Brandverzekeringen. LRNDBOÜWWEEK8LRD Arbeid adelt Zondag 3o Maart 1910. er gi oonlij ernaii lie mi esch alst. Maai rshui nami :al hi ijkhei uitgi wach ondei )len. ;r, s Prijs 6 centiemen. T- Jaargang. N° 12. BUREEL EN REDACTIE (voorloopig) DE MEIBOOM Geeraardsbergsehestraat, AALST Aankondigingen volgens akkoord. Abonnementsprijs 3,50 frank 's jaars. it vei als Lan zwar In ons vorig nummer hebben wij de nuttigheid eener verzekering tegen brandgevaar aangetoond en de noodzakelijkheid ervan doen inzien. Nu willen wij bewijzen dat het niet genoeg is in eene maatschappij te zijn, maar dat men tevens moet goed verzekerd zijn. En onverstaanbaar, schier ongelooflijk is het, hoe weinig belang er wordt gehecht aan het nazien of in regel houden dukteder verzekeringspolissen nochtans een polis is dat c een der belangrijkste akten, welke een eigenaar bezit. Het is een in de praktijk gekend feit, dat op 100 verzekeringen er minstens 80 voor ver betering vatbaar zijn steeds lijdt er de verze- ighaikerde door en het is soms voor hem eene ware e zaa ontgoocheling wanneer er een ongeval plaats eenigbeeft. Ten einde onze leden in hunne belangen te jnzaalienen, en vooraleer het onderwerp Onder- inge Verzekering aan te raken, willen wij aantoonen 1. Wat door brandschade verstaan wordt. 2. De schadeloosstelling, en ten 3. Hoe ^noet men zich doen verzekeren 1 .De Wet verstaat door brandschade aAlle schade overkomen aan verzekerde voorwerpen uit hoofde van brand, indien deze JO kj^gi- toe schrijven is aan het toedoen of de Drieijware schuld van den verzekerde persoonlijk. Set woord persoonlijk doet ons besluiten, dat de alzaac verzekerde wel aansprakelijk is, indien de brand i. ;oe te schrijven is aan derden, en ook aan perso- ij Meiaen waarvoor de verzekerde in 't algemeen bur gerlijk verantwoordelijk is, zooals zijne kinderen straatdienstboden. Doorbrand wordt verstaan ver best lielin§- Vernieling is niet alleen vernietiging naar beteekent ook gedeeltelijke vermindering [)orp'»n de waarde der zaak Schade. daver b) Alle schalde, zijnde het gevolg van brand, :elfs dan wanneer hij in een naburig gebouw ammi mtstaan is. best c) Alle waardevermindering van verzekerde voorwerpen, het gevolg zijnde van water of an- ens, t lere middelen aangewend om den brand te blus- schoo ichen of te beperken. d) De geheele of gedeeltelijke vernieling van straat;en verzekerd onroerend goed, zoo ze noodig nge e vas tot de beperking van den brand. e) Alle schade, ontstaan uit hoofde van blik- oorsei.em, ontploffing van ketels en andere dergelijke 30%!gevallen, of zij met of zonder brand gepaard jaan. DorpJ Dh; anes behoudens andere overeenkomst, te ko<Laaruit voigt dat elke verzekerde, bij het sluiten am, ttan het kontrakt, zich maar niet moet tevreden stellen, met het bloot onderschrijven der verze keringspolis die hem wordt voorgelegd, iets wat in zoovele gevallen gedaan wordt. Ernstig na- ficht van de polis, bedingen van toereikende oorwaarden dringt zich hierbij op, wil men in eval van brand geene ontgoocheling oploopen. 