Onderlinge Brandverzekering
ONDER ©NS
Na deze behandeling weet iedere landbouwer
of zijnen stal zuiver is of niet. Zij die eenen vee
stapel bezitten welke niet aangedaan is van tu
berculose, zullen alle maatregels nemen. Vooral
zullen zij er op letten geene pokzieke dieren aan
te koopen.
Daarbij, zij zullen zich vooral op den kweek
toeleggen zelf kweeken vooveel als 't eenigszins
mogelijk is. Kunnen zij hunne kweeken te koop
stellen, onder waarborg dat zij vrij zijn van pok
ziekte, dit zal wellicht eene allerbeste aanbeve-
ling zijn en een middel om uit den kweek het
meeste voordeel te halen.
Er zullen ook stallen gevonden worden waar
de besmetting nog maar begint misschien één
enkel dier is van pokziekte aangedaan. De land
bouwer-zal begrijpen dat de tuberculosis zijnen
veestapel bedreigt. Hoe lang zal het nog duren
eer geheel zijn stal besmet is Hij zal misschien
zelf het besluit nemen dit dier zoo spoedig moge
lijk te verzetten hij zal het aanvetten en voor
de slachtbank bestemmen, vooraleer het te zeer
aangedaan zij en zou afgekeurd worden.
Eindelijk, bij dezen waar de kwaal zoo hevig
woedt dat zij al de dieren aangetast heeft, zal
men wellicht de afdoenste middels moeten gebrui
ken. Men vergéte nooit dat er geen hoop is van
de pokziekte verlost te geraken, zoolang er pok-
zieke dieren op stal staan. In dit geval zal de op
offering van den landbouwer voorzeker groot zijn.
Gelukkiglijk wil de Staat hem in dezen strijd eene
goede hulp verleenen. Bijzondere toelagen wor
den aan de syndicaten geschonken om hunne le
den bij te staan in dezen harden strijd.
Al de openbare Besturen zijn bereid hunne hulp
te verleenen 't geldt immers het belang van^L
de inwoners, landbouwers en anderen.
Deze syndicaten zijn geroepen groote diensten
te bewijzen. Uit de talrijke voordeelen die zij
aanbieden, ontstaat voor de leden ook eenige
verplichting. Vooreerst, door hunne aansluiting
bij het syndicaat, aanvaarden zij de taak volledig
mêe te werken om het doel dezer vereeniging te
bereiken daarbij betaled zij 50 centiemen per
dier en per jaar, als bijdrage aan het syndicaat.
Benevens het eigenlijke doel, streeft het syndi
caat ook om andere verbeteringen in te voeren
bet werkt mede om door alle andere middels de
verbetering van het rundvee te bewerken het
verbeteren van stallen, de teeltkunst, enz...
Doch is er wel verbetering van den veestapel,
mogelijk, zoolang de pokziekte zoo algemeen
heerscht
VERSLAG DER VOORDRACHT OVER
(Vervolg).
N. B. In het vorig verslag stond er (eerste
tabel) 0,50 fr. en 0,20 fr. voor bestuurleden.
Lees voor bestuur&osfen.
In de 2de tabel staat er jaar 1916 overschot
0,28 °/o.- Lees 0,25 */0 overschot.
Volgens belofte, in voorgaand nummer, zullen
we heden mededeelen wat men moet laten ver
zekeren en hoe, om volledig en juist verzekerd
te zijn.
Art. 1733 van B. W. zegt dat een huurder
verantwoordelijk is voor brand, ten ware hij
bewijzen dat den brand door toeval, overmacht
of gebrekkige 'bouwing ontstaan is.
De wet aanziet dus bijna altijd den huurder als
verantwoordelijk voor de schade door brand
veroorzaakt aan de gebouwen die hij huurt. Dit
noemt men huurgevaar.
Art. 1386 en 1721 zeggen dat een eigenaar
verantwoordelijk is voor de schade door brand
veroorzaakt aan zijnen pachter, zoo deze brand
ontstaan is door gebrekkige bouwing.
Dit noemteigenaarsverantwoordelijkheid.
Art. 1382, 1383 en 1384 luiden Een mensch
is verantwoordelijk voor de schade door brand
die hij aan een ander (bv. een gebuur) toebrengt,
't zij deze schade door zijne daad of door zijne
nalatigheid of onvoorzichtigheid veroorzaakt
worde, of zelfs wanneer dit gebeurt door de
schuld van personen voor wiens daden men
instaat (b.v. dienstknechten). Hier hebben wij
het gebuurgevaar.
