Algemeene Vergadering
in ons lokaal, GROOTE MARKT, AALST, op
ZONDAG 5 ©eTOBER
De aardappelkwestie
De HijvemeiO in België.
LANDB0I1WWRF.KRI an
om 2 1/2 ure.
Zondag 5 Oktober 1919
Prijs 6 centiemen.
i° Jaargang. N° 3q
Arhpir! prioEf
Aankondigingen volgens akkoord
Abonnementsprijs
3,50 frank
jaars
Alle Leden van de Landbouwersvereenigin^ van het
Arrondissement Aalst worden opgeroepen tot de
DAGORDE
1. Aanvaarding der laatste inschrijvingen voor de Onder
linge Brandverzekering en vaststelling van het Kapitaal.
2. Aan\ aarding der inschrijvingen voor Zaaitarwe en
Zaairogge.
3. Onze houding bij de aanstaande Verkiezingen.
't Doet ons genoegen dat het artikel
hetwelk wij in De Koornbloem
van 21 September over de aardappe
len lieten verschijnen, in het nummer
van verleden Zondag een antwoord
uitgelokt heelt. Goed zoo, uit den
schok der gedachten spruit het licht.
Dus de bespreking De aardappel
kwestie is geopend
Eerst en vooral moeten wij doen
opmerken, dat onze Geachte tegen
spreker een puntje van ons artikel
schijnt voorbij gelezen te hebben, wat
oorzaak is dat zijn antwoord het ge
dacht dat wij vooruitzetten, om zoo te
zeggen onbeantwoord laat. Evenwel
is zijn artikel daarom toch niet min
der belangrijk wel in tegendeel.
Onder aan het tweede deel van ons
artikel schreven wij Over het aan-
- winnen van ïnlandsche of plaatselij-
ke aardappelverscheidenheden later
misschien een en ander Honder
den malen hebben wij op onze voor
drachten gezegd, in onze gesprekken
verklaard, in besprekingen verdedigd,
in onze geschriften geschreven dat
alleen eigen soorten op eigen grond
gedijen. Dus verklaren wij ons met
Hedera het volkomen eens, dat, om
ten volle in eene teelt, in eenen kweek
te slagen, wij met eigen winningen,
met alleen met ïnlandsche, maar
daarenboven plaatselijke verscheiden
heden moeten optreden.
Maar 't is juist aan zulke verschei
denheden, waaraan wij gebrek lijden.
Inheemsche-dierenrassen, Iruitsoor-
ten, zelts groenten, bezitten wij nog
al. Maar waar zijn onze aardappel-
soorten, graangewassen, enz. Waar
zijn vooral onze inheemsche, plaatse
lijke verbeterde soorten
Eene nieuwe aardappel verscheiden
heid wordt met op éénen dag aange
kweekt. Aardappelsoorten niet geves
tigde eigenschappen scheppen vraagt
jaren. Een bewijs Wel, hoevele ver
scheidenheden bestaan er, die bevre
digen Nochtans, het ontbreekt niet
aan wakkere zaaiers, in Holland, in
Duitschland en elders, die jaarlijks
nieuwe verscheidenheden scheppen,
waaronder goede genoeg, maar die
toch tot geene algemeene verspreiding
komen, omdat zij noch de algemeen
heid der landbouwers, noch der ver
bruikers, feitelijk teenemaal bevredi
gen Neemt men de katalogussen der
groote zaadhuizen onder handen, men
vindt er vijt en twintigtallen aardap
pelsoorten in vermeld, doch hoevele
er van komen ooit in den eigenlijken
bouw.
In September 1912 bezochten wij
de Landbouwtentoonstelling te Leeu
waarden (Friesland). Daar zagen wij
honderden nieuwe aardappelverschei
denheden tentoongesteld, waaronder
echte prachtsoorten een kweeker
exposeerde met 3g, een andere met.
zoo wij ons niet bedriegen, 52 soorten
doch wij twijfelen er grootelijks
aan dat, niettegenstaande de felle re-
klame welke rond meerdere dezer
soorten gemaakt werd, er veel van in
den bouw gekomen zijn.
Ten huidigen dage nog, wordt in
Friesland beweerd, dat er maar drie
verscheidenheden van aardappelen
moeten bestaan Eerstelingen eene
soort die in Friesland zeil uitheemsch
is het is een Schotsche aardappel,
Midlothian early of vroege Midlothian
zoo genaamd, naar het oude graaf
schap Mid Lothian, waar deze aard-
appel gewonnen en eerst verbouwd
werd Eigenheimers, en Roode
Star. Wij, wij voegen er voor onze
Belgische landbouwers eene vierde
soort bij, de Industrie, Deze laatste,
thans,na reedszoovelejaren verbouw,
is nog steeds zóó weinig gevestigd,
zóó veranderlijk van eigenschappen
als men wil, dat zij zich tot wel der
tig en meer soorten van Industrie's
vervormd heelt Wij troffen onder an
dere Industrie's aan met roode schil,
maar die nog witter waren van vleesch
dan het krijt.
