WekBiijKscti Overzien!
Dure tijden
BAVÖ EN LIEVEKEN.
HoeonzeRegeerigg oen
YlaamscDeo ïandhoiiw Devoordeelt
gene waarvoor uitsluitend het Ministerie
van Ekonomische Zaken verantwoorde
lijk is. Ondertusschen bleven de boeren
zonder vee en met wanhoop in 't hart
betaalden enkelen onder hen 2.500 tot
3000 frank om toch een koei in hun stal
lingen te krijgen.
De aandacht van 'heel de wereld is
gevestigd op de gebeurtenissen in Hon
garije. Van het eene uiterste valt men
er in het andere. De gewezen slachter
Bela Kun, die graai Karolyi aan het
bewind verving, wordt opgevolgd
door aartshertog Jozef, een lid der
aloude Habsburglamilie. De eerste
hoopte in de bestendiging van de dic
tatuur van het proletariaat en wierp
zich in de armen van het revolution-
naire Rusland. De jongste gezagvoer
der is gedragen op de bajonnetten
der Roemenen en door den zedelijken
steun uit Parijs.
Het programma der regeering klinkt
minder drastisch dan dit van de so
vietten. Zij zal, na het vertrek der
Roemenen, èene kiezing uitvaardigen
voor de Nationale Vergadering. Alle
vrouwen en mannen boven de 24 jaar
zullen er mogen aan deel nemen, op
de basis van algemeen stemrecht. De
Nationale Vergadering zal beslissen
of Hongarije den vorm eener monar
chie of dien eener republiek zal aan
kleven. Het eigendomrecht, door de
communisten ten bate der gemeen
schap opgeheven, is hersteld.
Aartshertog Jozef poogde reeds ver
scheidene malen bij de heeren te Pa
rijs zijn gezag en dat zijner regeering
te doen erkennen. Clémenceau wacht
liever nog een beetje om te zien of de
nieuwe stand van zaken in den smaak
der bevolking valt. De Tijger wil
zeker spelen.
De gouverneur van state zweert
tevens bij hoog en laag dat hij een
volbloed republikein is.. Sinds 1914
weten we evenwel wat we aan trac-
taten en diplomatentaal hebben. Zoo
hij zich weet te handhaven, zal de
Habsburger er wel voor zorgen dat
de kroon van Sint-Stefaan zijn edel
hoofd versiere
Het Moscovietenrijk is weer in
volle roering. Admiraal Koltsjak en
de Finnen werden voor een heele tijd
buiten gevecht gesteld. Een nieuw
succes bracht trouwens nog tien dui
zend manschappen in handen der
bolsjewiki. Nauwelijks zijn ze van
dien kant gerust gesteld of de roode
troepen begonnen een aanval tegen
Polen. De gevechten ontwikkelden
zich op een front van 1200 km. Wilna
en Lemberg blijken den inzet van het
offensief te zijn. Het verloop der kan
sen was afwisselend op de verschil-
lefide deelen van het reusachtige
front. De Russen marcheerden eener-
zijds een heel eind op,doch een radio
gram meldde anderzijds dat de voor
name stad Minsk, een kruispunt van
spoorwegen, door een regiment van
Poolsche uhlanen bezet was. De ko
mende maanden zullen eerst de be
slissing aanbrengen.
De gevolgen der politiek van niet-
tusschenkomst, door Lloyd George ge-
proclameert in het Lagerhuis, doen
zich reeds gevoelen. De Finsche troe
pen moeten de wapens laten rusten,
daar Engeland geene munitie meer le
vert. In het Zuid-Oosten brengt de
nieuwe koers van het Foreing Offi
ce een pijnlijke verandering mee. De
Engelsche troepen, die de spoorwe
gen bewaakten in Georgië en Armenië,
worden stillekens aan weggetrokken.
Dit is noodlottig voor de bewoners
dezer gebieden vooral het verstooten
Armenië zal er onder te lijden hebben.
De Muzulmannen van alle kleur ma
ken er zich reeds gereed om de -aan
de slachtingen van binst den oorlog
ontsnapte-Armeniërs uit te moorden.
In Constantinopel wordt echter de
Engelsche vloot gehandhaafd. Het
zelfzuchtige Albion laat zich weêr
eens leiden door den klank der zil
verlingen. Deze brengt de stem der
menschelijkheid tot zwijgen. Moest
het vrijgevige Amerika daarom hon
derd millioen franken bijeenbrengen
om de smart dier ongelukkigen te
lenigen.
