Aandenken onzer reis naar Holland LANDBOUWWEEKBLAD Arbeid adelt Bij onze jongens in Beverloo. Zondag 3i Oogst 1919 Prijs 6 centiemen. ia Jaargang. N° 34 Aankondigingen volgens akkoord Abonnementsprijs 3,50 frank 's jaars. Wat verschilt het leven hier, in dit groote kamp oneindig veel met het stil landelijk leven in Vlaanderen. Hier die harde discipline, die strenge militaire wezens en groote Jan's doenerij van die korp.oraaltjes (volontaires de gamelle) lijk onze jon gens ze hebben betiteld en daar, dat vrij dagelijksch werk in de ruime vel den met de brave landlieden. Nu eerst voelen we maar al te wel hoe des dichters woorden Hoe genoeglijk rolt het leven Van den stillen landman heen de echt waarde vertolken. Hier zien wij hoe heel ons leven in dat boer-zijn is vergroeid. Mijn thuis, mijn werk, mijn dorp waren mij zoo innig lief geworden. Die machtige natuur, die vrije lustige velden, heel dat rustige leventje met den dagelijkscheji gang dier door brave buitenmensr.hen konden zoo'n machtige indrukken in mijne ziele prenten. Och Ik weet het wel, velen onzer landbouwers en vooral landbouwers zonen bemerken niet die ontelbare heerlijkheden, die daar zoo ruim in en rond hun gewone slenter liggen geweefd. Velen gaan morrend door de wereld en aanzien het boer-zijn als een hard levenslot ze missen de lielde voor het werk, omdat zij er niet van bewust zijn, dat het alleen lielde tot het werk is, die de levensvreugde bevordert. Arbeid adelt Het is alleen het da gelijksch werk. dat den boerenstiel altijd meebrengt en de naarstigheid die ons boeren steeds heeft bezield, die 't meest heelt bijgedragen om het boerenvolk zoo ver boven vele andere standen der samenleving te houden in sterkte, adel en geloof. Neen, landman Morren is het niet wat wij doen moeten. Wij mogen ons leven niet bederven met dagelijksch gezeur. Hooger op, moeten wij gaan met onze gedachten, ons leven en heel ons dagelijks doen. Wij moeten onzen stiel trachten te veredelen en zoo zullen wij de gedurige heerlijkhe den die het leven ons ontsluiërt lee- ren kennen en bewonderen. Zoo zal ons boerenleven een wandeling wor den naar ruimer, inniger leven en zal onzen stand zich opwerken tot die plaats die hem rechtmatig toekomt. Onze boerenjongens, die bij 't leger zijn vooral, hebben nueene schoone gelegenheid om zich beter te bekwa men en zullen zoodoende voor vaders vak meer liefde aankweeken. Laat ons, die hier over zooveel meer vrijen tijd beschikken dan thuis, deze niet in lijf- en zieldoodende luierij en slecht gezelschap ol verpestende hui zen doorbrengen. Houden wij ons zooveel mogelijk bezig met het lezen van leerzame boeken, studeeren wij zooveel mogelijk de vakken die wij als landbouwers zouden moeten ken nen, opdat wij, eens terug naar huis, met meer kundigheid vaders stiel kun nen voortbeoefenen. R.B. Op dijnsdag 20 Augusti laatst, be gaven zich twee leden onzer vereeni- ging naar Holland, voor den aankoop van aardappelplantsoen, en geven er hier een overzicht van. Meteen echt zomer weer in Aalst vertrokken om negen ure dertien mi nuten komen wij in Brussel om tien ure juist. Wij nemen den eersten den besten trein naar Antwerpen om elt ure vijf en .veertig minuten langs Vil voorde, Mechelen, Contich. Om één uur min tien minuten zijn wij in Ant werpen. Ongelukkiglijk moeten wij hier wachten tot vier uur vijftien mi nuten voor den trein naar het Meet jesland. Wij gaan wat smullen bij Max in de statiestraat, en na hier en daar voor de vensters en uitstallingen wat hebben staan te gapen, zooals meest al de boeren doen. trekken wij naar de statie. 12,40 Ir. per man voor onze coupon en 2,75 Ir. per man voor onze fiets hum. leg ze mij daar. Om vier ure twintig minuten vooruit langs Tekeren, Capellen, enz In Es- schen (grens) nen heelen hoop compli- 1 menten en in Rozendaei nog meer..., I eindelijk om zeven ure vijf en veertig minuten vertrek naar Amsterdam, waar wij God dank, gaaf en gezond aankomen om twaalf ure middernacht. Een brave Amsterdamsche Mijn- j heer die ons reeds op den trein meni- gen blijk van genegenheid had gegeven (onder andere eene fijne sigaari heeft ons na eene halve uur loopens eene slaapkamerbezorgd wel wat gepeperd maar... wij zijn toch binnen, en bij brave menschen. Op den trein w^ren de Hollandsche vrouwen reeds bekommerd, of wij in Amsterdam in vieze handen zouden vallen en waarlijk, op menige