Partijvergaderingen
JAN VLEMINX
De zending der Kristen Democraten
Honse
Leest en verspreidt ons blad
UNdCee'tixigrs
*"~r~
XXKXXXXXXXXXXXXX
Lueger en zijn machtigen volksstrijd te
staken
Zoo ging het altijd in alle goede
volksbewegingen
In den beginne, lastige strijd, vijand
schap, vervolging.
Later als de volksbeweging macht
verkregen heeft, eere en glorie.
Wacht nog eenige jaren en de chris
ten democraten, thans zoo veracht,
bespot, vernederd, gehoond, gelasterd
en vervolgd, zullen in eere gesteld en
hoog geprezen worden.
Van hunne hoofdmannen zal men
dan zeggen en schrijven gelijk van
Lueger.
Dat waren katholieke voorvechters,
waarop we mogen fier zijn.
Geëerde Landgenoten.
De Balans, ge ziet ze.
Bijna waterpas.
Het kleinste gewichteken doet de ba
lans keeren rechts of links.
Die schaal is de Wetgevende Kamers:
katholiek tegen liberaal-socialist, bijna
gelijk;
3 «i 4 kristen demokraten, daar zijnde
vrij, onafhankelijk, die naar niemand
omzien, niets raadplegen dan hun kris
ten eerlijk hert.
Is 't goed voor 't Volk
Wij ondersteunen.
Is 't slecht, nadeelig aan godsdienst
en vaderland Wij weeren het af.
Eerw. geestelijkheid, Icristene geloo-
vigen, landgenoten van goeden wil, wie
gij ook zijt, ik Pieter Daens, broeder
van priester Daens, sprekende door
zijn hert, ik kom vriendelijk uw onder
steuning en uwe stem vragen voor die
partij van balans.
Och, waarom zoudet gij aarzelen
De andere partijen zijn sterk genoeg.
Zijt ge te vreden over mijn werk in en
buiten de Kamer Zoo ja, geef me dan
hulp, want ik heb hulp noodig ik be
zwijk bijna onder den last. In afwach
ting van uw medehulp, groet ik u her-
telijk. PIETER DAENS,
Volksvertegenw. Aalst.
Ten strijde
Sedert geruimen tijd is er onder de Ronsche
bevolking en omliggende een nieuw leven, een
nieuwe strijdgeest ontstaan, vooral onder de
jeugd. Ziet naar onze werkevsbond, propagan-
daclub, klaroenclub, spaarkring, reizigersclub,
zangkring, enz. alles is groot in ledental. Ziet
naar onze bladen welke in Ronse verkocht
worden Het Recht, De Werkman, De Nieuwe
Tijd. De moeilijksten zijn te vreden geweest,
gezien de verloop op betere wijze is ingericht,
zoo dat geen enkele nog zal zeggenik heb mijn
blad niet gehad. En nu, vrienden demokraten,
nieuwe en nieuwe lezers moeten er gewonnen
worden voor het lezen onzer democratische
bladen en brochuren.
Ontzaggelijk groot is 't veld dat er nog te
bewerken is. Het wacht op ons om het demo
cratisch evangelie te verkondigen bij middel
van woord, bladen, brochuren en schriften. Op
dus, christene demokraten, ten strijde der ont
voogding voor ons vlaamsch volk. Laat den
vijand maar schimpen, lasteren en liegeren,
het recht en de waarheid zijn aan onze zijde
en daarmede zullen wij overwinnen.
Volgen wij getrouw de groene vlag, vereeni
gen wij gansch de arbeidersklas, onder hare
breede plooien en trekken wij samen eensge
zind band aan hand, vastberaden te velde onder
den kreet Leve de Vrije Christene Volks
partij. Adriem.
DEERLIJK
Op Dinsdag, 5 April (kappellekensomme-
gang), groote openbare meeting, ter herberg in
't Katje, bij Gentiel Ovaere, om 4 ure namid
dag.
Sprekers H. Plancquaert en priester Fon-
teyne.
CUERNE
Op heden Zondag, 3 April, om 6 1/2 ure
's avonds, meeting te Cuerne in De Nieuwe
Voerman.
Spreker H. Plancquaert.
ANSEGEM
Zondag, 10 April, om 61/2 ure 's avonds,
meeting te Ansegem in 't Stroomke, bij J. De
Coninck (statie).
Spreker H. Plancquaert.
Om 4 ure, meeting in een lokaal Zondag aan
te duiden.
HERSEAUX
Op Zondag, 17 April, meeting te Herseaux,
om 4 ure. Strooibrieven zullen 't lokaal be
kend maken.
Spreker H. Plancquaert.
LUIGNE
Op Zondag, 17 April, meeting te Luigne om
6 ure. Strooibrieven zullen 't lokaal aanduiden.