Bijgevolg, gaan wij met Hedera
volkomen en onvoorwaardelijk ak
koord dat er voor onze landbouwers
inheemsche, plaatselijke verscheidenhe
den dienen geschapen te worden, dit
neemt niets weg van wat wij in het
betwiste deel van ons artikel schre
ven. Zoolang wij geene iegene ver
scheidenheden bezitten, zijn wij ge-
dwongener wijze van den vreemde
afhankelijk, doch wij moeten trachten
deze afhankelijkheid tot haar minimum
te herleiden, 't Zijn de middels om tot
daar te komen te doen kennen die wij
in ons schrijven van 21 September 1.1.
beoogden. Zijn zij daarin geslaagd
Te dezen aanzien herhalen wij onzen
oproep Volgaarne houden wij ons
ter beschikking der belanghebben-
den om de zaak met hen te bespre-
ken, en deze verder in« De Koorn-
bloem toe te lichten Wij voegen
daarbij, wat wij ook onder andere ook
schreven in ons artikel van 10 Augus
tus 1. 1. Wij verzoeken vriendelijk
i) alle landbouwkundige kollegas, en
i) alle landbouwers die de pen hantee-
I) ren, de zaak verder in De Koorn-
11 bloem li (te bespreken Dus, wij
houden ons ten zeerste aanbevolen
voor terechtwijzingen en toelichtingen
van allen die eenigszins met de aard
appelkwestie vertrouwd zijn, doch
met in achtneming van de bewerking
dat wat wij bedoelen met Wij zijn
11 innig overtuigd, dat wij met op deze
wijze te werk te gaan. ons op zeer
weinige jaren van den vreemde zou-
den kunnen onafhankelijk maken
li voor wat den invoer van plantaard-
I) appelen betreft, ja dat wij op korte
jaren zelf plantgoed naar den vreem-
de zouden kunnen uitvoeren niet
als volstrekt mag, maar als betrekke
lijk moet aanzien worden. Nog eens,
wij gaan met Hedera akkoord, dat
er inheemsche verscheidenheden die
nen aangekweekt te worden, doch
zulks sluit niet uit, dat. zoolang wij
geene eigene verscheidenheden bezit-
fen, de oordeelkundige teeltkeus en
opzettelijke aanbouw van plantsoen,
al weze 't van vreemden oorsprong!
dus nabouw, mogelijk is ons van an
dere landen onafhankelijk te maken
't zij dan ook slechts betrekkelijk
en zelfsplantgoed naar den vreem
de uit te voeren. Ook daarvan een be
wijs De Indusrtie is een Duitsch-
Poolsche aardappel des niettegen
staande werd in vroegere jaren
plantsoen daarvan uit Belgie naar
Holland uitgevoerd, en thans komtcws
het meeste Industrieplantsoen toé uit
Holland (Zeeland). Nog een bewijs
De Eigenheimer en Roode Star hoo-
ren in Friesland te huis, doch welk
nabouwplantsoen komt er niet in
België uit Zeeuwsch-Vlaanderen, uit
Ossendrecht, uit den Wilbelminapol-
der of elders
- Hedera sluit zijne beschouwin
gen met te zeggen, dat wij moeten
zaaien, om aan goede aardappelen te
geraken, die hier te huis zijn en vele
jaren kunnen wederstaan aan de
voortplanting Maar of dit winstge
vend genoeg zal zijn, dat zal de on
dervinding uitwijzen. Later meer
daarover.
Zie, die maar doet ons eene heele
reeks opwerpingen tegen het zaaien
veronderstellen. Hoe Hedera die
11 maar en die betwijfelbare winstge
vendheid met de noodzakelijkheid van
het zaaien rijmen zal zijn wij benievwd
te vernemen. Onzes inziens, is de
aankweek van eigen verscheidenheden
noodzakelijk, en dan moet deze aan
kweek winstgevend zijn, ofwel zij is
niet winstgevend, dus niet noodzake
lijk, en dan moeten wij voorzeker
handelen, ditmaal in den volstreksten
zin gesteld, zooals wij het in ons be
twist artikel uiteengezet hebben.
A. S.
i.
