MARCEL CARDOEN
hing het aan het 't klokzjiël
2) Agent in korte broek.
Wie naar de karnavalrevue is geweest, heeft de fijne humor en
de akteertalenten van Marcel Cardoen opnieuw kunnen smaken.
Roeze en Fliese waren weer van de partij met hun kommerenpraatje
over galstenen en dergelijke. Het succes van dit nummertje
met eeuwige variatiemogelijkheden gaat terug op 19^5, toen Cardoen
de sketch nog speelde met Georges Cassiman, nu met Gaby van
Londersele. Van toen dateert ook de liedjestekst die Cardoen
schreef en die sedertdien steeds vóór en na het praatje wordt ge
zongen op de wijze van "Onze harmonie die speelt den eersten prijs".
Allen samen in 't Ninoofs
Retetetet Retetetet...
Ge weet hoedat dat gaat
Bij ne kommerenpraat
Maakt u'len niet kwaad
Maakt ulen niet kwaad
Alles wordt hier vermeld
En dat voor weinig geld
Kommerenpraat, 't is dat dat telt.
Vindt ge dat ook niet fijn
Dat er kommeren zijn
Als er hier iets gebeurt
Mag iedereen op d'hoogte zijn.
Retetetet Retetetet...
Ge moet gaan horen
't Leste nieuws uit ons stad
Taretetete
Wie dat kommerce doet
Loopt alle dagen zat
Taretetete
Ze bouwen en ze breken en ze zagen
Terswijlens doen ze niet anders als klagen
Van Roeze en Fliese hebt ge g'had
't Leste nieuws uit onze stad
Terete te te
Voila, met een beetje oefening kunt ge
volgend jaar meezingen. Vorige maand
heeft Cardoen de geschiedenis van de ni-
noofse revue uit de doeken gedaan, nu is
zijn poltieloopbaan en zijn huidig beroep
van opkoper aan de beurt. Volgende maand
gaan we nog verder terug in de tijd en
praat Cardoen over zijn jeugd.
't KLOKZJIËL In de revues komt er
regelmatig een scène voor over uw
vroeger beroep van ninoofs politie
agent. Slaan die koddige situaties
allemaal op de realiteit
CARDOEN Al wat we gespeeld hebben o-
ver de politie is autentiek gebeurd
Dat is geen hoofdstuk maar een boek
apart, ons politie-zijn. We zijn ja
ren samen geweest, ik en Kazzen en
Pinte en al de goeie kameraden.
In die tijd was dat nog iets anders
dan nu. Ik wil niemand een steen
werpen, maar de vriendschap in die
tijd, dat was één voor allen en allen
voor één. Het was wel een heel heel
goeie periode we hadden de goeie
politiekersen ons werk marcheerde
minstens zo goed als nu. Maar er
was meer een vrij en vranke, hoe zal
ik zeggen, een luchtige situatie.
Alleman zag 't leven schoon en er
waren geen donderwolken boven onze
kop. Natuurlijk, als dan de poli-
1945 Cardoen en Viktor Lijs in de
Beverstraat met zelfs nog een koets
op de achtergrond.
tieke toestand verandertdat is
dan weer iets anders, niewaar. In
die tijd speelden we altijd op 't
goed paard, maar naderhand is dat
veranderd en hebben we ons moeten
"pieten". Ik en Pinte en Kazzen
dat waren.
't KLOKZJIËL drie spitsbroeders
Wij waren het trio Spaghetti.
CARDOEN
Dat kunt ge aan onze tijdgenoten vra
gen, daarvan kan ik moeilijk zelf
iets zeggen. Ik wil ons eigen niet
naar voren brengen. Ik ben fier dat
ik in die periode geleefd heb.
Dat zijn wittebroodsweken geweest,
die jaren geduurd hebben. Ik kan 't
anders uitleggen.
KL: Wanneer zijt ge agent geworden
CARDOEN In '45.
KL Zo rond die tijd dat ge met toneel
begonen zijt
CARDOEN Nee, toen was ik al bezig,
m de oorlogsjaren speelde ik al toneel.
Als ge van humor klapt, dat is een
boek apart, dat is teveel om in een
blaadje te schrijven, daarvoor zouden
we moeten een boek uitgeven.
KL Ge kunt ons toch iets vertellen
CARDOEN Onze Kazzen was een goed
agent, maar hij lag tussen ons tweëen.
Wij waren de heilige drievuldigheid
en hij was kindeke Jezus. Hij zag zo
naar ons op als noor oneelieveheer of
de heilige jozef, ge kunt het niet
beter vergelijken. Kamiel was altijd
kontent dat hij boj ons was. Wij kon
den hem alles laten doen, zoals hij ze-
gezegd aan ons gebonden was. Op een
keer op een examen moest hij het woord
"Everzwijn vertalen. We staken
hem op "Cochon de vitesse" wat hij
ook zei, zo werd "Cochon de vitesse"
zijn bijnaam voor jaren.
In die tijd hebben we toch gelachen.
Zo moest het gemeentepersoneel toen
nieuwjaar wensen op de gemeenteraad.
