LANDBOUWWEEKBLAD
Oorlogswinsten
ONDER ©NS.
Arbeid veredelt
Zondag 26 Januari 1919.
Prijs 6 centiemen.
ie Jaargang. N
o "5.
BUREEL EN REDACTIE (voorloopig)
- DE MEIBOOM
Geeraardsbergschestraat, AALST
Aankondigingen volgens akkoord.
Abonnementsprijs 3,50 frank 's jaars.
Aan de Lezers.
Aangezien ons gekocht papier nog niet is aangekomen,
zijn wij verplicht op enkel formaat te verschijnen. Van af
Zondag of Zondag en acht dagen verschijnen wij wekelijks
en op groot formaat. Het Bestuur.
In de eerstkomende tijd gaat er eene belasting gelegd
worden op de oorlogswinsten. Alle zuivere winst welke
meer is dan 5000 frank, boven de gewone zuivere winst
van de'jaren 1912-13 zal eene lol van 3 °/0 en meer betalen.
Hoe zal men weten wie zulke winsten heeft gedaan Men
zal eene basis nemen op de aankoopen van onroerende en
roerende goederen en waarden, en op de ingebrachte mar
ken tot uitwisseling. He landbouwers moeten wel oppassen
dat ze niet moeten betalen als ze werkelijk niet meer ver
dienden. Laten wij eens samen een weinig de zaak bestu-
deeren
Laten wij zien hoe de winst of de bilan word berekend
van een nijveraar. Hij rekent zijn voordeel en nadeel In
zijn nadeel berekend hij de dagloonen zijner werklieden
en bedienden. Is hij zelf bestuurder dan zal hij ook zich zelf
eene jaarwedde toekennen bij zal ook eene waardevermin
dering rekenen zijner gebouwen, machien en beuoodigd-
heden en de percent van het kapitaal voor de exploitatie
gebruikt.
De landbouwers moeten niet vergeten zich op dezelfde
leest te schoeien en mogen niet gedoogen dat men hun tol
doet betalen op de brutto-winst. Het is alleenlijk de netto
of zuivere winst die mag in aanmerking komen.
Hoe zal een landbouwer zijne netto winst op de 4 1/2 jaar
berekenen
Laten we een voorbeeld nemen de landbouwer Velde-
man heeft een bedrijf van zeven hectaren bewerkend land.
In 1912 won bij 20U0 frank (brutto-winst). Met den oorlog
won hij gemiddeld 10,000 fr. 's jaars of 45,000 frank (brutto
winst) naar men berekenen kon door aankoop van 20,000
fr. land en 25,000 fr. ingedragen marken en gekochte
actiën.
Boer Veldeman moet dus oorlogschatting betalen zult ge
zeggen aangezien hij dus 45.000 frank rijker was. Hij mocht
maar hebben 7.000 fr. meer als in 1912 of 7,000 fr. 's jaars.
Hij moest dus van de andere 3,000 fr. schatting betalen.
Laat eens zien. Vooreerst maken wij den inventaris of staat
van waarde op van boer Veldeman in 1914.
2 paarden 4 runders
2 veulens 4 zwijnen
G melkkoeien
de landen hadden eene vruchtbare waarde van 100 per 100
Op zijne zolders lagen 50 zakken graan en haver.
In 1919.
1 paard 1 rund
1 veulen 1 zwijn
3 melkkoeien
de landen hadden eene vruchtbare waarde van 50 per
Op zijne zolders lagen 10 zakken graan en haver.
Van de zuivere winst moet eerst af de herstelling-
boerderij Veldeman moet koopen 1 peerd =4,000 fr.
1 veulen 2000 fr.
3 koeien 8000 fr.
3 runders 3000 fr.
3 zwijnen 2500 fr.
samen 19.500 fr.
