OORLOGSSCHADE.
BAVO Ei! LIEVEKEH.
ONDERONS.
Het Boomken
Onderlinge
Brandverzekering
MM
WÊÊW0ÊÊÊÊÊÊÊÊÊBÊ
ffitffitii
IwTMMlIMHIHfil
Het boomken staat zoo schoon
Te bloeien in het bosch
Met uitgestrekte kroon
En frisschen bladerdos.
De donkergroene tint
Die op zijn blaadjes rust,
Wordt door het windeken
Zoo menigmaal gekust.
Hoe menig vogelken
Komt zitten op zijn tak,
En zingt vol levenslust
Een lied op zijn gemak.
Het heeft zijn wonder nest
Rond zijne twijgjes, sterk
En stevig vastgetrest,
Door fijn gekunsteld werk.
En als de zonne blaakt
En hevig gloeiend is,
Zijn koele lommer maakt
Het aangenaam en frisch.
De forsche westerwind
Schudt menigmaal zijn top,
Maar hij houdt stand en buigt,
Voor niemand zijnen kop.
Jos. SCHOKAERT
Op Zondag 31 Augusti belangrijke
voordrachten over Onderlinge Brandver
zekering, door den Heer Lemayeur, van
Deerlijk.
Te Schoonaarde na de Hoogmis.
Te Aalst-Mijlbeek, om 2 ure.
Te Aalst-Papenrode, om 4 ure.
Te Nieuwerkerken, om 7 ure.
Zeer stipt.
Gewone lokalen.
Cherscamp en Wichelen uitgesteld tot
later en datum.
Al de leden worden dringend uitge-
noodigd deze voordrachten bij te wonen.
iste vèrVolg.
Verleden maal zegden we wat en
hoeveel zal betaald worden. Laat ons
nu zien Wanneer en Koe dit zal be
taald worden. Die kan bewijzen dat
hij geen geld heeft kan een voorschot
krijgen om te herbouwen of de ver
dwenen zaken te herstellen ten hoog
ste tot 2000 fr. van den Staatscommis-
saris. Voor de streek van Aalst HH.
Dressart F. T. C. verificateur der
registratie en Domeinen te Dender -
monde en Van den Bossche H. con
troleur der belastingen te Aalst,) en
tot io.ooo fr. bij den rechtbank voor
oorlogschade. Ik herhaal dit voorschot
is niet gemakkelijk te bekomen. Men
moet immers bewijzen zeggen is niet
voldoende) dat men geen ander geld
heelt om te herstellen.
Voor de gewone vergoedingen tot
hoogstens 2000 fr. zal men met gereed
geld betalen. Dit wil zeggen wellicht
in den loop van dit of toekomend jaar.
door Hendrik CONSCIENCE. 21.
«o»
De zon scheen mild op een gedeelte des
gronds, en er was zulks een overvloed van
bloemen, dat de meisjes de handen boven
het hoofd hieven en vooruitspringende riepen:
Ho, wat is dit hier schoon en frisch en
welke zoete geuren 1
Meer rustig, in schijn ten minste, wandel
de Bavo met zijne ouders door de paden,
toonde hun al de bloemen, plukte hun takjes
van geurig kruid en bracht hen zoo onder een
looverhuisje, waar zij zich lachend nederzet
ten, om het gezicht des tuins een oogenblik
op hun gemak te genieten
Hier stond op de tafel een porseleinen pot
met tabak, die er bij nederhing, en daarne
vens lagen vier of vijf lange Hollandsche
pijpen.
Zie, murmelde Adriaan verwonderd,
ik wist, dat M. Raemdonck soms eene si
gaar rookt maar het is waar, zooals men
zegt, vele heeren rooken te huis op hun ge
mak eene pijp.
Gij begrijpt niet, vader, bemerkte,
Bavo. Mijnheer heeft de tabak en de pijpen
Voor de vergoedingen boven
de 2000 frank zal een titel afge
leverd worden gelijk voor de uit
wisseling der marken die 5 in
trest zal opbrengen vanaf 1 Januari
1920. Eindelijk bepaalt de wet dat
binnen 5 jaar alles zal vereffend zijn.
Hebt ge geduld wacht, en hebt ge
geen ge zult toch moeten wachten.
N. B.Het gebeurt dat beschadigde
of kapotgeschoten goederen verkocht
worden vooraleer ze hersteld zijn, met
besprek dat de schadevergoeding aan
den kooper toekomt. Dit moet in den
verkoopakt vermeld worden en 't blijft
den verkooper die de schade moet
aanvragen en ze aan den kooper over
handigen.