Spreker H. Plancquaert.
DOTTENIJS
Op Zondag, 24 April, om 11 ure voormid
dag, meeting te Dottenijs. Strooibrieven zullen
't lokaal aanduiden.
Spreker H. Plancquaert.
MOESKROEN
Op Zondag, 24 April, om 4 1/2 ure, meeting
Moeskroen. Lokaal door strooibrieven aan te
duiden.
Spreker H. Plancquaert.
Waarmaarde
Vergadering van de bon lsleden, op Zondag,
3 April om 6 ure 's namiddags, bij A. D. P.
Dat elk op post weze. J. C.
Ronse
Op Zonuag, 3 April, om 9 ure 's morgens,
in 't gewoon lokaal, algemeene vergadering van
de democratische propagandaclub.
Dagorde 1. Verslag van de vorige alge
meene vergadering. 2. Verslag der rekeningen.
3. 'Klaroenclub. 4. Spaar- en reizigersclub.
5. Propaganda.
Op Zondag 10 April, algemeene verplich
tende vergadering voor de leden van de demo
cratische vakvereeniging, om 2 112 ure namid
dag op boete van 25 centiemen. Belangrijke
dagorde. Niemand mag ontbreken.
Moscroen
Vergadering voor den propagadakring op
Zondag xo April, om 9 ure 's morgens, in het
lokaal Klokke Roeland.
Deerlijk
Op Zondag 17 April vêTgadering van den
bond bij H. Caveijein Prins Boudewijn.
Partijgenooten allen op post, want er is
ernstig werk te verrichten. Het Bestuur.
Meenen
Zondag 3 April, groote vergadering van
Bemint elkander in den Nieuwen Karpel,
n, 24, Bruggestraat, op boete van 25 cent.
De Voorzitter,
Louis Favoreel.
Zondag xo April, om 9 ure 's morgens,
groote propagandaveigaderin? bij M. Alfons
Favoreel, in de Trombone, Schansstraat, Ba
rakken, Meenen. Alleman op post. Bijzondere
punten zijn te bespreken.
DE BRANDRAMP VAN 0EK0ERIT0
Alwie geene dorpskermis in Hongarie bijge
woond heeft, kan zich den geestdrift niet voor
stellen die op een dansfeest heerscht, waar de
czarda, de nationale dans der HongareD, uit
gevoerd wordt.
Er waren zeven honderd kaarten nitgedeeld.
De hangaar of remisie waar de czarda lustig
gespeeld en gedanst werd, was zoo vol volk dat
de plaats om te dansen schier ontbrak.
Om te beletten dat ndere personen in de
remisie zouden komen, had men de uitgangen
gesloten met had zelfs deze uitgangen met
planken toegenageld. en men had banken tegen
de deuren geschoven. De dansers en de danse
ressen waren letterlijk ingesloten. De danszaal
was verlicht met papieren lanteerntjes en met
a'cht petrollampsn. Verscheidene ballonnekeDS
waren reeds in brand geraakt, doch niemand
gaf er veel acht op.
jOp eens wierp een jonge boer zijne klak in
de richting van een der lampen, die aan een
balk hing. De lamp viel, de petrol ontvlamde
en verspreidde zich langs alle kanten. De klee
deren, de rokken der danseressen schoten als
papier in brand. Eene onbeschrijfelijke verwar
ring ontstond.
Een kleine boer gelukte erin eene plank los
te rukken en met zijne danseres door de ope
ning te kruipen. De anderen wilden langs de
zelfde opening buiten geraken. De vrouwen
vielen en werden door de mannen vertrappeld.
I Deze or.gelukkigen brandden reeds als fakkels
zij vieler verpletterden elkaar, verstikten en
stierven. Men hoorde gejammer, gereutel en
i akelig geschreeuw. Opeens viel het dak in, en
alles en allen werden met brandend puin over
dekt. Gansch dit ijselijk tooneel duurde niet
langer dan tien minuten.
Men vond de lijken verkoold en verwrongen
terug. Zij lagen per hopen van 10 en 15, en
waren de eencn aan de anderen vastgeklampt.
Men vreest dat meestal de overlevenden aan
de gevolgen hunner wonden sterven zullen
Buiten de brandwonden dragen velen de sporen
eener ijselijke worsteling, aangegaan om te po
gen aan de vuurdood te ontkomen. Een groot
getal der ontsnapten zfm zinneloos geworden.
Men spreekt van vier honderd dooden en
honderd gekwetsten.
RONSE Rondgehaald op zondag 20 Maart
3.90 fr. en op zondag 27 Maart 3.15 fr. te
voordeele van de Klaronsklub De Toekomst
Alles wordt in danVontvangen bij Remi Vanderschel-
den te Deerlijk.
