Coole't geen ze wel mochten en moesten
doen aangezien Coole volgens Volksrecht
een onbetaalbare werker is voor de per tie je
dan hadde men meer dan genoeg gehad om
alles te vereffenen zonder dat er iemand moest
den martelaar uithangen.
Toen Coole eenige weken in 't gevang zat
heeft hij gekreschen om te mogen uitkomen.
Dat is te Kortrijk algemeen bekend. Men heeft
het geld niet gestort en Coole bleef zitten.
Waarom
Had men dan geen meêdelij met een leider,
die nogmaals volgens Volksrecht gekrakt
en gebroken en door heimwee aangetast in het
gevang zuchtte (Letterlijk).
Of vond men het geld niet meer
En Vanovertveld en Degroeve zijn dat ook
martelaars
Nog iets Toen Coole in 't gevang verbleef
wierd bij regelmatig zijn weekloon uitgekeerd.
De eenen zeggen 21 fr., de anderen 24 fr.
't komt er weinig op aan. De twee werklieden
die binst zijne gevangzitting in zijne plaats zijn
werk deden, namelijk de inleggelden ophalen
van de leden der vakvereeniging, en die dit
deden op één dag kregen slechts elk 3 fr. oj
6 fr. te samen
Waren dit geen onderkruipers
En hoe komt het dat men iemand een volle
week betaalt om maar twee dagen te werken
WEG MET DE PLAATSVERVANGING
De legerkwestie is thans volop aan het order
van den dag, en alles duidt aan, dat de hatelijke
plaatsvervanging, een der geloofspunten der
katholieke partij, welhaast tot het verledene
zal behooren.
De tegenpartijen zijn het eens, om er de
afschaffing van te eischen.
Het mag aan niemand toegelaten worden,
zich, mits eene somme geld, door eenen
anderen te laten vervangen, als het den dienst
en de verdediging geldt van het Vaderland. En
zoo groot, zoo edel is de rechtvaardigheid van
dit grondbeginsel, door de demokraten vooru'.t-
gezet zoo diep reeds is de voortplanting der
demokratische gedachten in het hart des volks
gedrongen, dat dagelijks eene talrijker schaar
katholieken verbranden moeten wat zij eertijds
aanbaden, en aanbidden wat zij vroeger ver
brandden.
Is er nu iets onbillijker, iets onrechtvaardiger,
iets afstootender dan de plaatsvervanging
Eenieder moet het als eenen plicht aanschou
wen, zijn vaderland, den grond, waar hij ge
boren en opgekweekt werd, te verdedigen tegen
den uitheemschen vijand. En zoo lang er een
leger noodig zal zijn, is het maar redelijk, dat
niemand van dezen plicht ontslagen worde.
De katholieken willen de begoede, de be
middelde menschen van dien plicht vrij houden
mits het storten van eenige honderde franken.
En zoo komt het, dat het leger slechts samen
gesteld is uit werklieden, kleine burgers en
kleine boeren, die over het geld niet beschikken
om zich vrij te koopen. En terwijl de volks
jongens, tijdens de legeroefeningen, bezwijken
onder de stralen der blakende zon, zitten de
vrijgekochten op hun gemak, vele onder dezen
aan het zeestrand met een glas champagne
voor hunnen neus en een snel wijf aan hunne
zijde. Is dat geene schande En zoo gebeurt
het ook, dat het voedsel, de levenswijze, de
behandelingen van wegens de oversten, maar
al te dikwijls en al te veel te wenschen laten.
Hoe zou dit alles niet verbeteren, moest
iedereen zijnen plicht vervullen 1 Want de rijke
burgerszonen zouden zoo gemakkelijk het on
recht niet verdragen en dulden als de kleine
menschen welke zij zoo gauw uitgeven voor
oproermakers en belhamels, als deze ietwat den
kop ver heffen.