In de eerste maanden van 1918
hadden in Zwitserland onderhande
lingen plaats tusschen graaf Törring,
een rijke liberale landsheer uit Beie
ren, bloedverwant van onze koningin,
en den Belgische gezant te Bern. Aldus
luidt een bericht uit het Journal de
Genève De historische redevoering
van den toenmaligen rijkskanselier,
graaf von Hertling - ook een Beier
die op den n Juli 1918 reale garan-
tiën eischte voor wat België betrof,
maakte een plotseling einde aan de
begonnen wisseling van nota's.
Den 23 Oogst evenwel zond graaf
Törring een nieuwe nota naar onzen
gezant te Bern, na vooraf eene con
ferentie gehouden te hebben met den
keizer. Het mislukken van het Duit-
sche offensief had de Duitschers in
schikkelijker gemaakt. In de nota be
loofde Duitschland niet alleen de po
litieke, ceconomische en militaire in
tegriteit van den Belgischen staat onge
moeid te' laten, maar drukte er zijne
tevredenheid mee uit de bedreven
verwoestingen te herstellen. Slechts
een paar wenschen werden gefor
muleerd dat de banden op handels
gebied zoo mogelijk nauwer toe
gehaald zouden worden en dat de
Belgische regeering amnestie zou ver-
leenen aan de Vlaamschgezinden,
welke zich volgens haar tijdens de
bezetting gecompromitteerd hadden.
Het veelbesproken woord garantie»
uit Hertling's redevoering was ver
keerd uitgelegd geweest.
In Saksen, te Chemnitz namelijk,
hadden herhaalde relletjes plaats ten
gevolge van den levensmiddelennood.
De betoogers schoten op de ontsche
pende regeeringstroepen. Langs
weerszijden vielen dooden en gekwet-
Door den moedwil van het militaris
me werktuig van het Europeesche
Imperialisme, door de verstokte verT
blindheid van een groot aandeel der
bevolking, werden vier jaren half lang
grondstoffen en arbeid gebruikt om
moordgetuig voort te brengen de
ondergrond is uitgeputde vruchten
onzer velden verbruikt wij hebben
onze kracht verspild aan nuttelooze
kanonnen en buskruid voort te bren
gen onze treinen te verslechten, en
onze schepen te doen zinken.
Nu, zijn onze zolders zonder graan,
onze magazijnen zonder eetwaren en
kleedingsstukken, onze werkhuizen
zonder machienen, onze dokken zon
der schepen, en toch voelen wij ver
bruiken en ons niets ontzeggen.
De werklieden ondanks hunne 100
tot 200 °/0 opslag klagen over de on
toereikendheid der loonen, hoe hoog
zij ook stegen zij komen er niet mee
toe, en werden steeds armer,de werk
stakingen vermeerderen slechts
het getal werkelooze dagen, vermin
deren de opbrengst, verkleinen den
warenstock, verhoogen de prijzen,
lokken nieuwe loonsbewegingen uit
voor opslag verbitteren het gemoed,
en bereiden het tevens om hoe langer
hoe geweldiger in te grijpen.
De werklieden kunnen met hunne
loonsvermeei dering den levensstan
daard niet inhalen,den toestand schijnt
waarlijk hopeloos.
Dit bracht ons den oorlog.
Nu, dat deze voorbij is moeten wij
ons zeiven redden. Ons plan trekken!
Is er ons iets te doen om den levens
standaard terug in evenwicht te bren
gen
Daar wij veel moeten invoeren een
weinig uitvoeren, verliest ons goed
veel vanzijne waarde, om onze wissel
koers te verbeteren moeten in plaats
van alleen in te voeren, trachten uit te
voeren, en zoo het evenwicht trach
ten te herstellen, of den krisis te ver
zachten, door beperking van den in
voer, en door goede leening in vreem
de landen, tijdelijk blijft steeds het
beste redmiddel de beperking tot het
strikt noodzakelijke.
In sommige streken wil men tot ge
dwongen prijsdaling door betoogin
gen, bedreigingen, ingericht door ver
bruikersbonden. Dit stelt vele men-
schen in eene onverdiende moeilijke
positie. Daar de levensduurte geen
lokaal verschijnsel is kan zij ook door
geen lokale aktie bestreden worden.
Wie dus in omsloten kring de prij
zen doen dalen wil, zou ze eenvoudig
beletten te komen. Zulke geweldda
den kunnen nooit van langen duur zijn
zij brengen eene tijdelijke daling bij,
maar na die daling brengt eene over
matige vrees van aankoop bij daar
door schaarte en wederom stijgen de
prijzen.