WAT
moet men nu van dit alles doen verzekeren te
gen brand.
1Eigenaars die zelf hunne eigene gebouwen
bewonen, moeten gebouwen en inhoud doen ver
zekeren, alsmede gebuurgevaar betalen voor
gebouwen met inhoud die aanpalend of dichtst
bijgelegen zijn.
2. Eigenaars die hunne gebouwen verhuren,
zullen hunne verhuurde gebouwen doen waar
borgen alsmede de eigenaarsverantwoordelijk
heid.
3. Een huurder zal zijnen inboedel als eigenaar
doen waarborgen en huurgevaar betalen voor
zijne gehuurde gebouwen, waarbij gebuurgevaar
voor de aanpalende of omliggende gebouwen met
inhoud.
N. B. Gebruikers zonder pacht, zooals pas
toors en hoofdonderwijzers, moeten zich laten
verzekeren evenals de huurders. Dit geldt ook
voor bewaringnemers die b.v. vlas, hop, weef-
kettingen, aan een ander toebehoorende, bij zich
in bewaring of bewerking hebben.
HOE
moet nu elk art. verzekerd zijn
Elk art. verzekerd volgens zijne wezenlijke
huidige waarde is de eenige juiste verzekering.
Doet men te hoog verzekeren, men betaalt
nuttelooze en verlorene premies. Doet men zijne
gebouwen, meubels, dieren, oogst, alam enz. te
laag verzekeren, dan trekt men maar brand
schade in evenredigheid van 't verzekerd deel
Een gebouw is b.v. 3000 fr. waard. Men laat
het voor 2000 fr. verzekeren. Er is 1500 fr.
brandschade aan veroorzaakt. Welnu vermits
mee voor de 2/3 van de waarde betaalde, trekt
men ook de 2/3 van de schade, 't zij hier
2/3 X 1500= 1000 fr.
Zeg dus nooit 't brandt nooit al af Men kan
altijd iets redden Zijt ge in regel niet, de verze
keraar mag alle vergoeding weigeren, doch be
taalt doorgaans in evenredigheid. Men heeft ten
allen tijde recht zijne verzekering te doen wijzi
gen. Het is een gewetensplicht in geval van
brand te blusschen, te redden en 't geredde te
bewaren en bekend te maken.
Het hoeft niet gezegd dat alles tegen blik
semschade moet verzekerd zijn.
Pier. Hewel Jan,
't Is zoo lang geleden
dat ik u heb gezien.
Hoe gaat het nog met
de gezondheid
Jan. Met mij op
perbest Pier, en met
u En met de familie,
en de vruchten
Pier. Alles opperbest, spijtig dat we aan
geen regen geraken.
Jan. Ik geloof dat de weermakers ook niet
al te zeer met de boeren inzitten, misschien heb
ben ze ons ginder ook een slechte reputatie ge
maakt
Pier. Onmogelijk Jan, ziet ge niet dat alle
maal die prullen geen steek en houden, ge ziet
wel hoe ze nu allemaal beginnen met de boeren
gelijk te geven Het waren wij niet die slecht
handelden, maar wei sommige comiteiten en be
sturen.
Jan Ja ik heb het gelezen dat men in de
stokerij van 't Hof hier 't Aalst alle dagen in de
dertig duizend kilos graan in genever vermoost-
ten.
Pier. 'tls afgrijselijk, ik weet niet hoe het
mogelijk was dat al die hongerige menschen dat
hebben toegelaten.
Jan. Ge vergeet zeker dat er toen nog grijze
frakken waren die van de brokken kregen en het
volk met eenige salvos kartouchen zou stil gelegd
hebben. Zij die met eenige nieuwe barons en
comiteitmannen samenspanden om al het graan
van de 'boeren te hebben. Ze maakten ons wijs
dat het dienen moest om het volk te spijzen.
Pier. 't Is schromelijk, Jan, 't is schrome
lijk, en als ge denkt dat er op sommige gemeen
ten burgemeesters waren, en sekretarissen en
magere heeren en rijke smouzen die alles deden
om de boerkens hun graan weg te krijgen.
Jan. Deze zullen wel een standbeeld krijgen
met langs de eene zijde een duitsch'met een gene-
verflesch, langs de andere zijde eene verhongerde
massa, langs de voorzijde hun gevulde coffre-
fort en van achter een verschrikte boer die hem
hespen en marken aanbrengt om hun door de
vingers te zien
Pier. Dat zal wel slijten door den tijd.