Door den drang der omstandigheden gevoelen
nu verscheidene katholieke kamerheeren, waar
onder ministers, zich gedwongen de afschaffing
der plaatsvervanging bij te treden. Het mini
sterie durft de plaatsvervanging niet meer ver
dedigen. En deze afschuwelijke instelling
wordt nog slechts voorgestaan door den geval
lenen afgod Woeste, door de oude verachterde
pruiken der katholieke partij, en, eilaas ook
door de geestelijkheid. Eens te meer werkt
deze, dwaarsweg, de goddeloozen in de hand,
met in zake van leger, zoo als in alle andere
zaken (het vlaamsch, het stemrecht, de syndi-
katen en zoo voorts), het onrecht te verdedigen
tegen het recht, de voorrechten der rijken tegen
de heiligste belangen des volks. En zoo zal het
eens te meer blijken, welk groot kwaad de
priesters den godsdienst berokkenen, met zich
zoo uitzinnig in den kiesstrijd te weipen, met
altijd en overal partij te kiezen voor de rijke
standen tegen de minderen, voor het onrecht
tegen het recht, en dat nog soms met de oneer
lijkste wapens.
Maar wat Woeste ook doe 1 wat zijne on-
noozele of blinde aanhangers ook aanwenden J
hunne pogingen zullen verijdeld worden zij
zullen schipbreuk lijden, en slechts dienen, om
de verachting van het volk te doen ontkiemen,
en aanwassen tegenover deze vijanden.
De plaatsvervanging is veroordeeld 1
En zoo gaan allengskens aan, al de punten
van het demokratisch geloof, zegevierend,
hunne verwezenlijking te gemoet.
Eere aan onze apostels 1 eere aan onze rede
naars I eere aan onze hoofdmannen, die, trots
smaad en broodroof, niettegenstaande willekeur
en dolheid van wegens uitzinnige en onnoozele
dorpsdwingelanden, onverschokken en onver
poosd den strijd voeren voor de rechtvaardig
heid, en deze zullen doen zegepralen op alle
Indien ik een betaalde schrijver van vak
vereeniging was, aan 25 fr. te week ik zou on
vervaard mijne artikels teekenen. Maar een
voudig christen democraat en werkman zijnde
en mijn brood moetende verdienen met mijn
dagelijkschen arbeid, maak ik mij liever niet
bekend. Is de voorzichtigheid niet de moeder
van den porcelein winkel
Waarom hechten de socialisten er zooveel
belang aan vaninij, met naam en toenaam te
kennen Waarom gestadig zoeken maar den
onbekende Woekeren wraak en vervolgings-
zucht in hun heite
Ik heb de socialistische vakvereeniging be
knibbeld. Ik krijg geen antwoord op mijne
beknibbelingen, trouwens schelden en verwijten
dat heet ik geen antwoord, en dat doen zij
alleen, die geen gegronde redens weten in te
brengen als zij naar uitleg gevraagd worden.
Hetgeen ik inbracht blijft nog altijd recht
Als ik in de driemaandelijksche vergadering
kwam hoorde ik daar altijd spreken van aan
gesloten alhier en aldaar en voor hoofddoel
houden den politieken winkel der sociale kliek,
maar als er eene werkstaking uitbrak was er
nooit geld genoeg om ons te betalen terwijl
voor Verviers, Wetteren en andere steden
duizende en duizende franken werden rondge-
haald, moesten wij, Meenenaars, altijd honger
lijden.
Onze vereeniging Bemint elkander gaat
anders te werk Het hoofd doel is geen politieke
winkel,maar de ondersteuning van onze leden.
Ziedaar twee feiten.
De socialisten kunnen er naar bassen, als
dolle honden, veel groote en holklinkende
woorden naar het hoofd hunner tegensprekers
gooien maar die feiten weerleggen dat doen zij
niet, omdat zij niet kunnen.
De socialisten bederven de schoone beweging
voor vereeniging der werklieden, door hunne
politiek. Eerst socialist, dan vereeniging. Zoo
handelen de Trade Unionsde machtige vak-
vereen igingen van Engeland niet, zoo doen
wij niet. Werklieden aller partijen moeten ver-
eenigd zijn om beter werkvoorwaarden en
hooger loonen te verkrijgenWat wordt er van
de macht der werklieden als zij verdeeld zijn
in democraten, socialistisch-, liberale en katho
lieke vakvereenigingen
Een gewezen lid der
Socialistischs vakvereeniging.
En daarom is het eene heilige plicht voor
alle klaarziende en eerlijke kieners, hunne
stemmen te verleenen aan maDnen zoo als
Plancquaert.
