Naar den Strijd.
BAVO EI LIEVEKEH.
ie lijverieM is Oiiyli
LANDBOUWWEEKBLAD
Arbeid adelt
Zondag ig Oktober igig.
Prijs 6 centiemen.
i« Jaargang. N° 41
in
De
Koornbloem
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST.
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON
Burchtstraat, 3, AALST.
Aankondigingen volgens akkoord
Abonnementsprijs
3,50 frank 's jaars.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven
Zoodus de teerling is geworpen.
de vergadering der algevaardigden
en leden van onzen bond heeit met
eenparige stemmen denstrijd gevraagd
voor de aanstaande kiezingen.
Ik voél er behoeften aan die woor
den te herhalen, omdat zij die over
acht dagen de Koornbloem hebben
gelezen ze nog eens onder hun oogen
zouden hebben, en opdat de onver
schilligen en deze die met eene schijn
bare minachting ons bejegenen nog
maals zouden weten en zien tot wat
zij die ons voorgaan eindelijk hebben
besloteli.
Ik zeg eindelijk en niet zonder
reden want veel te lang hebben wij
gezwegen en lijdzaam toegezien veel
t^lang rond gezien ol deze of geene
ons niet zou ter hulp komen, veel te
lang gewacht om stuurlieden te kiezen
uit onze rangen om ons groot boeren
schip te sturen.
Doch ik wil hier niet herhalen al
-het onrecht dat ons reeds werd en
nog immers wordt aangedaan onze
boeren weten dit nog al te wel en de
jaren 16-17 en 18 staan nog levendig
genoeg in onzen geest om hier nog
maals op) dit alles terug te komen.
Ik schrijf ook niet voor fijne politie
kers, die tot hiertoe zoo veel rond ons
voormannen liepen om hen vaneen te
trekken of om hun langs hunne zijde
te krijgen en die nu met verdubbelden
iever zullen werken om (binnen) te
dringen, om de wankelbaren weg te
trekken en om ons brave goedzakkige
boertjes allerlei slecht van dezen be-
wusten stap in te praten.
Ik wil niet schrijven voor hen die
ue schuld van deze noodgedwongen
stap en eerlang zullen inzien tot wat
groote gevolgen hun nalatige schandi-
ge onverschilligheid heeft geleid, ge
volgen, die hun misschien levenslang
zullen spijt inboezemen omdat ze ons
boerenvolk zoo onverschillig hebben
over het hoofd gezien.
.Neen, dat alles schuif ik opzij om
aan wat voor de deur staat zoo goed
mogelijk mêe te werken.
fiet is voor u leiders dgr vereeni-
ging, voor U voormannen der massa,
voor U allen die met de wantoestan
den van den boerenstand bekend zijt.
Voor u allen die in de pijnlijken oor-
door Hendrik CONSCIENCE. 26.
«o»
Geene vuile en gescheurde kleederen
ernst en ingetogenheid, iets waardigs in den
blik en waar een hunner werd aangespro
ken, beleefdheid en betamelijkheid.
Ik wenschte rechtzinniglijk den bestierder
geluk en zeide, dat hij hoogmoedig mocht zijn
over het schoone gesticht, dat onder zijne
leiding bloeide.
Inderdaad, antwoordde hfj, ik ben er
reeds een beetje trotsch overmaar ik hoop
mettertijd nog meer verbeteringen tot stand
te brengen, bovenal wat het lot der werklie
den betreft. Er is iets, waarover ik meer
hoogmoed gevoel
Hij bezag zijn uurwerk en zeide
Nog eenige minuten en ik zal het u too-
nen. Ziet gij, mijnheer, men kan van den
werkman al maken wat men wil. Daartoe be
hoeft natuurlijk eenig geduld want men
moet allereerst de onwetendheid overwinnen
die zoolang zij bestaat, een volstrekte hinder
paal is tot alle zedelijke verbetering der ar
beidende klassen.
