T\ TT 1 VOORWAARTS Hoogdag van Sinxen LANDBOUWWEEKBLAD Arbeid adelt Eene deugende Verandering Hei onderhoud van den tuin Zondag 8 Juni igig. Prijs 6 centiemen. xf Jaargang. N° 22. Abonnementsprijs 3,50 frank "s jaars. De twee groote vergaderingen die we laatst gehouden hebben in ons nieuw lokaal, hebben ons veel geleerd Ondervinding is de beste leer school, en uit de botsing der gedachten spruit het licht Licht hebben we noodig, uiterst noodig Licht die al onze leden in vollen dag brengt van de richtingen, de taak en de verantwoordelijkheid van onzen boerenbond, die de gedachten van onze boeren eens kalm en ernstig heenbrengt, naar het stoute streven van onze vereeniging. Vergeet niet dat we veel hebben gedurfd. Ver geet niet dat de hersens en ziünen van de besten onder ons gestadig hebben gezocht, gewroet en gestreefd naar iets dat goeds, deugdelijk en voordeelig was voor den bloei en vooruitgang van onzen boerenstand Kijk in het verleden en ge zult zien dat we gansch nieuw verrijzen tegenover den ouden slenter, gansch nieuw tegenover dat gewone, oude leven. Dat heeft ons de oorlog geleerd. Wij zijn ont waakt uit onzen lafhertigen slaap waarin we nog steeds gedompeld waren, terwijl> andere standen zooveel jaren reeds door eigen werk verbetering bekwamen. Lang hebben we ge wacht om onze koppen omhoog te heffen, te lang Want weet wel, dat we niet den eersten dag verkrijgen wat we vragen Gij bewondert de heldhaftige houding van sommige werkers en nog meer de groote toegevendheid van menige machthebbers Vergeet niet dat die werkers sinds jaren bijeenstonden en wij, boeren, liever elkander in 't haar vlogen. Eens komt de dag dat onze macht zal erkend zijn want vooraleer iets te bekomen van som mige heeren is het noodig dat ze goed weten dat het gemeend is, dat het uitgaat, niet van een handvol zieke schreeuwers, maar van duizenden kloeke, sterk vereenigde boeren Ziet eens hoe we uitspelen met onze gegronde klachten De landbouwers van Oultre krijgen 4.50 fr. voor "hunne aardappels die hun afgekocht. werden aan 19,00 fr. Is dat niet gestolen Is dat niet een openbaar schandaal Of mag men met boeren alles doen Het schijnt wel zoo te zijn O, bittere ontgoo cheling De Ministers van Justicie en van be voorrading werden van deze feiten op de hoogte gesteldzij antwoorden dat het "hunne zaak niet is Ik vraag me af Waarom hebben we dan een ministerie noodig, een ministerie van rechtswe zen of justicia Is het alleen om duizenden en millioenen franken te putten uit de Staatskas Of is het alleenlijk een ministerie op papier, als men niet bij machte is zulke openbare schand daden te bestraffen Is er nog gerechtigheid, hewel ze bestaat niet meer in 't voordeel der boeren. Voor de boeren is er geen minister van justicie meer noodig, tenzij om ons te straffen als we onze" waren voor eenige centen niet afgeven Om ons te boeten en in 't gevang te steken is er nog macht en recht. Maar die macht en dat recht verdwijnt wanneer WIJ het gebruiken moeten Neen, onze strijd is nog niet uitgestreden het is niet genoeg dat onze waren aan de kleinste prijzen aankoopen en aan de grootste verkoopen kunnen Wij moeten ook een ideale strijd voeren, een strijd die ons ten minste zooveel recht geeft als alle andere standen der samenleving En die strijd moet verstaan worden en gevoerd door alle boeren tot welke streek of dorp ze ook behooren. Daarom is het noodig dat allen zich scharen rond de hoofdmans om gezamentlijk als één man sterk te staan is het noodig dat men niet luistere naar kleingeestig gebabbel, noch gefluister van kerels die door alle middelen onze macht-willen breken. Voorwaarts, altijd naar meer volmaking moet onze leus zijn, nu wij vrij en van alle kluisters verlost zijn. Wij moeten voor al onze leden een huljp hebben in hunnen nood, een middel om hun nen zucht naar verbetering te verwezentlijken. Sluiten wij alle gezaag en politiek krakeel bui ten onze rangen en gaan we hand in hand vooruit tot verbetering en verheffing van ons leven, dan worden we vrij en blij Sander Voor de naaste week het vervolg van het verslag der groote algemeene vergadering. Na de hemelvaart van onzen Heer Jezus-Chris- tus vergaderden de Apostelen te Jerusalem in het Genakel met de dicipelen, met Maria en de Heili ge Vrouwen, om in het gebed de komst van den H. Geest af te wachten. Op voorstel van Petrus werd Matheas gekozen om de plaats, door den dood van Judas den verrader opengevallen, te vervullen. Den tienden dag, op het Sinxenfeest der Joden daalde de H. Geest, bij het gedruisch van een he- vigen wind en onder de gedaante van vurige ton gen, over de leden der beginnende christenge meente neder. Hij verlichtte hun verstand, «leer de hun al de waarheid. Tot in het diepste hun ner zielen drong Hij door, om ze te zuiveren en door de