En zoo ook zullen de kiezers van Thielt-
Roesselaere met Mei aanstaande, den naam
u Paul Robberecht, kandidaat der christene
volkspartij zegevierend uit de stembus doen
komen. Leven de demokraten I leve Paul
Robberecht 1 Weg met de plaatsvervanging
Weg met de verzwaring der krijgslasten Weg
met de katholieken die deze laatste voorstaan 1
EENE VRAAG
Men hoort sedert eenigen tijd veel prêeken
over de onkuischheid. Waarom
Is er misschien in de katholieke wereld
wederom iets gebeurd, dat nog veel meer
stinkt, dan de rotte visch, dien de schrijver van
De Schoe binnen heeft gespeeld, zonder hem te
gerieken
VOLKSHUIS
Op Zondag 14 en Maandag i5 November,
Baarloop. Al wie een glas bier bestelt, ontvangt
een nummer, dat recht geeft aan den tombola,
die, den Maandag avond om 10 1/2 ure zeer
stipt voor al de aanwezigen zal uitgelot worden
Er zijn tien prijzen te winnen.
Zondag laatst had de vergadering plaats van
den prop2gandakring. De leden waren nog al
talrijk opgekomen, en na regeling der maande
lijks, che stortingen, wierd er overgegaan tot
het dagorde. Er werd besloten voor ver
scheidene en bijzondere redens, het Congres te
Moescroen uit te stellen tot eenên anderen
datum. De voorzitter gaf daarna kennis, van
den brief gezonden door het midden bestuur
tot aansluiting van den bond hetgeen met al-
gemeene stemmen goed gekeurd werd en waar
van de schrijver belooft het noodig, ts doen
om toekomende week alles in regel te zijn. De
Vrienden van Herseaux, spraken ook nog
de noodige maatregelen te nemen om wekelijks
regelmatiger hunne bladen te ontvangen. Ver
scheidene leden stelden zich ook ten dienste
tot het uitstrooien van den fransch vlaamschen
Ch. Democraat in de verschillige gemeenten,
waarna al de leden vast hunne medewerking
beloofden, tot het vooruitzetten van de propa
ganda, tot de zegepraal behaald is.
Volksrecht van verleden Zondag is niet
welgezind omdat wij in Het Recht >1 van
24 October een briefje opnamen, ons gezonden
door een lezer van Het Recht die op de
meeting der socialisten tegenwoordig was ge
weest en waarin wierd gezeid dat hij in die
meeting inplaats van i3o werklieden van
Deerlijk, zooals de socialisten schreven, er ten
allerhoogste i3 geteld had.
R. V. weet zeer wel, zegt het Volksrecht
dat, terwijl de Debunne sprak, een drietal
vrienden van Deerlijk een bezoek brachten met
de vreemdelingen bij Deerlijksche vrienden
herbergiers.
Deerlijksche socialistische herbergiers 1 Men
moet waarlijk een bril hebben zooals de socia
listen, waarmede men i3o ziet voor i3, om die
te gaan zoeken.
Wij weten dat wel, zegt het u Volksrecht
Welnu, dien dag waren wij naar Aalst .voor
't kongres der vrije vakbonden en Hebben dus
niets van het socialistische betoog gezien doch
onze vrienden deelden ons mede dat een drietal
vreemdelingen met een socialist van Deerlijk
eenige herbergen bezocht hadden, ziedaar...
Doch, gesproken van het getal aanwezigen,
wat breekt dit alles af van hetgeen de lezer van
Het Recht ons schreef of wil het u Volks
recht misschien zeggen dat die drie personen
die, volgens hem, op toer waren met de
vreemdelingen ook bij die dertien moeten ge
voegd worden, en er aldus 16 waren in plaats
van 13 In elk geval is dit toch nog ver van
i3o het Volksrecht loog dus wetens en
willens 114 mannen 1
Liegen tegen de socialisten is bij R. V. een
treurige gewoonte geworden, zegt het Volks
recht n. Welnu, voor een blad zooals het
Volksrecht zich wil doen doorgaan en voor
eene partij zooals de socialistische ér eene wil
zijn die door geene enkele andere kan geëven
aard worden in kritiek, waarom doet zij die
leugens niet uitschijnen zooals wij doen met
de leugens der socialisten In zake van hunne
meeting te Deerlijk bewijst het Volksrecht
niet dat de lezer van Het Recht de waar
heid niet gezegd heeft door te houden staan dat
er i3o menschen van Deerlijk tegenwoordig
waren.
Waarom Omdat het niet kan.