2. De Schadeloosstelling Betreffende de schadeloosstelling in zake brand, wordt aan het algemeen beginsel, volgens het welk de verzekeraar niet aansprakelijk is voor schade welke onmiddellijk uit eigen gebrek der zaak voortspruit, een uitzondering gemaakt. Dit beginsel is hier inderdaad aangaande het eigen gebrek niet van toepassing, indien het niet bewe zen is dat de verzekerde van dit gebrek kennis had op het oogenblik van het sluiten van het 'verzekeringskontrakt. De schadeloosstelling wordt begroot door vergelijking die het gebouw vóór de ramp had met de waarde van hetgeen onmiddellijk daarna overblijft. Is alsdan de heroprichting van het gebouw in het verzekeringskontrakt bedongen, dan moet de [verzekerde de noodige werken laten uitvoeren, op kosten van den verzekeraar, binnen een ter mijn die desnoods zal bepaald worden door den rechter. De verzekeraar heeft het recht toe te zien of de sommen, waarvoor hij aansprakelijk is, tot hunne bestemming worden aangewend. Is de heroprichting van het gebouw niet bedongen, dan wordt de schadeloosstelling in geld veref fend. 3. Hoe moet men zich doen verzekeren Men heeft twee soorten van verzekerden, te weten eigenaars en huurders van gebouwen. Art. 1733 van het Burg. Wetb. zegt De huur der is aansprakelijk voor brandschade, ten ware hij bewijst dat de brand uit een naburig huis is voortgekomen, of door toeval, overmacht of gebrekkige bouwing is ontstaan, en Art. 1734 Indien er meer dan een huurder is, zijn ze allen onderling aansprakelijk voor den brand, ten ware zij bewijzen, dat de brand in de woning van een hunner ontstaan is, in welk geval deze laatste alleen aansprakelijk is; of dat eenige bewijzen dat de brand bij hem niet is kun nen ontstaan, in welk geval deze laatsten niet verantwoordelijk zijn. De verzekering tegen huurgevaren heeft tot doel die verantwoordelijk heid van den huurder te dekken. De huurder of eigenaar van een gebouw waarin brand ontstaat, is aansprakelijk voor de schade die daaruit voor zijne geburen voortspruit indien de brand naar hun gebouw overslaat, dit volgens bepalingen van hoogergenoemd Wet boek. Art. 1382, elke daad van den mensch die een ander schade toebrengt, verplicht hem, door wiens schuld de schade is veroorzaakt, dezelfde te herstellen en art. 1383, B. W., «Eenieder is verantwoordelijk, niet alleen voor de schade welke hij door zijne daad, maar ook voor die welke hij door zijne nalatigheid of onvoorzich tigheid veroorzaakt heeft Het is eene noodzakelijkheid zich tegen het verhaal der geburen te laten verzekeren. Het Burg. Wetb. gaat verder in art. 1386 De eigenaar van een gebouw is verantwoordelijk voor de schade door deszelfs bouwvalligheid ver oorzaakt, indien deze door verzuim van onder houd, of door een gebrek in de bouwing is te weeggebracht, en zelfde art. 2, indien er uit de gebreken van het gehuurde voorwerp eenig verlies voor den huurder spruit, is de verhuur der gehouden hem daarvoor schadeloos te stellen. Deze verzekering wordt genoemd Verhaal der huurders tegen de eigenaars Het is nopdig in voorkomend geval elke der voornoemde verzekeringen aan te gaan, wil men in geval van ramp niet blootgesteld zijn, geene of verminderde schadeloosstelling te trekken en ze geheel of gedeeltelijk in andere handen te zien overgaan. Een voorbeeld zal dit duidelijker maken. A. is verzekerd tegen brand voor de waarde zijner woning. B. insgelijks doch geen van bei den is verzekerd tegen Het verhaal der ge buren Het huis van A. brandt af en zet het vuur over aan het huis van B. Hoe zal de schadeloosstelling geregeld worden? De maatschappij verzekeraarster van A. kent hem 3000 fr. toe, de aan B. toegekende schade loosstelling 1000 fr. wordt hem door zijne maat schappij uitbetaald. Doch hiermede is de zaak niet afgelóopen. De maatschappij waar B. verze kerd is, verplicht zijnde ingevolge den verzeke- ringsakt, de geledene schade te vergoeden, haast haar aan hare plicht te voldoen zij zal dus beta len; maar... die 