Een oogenblik daarna begon er eene klok
logsjaren uw hart heeft voelen trillen
om al het onrecht ons aangedaan en
die toen vuist-ballend, in uw eigen
hebt gezegd. Onzen tijd zal ook nog
wel eens komen voor allen die er
van bewust zijn en het voelen als een
plicht in de bres te springen om onzen
stand te helpen in den strijd, om hem
te schragen, te leiden naar het.recliL
Hem op te werken naar hooger. rui
mer leven.
Onze vereeniging nauwelijks één
jaar in leven heeft dank hare bestuur
leden en vele voorstaanders reeds
vele bewijzen geleverd van durvende
wilskracht. Ook wezen wij allen er
van overtuigd, dat deze nieuwe stap
de grootste is tot hiertoe ondernomen,
en dat deze oneindige gevolgen kan
nazich slepen, en dat deze gevolgen
goed of slecht zullen lukken naar ge
lang er gewerkt en gewild word.
Deze noodgedwongen stap, zal voor
hen die het zich willen ter harte trek
ken veel moeite meebrengen, en mis
schien niet alleen moeite, maar ook
nog veel Onaangenaams zal ons wor
den berokkend. Geen moeite zal ge
spaard worden om ons van ons pogen
te doen afzien, of om al hetgeen wij
willen (al is het nog zoo goed) in een
valsch daglicht te stellen.
Edoch, wij zijn er van overtuigd,
dat hij heel den boerenstand den
spoorslag geven zal om ons na te vol
gen.
Daarom dat allen die het als een
levensplicht weten voor de herophel-
ping en d'ontwikkeling van ons boe
renvolk mee te werken zich nu man
nen toonen Dat allen vastberaden
rond hun geschaard blijven en vooral
zi h niet laten kleuren door de vernis
borstels der verschillende partijen.
Laat ons hier vooral wel toezien. Nu
min dan ooit zullen er middelen nog
beloften gespaard worden om de een
drachtigheid aan 't wankelen te bren
gen Houden wij ons goed bij ons re
glement. Buiten Politiek.
Voeren wij den strijd, waar hij door
hen, die door ons werden in het
strijdperk gezonden zoolang en zoo
snoodloos werd ontweken. Voeren
wij hem zoo heftig zulk moet, maar
wezen wij krachtdadig en voorzichtig.
Dan behalen wij de zegepraal en
verkrijgen wij recht ook voor ons
boeren, iets dat tot hier toe met
hoevelen wij ook waren niet bestond.
Richa'rd Boelaert.
te luiden. Hier en daar verlieten kinderen en
jongens de spinmolens, waaromtrent ik mij
bevond, en zij gingen het werkhuis uit.
Is het rustuur voor hen gekomen
vroeg ik.
Neen, zij gaan ter school, was het ant
woord des bestierders. Van de twee draad
jesmakers veriaat er één den arbeid vooa een
uur de andere zal intusschen alleen den
molen bedienen, iets wat hem niet moeielijk
valt, aangezien zijn gezel, vooraleer te ver
trekken, alles zooveel mogelijk in gereedheid
heeft gebracht. Zoo is het insgelijks met de
kinderen, die in andere vakken werkzaam zijn.
Elk heeft zijne beurt en wie zijnen arbeid ge
durende de week niet kan verlateu, ontvangt
het onderwijs des Zondags en des Maandags
gedurende de uren der werkstaking. Het is
slechts sedert acht jaar dat ik, met oorlof
mijns meesters, deze school heb ingericht
en nu reeds mag ik mij beroemen, dat meer
dan de helft onzer werklieden, zoowel vrou
wen als mannen, kunnen lezen en schrijven.
Men bemerkt het wel, niet waar, dat het on
derwijs hun een gevoel van persoonlijke
waardigheid in den boezem heeft gestort
Het is mijn droom, te mogen zien voordat ik
sterf, dat er op de gansche fabriek geen enkel
ongeleerd werkman meer te vinden zij. Gij
zoudt kunnen denken, mijnheer, dat deze
De Uitdelvingsnijverheid.