Voor het land in staat van vruchtbaarheid te brengen zal
het hem kosten aan vetten 500 fr. per Ha 7 x 500
3,500 fr. Voor sleet en weerdevermindering zijner wagens
alam en machienen 1000 fr. De landbouwer werkt met eigen
volk, wiens loon inbegrepen is in de 45,000 fr. brutto
winst. Op het loon dezer werkers heeft de staat geen recht
van belasting te heffen, dus mag hij dat aftrekken van de
brutto winst.
Op boer Veldemans boerderij werkten Boer Veldeman,
twee zonen, 1 dochter. De moeder doet het huishouden.
100.
der
Dus werken 4 personen aan 2 fr. daags 8 fr. per dag
300 dagen per jaar 2400 fr. 's jaars.
Op 4 1/5 jaar 10,800 fr.
Maken wij de balans van winsten en verliezen.
op
Voordeelen
gekocht land 20,000 fr.
titels en marken 25,000 fr.
Nadeelen.
veestapel 19.500
landerijen 3,500
werktuigen 1,000
loon 10,800
kapitaal van
50,000 fr. aan 4 °/o 2,000
45.000
36.800
Dus heeft boer Veldeman op 4 1/2 jaar eene zuivere winst
van 8,2('0 fr. Op 1 jaar 1822 fr.
Dus moet boerke Veldeman geen belasting op oorlogs
winsten betalen. Wat aangaat de vermindering van graan
op zijn zolder, dit mag maar gedeeltelijk in zijn nadeel be
rekend worden aangezien in de meeste gemeenten de beta
lingen nog te doen staan, die niet in de marken-merkt
kunnen gerekend worden, aangezien ze in belgisch geld
zullen betaald worden. Hij verliest hierin dat hij heden moet
70 fr. betalen aan het meel dat hem aan 35 als graan afge
nomen werd. Dit is een eigen oordeel en eigen berekening
die ik ter studie aan de landbouwers geef.
O. Caudron.
Joannes. Dag Jacobus, hoe gaat het met de jongen
Hebt ge gisteren naar de vergadering geweest in De Mei
boom
Andreas. Ja Joannes, ik heb geweest, maar ik heb u
daar niet gezien.
J. Ik ben er geweest nochtans, ik zal niet ontbreken
als er iets bijzonders te doen is. Maar hoe konnen wij elkan
der zien met zoo een stroom van volk. Wij stonden daar in
de zaal opeengeperst gelijk haringen in de mande.
A.Ja zoo eene vergadering doet deugd. Ik heb daar
boeren van alle gemeenten gezien die toch door het slecht
weer kwamen om eens te saam te zijn.
J. Het is noodig dat alle boeren beginnen één zeel te
trekken. Anders zullen ze ons nen dans leeren.
A. Wat dunkt U van het bestuur onzer maatschappij
en van de inrichtingen.
J. lk ben fier zulke mannen aan het hoofd te hebben
deftige maar stoute en kloeke mannen die niet knikken en
niet dansen gelijk mijnheer schuifelt.
A. Vindt ge niet dat we zouden moeten een bureel heb
ben die zich uitsluitend bezighoudt met opzoeken en aankla
gen van alle bedrog, dieverijen en onrechtveerdigheden die
gepleegd werden tegen de boeren gedurende den oorlog
J. Ja en van alle aftruggelarij die sommige mannen
pleegden om de boeren zoo ze zegden te bevoordeeligen of
uit slechte posities te helpen, waarin ze zaten, meest altijd
door de schuld dierzelfde kerels.
A. Als ik daar allemaal aan denk hoé ze allen samen
spanden om in ons zakken te zitten en ons te beletten een
stuiverken op zij te leggen voor ons zwoegen bij dagen en
nachten, dan gaat het bloed mij naar 't hoofd 1
J. Ja, terwijl zij hun geldkoffers vulden. Al deze
schelmerijen zouden moeten aan het gerecht aangeklaagd
worden.
