LANDBOUWWEEKBLAD
Onze Vereening.
Qraanleveringen en Graanprijzen.
Boer Red u zelve.
Arbeid veredelt
OP WANDEL
Zondag g Februari igig.
Prijs 6 centiemen.
ie Jaargang. N° 5.
BUREEL EN REDACTIE (voorloopig)
- DE MEIBOOM
Geeraardsbergschestraat, AALST
Aankondigingen volgens akkoord.
Abonnementsprijs 3,50 frank 's jaars.
aga-
3ilijk
ands
zegt
voor
•eten
ten.
t. en
dan
ig te
ami-
d te
Uit den grooten we^eldschok die wij hebben doorleefd,
zijn nieuwe toestanden geboren, een nieuwe geest waait
door de wereld. Alle vakken binden zich samen vormen een
machtig organism, om sterk te staan, en met vereenigde
krachten den strijd aan te gaan yoor lotsverbetering en
zelfbestaan.
Eenige moedige landbouwers, geleerd door de ondervin
ding van deze vier rampvolle jaren, het gevaar ziende die
hunnen stand en hunne eultuur bedreigde, zijn recht g
[staan, hebben raad geschoren, om ook den boerenstand te
vereenigen in een machtig Syndicaat, die eens geroepen is
om geheel het Vlaamsche land te omvatten.
Hun pogen word met den besten uitslag bekroond.
Voorzeker, moet het doel der stichters zijn geweest den
boer te trekken uit die misdadige onverschilligheid, hem op
te voeren naar hooger, hem bij middel der vereeniging in
aanzien te doen stijgen, en de rechtmatige plaats te doen
veroveren waarop hij recht heeft in de samenleving.
En langs stoffelijken kant hem te rukken uit de klauwen
van gewetenlooze speculanten, die gebruik makende van de
verdeeldheid der boeren op roof azen en hunne geldkisten
vullen, met de vrucht van zijn zweet en zijn arbeid, met een
woord den boer der toekomst zijne zaken zelf te doen
beheeren, zijne producten zelve, uit te baten en aan den
man te brengeD, zonder inmenging van alle, buiten den
boerenstand staande speculanten.
Voorwaar de landbouwvereeniging is tot eene groote
taak geroepen.
Tal van inrichtingen ten bate zijner leden kunnen uit
zijn schoot opreizen, wij willen er voor het oogenblik een
punt van behandelen dat is
de onderlinge brandverzekering.
Reeds is er in het eerste nummer van de Koornbloem
terloops op gewezen, en ik deel volkomen de gevoelens van
den schrijver. Dit verouderde stelsel der brandverzekering
is uitgeleefd, het beantwoord niet meer aan de vereischten
van den tijd, de onderlinge brandverzekering is aan de orde
van den dag.
Help u zelve, zoo helpe u God
Alle voordeelen komen ten bate zijner leden en dit stelsel
zou ook het getal branden aanzienlijk beperken.
Een klein voorbeeld zal'dit bewijzen
Op onze gemeente staan in rond getal 400 huizen, die
eene middelmatige premie betalen van 10 franken. 10 x 400
maakt 4000 fr. 's jaars. Ik heb bestatigd dat er in de 10
laatste jaren, zoo omtrent 10,000 fr. is uitbetaald aan
brandschade, dit maakt een 1/4 der betaalde premiën of
1000 's jaars, dus 3000 fr. per jaar of 30,000 fr. op de 10
jaren zijn overgegaan in de kassen der naamlooze brand
verzekeringen.
Het zou ook het getal der branden aanzienlijk berperken,
doordien iedereen er belang bij heeft. Bij voorbeeld, wan
neer ergens een brand uitbreekt, zouden de belanghebbende
leden'zoöveel mogelijk trachten te redden wat te redden is,
zij zouden de aanpalende gebouwen die zouden bedreigd
zijn, trachten te vrijwaren, en aldus de uitbreiding verhin
deren, met een woord alle belanghebbenden zouden mede
werken ten bate hunner vereeniging en van hun eigen
zeiven.