Geen land ter wereld voelt zoodanig
de behoefte aan intensieven industrieelen
arbeid als België. Nergens treft men
zulke dichte bevolking aan als ten
onzent twee honderd acht en vijftig
inwoners per vierkanten kilometer. De
industrie is het hoofdbestanddeel in ons
economisch huishouden.
Immers de opbrengst der kapitalen
verzekeren niet ons bestaan. Was België
vóór den oorlog betrekkelijk rijk, het
kon zich toch niet als Frankrijk in
hooge mate de weelde veroorloven
van zijne renten te leven. Na de gewel
dige crisis die wij doorgemaakt hebben
en die zich nog dagelijks scherper begint
af te toekenen, zijn wij alles behalve een
renteniersvolk.
Evenmin kunnen de landbouwpro
ducten of de veeteelt in ons bestaan
voorzien. De grond, doorgaans van min
dere waarde, brengt veel op dank zij
de voorbeeldige bewerking, doch het
agrarisch domein is beperkt en de oogsten
zijn ontoereikend. Hetzelfde geldt voor
de veeteelt en de verwante productie's
als wol, leer e. a. Daaruit vloeit de
noodzakelijkheid voor ons in den vreemde
Amerika, Rusland, Egypte, enz. de
ontbrekende hoeveelheden aan tekoopen.
De-inwaarde-stelling van den onder
grond kan eindelijk ook niet voorzien
in onze behoeften in volgende praatjes
zal ik betoogen dat de kolenopbrengt
enkel voldoet aan ons verbruik daarbij
dient aangemerkt dat de ijzergroeven,
do zink- en loodmijnen zoo goed als
uitgeput zijn.
Onze begrooting moet dus in even
wicht gebracht worden door de win
sten in de nijverheid verwe; entlij kt.
De Belgen vervormen met winst de brute
grondstoften aangekocht in het buiten
land en verkoopen ze op hunne beurt,
na bewerking. Slechts in Engeland speelt
de industrie eene belangrijkere rol dan
in België. In 1896 werden 1 200.000 per
sonen gebruikt in de nijverheidsonder
nemingen. Sedert steeg dit getal meer
dan in evenredigheid met den groei éer
bevolking.
De industrie-bevolking is opeengehoopt
in twee verscheidene streken in de
Kolenstreek (Bergen, Charleroi, NamoD,
Luik, Verviers) en in hei plein van het
Noorden (Antwerpen, Brussel, Gent
de kantwerksters Brugge, Turnhout).
De handarbeiders wonen niet alleen in
deze centra dagelijks rijden 150.000
werklieden per spoor naar hun werk.
De nijverheid houdt niet alle werklie
den van het land bezig velen gaan
arbeiden in de spinnerijen en weverijen
van Roebaais en Rijssel, in de kool
mijnen van Béthune, of pikken den oogst
af in Fransch-Vlaanderen en in de pleinen
van Beaume en Brie. Het zijn onze
zoogezegde Franschnmns
De overvloed aan handenarbeid is
oorzaak van lage loonen de Viaamsche
en Waalsche werklieden winnen minder,
volstrekt en betrekkelijk, dan de Fran-
sche, Duitsche en Eegeïsche werknemer.
Dit was vooral voor den oorlog, doch is
nog ten huidigen dage eene onloochenbare
waarheid.
Doch de massa werknemers is slechts
eene bijkomstige oorzaak van de snelle
ontwikkeling der nijverheid in ons land.
De moderne groot-nijverheid eischt de
aanwezigheid van veel meer factoren,
's Lands kapitaalkrachtigheid heeft
aan de beheerders der fabrieken de
outilleering toegelaten op het oogenblik
dat mecanisme en machinisme eene
omwenteling veroorzaakten in de staat
huishoudkunde van heel de wereld. Bij
het ontstaan van de moderne nijverheid
bezat België tevens de grondstoffen
noodig tot hare ontwikkeling zinklagen
1 van Hoei tot Luik en aan de Duitsche
1 grens ijzergroeven, wouden en
stroomen ten Z. van Samber en Maas.
Later weken de werkhuizen uit naar
Charleroi en Luik.
De hoofdfactor evenwel was de over
vloed aan kolen, een blik op de kaart
zal u overigens overtuigen dat de voor
naamste nijverheidsstreek overeenkomt
met dó koolmijnen. De karakteristieke
nijverheden dier streken noodzaken eene
geweldige hoeveelheid kolen metaal-
fabrieken, glasblazerijen, chemische nij
verheid.
De overvloed aan grondstoffen bestaat
niet meer/België is heden afhankelijk
Dg
Koornbloem
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST.
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON
Burchtstraat. 3, AALST.