Als wij er bijvoegen het overdreven gebof der
socialisten over hunnen bladenverkoop, dat zij
eenigen tijd geleden van gemeenten spraken
waar zij regelmatig 75 bladen verko.open ter
wijl wij zeker weten dat zij er in 't geheel 6 of
7 verkoopen, daar spreken zij niet op omdat
zijniet kunnen. Misschien zullen zij het du
trachten te doen 1.. wederom zeggen dat wij
liegen 1... Dat is gemakkelijk.
De socialisten waterbekken naar een kartel
met de demokraten, omdat zij weten dat zij
alleen tot niets kunnen komen, en als wij
zeggen en bewijzen dat zij zelf de schuld zijn
dat het kartel in 1906 voortaan onmogelijk
werd gemaakt, daar antwoorden zij niet op
tenzij met grove uitvallen en vqrwijtselen tegen
Plancquaert, te dom om van verstandige men
schen gelezen te worden den grond der zaak
zelve durven zij niet aanraken. Waarom Om
dat zij niet kunnen. Zeggen dat wij liegen, dat
is gemakkelijk.
Zoo de socialisten beweren dat zij de eenige
partij uitmaken die past aan de werklieden van
't arrondissement Kortrijk en dat wij ons pro
gramma nevens het hucine stellen en bewijzen
dat de vrije kristene volkspartij veel" meer prac-
tisch volksgezind is dan de" socialistische, weer
leggen doen zij niet, maar zeggen dat wij liegen,
dat is socialistische kritiek.
In alle geval kunnen wij onze strijdmakkers
van Meenen, Moescroen, Kortrijk en elders
verzekeren dat de groene verdeelers met de
kiezing van Mei toekomende een aardig smoel
zullen trekken, zegt Het Volksrechtdoor het
groot getal stemmen dat er op Debunne zal
uitgebracht worden. Voor Deerlijk zijn wij
borg.
Het is gemakkelijk in dergelijke zaken borg
zijn. Even goed zouden wij borg kunnen zijn
dat Deerlijk een slechte betaler zal zijn aan de
socialisten.
Onlangs zagen wij dat in eene afdeeling der
socialisten maatregelen waren genomen om den
geestdrift en den strijdlust in de rangen te
blijven behouden. Het moet zijn dat de socia
listische luitenanten en comandanten de onder-
MENGELWERK
EEN VERHAAL
uit den tijd der Opkomst der Christene Democraten
in Vlaanderen.
DOOR H.PLANCQUAERT
Ze mogen zeggen wat zij willen, niet waar, madame,
Sprak Houthem eindelijk, het weten dat is iets anders.
Oh, mijnheer de pastoor, er is daar toch niets aan gele
gen antwoordde de rijke eigenares, naaïef.
s Bravo, madame, bravo, gij zijt ten minste rechtzinnig,
riep Bekegem. Maar Houthem, ging hij lachend voorts, dat is een
valschaard. Hij zou alles durven afloochenen, zelfs werd hij op
heeter daad betrapt.
Wel gesproken Bekegem, riep Putthem, en bravo voor
madame.
AUons, 'k moet bekennen, ik ben er aan, sprak Hout
hem glimlachend en inwendig fier omdat het geweten was
zonder dat hij het zelf had moeten vertellen dat madame
Van de Woestyne hem nu en dan een geschenk deed.
Habemus confitentem reum, sprak de latinist Bekegem.
Dat is niet voldoende, voegde Volxem er bij, hij verdient
Gij hebt gelijk, mijnheer de pastoor, sprak 't rijk orakel
dat aan de zijde zat van Houthem hij moet voor zijne straf ver
wezen worden, nog twee van den ouden Tours op te brengen, n
Bravo, madame, bravo riep men groote geestdrift,
algemeen gejubel en gejuich.
De schoone Floor die als een uitgehongerde leeuw naarstig
bezig was de vetste bil van den haas te verscheuren en te ver
slinden, plakte in zijn groote handen, doch zijne tong tengevolge
van haas en appelmoes in de volstrekte onmogelijkheid zijnde
dienst te doen, zegde hij niets.
Rikus ook sprak geen woord maar dacht
Een goed gedacht, madame doch komen ze op tafel
'k zal er wel mijn deel van hebben.