Wordt ge niet gewaar dat ze stillekens weerom
beginnen met de boeren te flodderen en de mouw
te vagen.
Jan. Ja, maar ze zullen ne post pakken
Pier. Och, vriend, de boerkes zijn zulke
goeie snullen. Ziet eens rond en ge zult onder
vinden dat ze hun weer laten bij den neus pakken
van dezelfde die hun vóór den oorlog, met den
oorlog en tot in de eeuwen der eeuwen amen
zullen amballeeren. Dat zijn mannen van stiel,
die kunnen zoo fijn klappen zie, ze doen eens
een heer komen van hier, een ander van daar.
Er wordt eens ferm gesproken, maar 't is even
als den dominé die zegde luister naar mijn
woorden, maar ziet niet naar mijn werken
.Tan. Hawel, laat deze snullen loopen, wij
gaan onzen weg en hebben genoeg van die fijne
kerels. Wij hebben ze vijf jaar lang moeten mis
sen als er niets achter ons te verdienen was, en
wij ze nochtans zoozeer van noode hadden om
ons te verdedigen tegen alle uitzuigers
Pier. Dat .is mijn gedacht ook, en ik ben
fier dat onze zaken zoo goed vooruit gaan. Hebt
ge al in ons nieuw magazijn geweest, aan de
Zeebergsche brugge
Jan. Nog niet, maar ik hoor zeggen dat het
een schoon en groot gedoen is. Maar ik heb al
dikwijls in ons lokaal geweest daar ga ik mijn
boksken drinken,goed bier en niet te duur, en ik
heb er al eens een glas wijn gedronken, maar
saperloot dat was een fijne lekkernij
Pier. Ha, ge begint het u in de wijn te lap
pen dat geloof ik nog.
Jan. Waarom niet ik heb zooveel recht op
een glas wijn als gelijk wie Moet hij altijd van
dezelfde gedronken worden, misschien Zie, ik
trek me niemand niet aan ik ga gewoonlijk in
ons lokaal, daar zit ik in mijn eigen huis en daar
ben ik Her op.
Pier. Ge hebt gelijk Jan, groot gelijk dat
wil ik niet zeggen dat ge ongelijk hebt. Maar ik
denk daar op iets. Hebt ge al eens gepeisd op de
onderlinge brandverzekering
Jan. Ja Pier, ik heb dat goed overdacht en
ik vind dat dit het schoonste werk is van onzen
bond. Ik heb mijn goeste van voor al die rijke
kerels te werken, en als ge dan eens 't malheur
hebt, zouden ze u nog op flesschen trekken.
Pier. Dus gaat gij u ook bij den bond laten
assureeren
Jan. Ik ben al ingeschreven van over lang
ik weet dat het eene bijzonder goede zaak is.
Daarbij als ze maar alleen de deftige menschen
nemen die op hun zaken passen, zullen er nog
niet gauw groote branden te betalen vallen.
Pier. Dat is zeker, want het is toch voor
slechte koten en meest van gewetenlooze lieden
dat de goede man altijd moet betalen. Wilt ge
daarop letten, een boer of kleine boer, verbeterd
maar altijd stillekens aan zijne hofstee nu eens
eene muur inzetten, dan het dak optrekken en
op eenige jaren is alles in 't nieuw gestoken. Het
is zoo niet overal, want er zijn loriassen die met
de petrol durven werken.
Jan. Ik heb het wel overpeisd Pier, als we
niets nemen als goede huizen en goede lieden,
want goede menschen is het bijzonderste, zullen
wij niet veel branden hebben. Onze premie die
wij te betalen hebben zal veel minder zijn als in
eene naamlooze maatschappij, en als 't jaar uit is
gaan al de overschotten en winsten niet in den
zak van Mijnheer dezen of baron genen maar de
winsten komen in onzen zak.
Pier. - Ja al de boeren zullen dit wel rap
verstaan. Daarbij, volgens ik hoorde, heeft er in
ons lokaal al eens eene voordracht geweest over
deze kwestie. Men vertelde mij dat dezelfde spre
ker naar alle gemeenten ging komen om de zaak
aan alle menschen uit te leggen.
Jan. 't Is te hopen dat het rap in gang gaat
wantik ben beu met al die assuranties. Ziet eens
wat eene rol dat ze gespeeld hebben met onzen
kozijn daar. 't Is eene ware schande en ge moet
iÉ