De levensduurte is het grootste
vraagstuk van onzen tijd. Lang is er
gezocht en beproefd, geen voldoende
uitkomst is er gevonden. Wij moeten
allemaal ons offer brengen als uitboe
ting onzer oorlogsrazernij.
door Hendrik CONSCIENCE. 19.
De leelijke woorden, die zij sprak, maakten
mij zuiver beschaamd, alhoewel ik van geen
klein gerucht vervaard ben. Dat zulk zwak en
mager meisje, die anders een fraai wezen
heeft, zulke baldadige taal spreekt, dit stak
mij fel tegen de borst, en ik had, mij dunkt,
lust om de onbeschaamde wat kletsen om
hare ooren te geven
Godelieve Maar het is niet mogelijk
zuchtte vrouw Damhout Hebt gij het waar
lijk gezien
Met mijne eigene oogen. Misschien was
het meisje buiten zich zeiven geraakt, omdat
men hare moeder aanvielNu, Adriaan,
houd u wel, en gij insgelijks, bazin Damhout,
totdat ik nog eens naar Gent kome
De werkman verliet de kamer. Er heersch-
te eene wijl de volledigste stilte de ouders
bezagen elkander en hunnen zoon met treu
rige verbaasdheid. Bavo scheen vergramd
er fonkelde een somber vuur in zijne oogen,
en zijne lippen schenen te beven.
Toen zijne moeder eindelijk eenige woor
den meende te spreken, om hem te troosten
Zoolang deze moeilijke tijden du
ren, moeten de werklieden zich met
een te klein loon te vreden stellen, de
patroon met een te kleine kapitaal
winst, de handelaar met een te klein
verkoopprofijt vergenoegen. Zulke
taal vindt in onzen tijd nochtans wei
nig toehoorders. Iedereen schudt de
schuld de verantwoordelijkheid van
den nek, de eene zegt aan de andere.
Ik met, maar gij, en voor allen
geldt de heilige hebzucht en den
strijd om de grootste brok.
Allen zouden moeten onthouden dat
er moet gewerkt en geschapen
worden. De landbouwers vooral moe
ten zich toeleggen zooveel mogelijk
1 voort te brengen en zoo langszaam
aan den invoer te keer te gaan, en zoo
te komen tot het mogelijk is uit te
voeren, dit is dan ook de eenige op
lossing aan dit moeilijk vraagstuk.
Uit De Standaard (Brussel).
Dank zij hoogleeraar Frateur en volks
vertegenwoordiger Tibbaut hebben we
in Parijs voor onze landbouwers kunnen
bekomen 10.000 merrie-paarden, 2000
stieren. 50.000 koeien, 40,000 veerzen,
20.000 schapen en 15,000 zwijnen. Al die
dieren moeten binnen de drie maanden
door Duitschland afgeleverd worden.
Er was in Brussel door het Ministerie
van Landbouw ende vertegenwoordigers
der boeren beslist geworden dat de stie
ren, koeien, veerzen, schapen en zwijnen
onmiddelijk naar de geteisterde streek
zouden gezonden -worden en aan de boe
ren gegeven als afkorting op de oorlogs
schade. De drie maanden zijn bijna ver-
loopen en de eerste koe moet nog uit
Duitschland komen... Wat is er dan ge
beurd
De Standaard van Donderdag in
Echo's en Kleingoed als de andere
Fransche bladen in een soort officieus
communiqués deelde mee dat Duitschland
gewillig was op papier maar tot nu
toe geen dieren had willen afleveren.
Zoo schrijft men de geschiedenis De
waarheid is de volgende en ze is onge
looflijk. Toen al de noodige maatregelen
getroffen waren om de boeren in 't bezit
te stellen van het lang verwachte vee,
dan kwam het Ministerie van Ekonomi
sche Zaken tusschen en verklaarde ex
cathedra dat het Ministerie van Land
bouw niets te zien had in de terugvorde
ring van 't gestolen vee, dat zulks den
ekonomischen heropbouw van België be
trof, waarin dus alleen het bovengemelde
Ministerie van Ekonomische Zaken be
voegd was, dat er geeD haast bij was, en
dat men misschien die dieren in Duit
schland zou laten om des te gemakkelij
ker en te spoediger de machienen voor
de nijverheid te kunnen bekomen. Een
bekend volksvertegenwoordiger heeft
moeten met de vuist op tafel slaan en
met eene interpellatie dreigen om een
einde aan dien toestand te kunnen bren
gen,
De echo's van Donderdag 1. 1. in de
bladen, hadden enkel voor doel de aan
dacht van 't publiek af te leiden en op
den rug van Duitschland te schuiven het
en Godelieve te verontschuldigen, stond de
jongen op en zeide met kracht.