1 De kolen en verwante producten.
Het belang dezer nijverheid is over
groot, in eerste lijn om het groot getal
arbeiderswelke zij brood verschaft. De
uitdelving van kolen cn afgeleide
voortbrengselen, dé bewerking tot cokes,
enz. houdt ongeveer 150 000 menschen
bezig, de steengroeven eveneens ruim
36.000. Deze getallen zijn nog beneden
de werkelijkheid zoo komt men tot
200.000 man. De kolen uitdelving en
kolenbewerking is de bizonderste soort
gelijke nijverheid de steengroeven vol
gen in belangrijkheid ijzererts wordt
weinig bovengehaald en voor de andere
ertsen is de voortbrengst onbeduidend.
Wij willen dim lezer niet lastig vallen
met aardkundige beschouwingen. Wij
wijzen er enkel op dat de kolen gelocali-
seerd zijn in de synclinalen, door de
Ardennen gevormd. Dit zijn aardplooi-
ingen, die zich uitbreiden in den vorm
van kuipjes en tot eene vallei aanleiding
geven. Ten huidigen dage wordt de syn-
clinaal Haine-Samber Maas uitgebaat.
Over de turf opbrengst zullen wij niet
spreken. Wij herinneren slechts aan de
veengronden der kust, in de Kempen en
in de Hooge Venen. In het Haine-Samber-
Maasbekken onderscheidt men op in
dustrieel gebied Couchant de Mons
.(Fransche grens bij Bergen), de Borinage,
het Gentrum (van Bergen tot de omstre
ken van Fontaine l'Evêque), het bekken
van Charleroi (van Fontaine l'Evêque tot
de grenzen van Henegouwen), de Neder-
Samber (van de Henegouwsche grenzen
tot Namen). Dan volgt er eene onder
breking van vijftien kilometers. Verders
het bekken van Andenne (rechter-Maas-
oever), het bekken van Hoei, het belang
rijk bekken van Luik-Seraing.het bekken
der hoogvlakten van Herve
Er zijn ook nog belangrijke reserven
in den Couchant de Mons (Zuidelijk
deel bij de Fransche grens en Westelijk
deel in het Middenbekken) en in het
Centrum (Z.-W. de°l) Men werkt aan
hunne in-gebruik-sfelling. Heden heeft
men ook eene uitbreiding gevonden van
het kolenbekken op eene belangrijke
oppervlakte ten Zuiden van Gharleroi
en van het Centrum. Deze reserve zal
Henegouwen's belangrijkheid onder nij
verheidsopzicht versterken.
werkmanskinderen geen vlug verstand heb
ben, of dat een enkel uur onderwijs geene
merkelijke vruchten in hen kan voortbrengen;
gelief mij te volgen ik ben wel zeker, dat
hetgeen gij gaat zien u zal verwonderen en
verblijden.
Onder het uitspreken dezer laatste woorden
richtte hij zich naar eene deur, die uitgaf op
een binnenplein, en bracht mij wat verder in
eene ruime zaal, vervuld met rijen lessenaars,
waarachter ik een zestigtal jongens van acht
tot vijftien jaar, zag zitten.
De bestierder zeide eenige woorden tot
den ondeiwijzer en deze verzocht mij, de
wijl de leerlingen juist hadden begonnen te
schrijven, eenen blik op hun geschrift te wil
len werpen.
Er waren er inderdaad velen, die een on
gemeen schoone hand hadden.
Ik hoorde er eenigen lezen met eene zui
verheid van uitspraak, welke ik zelden in
andere scholen had ontmoet.
Dan volgden velerlei oefeningen, ditmaal
grootendeels door den bestierder zeiven ge
leid, om mij over de vroege ontwikkeling van
het verstand dezer arme werkmanskinderen
te laten oordeeien.
Er werden vragen voorgesteld aangaande
de nijverheid en de verdeeling van het werk,
aangaande de geweefsels in het algemeen en
Sedert 1901 kent men tevens in Noor
delijk Limburg en Antwerpen het
bestaan van een 'belangrijk kolenbekken,
bedolven onder zachten en lossen grond.