Dit ware eene practische hervorming waarvan de voor
deelen zouden ten goede komen aan de leden. Op weinige
jaren ware er in de kas een vertegenwoordigd kapitaal die
zou toelaten, de jaarlijksche premiën merkelijk te vermin
deren, ze tijdelijk te schorsen, of op voet der premiën de
winsten te verdeelen.
Ik geef dit ontwerp ter overweging aan al de leden der
landbouwvereeniging. Ture J. D.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak, legde de regeering beslag
op al dat broodgraan wat de inoogster niet noodig had tot
eigen gebruik. De verwarring te weeg gebracht door het
immer vooruit dringen van den vijand heeft dit besluit in
onze streek ten minste onuitvoerbaar gemaakt. De oogst
van 1915 werd volgens gemeld besluit opgeeischt. Met dien
van 1916 ging men reeds wat onrechtvaardiger te werk. en
in 1917 werd de laatste kilo afleveringsplichtig verklaard.
Dat de landman die Duitsche verkrachting van een Bel
gisch besluit niet billijk vond, verontwaardigde het komi-
teit, dat er dan ook geen bezwaar in vond die loodzware
ruïneerende straffen op den hals van sommige tekortblijvers
te leggen. En die straffen hadden ook lieden te dragen wier
geheele oogst niet eens zooveel bedroeg als de af te leveren
hoeveelheid. In 1918 bleven niettegenstaande ons verzet bij
komiteit en bezetters dezelfde onwettige bepalingen van
kracht en men begon met gijzelaars onder de boeren te
nemen, tot bijna alles afgeleverd was. Gedurende hun ge-
vang2itten, werd hun door het komiteit voedsel, als Judas
kus, bezorgd.
En dan, werd het November, en op S. Marten vielen de
wapens stil, en 's anderdaags vertrokken de vreemden. Elk
dacht nu zullen we terug leven onder inlandsche wetten
Weldra verscheen een besluit van den gouverneur van O.VI.
waarbij de bepalingen van veertien weer van kracht en de
graanprijzen verhoogd werden. Doch het komiteit was ge
woon meester te spelen. Elk heeft zijnen willekeur gevoeld
•en in vele dorpen bestond slechts een gezag het komiteit.
Het komiteit bekreunde zich dus niet om 's gouverneurs
wil, en ging voort de boeren aan den duitschen prijs te
betalen, en dwong hun tot voortafleveren aan de duitsche
voorwaarden.
Nu heeft de koning gesproken. Hij ook wil dat men den
landbouwer slechts het overschot afneme en dat men hem
tot 48 fr. de 100 kilo betale. Zullen de heerschappen nu
gehoorzamen of kennen zij noch koning nog wet
Wat zijn zij bitter teleurgesteld die vele buitenjongens,
welke met dubbelen iever gestreden hebben om hun Land
en hunnen thuis te bevrijden. Wanneer ze op het ouderlijk
erf terugkeeren vinden ze stallen en graanzolder bijna ledig
en van hunne moeder vernemen ze dan, soms machteloos
droef, maar soms ook wraakbegeerig, hoe ze al het graan
aan het komiteit moest leveren, om dan een klein deel,
veelal bedorven of met maïs gemengd aan dubbelen prijs
terug te koopen. Wanneer ze dan zeggen moeder nu zijt
ge vrij, dan luidt hetde duitsch is weg, maar het komiteit
houdt tot eigen voordeel zijne wetten in voege
J. De Boeck.
winkeliers te leveren, die op hunne b urt
40 a 50 wonnen Wie heeft' de
meeste marken aan den bezetter moeten
dragen om in vooruitzicht wat eten te
bewaren en in staat niet waren het te
verbergen En die vrees, die angst, die
boete, moet zulks ook niet betaald
worden
Nu, dachten wij, de vrede ziende
naken, met haar zal de rust ten minste
herboren worden. De dieverij en moor-
derij zal eindigen, men zal ons ook
beschermen, en de politie zal talrijk
genoeg zijn om ons, na vier jaren slaape-
looze nachten doorgebracht te hebben,
jhet leven wat zachter te vergunnen.