Schade aan Burgerlijke personen
Deze aanvragen moeten tegen 22
September 1919 ingediend worden.
Gedwongen civielarbeiders die gedu
rende yninstens drie maanden opge-
eischt zijn geweest zullen ook minstens
i5o fr. trekken. Zijn ze ziek naar huis
gekomen zoodanig dat ze niet meer
kunnen werken, ze zullen daarvoor
vergoed worden. Ze zullen zelf ver
goeding krijgen voor 't geval dat zij
zwak of gebrekkelijk zouden blijven
en dus zooveel werk als te voren niet
meer zouden afleveren, 't Spreekt van
zelf dat de erfgenamen der in balling
schap overledene dwangarbeiders
meest en vooral dienen vergoed te
worden voornamelijk als 't slachtoffer
gehuwd en kostwinner des huizes was.
Voor andere burgerlijke personen
gedood of verminkt door beschieting
zal slechts vergoeding uitbetaald wor
den zoo de erfgenamen of den ver
minkte zelf hunnen kost en onderhoud
niet meer kunnen verdienen ze zullen
waarschijnlijk hoogstens de kosten
van geneesheer en misschien begra-
vingskosten ontvangen.
Een persoon die voortdurend totaal
onbekwaam tot werken blijft zal 2400
franks 's jaars ontvangen en elk zijner
kinderen 3oofr.'sjaars tot aan 16 jaar.
Duurt die totale onbekwaamheid maar
één jaar b. v. men zal deze sommen
maar één jaar ontvangen en de helft
daarvan zoo 't maar zes maanden
duurde enz.
Voor den tijd dat men b. v. maar
half werk kan leveren zal men de helft
dezer sommen voor dien tijd ontvan
gen..
De erfgenamen van een overledenen
lid krijgen 800 fr. 'sjaars voor den
kostwinner en 3oo fr. voor elk kind
tot aan de 16 jaar.
Wie 't aangaat en nog deze aan
vraag niet gedaan heeft kan, moet
in het gemeentehuis zijner gemeente
de noodige stukken aanvragen en ze
invullen en tegen ontvangstbewijs
terug ter gemeentehuize nederleggen.
Voor ziekte, verminking, dood enz.,
spreekt het van zelf dat alleen de be
wijsstukken van een bevoegden ge
neesheer zullen gelden.
Toekomende week over 't invullen
derformulieren voor stoffelijke schade.
('t vervolg)
daar doen zetten, opdat gij volgens uw lust
hier zoudt kunnen rooken.
Onmogelijk, Bavo.
Hij heeft het mij zelf gezegd, vader. Gij
moet rooken om hem plezier te doen.
Welke goedheid toch 1 Dan zal ik het
maar wagen want de tabak ziet er bijzonder
goed uit. Een trek of drie het is slechts om
onzen edelmoedigen meester te voldoen.
Hij ontstak zijne pijp, deed den rook in
wolkjes tot onder het loover van het prieel
klimmen, en zeide dan glimlachend en blijde:
Lekkere tabak 1 Wat zijn die rijke men-
schen toch gelukkig. Ziezoo, op deze bank
met het gezicht op dien schoonen hof eri met
mijne pijp in den mond, zou ik miju leven
willen slijten.
Gij bedriegt u, vader, wedersprak hem
Bavo. Er is nog iets, dat gij zoudt doen.
Ja, uit visschen gaan, niet waar Dit doe
ik uitnemend gaarne het zou mij dienen om
mijn vermaak een beetje af te wisselen.
Onderwijl waren de beide meisjes nog al
tijd bij de bloemen ze moesten ze een voor
een zien, ze vergelijken en over hunnen geur
en over hunne schoonheid oordeelen.
Vader Damhout legde zijne pijp neder hij
zou ze straks voortrooken maar nu moest
men het ongeduld der moeder voldoen en het
huis bezichtigen.
Pier. Hewal Jan, hoe is het nog
met de gezondheid
Jan. Ha, beste jongen, opperbest,
ziet ge. Ik ben nog nooit van mijn leven
zoo gelukkig geweest.