Moeder, vader, spreekt mij nooit meer
van Godelieve Ik wil haar vergeten, mijne
kindscheid geheel vergeten, om nimmer nog
aan haar te denken. Dat een onwetend
mensch zoo laag dale en den eerbied voor
zich zeiven verlieze, dit is te begrijpen maar
zij kan lezen, zij is geleerd, zij heeft van u,
moeder, niets gekregen dan lessen van deugd
en zedelijkheid. Uwe goedheid, uwe welda
den, onze vriendschap, dit alles heeft zij ver
geten. Zij is dubbel schuldig. O, ik zal haar
aandenken in mijn hart versmachten met ge
weld. Moeder, doe de werklieden komen,
seffens alles moet weg naar onze nieuwe
woning. Ik wil hier niet meer slapen, ik wil
geenen voet meer in de stege zetten. Ik bid u,
dat ik alles gereed vinde tegen dat ik naar
huis kom gij zult mij gelukkig maken. Vaar
wel, ik ga naar mijn bureel hier kan ik niet
meer blijven dezen avond zal ik bellen aan
het huis in de straat.:...»
Hij meende te vertrekken maar daar hij
bemerkte, dat zijne moeder bekommerd was
en hem wilde wederhouden, zeide hij met
ontsteltenis in de stem
Wees gerust, moeder het is voor een
oogenblik slechts. Morgen zal ik aan niets
meer denken het is gedaan ik had verdriet,
maar nu ben ik genezengenezen voor altijd
En na onder het spreken dezer woorden de
handen zijner moeder teederlijk te hebben
gedrukt, ging hij het huis uit.
XI
De ongunstige tijding over Godelieve scheen
Bavo van eene geheime overheersching te
hebben verlost, en onder dit opzicht had zij
hem inderdaad goed gedaan. Alsof dit voorval
eensklaps hem al wat er nog kinderlijks in
hem was, had ontnomen, werd zijn geest
ernstiger en hij kreeg meer dan te voren het
vooikomen van een bezadigd mensch, die
zich slechts bezighoudt met nuttige dingen.
Van dan af werkte hij met nog meer vlijt
op zijn bureel, en al zijne pogingen strekten
om zich den handel en de inrichting der fa
briek geheel eigen te maken.
M. Raemdonck en de oude meester-klerk
schepten vermaak in den leerzamen en dank
baren jongeling voort te helpen. De laatste
bovenal had hem zeer lief en ontlastte zich
op hem van een groot gedeelte zijns arbeids,
teneinde hem van alles ondervindingtegeven.
Hij verborg hem zelfs niet, dat hij het deed
met een bijzonder inzicht.
Ik kan ziek worden, zeide de meester-
klerk, ik kan eene andere plaats bekomen
mijn oom, de huid vetter, kan sterven. Dan
erf ik een fortuin en ga op mijn geboortedorp
leven. Ik wil u bekwaam maken om mij des
noods in mijne bezigheid te vervangen en,
indien het gebeurt, als gij oud genoeg zijt,
om mijne plaats bij M. Raemdonck te krijgen
Dit vooruitzicht was een nieuwe spoorslag
voor Bavo. Met de toestemming van zijnen
meester nam hij boeken uit de bibliotheek
naar huis studeerde de mekaniek, volgde
nieuwe uitvindingen, teekende en overwoog,
en had reeds bijgedragen om op de fabriek
eene winstgevende verbetering aan de werk
tuigen te doen toebrengen.
Zoo klom eindelijk zijne jaarwedde tot de
som van duizend franken, toen hij zijn ne
gentiende jaar bereikte.
Van Godelieve en zijne kindscheid sprak
hij niet meer of scheen geen gewicht meer aan
deze herinneringen te hechten. Evenwel kwa
men er nog oogenblikken, dat het beeld van
Lieveken voor zijne oogen opstond, en hij
dacht zelfs met vermaak en welgevallen aan
de vriendin zijner eerste jaren. Niet aan Go
delieve, het fabriekmeisje, die zich door de
slechte voorbeelden tot ruwheid en zedelijke
verlaging had laten medeslepen neen, aan
het kleine, beminnelijke Lieveken, het zuiver
en eenvoudig kind, dat met hem was opge
groeid en al zijne vermaken en al zijne hoop
H
«O»