Doch, helaas 't is weder Boer redt u
zelf, want terwijl in de stad de gendar
men de ééne den andere den kop inloopen
en niets te doen hebben, terwijl onze
soldaten in de stad zich vervélen, dewijl
zij niets kennen van hetgene men noemt
j service de garnison terwijl onze ge-
j meentepolitie slechts dient om met drij
te gaan opzoeken Wie den haas ge
stropt heeft dan lezen wij dagelijks
in alle gazetten diefstal en moord op
den buiten, ik zeg het nog 't was weer
hetzelfde lieken Boer trekt uw plan
Ewel wij zullen hem trekken! en daarom
hebben wij ons vereenigd. E. H.
Zulks is de kreet, die ten allen tijde waar zijnde, midden
in den oorlog, en nu na den oorlog zich gansch bevestigt.
Voor den oorlog, het was al te goed koop leven, de boer
won het zweet van zijnen arbeid niet.
Hoe was 't in den oorlog Ja, ik hoor u lezer De boer
heeft alles gewonnen, de menschen uitgehongerd om mar
ken te verzamelen Maar weet gij dan niet dat in alle
slach van menschen er ten minste twee soorten te vinden
zijn Men vindt goede stieimans en slechte, men vindt
eerlijke winkeliers en bedriegers, zoo vindt men ook boere-
menschen en boerebeesten. Maar buiten dat verschil, hoe
legt gij mensch de volgende rekening uit. Waarom moet de
boer zijn eten verkoopen aan 36 fr. en gedwongen vuilig
heid te koopen aan 75 fr. 1 Waarom moet de boer, wil hij
zijn eten kunnen gereed maken, met zijne paarden of koeien
op zijn risico naar de koolputten rijden, terwijl de heeren
van de stad, maandelijks eene verdeeling krijgen, en hij
gelijk het op de gemeente X is gebeurd, de boeren gedurende
gansch 1918 niet van de minste verdeeling kolen genoten
hebben
Wie bewerkte zijn land gedurende den dag, en moest er
den nacht op doorbrengen om de dieven daar af te houden,
om genoeg te kunnen leveren, en de boete te ontgaan Rust
was er voor hem, noch dag, noch nacht, en bij alle overheid
kwam het er op uitBoer red u zelve Trek uw plan
Men zegt, ja maar de boer heeft alles achtergehouden,
om het duur te kunnen verkoopen En de winkeliers uit de
stad als de boer iets moest hebben waren de waren van
den beginne des oorlogs door eenige rijke kapitalisten niet
opgekocht, verborgen, om dan aan groote prijzen aan de
Bemestingen
Het vraagstuk, waarmede gaan wij
onze landen bemesten dringt zich meer
en meer op Er is spraak soda nitraat in
te voeren ongelukkiglijk moet men zeer
omzichtig te werk gaan met deze mest
stof aangezien zij de eigenschap bezit al
de in den grond aanwezige vetten in on-
middelijke vertering te stellen en daar
door de gronden te zeer uitput. Het
ware heel raadzaam wat meer zwavel
zuren ammoniak te gebruiken indien de
prijzen per eenheid niet te zeer verschil
len. Misschien zouden wij nog kunnen
goede uitslagen bekomen met goeden
peru guano omdat daarin buiten de stik
stof ook nog fosfoorzuur en potasch
aanwezig zijn, daarbij vormt de goede
guano nog wat humus die in onze
gronden thans zoozeer ontbreekt en die
er nochtans in onmisbaar zijn.
Laat' ons allen in gemeenzaamheid
aankoopen en alles doen ontleden.
Meire Januari 1919 A. Goppens.
't Was kort na den wapenstilstand. Ik
ging aan de Niewe Kerk voorbij naar de
graanmarkt toe.
In de Esplanadestraat zie ik op een
huis Hulp aan uitgedrevenen, vluchte
lingen zeggen we. Ik dachtja uitgedre
ven uit hunne steden en dorpen zijn ze
die ongelukkigen, zij, die tweemaal onze
broeders zijn de West-Vlaamsche boe
ren. Met geweld weg gejaagd meer als
gevlucht. Nu zitten ze hier over een
andermans heerd, te treuren lijk eens
de dochters van Sion in ballingschap in
Babylonië.
Wat zullen die menschen nog vinden
bij hunuen terugkeer Hunne hofsteden
leeg geplunderd, hun vee in de een of
andere stad publiek verkocht gelijk in
ïnt-
on-
De Koornbloem