79 MENGELWERK
EEN VERHAAL
uil den tijd der Opkomst der Christene Demoeraten
in Vlaanderen.
DOOR H.PLANCQUAERT
Op eens sprong Liesken, wie het niet in 't minst scheen te
vervelen dat Jan Vleminx met zijn hoofd op hare borst lag,
recht. De deur der herberg was opengevlogen en een bende
roepende, schreeuwende en tierende kerels was met groot lawaai
binnengestormd zij had de stem van Pier den boer herkend en
aan zijn geraas verstaan dat hij zat, ja zeer zat was.
M. Jan, sprak zij, gij moet bier blijven gij moogt in
de herberg niet komen. Belooft gij het mij
Ja, sprak Jan weemoedig, 'k zal hier blijven.
a Wat er ook gebeure vroeg Liesken half bevelend.
Wat er ook gebeure.
Lieskén sprong buiten, sloot de deur, trok den sleutel af en
na in den gang de tranen van haar wezen afgevaagd te hebben
kwam zij vriendelijk glimlachend in de herberg.
Hare intrede werd begroet met groot geroep en eene alge
meene uitbarsting van wildheid. Pier pakte haar vast en wilde
met haar dansen. Hij vroeg een tournée bier voor al wie in huis
was onder 't applaus van zijn kameraden, boeren en werklieden,
waarvan sommige ook reeds van den drank wisten.
De bazin was goed in haar schik en loeg hertelijk om de
kromme sprongen die Pier met Liesken maakte.
Toe Pier, laat mij nu gerust, sprak Liesken vriendelijk,
'k moet gaan tappen.
Pier liet haar los, doch zij moest belooven dat zij bij hem'
zou komen zitten, zoodra iedereen besteld was. Onder het tappen
en schenken had Liesken nu en dan iets gevezeld aan haar
moeder.
Toen men aan de derde pint was en 't gezelschap hoe langer
hoe meer lawijd maakte was de bazin onopgemerkt verdwenen.
Zij ontsloot stillekens de deur der keuken en giDg binnen.
Jan Vleminx lag met het hoofd op de tafel en zijn uitgedoofd
houten pijpken in den mond te slapen, rustig doch luidruchtig.
Jan had na Lieskens vertrek zitten denken op ai 't geen hij moest
lijden en onderstaan voor zijn gedacht en de vernederingen zijn
moeder aangedaan. Week en gevoelig en prikkelbaar geworden
tengevolge van den drank had hij nu eens zitten weenen, dan de
vuisten gebald en met halve stem schrikkelijke dreigementen uitge
stameld tot dat hij, overwonnen door de vermoeinissen van den
dag en den overvloed van 't bier dat zwaar op zijn herssens woog,
na een tiental malen met half gesloten oogen geknikt en gesnikt
te hebben, voor goed met het hoofd op de tafel neerzakte en met
de pijp tusschen de tanden in slaap viel.
Lieskens moeder schudde hem wakker.
M. Jan, ge moet gaan slapen, kom mede met mij.
(i Ja, sprak Jan, gansch duizelig.
Aan den trap gekomen, vroeg hij
Maar waar ben ik
Klim maar boven, M, Jan, ge zijt bij goed volk maar ge
moet gaan slapen.
Jan klom den trap op Lieskens moeder volgde met eene
kaars in de hand.
Half weg slierde op eens de voet Jan Vleminx uit en hij
daalde den trap neder 't geen hem een gevoelen gaf, als 't gene
ons zoo zeer verschrikt wanneer wij in een naren droom meenen
in een afgrond te tuimelen.
God help mij, riep Jan, 'k heb vandaag toch voor uw
volk gewerkt,
Hij werd onmiddelijk verhoord en met het deel van zijn
lichaam dat men in goed gezelschap niet noemt kwam hij terecht
op den dikken buik van Lieskens moeder, die dank aan hare
natuurlijke spierkracht en de handleuning van den trap dien zij
met de eene hand vast had, er in lukte den neerzakkenden demo-
kraat in zijn daling tegen te houden evenals de groote dijk van
Westcapelle de woedende golven der zee.
Pak links de leuning vast sprak met angst de bazin die
gevoelde dat zij niet lang aan de pressing van Jans lichaam zou
kunnen weerstaan hebben.
Jan spartelde, grabbelde en schartte met handen en voeten,
kreeg gelukkiglijk de leuning in handen en geraakte zoo terug op
zijn beenen evenals de koster van 't oud zoo gekend vertellings
ken, die na een diner met zijnen pastoor in den gracht gevallen
zijnde gered werd met zich aan 't gras te houden, terwijl de
pastoor met 't geloove versmoorde.