A. 't Is hetgeen ik zeggen wilde. Indien wij nu zoo
iemand bij ons hadden die op de hoogte van wetten en
rechten is en die zich bezighoudt om dees mannen voor de
vierschaar te brengen Mij dunkt dat we daar zouden
moeten een advokaat hebben die de zaken van ons leden
beriddert.
J. Wat zegt ge daar nen advokaat, nen advokaat, zijt
ge nu geheel en gansch zot
A. Ja, ge verstaat me niet Joannes, ik wilde...
J. Laat mijn kop gerust van advokaten, moest het
bestuur daarmee afkomen ik trok er seffens van onder,
maar ik zou het hun zoo gemakkelijk
niet laten Ik ging naar de eerste groote
vergadering en ik verweet hen dat ze
ons verkoopen willen Alle boeren zou
den met mij zijn en we smeten het boel
ken omver, gelooft ge dat wel Andreas.
Watte 1 advokaten 1
A. Ja maar Joannes, ik zeg dat ge
niet eens weet wat ik zeggen wil.
J. Ik moet het niet weten, loop met
uwe advokaten naar de maan Waarom
moeten we ons dan als boeren vereeni
gen Was het niet omdat we door al die
jannen verkocht werden zwijg mij van
al die groote heeren, van die mannen met
gouden neusnijpers en al die vleiers en
muilentrekkers. Ik heb van den oorlog
genoeg ondervonden. Ik zat eens in een
kwaad geval en ging evenals vóór den
oorlog bij een groote mijnheer die mij
vroeger dikwijls hielp. Nu was dat voor
die heer onmogelijk hem met boeren-
snullen bezig te houden. Ik trok mis-
troost op en 't einde raad ging ik nog bij
andere heeren aankloppen. Toen ik aan
zeven bellen had getrokken, en zeven
keer mijn muts afgedaan had en eerbie
dig gebogen, was ik nog zoover als de
eerste minuut: Allen konden mij helpen
hadden ze gewild, maar de boer was de
beest en moest zijn plan trekken. Van
dien dag heb ik mijnen buik vol Gij kunt
doen wat ge wilt maar ik, zoolang ik
leef, zal me niet meer laten foppen door
al die fijngeslepen advokaten.
A. Jacobus, Jacobus, gij hebt gelijk
in uw rede. Ik ken die manm-n zoo goed
als gij, maar ge begrijpt niet wat ik wil
zeggen.
J. Ja vertel nu eens, maar moest ik
honderd jaar worden dan kunt ge mij
nog niet overhalen. Daarbij hebben som
mige mannen nog niet genoeg aan de
komiteitschotel gelekt.
A. Ik zeg dat ge overschot van ge
lijk hebt, maar laat mij nog eens uit
spreken. Ik zegde dat, moest ik van het
bestuur van den bond zijn, ik een felle
geleerde advokaat zou vragen, om de
zaken van onze leden en alle gevallen
van onzen bond voor het gerecht te ver
dedigen. Met genoemde heer zou ik een
contract aangaan en hem betalen volgens
overeenkomst, zonder dat hij zich be
moeien zou met de bestuurzaken of
eenige invloed zou uitoefenen in de lei
ding van onzen boerenbond.
Gij moet weten dat we nooit zullen
dulden dat advokaten of kasteelheeren
ons de les spellen. Daarin ben ik met u
en met al onze leden eens dat wij alleen
door boeren zullen geregeerd wordan.
De tijd heeft ons geleerd, bijzonder de
tijd van den oorlog de handelingen van
sommige komiteitsmannen zal nooit uit
ons geheugen gaan.
J. Andreas jongen zijt toch voor
zichtig, zijt toch voorzichtig.
A. Ja ziet ge ik heb niets te bevelen
noch te verbieden, ik zeg mijn persoon
lijk gedacht maar. Maar ik weet dafhet
eene eeuwige schande zou zijn moesten
we sommige verdrukkers ongestraft
laten loopen. 't Is tijd dat er gerechtig
heid komt en dat het licht schijnt in de
duisternissen.
De
oornbloem