liefde Gods te ontvlammen Hij «bekleed de ze met de kracht uit den hooge. Nu konden de Apostelen het gewichtige werk der prediking aanvangen. Een groote menigte Joden, uit alle landen was naar het Cenakel toe gesneld. Groot was hunne verbazing toen ze de Apostelen hooren spreken; «zijn het niet allenGa- lileërs, die daar spreken? zeiden zijEn hoe hoor den wij dan, ieder de eigentaai van ons geboorte land Petrus verhief de eerste zijne stem. Hij herinnerde de Joden aan de voorzegging, daar de wonderen van dezen dag veel bracht hij ver klaarde plechtig de Godheid van Jezus-Christus, daar Hij waarlijk de Messias was, van het begin der wereld verwacht en Hij- wekte ze op, om zich in den naam van Jezus te laten doopen, ten einde vergiffenis hunner zonden en de gaven van den H. Geest té bekomen. Dien dag zijn er om trent drie duizend de beginnende Kerk toegetre den. De grondstof dezer aanspraak van Petrus zal men in de prediking der andere Apostelen terug vinden. De goede uitslag der predikingen was vooral te danken aan de bovennatuurlijke gaven van den H. Geest, die door den mond der predi kers sprak en zichtbaar over de toehoorders neerdaalde. De gaven van talen, van voorzegging, van mirakelen, van verklaring der H. Schrift, en meer andere, waren in den beginne zeer gemeen en schijnen, volgens eenen schrijver, een der le vensbeginselen der opkomende christenheden uit gemaakt te hebben. Deze wonderen, in het eerst noodzakelijk, werden zeldzamer, naarmate de Kerken op steviger gronden waren gevestigd. Op de vergadering der aandeelhouders van Zondag laast heeft een achtbaar lid een gedacht vooruitgezet die ons aller goedkeuring wegdroeg. Men zou namelijk op iedere gemeente een lid kie zen die als raadgever zou deelmaken van rten hA. heerraad onzer samenwerkende maatschappij. Dit raadgevend lid zou voor zijne gemeente de gedachten kunnen mèedeelen op de vergadering van den beheerraad om alzoo aan laastgenoemde meer gemak en zekerheid te geven in het nemen van gewichtige beslissingen, aankoopen enz. Er werd dan algemeen besloten in eiken aan gesloten en ingerichten bond zoo een lid te kiezen en ook een plaatsvervanger in geval van afwezig heid of beletsel van eerstgenoemde. Op die manier zal er eene betere verstandhouding bestaan tus- schen den beheerraad en al de actionnarissen evenals tusschen al de aangesloten bonden. Uit dien hoofde worden alle die gemeentelijke afdeelingen vriendelijk verzocht zonder uitstel deze afgevaardigde te kiezen en zonder vertoeven in te zendnn aan het bureel der Samenwerkende Maatschappij Redt U zeiven Groote Markt Aalst. Op dit tijdstip zijn de onderhoudswerken welke men in den tuin te verrichten heeft, zoo ver scheiden als-menigvuldig. Ziehier de bijzonderste I) Het staken en leiden der boonen (snijboonen princessen euz.)aj Het staken van bodnen vóór of met het planten is zeer af te keuren, want bij natte zomers, als het veel regent, loopt al het water van den staak tot aan het plantgoed, dat dan heel dikwijls van het overvloedig vocht verrot. Het staken na het planten, doch voor de boonen goed boven staan is insgelijks miswerkt men zou soms te midden in den schietenden struik terecht komen, en dan ware alles vernie tigd; het beste is, ze staken wanneer ze reeds groot genoeg staan, doch dan drage men nog zorg voor de kleine worteltjes of wezels. b) Het leiden aan koorden of draad is niet aan te prijzen, het leiden moet geschieden naarmate den groei dezer vrucht; in den beginne wanneer de rankjes nog niet lang zijn bindt men ze er los aan met biezeD of schorschvezels, daarna groeien ze gewoonlijk van zelfs rond de staak naar om hoog; zoo niet dan legt men ze er nog een rond, los gebonden ten. einde de zwakke rankjes niet te breken of te kwetsen. II) Het inbinden der erwten De erwten, wanneer "er goed rijs aan steekt, groeien gewoonlijk zonder dat men hun hulp verleend naar omhoog en klampen zich goed vastwanneer ze zulks niet doen, dan draait men ze eens in de fijne twijgjes van het rijs, dan is er geen omzien meer naar, wanneer ze door geen regenbaaien of stormwinden worden neer- gerukt. III) Het verdelgen van alle onkruid door wie den en ophakken Daar wordt dikwijls maar aan gedacht als het te laat is, 't is te zeggen wanneer het onkruid opnieuw gezaaid is dan trekt men het groote uit of hakt men het af dat is eene gansch verkeerde handelwijze. Van als men ziet dat een kruidje schiet, bijzonderlijk in den tuin moet men het vernietigenbij droog weder kan men dat ge makkelijk met afhakken vernielen, doch het De ÜLoornbloem tfi/Q Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST. Aankondigingen volgens akkoord I De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Burchtstraat, 3, AALST.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1919 | | pagina 1