KSHh* De avonturen van Fré en Jef Prot 7wk jfll BIALEK (vervolg) Iri het eerste deel vertelden Jef en fré hoe ze aan hun naam zijn geraakt en het wedervaren van fré tijdens de oorlog 14-18 tot met het bombardement in steenstrate. Na de oorlog vertrok fré voor een tweede maal naar amerika. "Ik ben eigenlijk niet zolang in amerika gebleven. De eerste keer bleef ik er maar 11 maand en toen werd ik teruggeroepen voor de oorlog en de 2de keer dat ik er naar toe ging was ik invalied en kon niet meer zo goed meer werken. Ik ben er wel tegengekomen die dik geld verdienden maar die stonden de ganse dag door in het koperstof. Daar moest ik niet veel weten en daarbij die zijn allemaal jong gestorven. Dat was geen werk zo'n ganse dag in dat stof zit ten. Da 1s veel te giftig. Ik ben dan teruggekomen en heb dan een tijd in 't ijzer gewerkt bij BoëlToen ik daar werktte is het enigste keer geweest dat ik me o- verslapen heb. Op 'n nacht werd ik wakker en ik had gezien dat de wekker was stil gevallen. Aan mijn vrouw, die naast mij lag, vroeg ik welk uur het was. "Welk uur is 't op de wekker vroeg z'in haar slaap. "Eén uur, maar de wekker ligt stil." "He- wel, antwoordde ze, dan is het één uur" en ze sliep verder. Maar ondertussen had ik al 'n keer naar buiten gekeken en ik had gezien dat het dag werd. Ik ben dan maar rap naar de trein gelopen. Als ik op mijn werk aankwam ben ik direkt mijn medaille gaan af halen, - je moest dat doen omdat ze zouden weten dat j'er was, en als je een ganse maad op tijd kwam kreeg je een premie. Juist toen ik de medaille afhaalde kwam mijnheer boël af en die zei dat ze me mijn premie zouden uitbeta len om dat het de eerste keer was dat ik te laat kwam en hij zei er ook bij "moesten ze allemaal zijn gelijke gij, frederique" Ik heb daar vier jaar gewerkt zonder één dag te verletten. Maar 'n keer op een dag had een ingenieur me zien praten met zijn vrouw. 't Was wel een knap vrouwtje dat hij had, maar het is toch geen kwaad om met haar te praten. Maar die ingenieur was op mij kwaad geworden en op 't einde van de maand wou hij mijn premie niet uitbetalen. Ik ben het dan maar afgestapt en als ik wegging vroeg boël mij wat ik nu zou doen. Ik zei "wel ik ga vod den en oud-ijzer opkopen." Maar ik wist dat hijzelf ook oud ijzer opkocht en later hebben we samen nog zaken gedaan. Terwijl ik in vodden en oud-ijzer deed verkocht ik ook fruit. In brus- sel ben ik ooit de eerste geweest met aardbeien. Het waren van die dikke, sappige bezen en 'k had die speciaal in een plat korf je gelegd. Maar 'n keer in brus- sel toegekomen waren ze helemaal plat en als z'er een opmerking over maakte zei ik hen dat z'er konfituur konden van maken. In de winter dan was het nog veel erger dan moest je oppassen dat je met je kar niet in de modder vastgeraakte Eigenlijk gingen we niet zoveel naar brusselMeestal was het in gent dat we ons fruit verkochten. Maar na een tijd hadden ze ons ginder door en ze begonnen zelf hun aardbeien te kweken, toen was het gedaan met de verkoop. Dan ben ik maar in de staats school gaan werken. Maar voor dat ik mocht beginnen moesten mijn papieren eerst getekend worden door de burgemeester, behn was dat in die tijd, Hij zei dat hij geen tijd had omviinijn papieren te tekenen maar dat deed hij om met mij te spotten. Haha gij groten, dacht ik bij mijzelf, omdat g'in het parlement zetelt en in de raden van beheer zit denk je dat je alles mag, wacht maar de kleintjes zullen je wel hebben en ik ging met mijn papieren naar de rijkswacht daar zei ik hun dat de burgemeester weigerde te teke nen. Hij heeft ze daar moeten komen tekenen. Ik had hem toch beet Gedurende 13 1/2 jaar heb ik in de "staatsschool voor meisjes" gewerkt. Jef was juist geboren en m'n grootste, frans, werkte toen in de soierie.In 1928 of '29 als ik pas in de staatsschool werkte, kwam onze frans op een dag naar huis, met zijn ogen gans gezwollen en rood van de acide. 