Deze is echter zeer waterachtig en meer
dan vijf- en zes honderd meters dik. De
technische moeilijheden, door de bevrie
zingsnoodzakelijkheid e. a. veroorzaakt,
zijn zeer talrijk.
Op gelogisch gebied zijn de Belgische
lagen haast overal gelijk. De lagen zijn
dun of gemiddeld. Uilzonderingen zijn
deze van 1 in 50 2 m. of meer. Regel
matig' ontgint men lagen van zelfs min
der dan dertig centimeters. De gemid
deldedikte was in 1910 vijf en zestig
centimeters. De lagen zijn talrijk in de
bovenste gedeelten der mijnen, doch hoe
dieper men gaat, hcfe minder lagen.
De hoedanigheid der holen vermin
dert tevens van boven naar onder. In
den synclinol H. S. M. trouwens wisselt
de hoedanigheid af volgens de as van het
bekken en volgens de loodlijn op de as
(zij verbetert van het N. naar het Z).
De rimpeling der Ardennen heeft
zeer veel invloed uitgeoefend op het
kolenbekken van Haine-Samber-Maas
de kolen brokkelt af en breekt, gespleten
rotsen fallen.
Onze kolenlagen zijn grauwvuurach
tig in het bekken van Haine-Samber-
Maas zijn ze des te meer grauwvuurach
tig, naarmate zij meer in de Zuidelijke
gedeelten gelegen zijn.
Al deze omstandigheden hebben een
nadeeligen invloed op de ontginning
en maken deze zeer duur.
Technische Bizonderheden.
In H. S. M. »ijn de uitbatingen dikwijls
zéér oud zoo 0. a. in den Borinage. te
Charleroi en Luik. Daaraan moet men
de geringe doorsnede wijten dier putten.
De vergunningen zijn dikwijls ook zeer
beperkt daaruit volgt dat men zal
trachten de diepte te bereiken. De
mijnen, die op 600 m. uitbaten, zijn in
groot getalop plaatsen zelfs tot op 800
en 1000 meters en en meer.
Op groote diepten wordt het vellen
echter tegengewerkt door de tempera
tuur. De verluchting is moeilijk en
kostelijk, om reden van de geringe door
snede van den put, dewelke ook de uit
delving bemoeilijkt. De invloed van de
geringe doorsnede wordt vooral in de
diepte merkbaar, vooral daar er dikwijls
belangrijke asafwijkingen plaats grijpen.
In oude vergunningen treft men tal-
het katoen in het bijzonder, aangaande de
beginselen der mekaniek en den aard der
stoffelijke krachten, die de mensch aanwendt
tot het vergemakkelijken van zijnen arbeid,
aangaandedespaarkassen en de genootschap
pen van onderlingen bijstand, en eindelijk
aangaande de plichten van den mensch jegens
God, jegens zich zeiven en jegens zijnen
evennaaste in één woord aangaande alles,
waarvan de kennis deze kinderen tot behen
dige werklieden, tot goede huisvaders en tot
verlichte burgers van een vrij vaderland kon
maken.
Mijne verwondering was groot, toen ik
deze vragen door vele kinderen, zonder aar
zeling en met opmerkelijke klaarte, hoorde
beantwoorden maar het verrastte mij nog
meer, hen gedurende een half uur, op het
zwarte bord of enkel uit het hoofd, de meest
ingewikkelde vraagpunten der rekenkunde te
hooren oplossen.
Nauwelijks kon ik gelooven, dat ik deze
zelfde jongens als draadjesmakers achter de
spinmolens had gezien. De bestierder en de
onderwijzer waren trotsch over mijne ver
baasdheid en over den lof, dien ik hun en
hunnen leerlingen toezwaaide.
Nadat ik den bekwamen onderwijzer gul
hartig en dankbaar de hand had gedrukt,
volgde ik den bestierder, die mij verzocht