plaats weigerde de mans 011s slapen, en de vrouwen?!... deden juist het tegenovergesteldeRedelijk goed geslapen, maar de nacht was kort van 1 1/2 ure tot zes ure 's morgends. De kleine jonge baas, ne felle vent teweeg, komt ons wekken, wij drinken nen tas thee met brood en kaas of worst zoo als men begeert. De bazin, een Hol landsche babbelmuil, kan alles, uitge nomen zwijgen, geloof ik de meid was ziek, de dochter was ziek, de man had ook zijne gebreken, de plaats was te klein, te weinig geslapen, zij was ook niet wel, met een woofd nen heelen paternoster, te lang om te mel den, maar toch gezond genoeg om ons tweemaal te doen betalen. Voor slaping en morgendmaal, thee met brood en wat kaas 7 guldens a. u. b. Onze vriend Jan liet de lip hangen en begon te jammeren dat het toch zoo duur was, Clement zegt hij wij zullen hier moeten droog brood eten of den Bond is vlak geruineerd. Daaruit be sloot de baas dat wij mistevreden wa ren en vfoeg wat er haperde Dan kwam het uit dat wij den avond te vo ren 7 guldens betaald hadden voor 4 uren te mogen slapen en eene tas thee met brood en kaas te krijgen. De man keert de 7 guldens terug en wij haas ten ons de deur uit. Met den tram n°g naar den station. Hier in Amsterdam statie hebben wij den eersten onbe- leefden Hollander ontmoet, nen ech ten keeskop. Enfin om acht ure juist op den bol tot Enkhuizen. Daar ne men wij de boot voor de Zuiderzee over te steken. Alles gaat goed, 't is een aangename overtocht. In Stavoo- ren weerom den trein tot op onze be stemming, Leeuwarden, waar wij aankomen om 12 1/2 ure. Onze vriend Janleidt ons naar den café De Jonge wij drinken daar nen Aperitief, (par don) ne Schiedom geloof ik. Sedert dijnsdag avond is het hier aan 't regenen wij plaatsen onze fiets bij Mijnheer De Jonge in den stal en gaan naar het politiebureel om onze Hollandsche eenzelvigheidskaart, ter wijl de baas of beter gezegd de (keiler) ons wat eten gereed maakt, want wij zien ze kappen, van 's morgens 6 ure op den tas thee, ge kunt wel denken... 't Was nog al goed patatten met bo tersaus en een Hollandsch biefstuk, en daarna, een halve telloor (meirsche pap), rijspap wil ik zeggen, en een klein pintje... Onze rekening Mijnheer a. u. b 6 gulden 40 centen par- daf... Clement hebt gij nog iets vroeg j Jan... ja Jan zeg ik, maar ze zijn ver gevlogen. Met beteuterd gezicht trek ken wij de straat op, in ons hart die vervloekte keeskoppen verwenschen- de. Geen moed verloren, zeggen wij, er is daar toch niets aan te doen... Nu regelrecht naar Mijnheer Wiersma. Deze heer is niet te huis en wij reizen verder naar Cultura. Hier zijn we be ter gekomen drij flinke mannen zijn op den bureau, die ons goed te woord staan. Wij zijn in den tweeden hemel toen wij vernemen dat wij alles kun nen bekomen wat wij begeeren, 't zij twee, twintig of twee honderd wagons en juist van de soort die wij het liefst hebben alleenlijk voegen zij er bij dat de regeering de zaak in handen heelt en bijgevolg alles zelf regelen zal. Ten slotte na wat gepraat te heb ben over oorlog, bochen, moffen, To- mies en compagnie verstaan wij ons voor den volgenden dag aan de bij zonderste gemeenten van aardappel kweek een bezoek te brengen. Die gemeenten zijn Sint Anna parochie, Sint Jacobus parochie. Berlekum enz. Daarmee zijn wij opgelaten, en gaan na een Pilsner te hebben genomen bij Mijnheer Wiersma. Hier komt de aap uit den mouw want die Mijnheer zegt ons dat de uitvoer van aardappels totaal verboden is Mogelijk 111 het voorjaar zegt hij, maar voor het oogenblik is daar nfets aan te doen. Had Mijnheer Wiersma ons nen eemer koud water over het hoofd ge goten, wij hadden daar veel minder van ontsteld geweest dan nu. Welke ontgoocheling weeral eens voor de zooveelste maal niets aan te doen. Juist heb ik eenige zichtkaarten ge schrevendie wij naar den post dragen, maar voor ze in de bus steken te heb ik achter onzen naam twee uitroe- pinsteekens geplaatst, als voorbode onzer slechte reis. Alles gaat hier te gen Daar onze centen op zijn vind ik mij genoodzaakt nog wat geld in gul dens om te zetten en ga met dit voor nemen in de Leeuwaardsche bank, maar daar het uur reeds voorbij is moeten wij langs de bijzondere deur, Madame heeft voorzeker medelijden met die Belgische sukkelaars en laat ons binnen. Wel gezind trekken wij den trap op maar 't was van korten duur. Gisteren in Rozendaei