We zetten de kuisvrouw in zijn nek
en zo verscheen Kamiel voor het sche
penkollege. Wij dansten mee en
zelfs het schepenkollege begon
te dansen. Stel u de situatie voor
een agent met de kuisvrouw in zijn
nek en het schepenkollege dat applau-
diseert omdat ze dat plezierig en
volks vinden. Ik zeg u nog eens
dat zijn wittebroodsweken die jaren
geduurd hebben. Ondertussen is Pinte
echter jong gestorven. De Kazzen
ziet er nog monter uit, niettegen
staande dat hij 72 jaar is. Hij
komt nog dikwijls bij mij om over
die goeie oude tijd te spreken.
KL Zijn er nooit moeilijkheden
geweest rond het feit dat jullie
toneel speelden als agent. Werd dat
geapprecieerd door de commissaris
CARDOEN Ja, luister. Ik heb eens
op het toneel een nieuwe mode gelan
ceerd. Ik regelde het verkeer met een
short aan. Ik had daar de nodige
kommentaar bij gegeven en eer. lied
gemaakt. En in die tijd hadden we
kommissaris Micholt, een goeie typ.
Maar hij begreep niet dag ge als
agent in short voor het publiek kondt
komen zonder aanstoot te geven. Ik
heb hem dan kunnen overhalen om te
komen zien en 's anderendaags was
hij de de eerste om mij proficiat
te wensen dat ik het er deftig afge
bracht had. Ik stond dus in short,
zoals ge in de warme landen nu dik
wijls politieagenten het verkeer ziet
regelen. Ik wou dat lanceren en hij
heeft dat geapprecieerd en gezegd
dat dat geen aanstoot gaf en heeft er
hartelijk mee gelachen. In mijn lied
zei ik het publiek, dat het er zich
moest op voorbereiden dat dit de
toekomst van Ninove was: de agenten
die in warme zomers het verkeer zou
den regelen in korte broek. Ik heb
me daarin wel vergist, want ze doen
het nu in hun hemdsmouwen.
KL Tegenwoordig zijn er veel in
braken in Ninove. Hoe zou dat vroe
ger aangepakt zijn
CARDOEN Vroeger waren we te voet.
Nu hebben ze dienstwagens, dat is de
vooruitgang, dat kunt ge niet tegen
houden. Die jongens hebben meer
administratief werk.
KL En een groter gebied.
CARDOEN Ja, en kwestie van die
inbreuken, dat gebeurde in onze tijd
ook, maar zo erg niet. De mentaliteit
was toen nog anders. Het leven was
zo kostelijk niet. Met uw zondags-
geld kwaamt ge allicht toe, of half
toch toe. Nu hebben de mensen meer
geld vandoen er is minder werk.
In onze tijd, deden we 's nachts
twee grote ronden Een van kwart
voor twaalven tot kwart na tweëen en
een van kwart vóór driëen tot kwart
voor zessen. Als het donker was,
zetten we ons in hinderlaag, achter
hoek of achter kant en 't is alzo...
Hoe zaudt ge nu willen dat die jongens,
eerst en vooal; ze zijn per auto
om zich te deplaceren. De dief
is niet dommer dan die hem moet be
sluipen, ter contferie hij weet
wat hij van zins is, tandis dat hij
die hem moet vinden of opzoeken niet
weet waar hij zit. Dus, het eerste
feit dat zich voordoet is; hij die
van zins is van in te breken laat
iemand buiten staan tegen dat er ver
keer is, tegen dat er iemand afkomt.
Wij zetten ons dus in hinderlaag,
t.t.z. ze liepen niet in onze armen
gelijk dat een kind in uw armen zou
lopen, hé. Maar we hadden meer kans,
doordat we ons verdekt opstelden, een
half uurke achter hoek of kant, in het
portaal van de nieuwe kerk enz...
KL Hebt ge echt in gevaarlijke
situaties gezeten
CARDOEN Jazeker, vroeger deden we
bvb de logementen. Alle avonden voor
de nieuwe klanten die ingeschreven
waren deden we kontrole. Het gebeurde
dat verdachte klanten argeloos zich
lieten inschrijven onder hun eigen
naam en zo gesignaleerd waren.
KL Wat bedoelt ge met logementen
'CARDOEN Wel, ge hadt een hotel
"De Ster" of in de Despauteerstraat
"bij Polle Wedde" zoals men zei,
daar was slaapgele
genheid voor leurders en reizigers.
Elke avond gingen we daar de lijst
van de nieuw-ingeschrevenen ophalen.
Zo was er een logementhuis in de
Pamelstraat bij een zekere Standaert,
waar Roeselaarsen kwamen overnachten
en mannen die gewoon waren daar te ko
men slapen als ze in Ninove of omstre
ken kwamen leuren of zo. Dus alle
avonden gingen de politiemannen van
toen de lijsten van versingeschrevenen
halen bij de hotelliers of logement-
194ó: Witte helmen in Ninove: v.l.n.r.
Gettemans Richard(oud-chauffeur'van
burgemeester Behn), Viktor Nijs, Car
doen en Nestor Raes.
'T,