Pier Dat doet me plezier, maar
vertel me eens wat is er u zoo overge
komen Hebt ge misschien een erfenis
gekregen, of een blozende zoon van uw
braaf vrouwken
Jan. O, dat allemaal is nog niets,
Pier, maar ik weet niet hoe ik het ver
tellen mag. Zie binst den oorlog won ik
goed mijn broodjen. Ik moest weliswaar
nijg leveren, maar toch met een partij
ken tabak en wat boonen en al een half
zaksken graan weg te moffelen kwamen
er toch een heele hoop marken in huis.
Er was toen maar iets dat mij leed deed
en wat mij soms het bloed naar den kop
joeg en dat was die danige jaloezie van
alle die heeren van 't dorp.
Pier. Ja, Jan, ze waren toch zoo
kwaad als de boeren eens hun brood
wonnen en zoo blij, als ze de grijze jas
sen zagen afkomen om ons alles te doen
afgeven.
Jan. Ja en dat was hetzelfste met
de armste van onze parochie, terwijl ik
mijn best deed om hun te helpen zouden
ze mij alle kwaad gewenscht hebben.
Maar -aan die menschen kan ik dat beter
vergeven, ze hebben toch op sommige
tijden zooveel te kort gehad.
Pier. Ja als ze daar met hun kan-
neken moesten staan opschuiven om
hunne watersoep en heele dagen brood
eten zoo slecht dat mijne beesten het
lieten liggen.
Jan. Terwijl men ons goed graan
verstookte die we moesten afgeven. Ja
ik zeg aan die menschen zonder geleerd
heid, en met al hunne ontberingen kon
ik een slecht woord vergeven. Maar aan
die groote jannen, die hun leven lang in
den derden hemel leven, kan ik moeilijk
vergeven dat ze ons eenige goede dagen
dierven benijden.
Pier. Ja toen hebt gij u kwaad ge
maakt zegt ge maar nu is dat toch al
lang voorbij.
Jan. Nu ben ik gelukkig, overge
lukkig. Ik kan sommige oogenblikken
beginnen te dansen en te springen als ik
eraan denk. Ja, ja, zoo erg dat mijn
vrouw peist dat ik zeker gek word.
Pier. Maar waarom dat Jan, zeg
mij toch eens, ge maakt wij krieus
Jan. Hawel jongen, omdat die
groote jannen nu beginnen te knikken
en te salueeren, en van verre te roepen 1
Ge moet weten dat het zal kiezing wor
den, en dan ziet ge, dan zullen ze mij
noodighebben Gisteren kwam me eenen
dikken komiteitheer tegen, die mij ge
heel den oorlog, tegen de schenen heeft
geschupt. Hij begon vriendelijk te lachen
en te vragen hoe het ging, hoe het was
met de vrouw en de kinderen, of ik nog
altijd die schoone jonge merrie had, en
of ik een boksken kwam drinken.
En zoo heb ik er al meer als eenen
tegengekomen en zie als ik daar aan
denk, dan moet ik lachen om te barsten,
dat al die goei sukkelaars nu moeten ko
men knielen en vragen met hun handen
te samen boerken Jan om Gods wil
Bavo bracht hen eerst in een paar kamers,
die wel fraai geschikt waren, doch niet veel
bijzortders aanboden. In de keuken bewon
derde vrouw Damhout de schoone, versierde
kookstoof en de glinsterende ketels, pannen
en potten, die langs de wanden prijkten.
In den kelder lag eene ton bier op hare
stelling een gemetste bak bevatte een zeker
getal flesschen wijn, en er stond zelfs een
groote oplegpot, die ongetwijfeld eenen voor
raad boter bevatte.
Dit deed de Damhouts zeggen, dat M.
Raemdonck niets had vergeten, en zijn neef
alles in gereedheid zou vinden, als hadde hij
zelf het huis sedert lang bewoond.
Op den zolder hingen, op de gespannen
droogkoorden, eenige vischnetten van ver
schillenden vorm uitgespreid, alle nieuw en
met veel zorg gemaakt. Vader Damhout was
daar kenner van. Ook nam hij ze in de hand,
beproefde de sterkte van het garen en mom
pelde in zich zeiven
Gelukkige lieden, ze hebben alles wat
hun hart kan wenschen 1
1 Nu, naar de zaal, naar de schoonste ka
mer 1riep Bavo. Daar zult gij wat anders
prachtige dingen zien en wij gaan er op de
gezondheid van M. Raemdonck de tlesch lek
kere wijn drinken, die hij ons heeft geschon
ken.
denkt toch eens aan uwe goede vrienden
Pier. - Jan jongen, toch en wat zou
het zijn moest ge nu nog eens drij stem
men hebben.