gal men 32 gulden voor 100 fr. fransch geld en 3i gulden voor 100 fr. Belgisch geld, en hier kan ik onmogelijk meer krijgen dan 3o gulden voor 100 fr. Fransch gelden 29 gulden voor 100 fr. Belgisch" geld. De waarden hadden weerom ne knap gekregen zegde die slimme Meneer. Waarlijk ik geloof dat wij hier in het land der foppers zijn. Moe van ronddwalen ennog meer ontmoedigd door den tegenslag, zou den wij ons graag een stuk in de bot ten drinken, maar neen, wij doen het niet, wij nemen voor den goeden koop een stuk uit de vuist, daarna in ons logement ne goeien Schiedam voor een slaapmuts, en trekken in Gods naam ter rust, met 't goed gedacht eens op onze beide ooren te slapen, ten einde onze achterstellingen van verleden nacht wat in te halen. Zoo gezegd zoo gedaan, en wij zitten er onder. Deze maal hebben wij waarlijk goed gerust en slapen een gat in den dag, tot zeven ure 's morgends, zoo als al de rijke menschen. Weerom thee met brood en kaas. Om acht ure per fiets naar de aardappelvelden dit was eene echte studiereis. Een zekere Mijnheer die tevens ook voortbrenger is en vele schoone velden heeft bege- ons. Wij stonden waarlijk verrukt bij het zien der uitgelezene gekeurde velden Eigenheimers en Roode Star dit zijn de twee voornaamste soorten die hier gekweekt worden, als ook de eersteling. Van Industrie wil men hier niet hooren. Op de gegroeide eerste lingen velden staan reeds raapkoolen in vollen groei, die eene groote op brengst beloven dit is het eenige groen wintervoeder waarover men hier beschikt vermits het (loof) rapen, in deze streek niet geteeld wordt Die zelfde Mijnheer toonde ons ook zeer gewilliggansch zijne boerderij, koeien en vaarzen in de weide het komt ons zeer vreemd voor hier al die schoone beesten te zien, het is mij onmogelijk mijne afgunst te verbergen bij het zien van die eindelooze drommen puik vee. Reeds laat in den namiddag vangen wij de terugreis aan naar ons loge ment, waar wij in den vooravond aan komen, zeer te vreden over onze reis, maar tevens afgemat van die daglange rit door velden en weiden. Morgen vrijdag is het hier de wekelijksche markt in Leeuwarden en zijn voorne mens er eventjes een oogje te gaan werpen er waren zoo omtrent 2ooo koeibeesten als ook eenige brokken van paarden. Een Franschman kocht verscheidene stuks vaarzen 6 a 8 be- kalft aan 5oo a 600 gulden 't stuk. Binnen eene maand, einde September October, zullen er nog meer zijn zegt men, en betere en wij nemen dit aan, men kan moeilijk gelooven dat hier zooveel beesten zijn, vast en zeker meer als menschen. Na vlug een over- zicht'te hebben gedaan, gaan wij loo- pen, want wij moeten nog eens naar aardappeldienst, nog eens naar het politiebureel en nog eens Belgisch geld in gulden omzetten, 't Zijn mij hier vieze gasten, die keeskoppen. Gisteren kreeg ik maar 3o gulden voor 100 frank Fransch geld dat nog- thans meer waarde heeft dan het onze en heden geeft men mij weerom 3l gulden voor too fr. Belgisch geld. Aardig en toch waar. Om 1 uur 'smid dags nog eens ons buiksken deugd gedaan en om 2 ure vier minuten van gen wij de terugreis aan. Om drie en half zijn wij in Stavoren, nemen hier de boot voor Enkhuizen, waar wij om 5 ure juist aankomen. Dan weerom trein tot Amsterdam, en in den voor avond zijn wij in ons logement zeer tevreden over onze aangename reis, maar nog meer, omdat wij stilaan mo gen naar huis gaan... bij moeder. Den Zaterdag morgend, na weerom den braven thee te hebben geproefd, nemen wij in Amsterdam den trein voor Brussel. Op de grens in Rozen- daal doen wij de rest van ons geld omzetten, niet in Belgisch geld, maar in twee bezekoeken met eene pint melk. Om 3 ure 40 minuten arrivee- ren wij in Brussel. Onze vriend Jan maakt van de gelegenheid gebruik om bij een familielid den goeden dag te gaan wenschen, overtuigt dat die brave vrouw ons vast en zeker een stuk van 't achterste van een varken zou geofferd hebben en... tot ons ge noegen, hij had zijne rekening niet mismaakt. Om 6 ure direkt naar Aalst en om zeven ure twintig minu ten nemen wij voor afscheid in ons lokaal ne goeien Schot op ons ge zondheid en op den groei en bloei van onzen bond. Jean en Clement. De Koornbloem Bureel en Redactie GROOTE MaRKT, 8, AALST. Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Burchtstraat, 3, AALST. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1919 | | pagina 1