1000 fr. schadevergoeding welke zij aan B. betaald, zijn veroorzaakt door den brand welke van A. voortkomt. Zij zal zich dus beroepen op art. 1382, B. W., zij zal bij de maat schappij waar A. verzekerd is, beslag leggen op de 3000 fr. welke aan A. toegekend zijn en zij zal A. desnoods voor het gerecht dwingen haar de 1000 fr. terug te geven, welke ze door zijne schuld aan B. heeft moeten betalen. Dit maakt dat, voor slot van rekening, A. die 3000 fr. meende te trekken, er enkel 2000 in handen krijgen zal. Ware hij tegen het verhaal der geburen verze- kern geweest, dan zou de verzekeraar van A. dit in zijne plaats verheffend hebben, en had hij ten volle 3000 fr. getrokken. Bovengemelde zijn allen bijvoeglijke verzeke ringen. Hier wijzen wij nog eens op het goed na zicht houden van het kontrakt vooraleer te on derteekenen. Voor wat betreft de verzekering van het voor werp zelf, is het volstrekt noodig dat het de wer kelijke waarde begrijpe. Niet te hoog niet te laag. Te hoog verzekerd doet ook te groote premiën betalen zonder in geval van ongeval er te kunnen naar trekken want gelijk wij hooger zegden, de schadevergoeding wordt steeds door vergelijk geschat, en zal in geen enkel geval de werkelijk heid overtreffen. Is men te laag verzekerd, dan is men voor een zeker deel zijn zelf-verzekeraar men is niet ten volle verzekerd.Dit laatste geval doet zich tegen woordig bijna overal voor meest al de polissen zijn opgemaakt vóór den oorlog de prijzen der bouwstoffen enz. zijn sinds dien ontzaggelijk in prijs gestegen, en de verzekerde sommen zijn allen ontoereikbaar om in geval van ramp de ge ledene schade te her stellen. Dat de tegenwoordige prijzen zullen dalen is zeker doch dat dit zoo spoedig niet zal geschieden is een feiten men is altijd in staat de verzekerde sommen te laten verminderen, moesten de waren tot hunne vroe gere waarde terugkomen. Deze enkele regelen denken wij nuttig eens on der de oogen onzer leden te brengen ten einde de onwetenden in te lichten, en de anderen te herinneren. Voegen wij hier terloops nog bij dat een verzekeringskontrakt voor een vastgesteld termijn loopt, gewoonlijk 10 jaren dat deze akt zich stilzwijgend onder de zelfde voorwaarde en gelijk tijdstip voortzet, indien men niet op tijd, minstens 3 maanden voor den vervaldag, behoor lijke opzeg doet met aanbevolen brief. Dat men op één voorwerp slechts eene verzekering ne men mag. Dat het nochtans toegelaten is, wan neer de verzekerde som te gering is in vergelij king der waarde, eene medeverzekering aan te gaan voor het onverzekerde deel, zelfs bij eene andere maatschappij mits deze er kennis van te geven binnen de acht dagen en de verzekerde sommen mede te deelen, enz. enz. Het zal misschien voor velen zonderling voor komen, en nochtans, alles staat klaar en duide lijk op de polis vermeld. Nog eens voor het slui ten, overtuigd u van de werkelijkheid, vóór het sluiten en onderteekenen van een verzekerings kontrakt. Teralphene, den 21 Maart 1919. Onze Boomgaarden, in. Grond-omwerking-bemesting. Een belangrijk werk om wel te lukken is de omwerking en bemesting van den grond, ofschoon vele landbouwers daar maar al te weinig belang aan hechten. We zien meest altijd dat ze den grond voor gewone landbouwvruchten, beter bewerken dan voor nieuwe boomgaarden, alhoe wel ze, aan deze laatste eens aangelegd in 40-50 jaar haast niets meer kunnen doen. lij, a ove dende Zui h va )ten De Koornbloem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1919 | | pagina 1