'k Heb hem dan maar ge zegd dat hij mocht thuisblijven. Dat is toch geen werk, een mens zou er blind van worden. Hij is niet lang thuisgebleven. Op 'n dag zei hij dat hij naar ameri ka wou vertrekken. Nu woont hij in californie. Z'n moeder is hem nog gaan bezoeken" Ik weet nu niet meer of ze vanuit amsterdam of rotterdam vertrokken is maar wat ik nog altijd goed herinner is dat we haar per auto hebben weggebracht. 't Was in 't putje van de winter. We waren met beir overeengekomen dat hij ons zou voeren. Maar de nacht voor ons vertrek had het zo hard gevroren en gesneeuwd dat hij met zijn auto niet bui- ten kon. Maar waren, die hier vlakbij woonde, die kon wel in de sneeuw rijden met zijn auto. Dat was een veel kleiner autootje. Zo eentje die zich overal kon tussenwringenWe zaten daar al lemaal in dat autootje geperst; van voren waren en vader fré, vanachter m'n moeder en ik en de bagage, 't Was geen lachen. En ondertussen vroor het zo hard dat de sneeuw vastvroor tussen de spatborden en de wie len. Om de 500m meters moest ge stoppen om die sneeuw weg te kloppen. Maar we zijn er toch geraakt."jaja lacht vader fré en hij denkt terug aan zijn vrouw die hem afscheid wuift vanop het dek van het schip. Maar zijn werk in de staatsschool ging verder. "Als in die school toekwam lag de zolder vol met (oude, versleten muziekinstrumenten, 'k Zei tegen renë, dat was de andere die daar werkte, we gaan dat hier allemaal buitensmijten wij kunnen er toch niets mee doen. We hebben toen alles verkocht, als oudijzer. In die school heb ik hard gewerkt. Tot op de dag dat het barstte met die dikenek die op school rondliep. Een stuk toezichter die dacht dat hij de minister van onderwijs was. Ik ben het dan afgetrapt, nadat ik die dikke- nek een zodanige troeveling had gegeven dat hij ervan in zijn broek deed. Als ik daar juist weg was, brak de oorlog van '40 uit. Ik wou als vrijwilliger in 't leger Ik moest toch iets doen om de kost te verdienen. Maar ze wilden me niet in 't le ger. Ze zegden dat in 1921 werd gereformeerd. Ik ben dan gewoon met hun meegegaan op zoek naar e- ten. (wordt vervolgd) AKTIÏÏ.AKTIVITEITEN. 8 aug. pamelstraat wielerkriterium juniores bwb 15 sept. zaal 'de redding' org. csc toneel door 'm.m.t. 'VOETBALTRAINER NEEMT ONTSLAG' 20 sept„oesterkappen in de ooster- schelde (vertrek ninove 7u30) inschrijving: 054/33 92 79 bij urbain verekens. Over zijn begin is Bialek zwijgzaam. Toen hij, 23 - 24 jaar was gaf hij, de gedisciplineerde arbeider zijn ontslag. "Ik liet de direktie zitten met hun ver drongen neurosen en vervlogen dromen". Hij begon hard te werken als muzikant en om in leven te blijven knapte hij aller hande werkjes op. Zijn eerste grote optredens waren de gro te betogingen, de 12 uur voor latijns Amerika te Vorst, avonden over Chili, Ar gentinië, Brazilië... 't Waren een tien tal kunstenaars en duizenden toeschou wers. Iedereen was gelukkig en iedereen dacht dat het publiek voor hem kwam. Toen kwam de tijd dat men alleen stond op scene en dat men het moest waarmaken. Dat was de grote ontnuchtering. Bialek bracht de muzikanten samen en vormde een groep. Kollektief werken en hetzelfde loon voor allen. "Het was geen echte kollektiviteit. Ik schreef de muziek en de teksten en de muzikanten speelden het. Ik hoop dat ik eens kol lektief zal kunnen werken en kreëren maar ik geloof niet dat zulks mogelijk is met liedjes." De muziek die Bialec toen schreef was doorgaans moeilijk. "Als ik iets eenvoudigs schreef dan lachten de muzikanten met mij". Maar la belle gigue, die op een heel eenvoudig melodietje is geschreven sloeg in bij het publiek en voor Bialec stond de weg open om verder te zoeken naar de eenvoud en te streven naar de eenheid tussen de kunstenaar en zijn programma. Opnieuw komt er een trein voorbij. Stil te. Bialec kijkt naar de trein. "Nu moet ik echt gaan" en terwijl ik hem de terugweg uitleg gebruik ik de supermarkt als plaatsaanduiding. Bialec merkt op "Tegenwoordig zeggen de mensen, je draait af aan de supermarkt. Vroeger zeiden ze: je hebt daar een boom, een gebouw, een dodenmonumentTot binnenkort en bedankt voor de koffie." CoppensJean-Pierre juli 80 (vervolg

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1980 | | pagina 12