Fientje, riep de pastoor, breng nog twee flesschen van dien
ouden Tours. Als madame het vonnis over mij geveld heeft,
moet ik mij onderwerpen. a
Hernieuwd applaus Floor, ziende dat zijn glas juist vol ge
schonken was, hield zich ditmaal stil en maakte gebruik van
t algemeen gejoel en geharrewar om het in eenen trok tot den
laatsten druppel leeg te drinken.
't Is zoo goed voor de digestie dacht hij
Rikus, kalm en stijf lijk een Zeelandsche boer die maar
eenmaal 's jaars naar een kermis gaat, nam insgelijks zijn pas
gevuld glas in de handen, sloeg dankend de oogen ten hemel en
goot het met een zaligmakend genoegen door zijne keel.
De Heer heeft toch veel goede dingen voor de menschen
geschapen dacht hij, terwijl hij met zijn serviet den mond
af vaagde.
't Gesprek werd levendig alle tongen omtrent waren
losgemaakt. Er werd van alles gesproken van priesterbenoemin
gen, van huwelijken ook en vooral van den politieken
toestand van hun wederzijdsche parochiën en van de politiek.
Zeg eens Heide, jongen, hoe is 't op uw parochie vroeg
Volxem. Is de twist tusschen uwen burgemeester en den eersten
schepen nog niet gesust d
k Heide, ge moet oppassen, meende Houthem, 'k vrees dat
als die twist blijft voortduren de eene partij naar de demokraten
zal overloopen.
Ja, ja, meende Volxem, voorzichtig zijn. Mijns duukens
hebt gij het wat veel voor den schepen, 'k Zou dit in deze tijden
niet gebaren. De burgemeester zou zich kunnen wreken met de
demokraten te bevoordeeligen.
Weest maar gerust, sprak Heide, met een zekere pretentie,
'k ben diplomaat en 'k zal alles wel weten te schikken.
En gij daar, Bierbeek Hoe is 't op uwe gemeente Kunt
gij nog weg met uw volk
Elkeen keek naar den hoek der tafel waar er minst gespro
ken werd en meest geëten, en al de dischgenoten schoten in
eenen grooten lach.
De schoone Floor, na twee billen en drij vlerken van
kiekens totaal vernield te hebben, zat nu met 't karkas van nen
haan in zijn handen en knaagde er aan voorzeker met meer
smaak en genieten dan Ugolin in de hel van Dante aan de
schedels zijner ongelukkigen kinderen. Zijn kaken waren opge
zwollen tot springens toe als deze van een boerenmuziekant die
den trombone blaast of een mensch die pijn heeft in de tanden.
Hewel, wees toch beleefd en antwoord riep Houthem
spottend.
Floor ziende dat alle oogen op hem gericht waren deed een
bovenmenschelijke poging om te spreken doch 't eerste geluid dat
uit zijn keel kwam was zoo schor en duister, (de lezer zal wel
raden waarom) dat 't gansche gezelschap nog eens in een langen
luiden lach schoot.
AUons, Floor spreek, spreek riepen de priesters.
Op Bierbeek, sprak Floor eindelijk nog steeds knabbelend
en zwelgend, op Bierbeek, herhaalde hij, is... er... maar...
een... meester... dat ben ik.
Ola la, kerel, niet te veel geboft. Over twee jaren was de
burgemeester zoodanig uw dienaar niet. a
Ik ben baas op Bierbeek, sprak Floor, een buisch gevend
op de tafel. Ik houd daar 't vaandel recht van 't gezag der kerk
boven de wereldlijke macht.
Ja maar uw burgemeester, uw burgmeester, riepen eenigen
die Floor wilden in 't vuur jagen.
Den burgemeester welken burgemeester Deze die zich
tegen mij dorst verzetten 'k Heb hem in gruizelementen
geslagen, riep Floor. Hij is weg, verdwenen, vernield, in 't niet
vergaan, a
Veni, vidi, vici bracht Bekegem te pas.
Maar gij hebt de onderlaag gehad in de laatste stemming a
meende Heide, terwijl hij een oog trok naar Houthem.
AUons done sedert hoelang zijt ge nog maar in de dekenij,
Heide?»
Gij komt zeker van Caenegem
Gij hebt gelijk Floor, sprak Houthem. Hij weet van
niets. Zeg ons eens hoeveel stemmen heeft de oude burgemeester
nog gehad, a
c Deze die mij wetten wilde stellen sprak Floor. Vijf in
't geheele, vijf, en hij stak zijn vijf vingers als vijf vlegels of klok-