In de herbergzaal had men 't klawieren op den trap gehoord;
Pier de boer spitste de ooren en Liesken dit ziende snapte hem
met nen wilden kreet vast, trok zijn stoel achterover en liet zich
met hem op den vloer vallen.
Wel vijf minuten werd er gelachen en geschetterd en toen
er een beetjen stilte gekomen was, was er boven niets meer te
hooren en Lieskens moeder kwam de herbergzaal binnen als
ware er niets gebeurd.
Toen Jan Lieskens geschetter had gehoord was er licht
gekomen in zijn geest hij herinnerde zich waar hij was hij
schudde droevig het hoofd en klom nog zwaarder en trager den
trap op, nu en dan zuchtende Liesken, Liesken mij zoo rap
vergeten I
Boven op den trap had hij nog eene beweging gemaakt als
wilde hij terugkeeren.
Allons, mijnheer Jan, voorts naar uw bed ge moet gaan
slapen sprak de bazin gebiedend.
Gewillig had hij dan gehoorzaamd en toen Lieskens moeder
zag dat hij 't licht goed uitgeblazen had en hoorde dat hij zich
in zijn bed had laten vallen ke ;rde zij naar beneden terug en
hernam hare plaats achter den toog der herberg.
Jan, die dezen dag bier gedrpnken had om al de stemmen
der hoppe en der gersteboeren van Vlaanderen te verdienen,
woelde onder den invloed van den aloool nog eenigen tijd in zijn
bed om en weer. Dan eens murmelde hij arm Vlaamsch volk
dan eens was 't de naam van Liesken dien hij zacht en zoet uit
sprak, doch weldra, viel hij in eenen diepen slaap.
Beneden duurde 't lawijd nog eenigen tijd voorts dan
begon Liesken teekens te geven van groote vermoeinis.
Pier, ga voort, sprak zij, we zijn zoo moedeen we
moeten morgen zoo vroeg op.
Pier vezelde iets in haar oor. Liesken antwoordde niet en
ging in den toog nevens haar moeder staan. Pier trok haar oogen
en deed sommige teekens, doch Lieskens wezen bleef onbeweeg
lijk. 't Werd laat al die boerenjongens en knechten moesten
vroeg op. Een na een verlieten zij de herberg Pier de boer
vertrok met de laatste in de deur riep hij nogeens goeden
avond en lijk of we gezegd hebben.
Lieskens wezen bleef onveranderd. De deur werd gesloten
en beide vrouwen gingen slapen.
Lieskens moeder die wel gezien had hoe Pier rond hare
dochter had gedraaid en haar nu en dan in 't geheim iets in de
ooren had gefluisterd scheen niet veel vaak te hebben. Zij wilde
in gesprek komen met hare dochter deze gebaarde dat zij reeds
sliep. Doch zij dacht op Jan Vleminx en hoe zij door haar geroep
en gejoel de aandacht van Pier den boer op 't dwaalspoor had
gebracht. Hadde hij kunnen vermoeden dat de jonge demekraat
nog in huis was, wat ware er niet gebeurd
Opeens verschoot Liesken de achterpoort van 't hof was
open gegaan en kort daarna werd er op 't venster der vout getikt.
De hofhond grolde en blafte, doch zweeg weldra hij moest den
nachtelijkeu bezoeker kennen.
Voor de tweede maal werd er op het venster getikt en
iemand riep met gedempte stem Liesken.
Liesken antwoordde niet. Er werd harder geklopt. Liesken
gebaarde haar dood.
Lies, hoort ge 't niet, sprak de moeder.
Nog geen antwoord.
Haar moeder gaf haar nen stuik in de lenden.
Lies.
Hewel moeder Wat is er? luidde 't antwoord bitsig.
Men klopt op 't venster.
Dat ze mij gerust laten, ik ben dood moe.
Er werd harder geklopt en de stem klonk luider.
't Is Pier de boer, sprak de vrouw willen we open
doen Hij heeft vijffrankstukken in den zak 'k heb ze hooren
klinken.
Oh laat mij slapen, moeder.
Hij zal champagne geven, Lies.
't Kan mij niet schelen.
a Maar Lies toch, vergeet niet dat we nog een deel van den
pacht ten achteren staan
Er werd heviger geklopt en met ongeduld.
Als hij hem maar niet kwaad maakt, sprak de vrouw
aandringend. Hij is onze beste klient, we wonen in zijn huis.
Ten andere ge weet soms niet wat er gebeuren kan.
Een grove vloek weerklonk buiten.
'k En wil niet opstaan moeder, a sprak Liesken beslist.
Laat mij gerust, 'k wil slapen. Morgen is 't wederom vroeg te
werken en 't is reeds middernacht. Ge moet mij laten slapen,
sprak ze op eens bitsig en kwaad.