Jan. Dan kwamen ze mij drie kee-
ren daags bewierrooken, jongen. Zie en
het doet mij plezier, dat ik nu geene vij
anden meer heb, want het doet mij pijn
als ik met iemand in slechte betrekkin-
i gen moet leven. En het doet mij meest
1 goed, als ik die mannen kan doen knik
ken en buigen,
i Nu hoor ik dat ze ons op alle gemeen-
ten gaan samenroepen, om ons over de
kiezing te spreken.
j Pier. Ja het schijnt dat ze willen
een kasteelheer naar de Kamers steken
om de boerenbelangen te verdedigen.
Jan. Hola, dat geloof ik niet, Pier.
dar weten ze wel dat ze daarmee niet
moeten afkomen.
Pier. Ik heb het vernomen, maar
het zal op eene heele slimme manier
gaan, zoo slim dat gij het niet gewaar
zult worden...
Jan. Gelooft er niets van Pier, ik
zeg dat de boeren van geen kasteelhee-
ren, noch advokaten, nog andere ge
buisde of gebrilde kerels moeten hebben.
Als we voor eenen stemmen zal het voor
eenen boer zijn. Daarbij ware het geene
schande dat alle standen behalve de
boeren niet zouden vertegenwoordigd
zijn
Pier. Elk bij zijn soort zij den dui
vel en hij pakte de schouwvager
Maar a propos wat peist ge van onze
boerenbond zou die mannen niet op
komen
Jan. Dat zullen we moeten afwach
ten ge ziet wel in de gazet, de eenen is
er tegen, den anderen is er mee. Ik weet
niet wat er zal gebeuren. Het schijnt dat
er eene referendum of raadpleging onder
de leden gaat plaats hebben. En gelijk
de boeren het willen zal het zijn.
Pier. Moet het zijn Jan, dat is het
woord, dat is de vrijheid en de ware
eerbied voor onzen stand. De macht is
aan het volk aan de boeren en de min
derheid moet mee met de meerderheid.
Jan. Ik ben kurieus, in alle geval
zal ik de uitslag afwachten van onzen
bond en het gedacht van onze leiders en
de meerderheid onzer leden, en ik laat
me niet meeslepen door mannen die mij
heel den oorlog bevochten hebben. Ik
blijf trouw aan onze sterke vereeniging
die geboren werd op die dagen dat allen
ons vervolgden en verachten. Ik blijf
trouw aan onze kloeke bestuurleden, die
onzen bond zoozeer doen bloeien. En met
de meerderheid trek ik mee wat men ook
beslissen mocht.
Pier. Ja, dat is ook mijn gedacht,
en dat van alle vrije en goede landbou
wers vooruit Jan, en de Eendracht
maakt macht.
Ja dag Pier tot binnen kort.
Nederhasselt den 28 Oogst 1919
Beste Vrienden,
Met droefheid moet ik U melden dat
de hofstede van den landbouwer, lid van
den bond, Theodoor Gooreman ten gron
de afgebrand is. Alles is er in gebleven
Toen Bavo de zoogezegde zaal opende,
ontvloog hun allen een kreet van bewonde
ring. Dat waren alle prachtige meubelen van
glimmend mahoniehout 1 Printen in gouden
lijsten aan den wand, een zacht tapijt met
roode bloemen op den grond, een verguld
uuurwerk en getakte kandelaars op de
schouwplaat, stoelen met kussens, en twee
zetels met ruggen, die hunne armen uitstaken
en schenen te zeggen Ik ben zoo zacht,
kom, rust wat op mij 1
Het was ook wei wat de meisjes eerst en
daarna de ouders deden maar Bavo wenkte
zijne moeder en toonde haar een klein tafeltje,
waarvan het deksel kon worden opgeheven.
Daaronder, als in een koffertje lag allerlei
glinslerend naai- en borduurgerief, zoo rijk
en schoon, dat het de oogen der verbaasde
vrouw en der verwonderde meisjes deed
schemeren.
Nu het glas wijn op de gezondheid van...
vandit gaan wij zien 1 Aan tafel, aan
tafel 1
En hij opende eene kas, nam er eene flesch
en roomers uit en schonk den wijn. leder
wilde zijn glas aangrijpen om ter eere van
M. Raemdonck te drinken maar Bavo weer
hield hen.
Wacht een oogenblik, zeide hij, er is
ook iets om te eten Ziehier eene amandelbe-